home *** CD-ROM | disk | FTP | other *** search
/ HaCKeRz KrOnIcKLeZ 3 / HaCKeRz_KrOnIcKLeZ.iso / drugs / nederwiet < prev    next >
Internet Message Format  |  1996-05-06  |  77KB

  1. From: sturm@waffe.nl (STuRM)
  2. Newsgroups: alt.drugs.pot,alt.drugs.pot.cultivation
  3. Subject: Nederwiet - how to grow weed at home - nederwie.txt [1/1]
  4. Date: 8 Nov 1995 12:45:41 GMT
  5. Message-ID: <47q8pl$d9q@mo6.rc.tudelft.nl>
  6.  
  7. Dit dokument is oorspronkelijk een boekje. Omdat er maar
  8. weinig van in omloop zijn, heb ik de hele boel maar overge-
  9. schreven en op een berg BBS-en gegooid. Het behandelt zo'n
  10. beetje alles wat je over de bereiding van wiet kunt vertellen.
  11. Hoewel het boekje al zo'n tien jaar oud is, is er niet zo gek
  12. veel veranderd. Alleen met betrekking tot de juridische zaken
  13. is er wel het een en ander veranderd. Wat hierover in deze doc
  14. staat, moet je je dus niet zoveel van aantrekken.
  15.  
  16. Ik kan alleen nog zeggen: lees het eens door en ga aan de
  17. slag. Voor vragen, opmerkingen (niet over deze doc, ik heb het
  18. niet geschreven), interessante lektuur, enz. over hennep,
  19. neder-wiet en cannabis ben ik te bereiken onder: 
  20. arno.van.manen@ensing.idn.nl
  21.  
  22. Nederwiet, Maak er wat van!
  23.  
  24. **************************************************************
  25.  
  26. Inleiding
  27.  
  28. Het verbouwen van wiet en het verder verwerken daarvan, is
  29. iets dat de laatste tijd meer en meer in zwang komt. Niet
  30. alleen de steeds hoger wordende prijs van de buitenlandse
  31. hennepprodukten is daarvan de oorzaak - ook nieuwsgierigheid
  32. naar het zelf vervaardigen van deze produkten speelt een
  33. belangrijke rol.
  34.  
  35. Denk nou niet bij het horen van de naam Nederwiet: "O, dat zal
  36. wel weer rotzooi zijn"; met een beetje aandacht en een naar
  37. verhouding tot de normale uitgaven aan hennepprodukten vrij
  38. lage investering in hulpmiddelen en apparatuur, is er een
  39. produkt te maken dat de kwaliteit van de buitenlandse produk-
  40. ten zeer dicht benadert en dat zichzelf in korte tijd weer
  41. terug verdient.
  42.  
  43. Dit dokument kan een leidraad zijn voor al diegenen die nu een
  44. aan de slag willen. Het beschrijft hoe het kweken van de
  45. planten tot een goed einde gebracht wordt en geeft een aantal
  46. gevarieerde verwerkingsmogelijkheden van de wiet met als
  47. hoogtepunt eigen gemaakte blanke olie.
  48.  
  49. In deze tweede druk zijn een flink aantal aanvullingen en
  50. wijzigingen aangebracht, met name wat betreft de vollegrond
  51. kultuur en het bereiden van hasjiesj. Verder is er een apart
  52. hoofdstukje gewijd aan de juridische aspekten omdat er de
  53. laatste jaren nogal wat gewijzigd is in het beleid t.a.v.
  54. nederwiet.
  55.  
  56. Nederwiet, maak er wat van!
  57.  
  58. **************************************************************
  59.  
  60. Inhoud
  61.  
  62. 1 Iets over de hennepplant
  63.  
  64. 1.1 Twee ondersoorten
  65. 1.2 Verschillende rassen
  66. 1.3 Werkzame stoffen
  67. 1.4 Verschillende THC soorten
  68. 1.5 Mannelijk en vrouwelijk tegelijk
  69.  
  70. 2 Het verbouwen van de wiet
  71.  
  72. 2.1 De vollegrond kultuur
  73.  
  74. 2.1.1 De grond
  75. 2.1.2 Zaaien
  76. 2.1.3 Selekteren
  77. 2.1.4 Verdere verzorging
  78. 2.1.5 Oogst
  79. 2.1.6 Hennep in de moestuin
  80.  
  81. 2.2 De potkultuur
  82.  
  83. 2.2.1 Zaaien
  84.  
  85. 2.2.2 Verzorging van de opgroeiende plant
  86. 2.2.3 Vervroegen van de bloei
  87. 2.2.4 Ongedierte
  88. 2.2.5 Oogst
  89. 2.2.6 Meerjarige planten (wietbomen)
  90.  
  91. 2..3 Bijzondere teeltmaatregelen
  92.  
  93. 2.3.1 Maagdewiet
  94. 2.3.2 Klieven
  95. 2.3.3 Kunstmatige transpiratie
  96. 2.3.4 Reuzengroei m.b.v colchicine
  97.  
  98. 2.4 Kunstmatige bestuiving
  99.  
  100. 2.4.1 Stuifmeel winnen
  101. 2.4.2 De bestuiving
  102. 2.4.3 Oogsten van het zaad
  103. 2.4.4 Volgende jaren
  104.  
  105. 2.5 Afval als voeding
  106.  
  107. 3 Verwerken
  108.  
  109. 3.1 Eenvoudige verwerking van de wiet
  110.  
  111. 3.1.1 Inbinden toppen
  112. 3.1.2 Inbinden restanten
  113. 3.1.3 Inbinden potkultuur oogst
  114. 3.1.4 Wiet als borrel
  115. 3.1.5 Wietcake
  116. 3.1.6 Wietthee
  117.  
  118. 3.2 Hasjiesj maken
  119.  
  120. 3.2.1 Zeven en persen
  121. 3.2.2 Afrollen
  122. 3.2.3 Begraven
  123.  
  124. 3.3 Olie maken
  125.  
  126. 3.3.1 Principe van het olie maken
  127. 3.3.2 Enkele opmerkingen vooraf
  128. 3.3.3 De terugvloeitoren
  129. 3.3.4 Indikken van de tinktuur
  130. 3.3.5 De overloop toren
  131. 3.3.6 Zuiver THC (blanke olie)
  132. 3..3.7 Terugwinnen van de alkohol
  133. 3.3.8 Methanol en ethanol
  134.  
  135. 4 Juridische aspekten
  136.  
  137. 4.1 Wiet als windkering
  138. 4.2 Zaad winning
  139. 4.3 Verwerkte produkten
  140.  
  141. **************************************************************
  142.  
  143. 1 Iets over de hennepplant
  144.  
  145. Hennep is een tweehuizige plant. Dat wil zeggen de er manne-
  146. lijke en vrouwelijke planten zijn.
  147.  
  148. De mannelijke planten vormen de stuifmeelbloemen, kleine gele
  149. bellen die in losse ijle pluimen staan.
  150.  
  151. De vrouwelijke bloemen produceren het zaad. De stamperbloemen
  152. staan in dichte, aarvormige bloeiwijze, dicht tegen de stengel
  153. aan. De aartjes zijn bedekt met duizenden kleine haarvormige
  154. kliertjes, die een olieachtige substantie bevatten. Het is
  155. deze vrouwelijke plant die ons het meest interesseert: de
  156. kliertjes bevatten de stof die het 'high' gevoel maakt: Tetra-
  157. Hydro-Cannabinol (THC).
  158.  
  159. 1.1 Twee ondersoorten.
  160.  
  161. De cannabis sativa, zoals de plant op z'n Latijn heet, kent
  162. twee ondersoorten. De eerste ondersoort, de Cannabis Sativa
  163. Hollandica wordt al eeuwenlang in ons landje verbouwd, iets
  164. war de naam al doet vermoeden. Deze ondersoort is vooral van
  165. belang voor de touwslagerijen. De vezels van de mannelijke
  166. plant worden door een bacteriekweek losgeweekt van de stengel.
  167. Dit is zogenaamde roten. De vezels worden daarna gebleekt en
  168. verder verwerkt. De vrouwelijke plant is wat dat betreft
  169. waardeloos, zij dient alleen voor de zaadproduktie. Door
  170. eeuwenlange selektie is deze ondersoort uitgekweekt op de
  171. vorming van zo lang mogelijke vezels. De planten zijn dan ook
  172. herkenbaar aan de lange, rechte, toto drie meter hoge stam met
  173. alleen helemaal bovenin enkele vertakkingen. De oliekliertjes
  174. van de vrouwelijke plant zijn in de loop der eeuwen gedegene-
  175. reerd.
  176.  
  177. De andere ondersoort is de Cannabis Sativa Indica. Deze is
  178. gekweekt om de geestverruimende werking van de vrouwelijke
  179. bloemtoppen. Die toppen barsten dan ook van de oliekliertjes.
  180. De planten zijn over het algemeen wijd vertakt en dus ook veel
  181. breder dan de andere ondersoort. De mannelijke planten zijn
  182. vrijwel waardeloos bij de Cannabis Sativa Indica, omdat er een
  183. reusachtige hoeveelheid planten nodig is om een klein beetje
  184. hasjiesj te maken. Ook de lengte van de vezels is van dien
  185. aard dat het niet loont om deze te winnen.
  186.  
  187. De Cannabis Sativa Indica vormt de basis van de Nederwiet. De
  188. "echte" Nederwiet is afkomstig van (sub)tropisch zaad, dat al
  189. tenminste zeven generaties in Nederland is doorgekweekt.
  190.  
  191. 1.2 Verschillende rassen
  192.  
  193. De Cannabis Sativa Indica kent verschillende rassen met elk
  194. hun eigen, specifieke eigenschappen. Zo zijn er vroeg- en
  195. laatbloeiende rassen, rassen met dikke, volle toppen of met
  196. slanke, luchtige toppen, wijdvertakte rassen met vele toppen
  197. of rassen die maar weinig vertakt zijn, met één grote hoofd-
  198. top. Al deze eigenschappen zij erfelijk. Veelal heeft elk land
  199. zijn eigen ras, dat optimaal aan het heersende klimaat is
  200. aangepast. 7-jarige Nederwiet begint ook al duidelijke eigen-
  201. schappen te krijgen van een apart Nederlands ras.
  202.  
  203.  
  204. 1.3 Werkzame stoffen
  205.  
  206. De belangrijkste werkzame stof hebben we al genoemd, de Tetra-
  207. Hydro_cannabinol. Deze stof komt alleen voor in de kliertjes
  208. van de vrouwelijke planten.
  209.  
  210. THC behoort tot de groep van etherische oliën en is afgeleid
  211. van Cannabidiol (CBD), dat in de binnenste delen van de blade-
  212. ren in ruime hoeveelheden voorkomt. Deze CBD wordt onder
  213. invloed van warmte en uitdroging in de kliertjes omgezet naar
  214. THC.
  215.  
  216. Die CBD wordt in de bladeren weer gevormd uit Cannabinol
  217. (CBN), een stof die vooral in de opwaartse sapstromen voor-
  218. komt.
  219.  
  220. CBD en CBN hebben nauwelijks een geestverruimende werking en
  221. ze zorgen alleen voor een zwaar, drukken gevoel in het hoofd
  222. en kunnen hoofdpijn veroorzaken. 
  223.  
  224. In sommige literatuur wordt ook nog een alkaloide als werkzame
  225. stof genoemd. Het zou hierbij gaan om muscarine, een stof die
  226. nauw verwant is met het werkzame gif van de vliegenzwam. Deze
  227. stof zou alleen in de vrouwelijke bloemen voorkomen en het
  228. high-effekt van de wiet veroorzaken. Bij het bereiden van
  229. hasjiesj blijft deze stof in de restanten van de plant achter.
  230. Vandaar het verschil in de uitwerking tussen wiet en hasjiesj.
  231.  
  232. De werkzame stof, de THC, bevind zich dus aan de buitenkant
  233. van de toppen, in de kliertjes. Dit punt moeten we goed in de
  234. gaten houden bij de latere verwerking van de wiet.
  235.  
  236. Het hoogste gehalte aan THC hebben de zaadloze vrouwelijke
  237. planten: de maagdewiet of sinsemilla (spaans voor "zonder
  238. zaad"). Wanneer eenmaal de bestuiving heeft plaatsgevonden,
  239. richt de plant haar krachten op de zaadvorming. De THC-produk-
  240. tie komt dan op de tweede plaats.
  241.  
  242. 1.4 Verschillende THC-soorten.
  243.  
  244. Nu is het echter niet zo dat de geestverruimende werking van
  245. elke plat hetzelfde is. De werkzame stof, de THC, bestaat
  246. namelijk in verschillende vormen, met een mooi woord "isome-
  247. ren" genoemd. Deze stoffen, zo'n tien in totaal, voldoen aan
  248. de totaalformule Tetra-Hydro-Cannabinol, ze verschillen onder-
  249. ling echter in hun chemisch struktuur en werkzaamheid. Van
  250. sommige THC-soorten wordt je totaal niet anders, van andere
  251. vormen is een klein beetje al voldoende.
  252.  
  253. De verschillende THC-soorten worden aangeduid met Delta (voor
  254. het gemak even met "D" aangeduid), gevolgd door een nummer
  255. (b.v D6 THC of D9 THC). Nu is het voor ons natuurlijk ondoen-
  256. lijk om precies uit te zoeken wat voor D-THC onze planten
  257. bevatten, maar dat is ook niet zo belangrijk. De verschillende
  258. vormen van THC zijn op geur namelijk goed van elkaar te onder-
  259. scheiden. Nu is het natuurlijk onmogelijk om geuren op papier
  260. met elkaar te delen, dus het komt op ervaring aan als je de
  261. goede planten met je neus van slechtere planten wilt onder-
  262. scheiden. Maar dat leer je vanzelf, als je langer met de
  263. planten omgaat. En dan zal je zien dat de op het oog lekkerste
  264. geur niet op de meest aktieve THC-vorm hoeft te wijzen.
  265.  
  266. 1.5 Mannelijk en Vrouwelijk tegelijk
  267.  
  268. Het komt nogal eens voor dat een plat hermaphrodiet is: d.w.z
  269. dat er zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen aan dezelfde
  270. plant zitten.
  271.  
  272. Wanneer vrouwelijke planten niet bestoven worden (bijv. bij
  273. het kweken van maagdewiet), kunnen zij de eigenschap hebben om
  274. zelf mannelijke bloemen te vormen. De onbevruchte plant vormt
  275. dan alsnog zaad door middel van zelfbestuiving. Dit verschijn-
  276. sel is op zich geen zeldzaamheid, hoewel het ook niet echt
  277. regelmatig voorkomt.
  278.  
  279. Hermaphrodiete planten zijn er in verschillende verschijnings
  280. vormen. Het meest gebruikelijke is, dat in de ver ontwikkelde,
  281. maar onbestoven vrouwelijke bloemtoppen op het eind van de
  282. aartjes enkele mannelijke bloemetjes worden gevormd. Deze
  283. vallen haast niet op en je ziet ze zo over het hoofd.
  284.  
  285. Wat minder vaak komt het voor dat vanuit de bladoksels opeens
  286. komplete mannelijke bloemschermen worden gevormd aan langge-
  287. rekte takjes. Deze vallen wel erg op en het is ook een heel
  288. fraai gezicht.
  289.  
  290. Eén geval van hermaphrodiete plant wil ik hier niet onvermeld
  291. laten. Aan het begin van de bloeitijd trapte ik per ongeluk op
  292. een vrouwelijke plant, waardoor deze bij de grond afknakte.
  293. Uit stomp die over bleef liepen twee nieuwe stengel uit,
  294. waarvan de een mannelijk en de ander vrouwelijk was. Vanuit
  295. één stam had ik een mannetje en een vrouwtje naast elkaar
  296. staan, beide niet hoger dan ca. 40 cm. Opvallend was, dat de
  297. vrouwelijke plant alleen onvruchtbaar zaad gaf, maar wel zeer
  298. rijk was aan THC-kliertjes.
  299.  
  300. Wanneer we ontdekken dat een van onze planten hermaphrodiet
  301. is, kunnen we deze maar het beste gelijk verwijderen, omdat
  302. hij/zij ook andere planten kan bestuiven. Hooguit kunnen we de
  303. plant gescheiden van de andere planten zetten bij wijze van
  304. curiositeit.
  305.  
  306. Het omgekeerde, dat mannelijke planten vrouwelijke bloemen
  307. vormen, komt nooit voor.
  308.  
  309. **************************************************************
  310.  
  311. 2 Het verbouwen van de wiet
  312.  
  313. Voor het verbouwen van de wiet zijn er in principe twee manie-
  314. ren: de potkultuur en de vollegrondkultuur. Elk hebben ze hun
  315. eigen voor- en nadelen.
  316.  
  317. Bij de potkultuur kunnen we een kunstmatig klimaat rond de
  318. planten aanleggen, waardoor de planten gemakkelijk aangezet
  319. worden tot een hoge THC-produktie. De opbrengst is echter vrij
  320. gering.
  321.  
  322. Bij een vollegrondkultuur staan de planten bloot aan alle
  323. grillen van ons klimaat. De opbrengst is een stuk hoger, maar
  324. de kwaliteit is in eerste instantie een stuk lager. Bij selek-
  325. tieve doorkweking krijgen we echter een ras, dat volledig is
  326. aangepast aan ons klimaat en dat ook tot een hoge THC-produk-
  327. tie komt. Dat is de echte Nederwiet. Het duurt ongeveer zeven
  328. generaties voordat de planten van buitenlands zaad zijn aange-
  329. past. De Nederwiet krijgt dan ook de eigenschap om te gaan
  330. verwilderen.
  331.  
  332. Voor de potkultuur kunnen we in de regel uitgaan van eerste-
  333. klas buitenlands zaad, hoewel meerjarig zaad ook hier betere
  334. resultaten geeft. Dit moet dan wel zaad zijn van planten die
  335. ook al in een pot of bak werden verbouwd.
  336.  
  337. Op de verschillende manieren van verbouwen kunnen we enkele
  338. bijzondere kultuurmaatregelen toepassen om de THC-produktie
  339. kunstmatig te verhogen, of om mooier gevormde toppen te krij-
  340. gen.
  341.  
  342. Via kunstmatige bestuiving kunnen we verschillende erfelijke
  343. eigenschappen van de planten doorkweken om zo een eigen ras te
  344. laten ontstaan, met alleen de beste kenmerken. Het afval van
  345. de planten dat tijdens de kultuur vrijkomt, kan op eenvoudige
  346. wijze worden omgezet in plantenvoeding voor het volgende
  347. seizoen.
  348.  
  349. 2.1 De vollegrondkultuur
  350.  
  351. In eerdere uitgaven van dit boekje werd aanbevolen om de wiet
  352. ruim te verbouwen op rijen van 1,25 meter uit elkaar, met 75
  353. cm afstand in de rij. De nadruk werd hierbij gelegd op het
  354. kweken van forse hoge planten.
  355.  
  356. Hoewel de kwalitatieve resultaten bij dit systeem goed waren,
  357. moet ik hier nog van terug komen en wel om zuiver praktische
  358. redenen. Die hoge planten zijn namelijk een geweldige blikvan-
  359. ger, ook van ruime afstand. En aangezien het juridische kli-
  360. maat in Nederland danig is veranderd, is dit niet zo best voor
  361. de overlevingskansen van het veldje. Tot ca. 10 vierkante
  362. meter is er nog niet zoveel aan de hand, dat wordt min of meer
  363. (maar niet zwart op wit) getolereerd. Boven de 10 vierkante
  364. meter loop je echter snel de kans om een proces verbaal aan je
  365. broek te krijgen, en dan is het dus uitkijken geblazen.
  366.  
  367. De teelt moet er dan ook op gericht zijn om kleine planten te
  368. kweken (ca. 75 - 100 cm. hoog) door dicht op elkaar te zaaien.
  369.  
  370. Voor de vollegrondkultuur gaan we bij voorkeur uit van zaad
  371. van planten die tenminste zeven generaties in Nederland in de
  372. vollegrond zijn verbouwd.
  373.  
  374. 2.1.1 De grond
  375.  
  376. De grond waar we de planten gaan verbouwen moet het liefste
  377. vrij hoog gelegen zijn, op een plaats waar de hele dag de zon
  378. kan komen. Een winderige plaats is niet zo erg, belangrijk is
  379. dat neerslag snel in de grond kan wegtrekken, zonder dat er
  380. plassen blijven staan..
  381.  
  382. De beste grond die we kunnen gebruiken is grond die redelijk
  383. vruchtbaar en los is (zwart en kruimelig). Er mag in geen
  384. geval verse mest in de grond voorkomen. Dit geeft een veel te
  385. rijke bladgroei en veroorzaakt stoornissen in de stofwisseling
  386. van de plant.
  387.  
  388. 2.1.2 Zaaien
  389.  
  390. Tussen half maart en eind mei wordt de wiet breedwerpig inge-
  391. zaaid op een van te voren onkruidvrij gemaakt stuk grond. Het
  392. zaad moet vrij dicht komen te liggen (gem. 3 x 3 cm.) Vervol-
  393. gens wordt het zaad licht ingeharkt of afgedekt met hennepkom-
  394. post van vorig jaar (zie aldaar). Het beste is om vlak voor
  395. een regenbui te zaaien. Het zaad komt door de gelijkmatige
  396. neerslag goed vast te liggen en kan zich tegelijk goed volzui-
  397. gen met water. Het wordt voor vogels dan tevens moeilijker
  398. gemaakt om zaad weg te pikken, want die zullen zeker komen.
  399.  
  400. Het kiemen van de zaden duurt één tot drie weken, afhankelijk
  401. van het weer. Na opkomst wordt het veldje de eerste tijd
  402. onkruid vrij gehouden, tot de wietplantjes zo hoog worden dat
  403. er geen zonlicht meer op de grond kan doordringen. Op rijke
  404. gronden wil het nog wel eens voorkomen dat de wiet te weelde-
  405. rig gaat groeien. Eind mei is de hoogte dan al 40 tot 60 cm.
  406. De planten moeten dan teruggesnoeid worden tot 15 a 20 cm. met
  407. behulp van een zeis of een schaar. De planten lopen binnen de
  408. kortste keren weer uit vanuit de bladoksels. De groei wordt
  409. dan veel dichter en de planten worden niet zo hoog (75 tot 100
  410. cm.).
  411.  
  412. 2.1.3 Selekteren
  413.  
  414. Wanneer zo rond half juni de planten beginnen te bloeien,
  415. worden ze geselekteerd op hun geslacht. Zo rond die tijd
  416. ontstaan in de bladoksels de eerste bloemetjes. Aan dit bloem-
  417. pje kunnen we zien of we met een mannelijke of een vrouwelijke
  418. plant te doen hebben. Is het bloempje bel-vormig, (net een
  419. groen of geel zaadje) dan is het een mannelijke plant. Heeft
  420. het bloempje twee duidelijke bruine of grijze haren, dan is
  421. het een vrouwelijke plant.
  422.  
  423. Het verder selekteren begint bij de mannelijke planten. Op het
  424. veld zoeken we één of twee mannelijke planten uit, die zich
  425. het best ontwikkelen. Deze laten we staan en de rest van de
  426. mannelijke planten trekken we er allemaal uit. Eén of twee
  427. mannelijke planten is genoeg om voldoende zaadzetting bij de
  428. vrouwelijke planten op het veld te krijgen. Die twee mannelij-
  429. ke planten kunnen we een week (of twee) later ook uit de grond
  430. trekken. We krijgen dan maar enkele zaden in de vrouwelijke
  431. toppen en is over het algemeen voldoende om volgend jaar weer
  432. een veldje te kunnen zaaien. De overgebleven vrouwelijke
  433. planten laten we allemaal staan. Deze leveren de eigenlijke
  434. wiet. Wel kunnen we die planten vast uittrekken, waarvan de
  435. geur wijst op een niet of weinig aktieve THC-vorm. Maar daar-
  436. voor moeten we de verschillende geuren en hun bijbehorende
  437. aktiviteit terdege kennen. Dus als je het niet zeker weet:
  438. laten staan!
  439.  
  440. 2.1.4 Verdere verzorging
  441.  
  442. De overgebleven planten staan nu dicht op elkaar. Die dichte
  443. stand is zeker niet nadelig voor de planten. Het is eerder een
  444. voordeel: de planten moeten flink met elkaar konkurreren om
  445. het in de bodem aanwezige vocht, hetgeen eerder tot uitdroging
  446. leidt. Aan de andere kant houdt de dichte vegetatie veel vocht
  447. vast tussen de planten. Dit is minder gunstig, omdat dit
  448. schimmelvorming en verrotting in de hand werkt. Dit kunnen we
  449. voorkomen door regelmatig grote stengelbladeren weg te pluk-
  450. ken, zodat de planten door de wind sneller opdrogen. De zon
  451. kan dan ook dieper in de vegetatie doordringen.
  452.  
  453. Tijdens de verdere groei kunnen we nog enkele bijzondere
  454. teeltmaatregelen toepassen, maar daarover verderop meer.
  455.  
  456. 2.1.5 Oogst
  457.  
  458. De oogst vindt plaats als de toppen goed ontwikkeld zijn en de
  459. eerste zaden nagenoeg rijp zijn. We wachten op een periode met
  460. warm zonnig weer, omdat het THC-gehalte dan het hoogst is. Met
  461. het oogsten moet ook niet te lang gewacht worden, anders
  462. bestaat de kans dat de toppen door schimmels aangestast wor-
  463. den, vooral bij nat en koud weer. De toppen worden dan hele-
  464. maal bruin en zijn binnen de kortste keren niet meer te ge-
  465. bruiken. Meestal valt de oogsttijd tussen augustus en begin
  466. oktober.
  467.  
  468. Het oogsten geschied door eerste de mooie toppen uit de plan-
  469. ten te knippen en deze op geur bij elkaar te leggen; elke geur
  470. op een apart stapeltje. De stapeltjes worden ieder apart aan
  471. een draad geregen en op een donkere droge plaats opgehangen.
  472. Ook kunnen de toppen worden ingebonden (zie aldaar).
  473.  
  474. Van het restant van de planten die nog op het veld staan,
  475. worden (als dat nog niet gebeurt is) de grote bladeren wegge-
  476. plukt. Vervolgens worden de topjes afgerist en weer op geur
  477. apart gelegd. Deze leggen we op een krant of droogrek te
  478. drogen op een beschaduwde plaats.
  479.  
  480. Laat alle delen drogen tot rond de kerst, voor je ze gebruikt.
  481. De planten zijn dan goed droog, de THC is uitgekristalliseerd
  482. en de "groene" smaak is eraf.
  483.  
  484. 2.1.6 Hennep in de moestuin
  485.  
  486. De hennepplant heeft meer goede eigenschappen dan alleen zijn
  487. geestverruimende werking, vooral waar het de toepassing in de
  488. moestuin betreft.
  489.  
  490. Ten eerste is het natuurlijk een prima windvanger en het
  491. verdient dan ook aanbeveling de hennepplanten als zodanig toe
  492. te passen. Zet ze een rij dik om je moestuin en zorg dat ze
  493. dicht op elkaar staan. De mannetjes kun je er natuurlijk
  494. uittrekken.
  495.  
  496. Hennep heeft een goede uitstraling op verschillende andere
  497. gewassen. Aardappelen die langs een rij hennep staan krijgen
  498. mindere snel last van de schimmelziekte Phytophtora, terwijl
  499. de geur van de hennep die van aardappelen verdringt. Zodoende
  500. zal je ook minder last krijgen van Coloradokevers.
  501.  
  502. Om die zelfde redenen is het ook goed om koolsoorten in de
  503. buurt van hennep te telen: koolwitjes hebben dan meer moeite
  504. om de koolplanten te vinden en de aantasting door rupsen zal
  505. dus minder zijn.
  506.  
  507. Door hun snelle vegetatieve groei leveren hennepplanten ook
  508. prima materiaal voor de komposthoop, die bovendien sneller
  509. verteert (zelfde werking als b.v. brandnetels).
  510.  
  511. 2.2 De potkultuur
  512.  
  513. Bij de potkultuur hebben de planten een wat langere ontwikke-
  514. lingstijd als bij de vollegrondkultuur. In de regel wordt al
  515. in de tweede helft van december gezaaid.
  516.  
  517. Potplanten worden meestal als maagdewiet gekweekt, daarbij
  518. uitgaande van buitenlands zaaigoed. Het is mogelijk om zelf
  519. zaad te kweken (wat betere resultaten voor volgende jaren
  520. garandeert), maar pas daarbij alleen kunstmatige bestuiving
  521. toe.
  522.  
  523. 2.2.1 Zaaien
  524.  
  525. Het zaaien voor de potkultuur verschilt in grote mate van de
  526. vollegrond kultuur en vindt binnenshuis plaats. Zorg dat alle
  527. te gebruiken materialen op kamertemperatuur zijn. Zet de zaden
  528. een nacht te weken in een bak met water. De kiemkrachtige
  529. zaden zakken naar de bodem en de lege zaden blijven drijven.
  530. De volgende morgen worden de kiemkrachtige zaden uitgespreid
  531. op een vochtige doek, die regelmatig nat wordt gehouden.
  532. Hierop zullen de zaden kiemen. De zaden die na 5 tot 7 dagen
  533. nog niet ontkiemd zijn, worden verwijderd. De beste kiemtempe-
  534. ratuur is rond de 20°C.
  535.  
  536. Zodra de zaden gekiemd zijn, worden ze een halve cm. diep in
  537. met potgrond gevulde turfpotjes gedrukt, met de kiemwortel
  538. naar beneden.
  539.  
  540. Zet de turfpotjes in een langwerpige kist onder een in hoogte
  541. verstelbare planten-TL-lamp (even zelf in elkaar knutselen).
  542. Tijdens de daarop volgen groeiperiode wordt de TL-lamp steeds
  543. 5 tot 10 cm. boven de top van de plantjes gehouden. Hierdoor
  544. krijgen de jonge plantjes een korte, stevige stengel. Pas op
  545. dat de grond in de potjes niet uitdroogt.
  546.  
  547. Laten we de planten_TL-lamp achterwege en plaatsen we een bak
  548. voor het raam op de zuidzijde, dan zullen de planten lange,
  549. slappe stengels ontwikkelen die snel omvallen.
  550.  
  551. 2.2.2 Verzorging van de opgroeiende plant
  552.  
  553. Zodra de wortels van de jonge planten door de wanden van de
  554. turfpotjes beginnen te groeien, worden deze met pot en al
  555. overgeplant in ¼ l. potten. Plantjes die achterblijven in de
  556. groei worden verwijderd. Het turfpotje zal in de loop van het
  557. seizoen verteren, dus is het niet nodig deze te verwijderen.
  558.  
  559. De platen kunnen nu onder de Tl-lamp vandaan en worden voor
  560. een raam op de zuidzijde geplaatst. Achter de planten zetten
  561. we een spiegel neer, of een plank met daarop een laag gladge-
  562. streken aluminium folie geplakt. Dit dient om het buitenlicht
  563. naar de planten toe te reflekteren, zodat de planten niet
  564. scheef gaan groeien en meer licht krijgen. Draai de planten
  565. elke morgen een halve slag om zodat beide zijden van de plan-
  566. ten direkt zonlicht krijgen.
  567.  
  568. Als de planten ongeveer 25 cm. hoog zijn, wordt de groeitop
  569. eruit geknepen om de plant te laten vertakken. Op de plaats
  570. waar we sterke zijtakken wensen worden de stengelbladeren
  571. weggeknipt. Tegelijkertijd worden de platen verpoot naar 5 l.
  572. potten. In de komende tijd zullen de planten 4 tot 6 krachtig
  573. stengels ontwikkelen. Als het weer het toelaat kunnen de
  574. planten naar buiten, maar haal ze voorlopig 's nachts nog naar
  575. binnen.
  576.  
  577. In april of mei worden de planten nogmaals verpoot, nu in
  578. potten of bakken van 25 liter, die tenminste 35 cm. diep
  579. moeten zijn. Zorg dat de wortels voldoende lucht kunnen krij-
  580. gen. Voeg aan de potgrond wat scherp zand, kalk en (indien
  581. voorradig) hennepkompost toe. Tegelijk met het verpotten
  582. worden de stengels met de helft teruggesnoeid. Let op de
  583. richting van de stengelbladeren waarboven gesnoeid wordt: deze
  584. geven de richting van de toekomstige zijtakken aan. De plant
  585. vormt vervolgens lang, rechte, weinig vertakte zijstengels,
  586. die één tot twee maanden later beginnen te bloeien.
  587.  
  588. Zorg er tijdens deze ontwikkeling voor, dat er voldoende
  589. zonlicht in de planten kan doordringen. Knip daarom alle grote
  590. stengelbladeren weg, evenals slecht geplaatste zijstengels.
  591.  
  592. Wanneer het geslacht duidelijk is, worden alle mannelijke
  593. planten verwijderd. Zet eventueel de best ontwikkelde manne-
  594. tjes apart om stuifmeel te winnen voor de kunstmatige bestui-
  595. ving.
  596.  
  597. Laat de planten zoveel mogelijk buiten staan, maar haal ze
  598. naar binnen zodra het begint te regenen. Na half mei kunnen ze
  599. 's nachts ook buiten blijven staan.
  600.  
  601. Wanneer de planten beginnen te bloeien, verminderen we gelei-
  602. delijk aan de hoeveelheid water die de planten krijgen, om tot
  603. een goede THC-vorming te komen. Zorg dat de planten zelf
  604. zoveel mogelijk droog blijven.
  605.  
  606. 2.2.3 Vervroegen van de bloei
  607.  
  608. Voor het verkrijgen van een goede oogst is het van belang dat
  609. de planten reeds half juli bloeiaartjes (en dus THC) beginnen
  610. te vormen. Vaak komt de vorming van aartjes pas half augustus
  611. op gang, zodat de THC-produktie grotendeels afhankelijk is van
  612. een goede nazomer.
  613.  
  614. We kunnen de planten vervroegd in bloei trekken, door ze een
  615. gedeelte van de dag (b.v voor 10 uur en na 6 uur) in het
  616. donker te plaatsen. Wanneer de hoeveelheid licht namelijk
  617. verminderd wordt tot 8 uur of minder per dag gaan de planten
  618. automatisch bloeien en kunnen we de bloeitijd zodoende aan-
  619. zienlijk verlengen. Wanneer de aarvorming goed op gang is
  620. gekomen, kunnen de planten weer de hele dag genieten van de
  621. zon.
  622.  
  623. 2.2.4 Ongedierte
  624.  
  625. Hoewel de plant weinig last heeft van ongedierte, kan spint
  626. soms lastig zijn. Spint komt alleen voor op droge planten en
  627. is te herkennen aan kleine rode spinnentjes ter grote van een
  628. speldeknop, die webjes maken in de bladoksels.
  629.  
  630. Wanneer we spint konstateren, verstuiven we wat water over de
  631. planten, waarin derrispoeder of pyrethrine opgelost is. Ver-
  632. geet de onderkant van de bladeren niet. De twee genoemde
  633. middelen zijn zuiver plantaardig van oorsprong. Ze zijn dode-
  634. lijk giftig voor koudbloedige dieren, maar voor warmbloedige
  635. dieren zijn ze volkomen ongevaarlijk. De beide stoffen zijn na
  636. ± twee weken langs natuurlijke weg weer afgebroken. Ze vormen
  637. dus geen bedreiging voor het milieu.
  638.  
  639. 2.2.5 Oogst
  640.  
  641. Wanneer de bloemen rood of goud gaan kleuren, is het tijd voor
  642. de oogst, meestal in september of oktober. Potplanten worden
  643. in hun geheel geoogst en met hun voetjes aan het plafond
  644. gehangen of direkt verwerkt. Volkomen zaadloze planten kunnen
  645. we echter nog op een heel andere manier oogsten.
  646.  
  647. 2.2.6 Meerjarige planten (wietbomen)
  648.  
  649. Door een juiste manier van oogsten en overhouden in de winter,
  650. kunnen we de stam van de maagdewiet in leven houden en tot een
  651. wietboom maken in volgende jaren. Heel belangrijk hierbij is
  652. dat er totaal geen zaadzetting mag hebben plaatsgevonden. Door
  653. zaadzetting komt er namelijk een hormoon vrij dat de plant
  654. doet afsterven.
  655.  
  656. Het begin van het opkweken van een wietboom ligt bij de oogst
  657. van het eerste seizoen. Niet de hele wietplant wordt geoogst;
  658. we knippen slechts de stengels af, die zijn ontstaan vanuit de
  659. snoeipunten van de laatste keer verpotten. Laat echter één of
  660. twee bladoksels zitten, hieruit groeien de nieuwe zijstengels.
  661. Verplant de stam in nieuwe grond en snoei tegelijkertijd ook
  662. een deel van de wortel weg. Gedurende de winter wordt de plant
  663. overgehouden op een lichte, koele, maar vorstvrije plaats.
  664.  
  665. Vanuit de snoeipunten zullen zich nieuwe stengels ontwikkelen,
  666. die, net als bij kiemplantjes, beginnen met één paar ongedeel-
  667. de blaadjes. 
  668.  
  669. De stengels die in het voorjaar (april-mei) zijn ontstaan,
  670. worden weer met de helft teruggesnoeid. De verdere kultuur
  671. verloopt als in het voorgaande jaar. Pas op dat de plant niet
  672. bestoven wordt, want dan sterf zij onherroepelijk af.
  673.  
  674. 2.3 Bijzondere teeltmaatregelen
  675.  
  676. 2.3.1 Maagdewiet
  677.  
  678. De onbevruchte vrouwelijke planten hebben verreweg het hoogste
  679. THC-gehalte. Alle energie is gericht op het vormen van bloemen
  680. en de bescherming daarvan. Er is geen zaad dat de energie kan
  681. wegtrekken.
  682.  
  683. Het kweken van maagdewiet kan toegepast worden op zowel de
  684. vollegrondkultuur als de potkultuur en gaat in grote lijnen
  685. zoals daar al beschreven is. Alle mannelijke planten worden
  686. vroegtijdig verwijderd of van zakjes voorzien voor kunstmatige
  687. bestuiving. Belangrijk is dat er geen stuifmeel in de lucht
  688. komt, omdat dit bestuiving tot het gevolg heeft. Eén mannelij-
  689. ke plant die zijn stuifmeel kan lozen verpest een heel veld
  690. maagdewiet.
  691.  
  692. De maagdewiet is ideaal om de twee volgende technieken op toe
  693. te passen: het klieven van de stengel en kunstmatige transpi-
  694. ratie.
  695.  
  696. 2.3.2 Klieven
  697.  
  698. Wanneer de vrouwelijke bloemtoppen goed ontwikkeld zijn,
  699. passen we een kunstgreep toe om de planten tot een hogere THC-
  700. produktie aan te zetten. Dit is het zogenaamde klieven. Het
  701. kan ook toegepast worden op planten met zaad; het juiste
  702. moment is dan wanneer de eerste zaden volledig rijp zijn. Het
  703. klieven is afkomstig uit Zuidoost Azië en gaat als volgt in
  704. zijn werk.
  705.  
  706. Op 20 tot 25 cm. van de grond binden we de onder de onderste
  707. zijtakken een stuk touw vrij stevig om de stengel. Vervolgens
  708. drukken we een scherp mes in de vezelrichting dwars door de
  709. stengel heen, juist onder het touw. We drukken dit mes naar
  710. beneden tot ca. 5 cm van de grond. Trek het mes er nog niet
  711. uit. De stengel is nu over een lengte van 15 tot 20 cm. door-
  712. midden gesneden.
  713.  
  714. Door deze snede drukken we vervolgens een stokje dat de dikte
  715. heeft van een potlood. Dit gaat het beste door het mes terug
  716. te drukken tot iets boven het midden en het mes vervolgens 90°
  717. te kantelen. De beide helften wijken dan enigszins uiteen,
  718. zodat we het stokje er in het midden gemakkelijk door kunnen
  719. steken. Breng het mes terug in rechte positie en trek het
  720. eruit. Het stokje moet voorkomen dat beide stengeldelen weer
  721. tegen elkaar trekken. Het touwtje boven de snede dient om
  722. verder inscheuren van de stengel te voorkomen.
  723.  
  724. Deze ingreep heeft tot gevolg dat de opwaartse sapstroom van
  725. de plant gestoord wordt. Dit dood de plant niet; wel worden er
  726. daardoor minder voedingsstoffen en water naar de toppen ver-
  727. voerd. Als gevolg daarvan stopt de vegetatieve groei. In
  728. plaats daarvan gaan de kliertjes extra THC afscheiden om de nu
  729. sterkere uitdroging te voorkomen.
  730.  
  731. 2.3.3 Kunstmatige transpiratie
  732.  
  733. Een andere manier om voor een extra hoge THC-produktie te
  734. zorgen (en bovendien bestuiving te voorkomen) is kunstmatige
  735. transpiratie.
  736.  
  737. Als de bloemaartjes 1½ tot 2 cm. lang zijn, worden om de
  738. toppen ca. 30 cm. lange, lichtdichte, zwarte zakken geschoven.
  739. Deze kunnen zelf gemaakt worden van een stuk landbouwplastic.
  740. De zakken zorgen tijdens warme dagen voor een broeikas effekt.
  741. Dit heeft als gevolg dat de THC vloeibaar wordt en vanuit de
  742. kliertjes langs de kleine blaadjes wegloopt. De kliertjes gaan
  743. daardoor transpireren en zullen aan één stuk door THC blijven
  744. produceren. De zakken worden van onderen niet dichtgebonden,
  745. maar gewoon los gelaten voor de ventilatie. De lucht binnenin
  746. de zakken wordt namelijk vochtig door verdamping die plaats
  747. vindt vanuit de toppen. Wordt dit vocht niet afgevoerd dan
  748. zullen de toppen gaan verschimmelen en afsterven. Het is ook
  749. verstandig om van tijd tot tijd de zakken tijdelijk te verwij-
  750. deren om de toppen te laten aandrogen. Draai de zakken dan ook
  751. even binnenstebuiten, zodat die van binnen ook goed droog
  752. worden.
  753.  
  754. Tegen de oogsttijd (ongeveer een maand later) worden de zakken
  755. verwijderd. De toppen hebben dan een goudgele kleur gekregen
  756. van de overvloedige THC-produktie. Kunstmatige transpiratie is
  757. heel goed te kombineren met het klieven.
  758.  
  759. 2.3.4 Reuzengroei m.b.v. colchicine
  760.  
  761. Evenals bij andere plantensoorten is het bij hennep mogelijk
  762. om reuzengroei te laten plaatsvinden door genetische manipula-
  763. tie met behulp van colchicine. Colchicine is een plantaardig
  764. gif dat gewonnen wordt uit de bollen van de herfsttijloos
  765. (colchicum autumnale) en dat inwerkt op de celdeling. Om de
  766. werking uit te leggen moet er even een stukje biologie aan te
  767. pas komen.
  768.  
  769. Voor een cel zich gaat delen vindt er eerst een kerndeling in
  770. de cel plaats. De chromosomen (dat zijn de dragers van de
  771. erfelijke eigenschappen) in de kern gaan zich daartoe op een
  772. bepaalde manier rangschikken in het kernvlak. Deze chromosomen
  773. komen altijd voor in paren, zodat het aantal chromosomen in
  774. een cel gesteld kan worden op 2n. Bij de kerndeling gaan de
  775. paren precies tegenover elkaar liggen in het kernvlak, waarna
  776. elk chromosoom zichzelf kopieert. Het aantal chromosomen is op
  777. dat moment 4n. Tegelijkertijd ontwikkelen zich aan de chromo-
  778. somen draden die verbonden zijn met een pool aan elke zijde
  779. van de cel. Wanneer de chromosomen zichzelf gekopieerd hebben,
  780. worden ze door de draden uit elkaar getrokken in de richting
  781. van de beide polen, zodat er zich dan twee kernen met elk 2n
  782. chromosomen in de cel bevinden. Vervolgens wordt er in het
  783. midden van de cel een celwand gevormd, zodat er dan twee
  784. afzonderlijke cellen met elk een kern van 2n chromosomen zijn
  785. ontstaan. Colchicine grijpt op dit mechanisme in door de
  786. draden af te breken die de chromosomen met de polen verbinden.
  787. Daardoor vind er wel een chromosoom verdubbeling plaats, maar
  788. de cel deelt zich verder niet. Het aantal chromosomen komt
  789. daarmee op 4n.
  790.  
  791. Nu is dit zo'n ingrijpende reorganisatie in de cel, dat plan-
  792. ten en dieren er meteen kapot aan gaan, wanneer ze colchicine
  793. binnen krijgen. Alleen plante-zaden kunnen dit overleven,
  794. wanneer colchicine slechts tijdens de eerste celdeling van de
  795. kiem inwerkt en daarna wordt uitgespoeld. Na de eerste onvol-
  796. ledige deling is het aantal chromosomen in de kiem dus 4n
  797. geworden. Daarna vinden er normale delingen plaats, waarbij
  798. het aantal chromosomen dus telkens 4n blijft. Dit uit zich in
  799. de plant doordat er dan reuzengroei op gaat treden: bladeren,
  800. stengels en zaden worden dubbel zo groot en de plant wordt ook
  801. dubbel zo hoog. De zaden die zo'n plant oplevert bevatten
  802. normaal ook weer 4n chromosomen, wanneer ze tenminste bestoven
  803. worden door mannetjes die ook 4n chromosomen bevatten. Worden
  804. ze bestoven door mannetjes met het normale aantal chromosomen,
  805. dan vindt er een terugval plaats. De zaden bevatten dan
  806. slechts 3n chromosomen. Worden de plantjes uit die zaden het
  807. volgende jaar weer bestoven met door mannetjes met 2n chromo-
  808. somen, dan zal het overgrote deel van de nakomelingen weer
  809. normaal 2n chromosomen hebben. De werking van de colchicine
  810. wordt daardoor teniet gedaan.
  811.  
  812. Aan de andere kant is het ook mogelijk om de zaden van de
  813. planten met 4n chromosomen nogmaals te behandelen met colchi-
  814. cine. Er treedt dan weer een chromosoomsverdubbeling op,
  815. waardoor de reuzengroei nog sterker wordt. Het aantal chromo-
  816. somen wordt dan 8n.
  817.  
  818. Dit klinkt allemaal wel leuk, die reuzengroei, maar in de
  819. praktijk heb je er weinig aan, De planten worden enorm hoog en
  820. zijn moeilijk te behandelen, Bovendien blijven er resten
  821. colchicine in de planten achter die de plant zelf geen kwaad
  822. doen, maar de eventuele gebruiker van die plant om zeep kan
  823. helpen. Het moet dan ook aangeraden worden de met colchicine
  824. gemanipuleerde hennep niet eerder te gebruiken dan drie gene-
  825. raties na de behandeling met colchicine. Er bevind zich dan
  826. geen colchicine meer in de planten. De eerste drie jaren moet
  827. je dus alleen zaad telen en de wiet zelf kun je maar het beste
  828. tegelijk in de fik steken, zodat er geen vergissingen mee
  829. plaats vinden.
  830.  
  831. Al met al moet ik het manipuleren met colchicine afraden,
  832. omdat er grote risico's aan verbonden zijn voor ons eenvoudige
  833. leken. Voor de volledigheid heb ik de beschrijving toch opge-
  834. nomen en tevens als waarschuwing, omdat er in den lande plaat-
  835. selijk wel mee geëxperimenteerd wordt.
  836.  
  837. De werking van colchicine is overigens al duizenden jaren bij
  838. de mensheid bekend. Al zo'n 6000 jaar geleden werden in Klein
  839. Azië graszaden behandelt met colchicine, waardoor nieuwe
  840. granen als tarwe ontstonden. Tarwe heeft zelfs 6n chromosomen,
  841. vandaar ook die dikke zaden in vergelijking met andere gras-
  842. soorten. Tegenwoordig wordt colchicine vaak toegepast bij het
  843. kweken van sierbloemen. Op die manier zijn er bijvoorbeeld ook
  844. de grootbloemige viooltjes, asters en petunia's ontstaan.
  845.  
  846. 2.4 Kunstmatige bestuiving
  847.  
  848. Wanneer we de planten rustig hun gang laten gaan en elkaar
  849. langs de natuurlijke weg laten bestuiven, zullen alle vrouwe-
  850. lijke planten zaad zetten; ook die planten waarvan we eigen-
  851. lijk geen zaad hoeven te hebben voor het volgende jaar. Wan-
  852. neer we daarnaast verschillende rassen Nederwiet kweken,
  853. hebben we geen oog meer op welke mannelijke planten nu welke
  854. vrouwelijke planten bestuiven. De rassen zullen zich met
  855. elkaar vermengen, waardoor alleen dominante eigenschappen
  856. behouden blijven. Recessieve eigenschappen (die vaak goede
  857. eigenschappen zijn) zullen in de loop der jaren verdwijnen.
  858.  
  859. Om al deze problemen te ondervangen kunnen we kunstmatige
  860. bestuiving toepassen.
  861.  
  862. We vangen het stuifmeel van de mannelijke planten op, dat we
  863. vervolgens op de stampers van de vrouwelijke planten aanbren-
  864. gen, waarna de bestuiving heeft plaatsgevonden. Dit is in het
  865. kort de weg die we moeten bewandelen.
  866.  
  867. 2.4.1 Stuifmeel winnen
  868.  
  869. Wanneer de mannelijke planten hun eerste echte bloempluimen
  870. gaan vormen (dit is dus niet het moment dat de eerste bloem-
  871. pjes in de bladoksels van de hoofdstengel verschijnen, maar
  872. later), is het tijd om het stuifmeel op te vangen. Dit gaat
  873. als volgt in zijn werk.
  874.  
  875. Aan het begin van een periode van mooi weer worden de bloem-
  876. pluimen in papieren zakjes (b.v. loonzakjes) verpakt. Knip de
  877. gomstrook in het midden in, schuif het zakje om de pluim en
  878. plak de nu twee losse gomstroken dicht, zodat de stengel door
  879. het ingeknipte midden van de gomstrook gaat. Vijf zakjes per
  880. plant is wel voldoende om genoeg stuifmeel te krijgen voor de
  881. bestuiving. Alle overige bloempluimen worden weggeknipt.
  882. Noteer van te voren de eigenschappen van de vaderplant op de
  883. zakjes, zodat deze later niet verwisseld kunnen worden. 
  884.  
  885. Laat de van zakjes voorziene planten nog een dag of vier op
  886. het veld staan en trek ze dan uit en hang ze twee tot drie
  887. weken te drogen. De zakjes blijven steeds om de bloempluimen
  888. zitten. Wanneer er vroegtijdig een regenbui op komst is,
  889. moeten de planten binnen gehaald worden, anders zullen de
  890. zakjes verwateren en de inhoud wordt dan onbruikbaar.
  891.  
  892. Om te drogen en na te rijpen hangen we de planten met hun
  893. voetjes aan het plafond. Na 2 tot 3 weken schudden we de
  894. planten nog eens goed dooreen en halen de zakjes voorzichtig
  895. van de bloempluimen, zodat er geen stuifmeel verloren gaat.
  896.  
  897. Stop het stuifmeel van elke plan in een apart potje en schrijf
  898. ook hier de gegevens van de plant op. Het stuifmeel kan in
  899. deze potjes bewaard worden tot het moment van bestuiven daar
  900. is.
  901.  
  902. 2.4.2 De bestuiving
  903.  
  904. Voor we gaan beginnen zoeken we eerst de planten uit die we
  905. willen bestuiven. Op de vrouwelijke planten zoeken we bloem-
  906. aartjes uit aan de zonzijde, onderin de plant. Het is zonde om
  907. daar hoofd en zijstengels voor te gebruiken, omdat dan de
  908. kwaliteit van de beste delen van de plant verloren gaat vanwe-
  909. ge de zaadvorming. De aartjes onderin de plant hebben dezelfde
  910. erfelijke eigenschappen als de aartjes in de toppen, dus
  911. kunnen we net zo goed die delen van de plant gebruiken die
  912. toch niet te roken zijn.
  913.  
  914. Voor de eigenlijke bestuiving hebben we alleen een dus pen-
  915. seeltje en een dosis precisie nodig. Op een zonnige en wind-
  916. stille morgen gaan we aan het werk.
  917.  
  918. We nemen met het penseeltje een beetje stuifmeel op uit het
  919. potje en strijken dit voorzichtig over de stampertjes van de
  920. vrouwelijke bloempjes. De bestuiving is hiermee volbracht. Pas
  921. op dat je niet teveel stuifmeel gebruikt en ook niet morst,
  922. anders vindt er ongewenst bestuiving plaats op andere delen
  923. van de plant.
  924.  
  925. Hang aan de tak die we bestoven hebben een labeltje met de
  926. eigenschappen van de mannelijke plant. Op deze manier kunnen
  927. we verschillende rassen bestuiven op een en dezelfde vrouwe-
  928. lijke plant. Kies voor elke mannelijke plant echter wel een
  929. andere tak op de vrouwelijke plant en vergeet de labeltjes
  930. niet.
  931.  
  932. 2.4.3 Oogsten van het zaad
  933.  
  934. De bestoven planten moeten geoogst worden wanneer de zaadjes
  935. zijn afgerijpt, maar de zaadhoesjes nog niet verdroogd zijn.
  936.  
  937. Knip allereerst de onbevruchte toppen uit de plant om die
  938. afzonderlijk te drogen. Knip de stengel af juist boven de
  939. bovenste bevruchte aartjes. Om de bevruchte aartjes, die nu
  940. bovenaan zitten, schuiven we weer een loonzakje, op dezelfde
  941. manier als we eerst gedaan hebben bij de stuifmeelwinning. De
  942. zakjes zijn echter van te voren met een naald doorzeefd, om
  943. het vocht te kunnen laten ontsnappen tijdens het drogen, maar
  944. niet de zaadjes. Op de zakjes staan de gegevens van de Manne-
  945. lijke en de vrouwelijke plant aangegeven.
  946.  
  947. Wanneer we alle bestoven delen op deze manier van zakjes
  948. hebben voorzien, trekken we de moederplanten uit en hangen ze
  949. omgekeerd te drogen tot het voorjaar, op een donkere plaats.
  950. De eerder afgeknipte toppen hangen we afzonderlijk te drogen,
  951. of binden ze in (zie verwerking).
  952.  
  953. In het volgende voorjaar, als de planten volkomen droog en
  954. afgerijpt zijn, tikken we de bevruchte aren goed uit, zodat
  955. alle zaden in het zakje vallen. Vervolgens halen we de zakjes
  956. van de planten en stoppen de zaden met dezelfde erfelijke
  957. eigenschappen bij elkaar in een ander zakje. Vergeet niet de
  958. eigenschappen van de vader- en moederplant te noteren.
  959.  
  960. Laat de zaden niet te veel door de handen gaan. De zaden zijn
  961. namelijk omgeven door en dun harslaagje, dat de zaden tegen
  962. uitdroging beschermt. Transpiratievocht van de hand doet dit
  963. laagje oplossen, waardoor de kiem en de zaadlob door uitdro-
  964. ging gaan verschrompelen. De zaden hebben dan geen kiemkracht
  965. meer.
  966.  
  967. 2.4.4 Volgende jaren
  968.  
  969. Bewaar de zaden op een donkere, koele plaats tot het weer
  970. zaaitijd is. Zaai de verschillende kruisingen op een afgeba-
  971. kend stukje grond en vergeet niet de eigenschappen van de
  972. ouderplanten te noteren bij het desbetreffende bedje. Erfelij-
  973. ke eigenschappen komen zo duidelijk naar voren en ook het feit
  974. of ze recenssief of dominant zijn.
  975.  
  976. In de daarop volgende jaren gaan we op dezelfde manier door
  977. met kruisen. Nakomelingen met slechte eigenschappen komen niet
  978. meer voor zaadproduktie in aanmerking. Bij juiste doorkruising
  979. in de loop der jaren, zullen we een ras verkrijgen dat alleen
  980. de beste eigenschappen heeft.
  981.  
  982. 2.5 Afval als voeding
  983.  
  984. Alle afval van de hennepplant kan op eenvoudige wijze worden
  985. omgezet in voeding voor een volgende generatie hennepplanten.
  986. Alle afval wordt domweg op een hoop gezet en de natuur doet de
  987. rest. We moeten alleen even uitkijken waar en hoe we de hoop
  988. opzetten
  989.  
  990. De hoop wordt opgezet op een door bomen of struiken beschaduw-
  991. de plaats, bij voorkeur onder vlierstruiken. De vlier scheid
  992. namelijk een stof af die zeer stimulerend werkt op de verte-
  993. ring in de hoop.
  994.  
  995. Op de grond waar de hoop komt te staan wordt eerst een rooster
  996. uitgelegd van takken die kruislings over elkaar komen te
  997. liggen. De breedte moet ongeveer 1½ meter bedragen. De lengte
  998. is onbepaald. Op deze takken komt een laagje stro, zodat het
  999. afval niet naar beneden kan vallen. Dit rooster dient om het
  1000. overtollige water snel af te voeren en de hoop van onderen te
  1001. beluchten. Op het rooster komt fijngemaakt afval te liggen,
  1002. telkens in lagen van ca. 20 cm. dik met daartussen een laag
  1003. dolomietkalk (een niet-agressief natuurprodukt). De kalk dient
  1004. om vrijgekomen humuszuren te binden.
  1005.  
  1006. Bouw de hoop in een keer op tot een hoogte van 1 a 1½ meter en
  1007. dek hem af met een laagje stro dat zo dik moet zijn dat het
  1008. onderliggende afval niet meer is te zien.
  1009.  
  1010. Giet vervolgens een emmer slootwater over de hoop om het
  1011. materiaal te bevochtigen en te injekteren met bacteriën.
  1012. Binnen een week zal de hoop gaan broeien, waarbij de tempera-
  1013. tuur oploopt tot ca. 60°C. De vertering is daarmee op gang
  1014. gekomen. Wanneer de hoop is afgekoeld, wordt deze opnieuw
  1015. opgezet, waarbij de buitenkant van de oorspronkelijke hoop
  1016. binnenin komt te liggen. De kompost kan nu de winter over
  1017. rijpen, tot het moment van toediening daar gekomen is.
  1018.  
  1019. Gebruik de kompost in het grondmengsel voor de potkultuur
  1020. planten of strooi een dun laagje over het pas gezaaide veldje
  1021. vollegrond planten.
  1022.  
  1023. Omdat de kompost van hennepplanten is gemaakt, bevat het alle
  1024. stoffen die de hennepplant nodig heeft voor een goede ontwik-
  1025. keling. Het is derhalve de ideale voeding voor de plant.
  1026.  
  1027. **************************************************************
  1028.  
  1029. 3 Verwerking
  1030.  
  1031. Van de wietplanten kunnen eigenlijk alleen de toppen van de
  1032. hoofd en zijstengels met fatsoen gerookt worden, al zijn die
  1033. soms wat scherp. De overige delen van de plant zijn niet te
  1034. roken wanneer ze alleen gedroogd zijn.
  1035.  
  1036. Maar geen nood wat dat betreft. Voor alle delen van de plant
  1037. zijn verwerkingsmethodes die de kwaliteit van die delen verho-
  1038. gen. Voor de beste delen zijn die methoden eenvoudig en goed-
  1039. koop; hoe slechter de delen zijn, hoe ingewikkelder en duurder
  1040. de methoden worden. Maar ook daar valt een mouw aan te passen.
  1041. Met een redelijke opbrengst aan wiet kunnen we het gehele
  1042. jaarverbruik van buitenlandse hennepprodukten vervangen door
  1043. eigen, Nederlandse produkten. Wanneer we uitgaan van een
  1044. gebruik van fl.25,- per week aan buitenlandse produkten,
  1045. kunnen we de investering in b.v. apparatuur om olie te maken
  1046. met een half jaar terug verdienen. En die apparatuur kunnen we
  1047. dan ook nog in de volgende jaren gebruiken, zodat het rende-
  1048. ment op de lange duur zeer hoog kan worden.
  1049.  
  1050. Voor het verwerken van de wiet wordt in de regel uitgegaan van
  1051. gedroogde planten; bij sommige methoden worden de planten
  1052. direkt na de oogst verwerkt; bij weer andere methoden wordt er
  1053. uitgegaan van de nog levende plant op het veld of in de pot.
  1054.  
  1055. 3.1 Eenvoudig verwerking
  1056.  
  1057. 3.1.1 Inbinden toppen
  1058.  
  1059. De toppen van de hoofd- en zijstengel komen in aanmerking voor
  1060. de meest eenvoudige manier van verwerken; het inbinden. Het
  1061. enige wat we hiervoor nodig hebben is een klosje ongeverfd
  1062. naaigaren. De toppen worden direkt na de oogst ingebonden.
  1063.  
  1064. Eerst worden de bladeren zonder of met maar weinig THC klier-
  1065. tjes afgeplukt. In het garen leggen vervolgens een lusje (de
  1066. "slipsteek"), dat we vastmaken rond het stukje uitstekende
  1067. stengel onderaan de top. We wikkelen de draad vervolgens zo
  1068. strak mogelijk rond de top naar boven. Laat ongeveer een halve
  1069. centimeter ruimte tussen de windingen en pas op dat de draad
  1070. niet knapt. Wanneer we bovenaan zijn gekomen, vouwen we het
  1071. bovenste stukje van de top naar beneden en wikkelen de draad
  1072. hier strak omheen. Vervolgens wikkelen we de draad langs de
  1073. top weer naar beneden, zodat de windingen kruislings op de
  1074. vorige serie windingen staan. Nog één keer naar boven wikkelen
  1075. en de draad vast zetten met een knoopje en het inbinden is
  1076. klaar. Er liggen nu drie windingen rond de top. Tijdens het
  1077. wikkelen zullen de meeste zaden (voor zover aanwezig) naar
  1078. buiten springen.
  1079.  
  1080. Na het inbinden leggen we de toppen te rijpen op een vochtige
  1081. maar niet te natte plaats. Dit rijpen duurt minimaal zes tot
  1082. acht weken. De toppen die we willen gebruiken laten we eerst
  1083. een week drogen op kamertemperatuur. Voor het gebruik moet het
  1084. garen natuurlijk verwijderd worden.
  1085.  
  1086. Door het inbinden ontstaat er een lichte schimmelvorming die
  1087. de kwaliteit van de toppen verhoogd. Bovendien gaan de stam-
  1088. perharen niet verloren, wat ook de kwaliteit ten goede komt.
  1089. Door gewoon drogen valt het grootste deel van die haren meest-
  1090. al uit.
  1091.  
  1092. 3.1.2 Inbinden restanten
  1093.  
  1094. De afgeriste topjes van de vollegrondplanten komen niet in
  1095. aanmerking voor de bovenstaande manier van inbinden in aanmer-
  1096. king. Deze kunnen op een andere manier worden ingebonden, mits
  1097. we de beschikking hebben over (vrijwel) zaadloos materiaal.
  1098. Zaadhoudende delen kunnen we beter gebruiken om b.v olie te
  1099. maken.
  1100.  
  1101. Allereerst worden de aartjes van de stengels gerist en de
  1102. grote bladeren verwijderd. Neem twee handenvol aartjes en vorm
  1103. die met de hand tot een stevige bal. Deze bal rollen we zo
  1104. strak mogelijk in een stuk ongeverfd linnen. Hierna winden we
  1105. een stuk nylon touw zo strak mogelijk om de bal, zodat deze de
  1106. vorm van een worst aanneemt. Wikkel ook een aantal slagen in
  1107. de lengterichting van de gevormde worst. Zorg dat er gen al te
  1108. grote bobbels tussen de slagen door komen.
  1109.  
  1110. Leg de ingebonden wiet op een vrij vochtige, maar niet te
  1111. natte plaats. Na een week is de bal een eindje ingedroogd en
  1112. hangt het nylontouw slap. We wikkelen nu een volgende laag zo
  1113. strak mogelijk om de bal en leggen deze weer op zijn plaats.
  1114. Dit herhalen we nog eens na twee tot drie weken. Vervolgens
  1115. laten we de ingebonden wiet nog minstens twee tot drie maanden
  1116. rijpen.
  1117.  
  1118. Binnenin de bal zal een schimmelvorming ontstaan, die de
  1119. aartjes doet verpoederen. Dit poeder wordt door de aanwezige
  1120. THC aan elkaar gekit tot een zwarte, op hasjies gelijkende
  1121. substantie.
  1122.  
  1123. Voor het gebruik verwijderen we touw en doek en snijden de
  1124. worst in de lengte doormidden. We gebruiken het binnenste
  1125. deel, dat eert nog enige tijd moet beluchten om de ammoniak-
  1126. dampen die bij het proces zijn vrijgekomen te laten verdwij-
  1127. nen. 
  1128.  
  1129. 3.1.3 Inbinden potkultuur oogst
  1130.  
  1131. Zoals we bij het verbouwen van potplanten al gezien hebben
  1132. wordt de plant op een dusdanige manier gesnoeid, dat deze
  1133. lange, rechte bloeistengels vormt. Deze takken worden op een
  1134. aparte manier ingebonden, wat vooral een goed resultaat geeft
  1135. wanneer de plant in gekliefd en bovendien is voorzien van
  1136. zwarte zakken rond de toppen.
  1137.  
  1138. De takken worden één voor één geoogst en zachtjes ingebonden
  1139. met nylontouw. De ingebonden takken worden opgestapeld en
  1140. onder een zwart kleed in de zon te drogen gelegd. Na vier of
  1141. vijf dagen is het aanwezige vocht voor 85% verdampt. De takken
  1142. worden dan tevoorschijn gehaald en één voor één in linnen doek
  1143. gewikkeld, waarna ze zo strak mogelijk opgebonden worden. We
  1144. laten de bundels vervolgens rijpen op een donkere, droge
  1145. plaats.
  1146.  
  1147. 3.1.4 Wiet als borrel
  1148.  
  1149. Een andere verwerkingsmethode is het laten trekken van wiet in
  1150. sterke drank. Als basis hiervoor kiezen we bij voorkeur:
  1151. jenever, brandewijn of tequilla. 
  1152.  
  1153. We gaan hierbij uit van wiet die volkomen droog is. We plukken
  1154. de afzonderlijke aartjes van de stengel zonder te kneuzen.
  1155. Deze ongeschonden aartjes laten we een dag trekken in de
  1156. drank. Langer is niet nodig: we hoeven immers alleen maar de
  1157. buitenkant (de THC kliertjes) af te weken. Langer trekken
  1158. heeft alleen tot gevolg dat de binnenste delen van de blaadjes
  1159. vrijkomen, die hoofdzakelijk CBD bevatten.
  1160.  
  1161. Nadat de wiet een dag getrokken heeft, wordt de vloeistof
  1162. gezeefd door een koffiefilter. Nadien moet de drank nog een
  1163. week of zes rusten voor gebruik.
  1164.  
  1165. Wanneer we een sterkere oplossing willen hebben, herhalen we
  1166. het proces nog een keer met een nieuwe portie wiet. De alkohol
  1167. in de drank werkt als konserveermiddel. Dit maakt het vrijwel
  1168. onbeperkt houdbaar.
  1169.  
  1170. 3.1.5 Wietcake
  1171.  
  1172. Wiet kan ook goed gegeten worden in allerlei soorten gebak,
  1173. b.v een cake, een taart, koekjes, pannekoeken, enz. Pas de
  1174. hoeveelheid wiet af aan het aantal plakken, stukken of stuks.
  1175. Per dosis moet er ongeveer ½ a 1 gram wiet inzitten. Dit is
  1176. natuurlijk afhankelijk van de kwaliteit van de wiet. Als het
  1177. genoeg is voor een joint moet het ook kunnen voor een cake.
  1178. Gebruik steeds volkome droge, van takjes ontdane wiet, die in
  1179. en vijzel is fijngestampt of in fijngesneden.
  1180.  
  1181. Als  voorbeeld geven we het recept van een platte koek. (ca.
  1182. 30 stukken)
  1183.  
  1184. Benodigdheden: 300 gram volkoren tarwemeel, 200 gram roombo-
  1185. ter, 150 gram rietsuiker, twee eieren, een hand vol krenten,
  1186. of rozijnen, een goudrenet, kaneel, hennepzaad of sesamzaad en
  1187. 30 gram fijngemalen bloemaartjes.
  1188.  
  1189. Kneed het meel, de suiker, de boter en de eieren goed dooreen
  1190. tot een soepele bal. Kneed er vervolgens de wiet, de krenten,
  1191. de in blokjes gesneden appel en de kaneel gelijkmatig door-
  1192. heen. Spreid dit mengsel gelijkmatig uit op de bakplaat van de
  1193. oven. Bestrooi dit met hennep of sesamzaad. Bak de koek 1 ca.
  1194. 1 uur in een matig warme oven (150°C).
  1195.  
  1196. Laat de koek afkoelen en snijd het in 30 evengrote stukken.
  1197. Eén stukje 's morgens bij de koffie en je bent de hele dag in
  1198. de wolken.
  1199.  
  1200. 3.1.6 Wietthee
  1201.  
  1202. Van de gedroogde wiet kan ook thee getrokken worden. Gebruik
  1203. ongeveer 5 gram op een liter kokend water en laat de thee 10
  1204. tot 15 minuten trekken. Voeg een paar druppels citroensap toe
  1205. om de vrijkomende THC goed in het water op te lossen. Doe je
  1206. dat niet, dan zal de THC als een dunne film op de vloeistof
  1207. blijven drijven, met als gevolg dat het ene kopje vrijwel geen
  1208. THC bevat, terwijl het andere bij wijze van spreken overloopt
  1209. van de THC.
  1210.  
  1211. Deze thee kan wat flauw en weeïg van smaak zijn. Hou je daar
  1212. niet van, dan kun je voor de smaak wat gewone thee of een
  1213. mengsel van b.v. brandnetels en duizendblad toevoegen. De thee
  1214. wordt dan wat pittiger van smaak en wanneer je de genoemde
  1215. kruiden gebruikt, zal de thee een weldaad voor het lichaam
  1216. zijn. 
  1217.  
  1218. 3.2 Hasjies maken
  1219.  
  1220. Het maken van hasjies valt uiteen in een drietal basis vormen
  1221. die hieronder in het kort worden beschreven.
  1222.  
  1223. 3.2.1 Zeven en persen
  1224.  
  1225. Het maken van hasjies door middel van zeven en persen vindt
  1226. plaats in de zomer volgend op de oogst. De wiet is dan door en
  1227. door droog en de THC is goed uitgekristalliseerd.
  1228.  
  1229. Op een tropische windstille dag (>30°C), wordt de wiet hele-
  1230. maal schoongemaakt. Alle takjes en harsloze blaadjes worden nu
  1231. verwijderd. De aartjes worden in een platte rieten bak of op
  1232. een bedspiraal een aantal uren in de volle zon gelegd en van
  1233. tijd tot tijd gekeerd. De THC kliertjes gaan op die manier
  1234. goed zweten.
  1235.  
  1236. Vervolgens wordt de wiet in kleine porties van 30 tot 40 gram
  1237. gezeefd door een zijden doek of en stuk zeer fijne vitrage,
  1238. die dicht wordt gevouwen. Boven een witte, plastic of geëmail-
  1239. leerde wasteil wordt de wiet uitgezeefd door het pakketje
  1240. voorzichtig op en neer (dus niet heen en weer) te bewegen. Ga
  1241. hier 5 tot 10 minuten mee door en neem dan weer een nieuwe
  1242. portie aartjes. 
  1243.  
  1244. Het poeder dat vrijkomt begint iets te stuiven en slaat neer
  1245. aan de binnenzijde van de teil. De kleinste deeltjes slaan op
  1246. het hoogste punt neer en geven de fijnste hasjies.
  1247.  
  1248. Voor het persen van de hasjies zijn voor ons slechts een
  1249. tweetal methodes rendabel. 
  1250.  
  1251. Ten eerste kan het poeder met de hand geperst worden door dit
  1252. stevig tussen de handen te rollen. De hasjies wordt dan donker
  1253. van kleur en krijgt de vorm van een bol of rolletje.
  1254.  
  1255. Ten tweede kan het poeder tot een dunne plak geperst worden.
  1256. Vouw hiertoe van cellofaanpapier zakjes van 5 x 10 cm. uit
  1257. velletjes van 15 x 15 cm (zie afbeelding).
  1258.  
  1259. Door de gearceerde stukken met de tong iets te bevochtigen
  1260. plakt het cellofaanpapier op elkaar. Laat één zijde van het
  1261. zakje open om dit met een lepel met ca. 10 gram poeder te
  1262. vullen. Plak hierna de opening dicht. Zorg dat het poeder goed
  1263. over het zakjes is verdeeld, ook in de hoekjes.
  1264.  
  1265. Scheur één of meerdere krantenpagina's in vier gelijke stukken
  1266. en vouw deze strak om het pakje. Gebruik om en om een droog en
  1267. met een bloemenspuit licht vochtig gemaakt stuk papier, maar
  1268. begin altijd met een droge. Prik op regelmatige afstanden met
  1269. een naald door het pakje om lucht te laten ontsnappen.
  1270.  
  1271. Verwarm het pakje gelijkmatig in een droge koekepan en leg het
  1272. pakje op een zuiver vlakke, stenen ondergrond, b.v. een gra-
  1273. nieten aanrecht. Het pakje wordt nu met een deegroller of lege
  1274. melkfles geperst. Rol voorzichtig over het pakje: eerst heel
  1275. licht, daarna steeds krachtiger. Rol kruislings over het
  1276. pakje, van hoek naar hoek en ook in de lengterichting. Draai
  1277. het pakje regelmatig om en verwarm het desnoods tussentijds
  1278. nog een keer. Pers net zo lang totdat het pakje nog slechts
  1279. weinig wil buigen. Verwijder het krantepapier en laat de plak
  1280. nog enige tijd rustig rijpen.
  1281.  
  1282. 3.2.2 Afrollen
  1283.  
  1284. Het maken van hasjies door middel van afrollen vindt plaats
  1285. tijdens de teelt van de hennep. De eerste hoeveelheid charas
  1286. (= hasjies) die d.m.v. afrollen wordt gemaakt) wordt gewonnen
  1287. bij het uitplukken van de bladeren van de planten.
  1288.  
  1289. Tijdens dit werk zetten de harskliertjes die op de steeltjes
  1290. zitten, zich af op je vingers. Door van tijd tot tijd de
  1291. vingers stevig over elkaar te wrijven gaat de hars tot een
  1292. bolletje samenkleven. Verzamel zo alle hars tijdens een (mid)-
  1293. dagje uitplukken en kneed er een bol van. Laat de hasjies nog
  1294. een tijdje rusten en rijpen voor gebruik.
  1295.  
  1296. Wil je meer charas maken, dan moet je de toppen flink met de
  1297. hand afrollen. Er zet zich dan veel meer hars op je handen af,
  1298. dat je ook weer tot een bol kneed. Bedenk echter wel dat je de
  1299. toppen op die manier kapot maakt en dat die daarna niet of
  1300. nauwelijks meer geschikt zijn voor verder gebruik of verwer-
  1301. king. Ben je een liefhebber van charas, dan kun je op deze
  1302. manier een redelijke hoeveelheid winnen.
  1303.  
  1304. 3.2.3 Begraven
  1305.  
  1306. Het maken van hasjies door middel van begraven en doorkneden
  1307. vindt direkt na de oogst plaats. De geoogste hennepdelen
  1308. worden op een droogrek een aantal uren pal in de zon gelegd om
  1309. enigszins te drogen. Draai de wiet van tijd tot tijd om, om
  1310. gelijkmatige droging te verkrijgen. Vervolgens worden de
  1311. aartjes allemaal uitgeplukt, net zo als bij het zeven en
  1312. persen. De aartjes worden nu tot een stevige bol gevormd en
  1313. strak ingepakt met een stuk linnen.
  1314.  
  1315. Dit pakketje wordt twee of drie weken onder de grond verstopt
  1316. zodat zich een rottingsproces ontwikkeld. Wanneer dit weer
  1317. wordt opgegraven, vinden we een rotte kleffe troep, die sterk
  1318. naar ammoniak ruikt. Dit wordt met de handen (bluargh) goed
  1319. doorkneden zodat het verteringsvocht eruit sijpelt' Dit vocht
  1320. bevat verteringsresten en een grote hoeveelheid CBD, die op
  1321. deze manier verdwijnt. De THC lost niet op in dit water maar
  1322. blijft in de vaste substantie achter, waardoor de hoeveelheid
  1323. aanmerkelijk geconcentreerd wordt. Na het kneden wordt de bol
  1324. weer ingepakt in linnen en op een donkere, vochtige plaats
  1325. weggelegd. Het proces van kneden wordt om de dag en later om
  1326. de week herhaald, tot de ammoniak geur nagenoeg verdwenen is.
  1327.  
  1328. De hasjies wordt nu tot broodjes gevormd en nog enig tijd
  1329. rustig te drogen weggelegd. Tussentijds kan er op de hasjies
  1330. een witte schimmellaag ontstaan. Deze tast de THC echter niet
  1331. aan maar concentreert het. De hasjies is klaar voor gebruik
  1332. als het goed is ingedroogd en niet meer naar ammoniak ruikt.
  1333.  
  1334. 3.3 Olie maken
  1335.  
  1336. 3.3.1 Principe van olie maken
  1337.  
  1338. Het maken van je eigen olie is iets waar elke wietverbouwer
  1339. van droomt. En meestal blijft het daar ook bij. Hoewel het
  1340. principe van olie maken helemaal niet zo moeilijk is, komt het
  1341. er in de praktijk zelden van. De benodigde apparatuur is
  1342. meestal een hele investering. Zoals al gezegd, behoeft dit
  1343. geen enkele belemmering te zijn om het eens te proberen; de
  1344. apparatuur verdienen we met een half jaar terug.
  1345.  
  1346. Het principe van het olie maken gaat als volgt.
  1347. Zoals we gezien hebben, bevindt de werkzame stof, de THC zich
  1348. in de kliertjes aan de buitenkant van de vrouwelijke bloem-
  1349. aartjes. Deze THC, trouwens ook de CBD, heeft de eigenschap in
  1350. alkohol op te lossen. Wat de nu doen is een tinktuur trekken
  1351. van die bloemaartjes in zuivere ethanol van 96%. Wees er zeker
  1352. van dat er in geen geval methanol in de alkohol zit, omdat dit
  1353. zeer schadelijke neveneffekten kan hebben, zoals blindheid.
  1354. Wanneer je niet zeker bent omtrent de samenstelling van de
  1355. alkohol, vind je in het hoofdstuk "Methanol en ethanol", een
  1356. eenvoudig proefje om dit uit te zoeken.
  1357.  
  1358. Uit de tinktuur laten we vervolgens de alkohol verdampen,
  1359. waarna een extrakt, de olie, overblijft. Deze olie heeft de
  1360. naam "honingolie". Geen hasjolie, want die wordt op een soort-
  1361. gelijke manier gemaakt met als grondstof hasjies.
  1362.  
  1363. 3.3.2 Enkele opmerkingen vooraf
  1364.  
  1365. Alkohol is een zeer brandbare stof. Voor we met de apparatuur
  1366. aan het werk gaan is het dan ook zeer belangrijk de nodig
  1367. voorzorgsmaatregelen te treffen, om zonodig ongelukken te
  1368. voorkomen.
  1369.  
  1370. Bij het werken met de apparatuur maken we in geen geval ge-
  1371. bruik van open vuur; het gevaar schuilt wat dat betreft in een
  1372. klein hoekje. Daarom maken we altijd gebruik van elektrische
  1373. verwarmingsapparatuur.
  1374.  
  1375. Alkohol is een zeer vluchtige stof, zeker als deze verwarmd
  1376. wordt. Alle opstellingen zijn dan ook als gesloten circuit
  1377. uitgevoerd, zodat er geen alkohol kan ontsnappen. Bovendien
  1378. voorkomt het gesloten circuit dat er "vreemde" stoffen van
  1379. buitenaf in het circuit terecht komen.
  1380.  
  1381. Roken is uit den boze, wanneer we in ons "laboratorium" aan
  1382. het werk zijn. Ook hier is weer het gevaar van open vuur.
  1383.  
  1384. Gebruik altijd materiaal waarvan zeker is dat dit niet door
  1385. alkohol aangetast wordt of oxydeert: glas, rubber, roestvrij-
  1386. staal, ongeverfd papier en hard plastic. Het meest in de
  1387. handel zijnde laboratoriummateriaal voldoet aan deze eisen.
  1388.  
  1389. Blijf altijd in de buurt van de apparatuur als deze in werking
  1390. is, ook als deze z'n eigen gang gaat. Als er dan toch wat mis
  1391. gaat, kunnen we direkt ingrijpen om erger te voorkomen.
  1392.  
  1393. Zorg altijd dat de apparatuur goed vast is gezet in een stan-
  1394. daard. Losstaande apparatuur is al een gevaar op zich.
  1395.  
  1396. Het beste kunnen we werken aan een aanrecht; koelwater en een
  1397. spoelbak zijn direkt voorhanden en we kunnen overhangende
  1398. apparatuur vastklemmen aan het aanrecht. Zorg ook voor goede
  1399. aarding van de elektrische apparatuur om ongevallen met stroom
  1400. te voorkomen.
  1401.  
  1402. Berg de laboratorium apparatuur, wanneer dit niet gebruikt
  1403. wordt, zoveel mogelijk in z'n geheel en afgesloten op. Dat wil
  1404. zeggen: wat in de standaard kan blijven zitten blijft in de
  1405. standaard zitten en alle openingen van het circuit worden met
  1406. een kurk afgesloten. Er blijven namelijk overal resten alkohol
  1407. zitten. Alkohol heeft de nare eigenschap om stof aan te trek-
  1408. ken en dat betekend verontreiniging van de olie die we later
  1409. gaan maken.
  1410.  
  1411. Gebroken glazen delen lijmen we met glasbond. Deze lijm is
  1412. ongevoelig voor alkohol en geeft geen schadelijke restproduk-
  1413. ten
  1414.  
  1415. 3.3.3. De terugvloeitoren
  1416.  
  1417. Een goede manier om tinktuur te trekken is door gebruik te
  1418. maken van de terugvloeitoren. Hoe we deze terugvloeitoren
  1419. maken kunnen we op afbeelding 1 zien.
  1420.  
  1421.  
  1422.                    Ballon  -- ┌───┐ Vastzetten met
  1423.                               │   │ elastiek
  1424.                               └┐ ┌┘ 
  1425.                    Afvoer     ┌┼─┼┐
  1426.                  Koelwater  ■─┤│ ││
  1427.                            ┌──┴┴─┴┴┐
  1428.                            │ ┌┬┬─┬┬┘
  1429.                            │ │││ ││-- Koeler
  1430.                           ┌┤ │││ ││  is in hoogte verstelbaar  
  1431.                 ┌───────┘│ │││ ││
  1432.                  ┌┘  ┌────┐│ │││ ││
  1433.                  │   │    └┤ │││ ││
  1434.                 ┌┘   │     │ └┴┴─┴┴┐
  1435.                 │   ┌┘     └──┬┬─┬┬┘
  1436.                 │   │         ││ ││
  1437.                ┌┘   │         ││ │├─■ Toevoer koelwater
  1438.                │   ┌┘     ┌───┴┼─┼┴───┐
  1439.  Standaard --  │   │     ╔╧════╪═╪════╧╗-- Rubberen stop
  1440.               ┌┘   │     ╟■════╧═╧════■╢-- Rooster om de
  1441.               │   ┌┘     ║** *** ** * *║  druppels te ver-     
  1442.         │   │      ║*** *** *** *║    delen
  1443.              ┌┘   │      ║* *** *** ***║-- Wiet
  1444.              │    │      ╠══╦══╦══╦══╦═╣-- Rooster waarop      
  1445.        │    │      ║. ║ .║ .║. ║ ║    de wiet rust
  1446.              │    └───┐ ┌■══╩══╩══╩══╩═■┐-- Kokende alkohol    
  1447.          │        │ └┴┬───────────┬┴┘-- Verwarmings 
  1448.            ┌─┴────────┴───┴───────────┴─┐    plaatje
  1449.            └─┬─┬────────────────────┬─┬─┘
  1450.              └─┘                    └─┘
  1451.                                             
  1452. Afbeelding 1, terugvloeitoren
  1453.  
  1454. Op een regelbaar elektrisch verwarmingsplaatje staat een
  1455. hittebestendig glazen pot met een bodem alkohol zachtjes te
  1456. koken. Boven de alkohol hangt een roestvrijstalen roostertje,
  1457. waarop uitgeplukte, maar ongekneusde, gedroogde toppen liggen.
  1458. Bovenop de pot is een koeler aangesloten die de verdampte
  1459. alkohol doet kondenseren en terugdruppelen door de wiet.
  1460. Hierdoor wordt de buitenkant van de toppen afgetrokken. Boven-
  1461. op de koeler is een ballonnetje aangebracht, dat het circuit
  1462. afsluit en de drukverschillen binnen het circuit opvangt. Het
  1463. ballonnetje moet gespannen staan maar mag niet opgeblazen
  1464. zijn. De gehele opstelling moet goed vastgezet worden in een
  1465. standaard.
  1466.  
  1467. Als de apparatuur twee uur in werking is geweest, is alle THC
  1468. wel in de alkohol opgelost. De apparatuur wordt uitgeschakeld
  1469. en we laten het geheel rustig afkoelen. De nog natte wiet
  1470. wordt uitgeperst en daarna tijdelijk opgeslagen in een afge-
  1471. sloten pot. Hier kan later de alkohol weer uit terug worden
  1472. gewonnen..
  1473.  
  1474. De tinktuur wordt gefilterd door filtreer papier of een kof-
  1475. fiefilter en wordt vervolgens ingedikt. De ingedikte olie
  1476. bevat ongeveer 1/3 deel THC, 2/3 deel CBD en een restant
  1477. alkohol.
  1478.  
  1479. 3.3.4 Indikken van de tinktuur
  1480.  
  1481. Op het regelbare elektrische verwarmingsplaatje staat een kolf
  1482. met daarin de gefiltreerde tinktuur zachtjes te koken. (af-
  1483. beelding 2) Bovenop de kolf is een glazen buisje met een
  1484. scherpe hoek bevestigd. Een hierop aangesloten rubberen slang
  1485. voert de verdampte alkohol af naar de koeler die naast het
  1486. verwarmingsplaatje hangt. Onder de koeler staat een flesje dat
  1487. de geconcentreerde alkohol opvangt. Tussen koeler en flesje
  1488. wordt m.b.v. een T-stukje een ballonnetje bevestigd. Deze
  1489. sluit het circuit af en  vangt drukverschillen op. Het moet
  1490. gespannen staan maar niet opgeblazen zijn.
  1491.  
  1492.     Glazen buis met
  1493.       scherpe hoek
  1494.           ┌─────┐                   
  1495.          ╔╧═■──┐└───────┐  rubber slang 
  1496.          ║  ║  └───────┐└───────┐       
  1497.         ╔╝  ╚╗         └───────┐└──────┐
  1498.        ╔╝    ╚╗                └──────┐│  
  1499.       ╔╝      ╚╗  Kolf met          ┌┬┴┴┬┐  
  1500.       ╚╗■────■╔╝ tinktuur        ┌┐ ││  │├─■ Afvoer koelwater  
  1501.      ╚╗■─■ ╔╝                  │├─┼┼──┼┼─┐
  1502.      ┌──■════■───┐               │├─┼┼──┼┼─┘
  1503.      └┬─────────┬┘Verwarmings    ││ ││  ││ Koeler
  1504.       │         │ plaatje        ││ ││  ││ 
  1505.   ■───┴─────────┴────────────────┤├─┼┼──┼┼─┐
  1506.                                  │├─┼┼──┼┼─┘ 
  1507.                                  ││ └┴┬┬┴┘ ┌───┐ Ballon
  1508.                           Aanvoer││ ■─┤└┬┬─┘┌──┘
  1509.                         koelwater││   └┐│├──┘
  1510.                                  ││    ■╧■ T-stuk
  1511.                                  ││ ╔══╝ ╚══╗
  1512.                                  ││ ║       ║
  1513.                                  ││ ║       ║
  1514.                                  ││ ║       ║ Afgefilterde     
  1515.                             ││ ║       ║ alkohol in            
  1516.                       ││ ╠═══════╣  flesje
  1517.                                  │├─■═══════■─┐
  1518.                                  │├───────────┘
  1519.                                  ├┘
  1520.                                  │
  1521.                                  ■
  1522.  
  1523. Afbeelding 2
  1524.  
  1525. We laten de tinktuur in de kolf rustig indikken, maar pas op
  1526. dat het laatste beetje niet te dik wordt, anders kunnen we het
  1527. niet afgieten. Wanneer er slechts een bodempje tinktuur in de
  1528. kolf zit, gieten we de nog warme vloeistof over in een 20 ml.
  1529. flesje.
  1530.  
  1531. De vloeistof wordt ingedikt via indirekte verwarming in een
  1532. pan met water (afbeelding 3). In principe kan dit ook een
  1533. hittebestendig maatglas zijn. De pan is afgesloten met een
  1534. zelfgemaakte deksel, waar doorheen een glazen buisje met een
  1535. scherpe hoek loopt. Dit buisje is aan de onderkant met een
  1536. kurk aangesloten op het flesje tinktuur. Aan de andere kant is
  1537. het buisje aangesloten op de koeler.
  1538.  
  1539.  
  1540.  
  1541.  
  1542.           ╔═╗ Thermometer
  1543.           ╚╦╝           
  1544.            ║            
  1545.            ║  Glazen buis met
  1546.            ║   scherpe hoek
  1547.            ║   ┌──■═╗  
  1548.            ║  ┌┼┐   ╚═════╗ 
  1549.         ╔══╬══╧╪╧═══╗     ╚═════■ aansluiten op koeler
  1550.         ╚╦═╬═══╪═══╦╝
  1551.          ║■╫─■╔╧╗■■║-- Water nivo
  1552.          ║ ■  ╚═╝  ║-- Pan met water 86 - 88°C
  1553.        ┌─■═════════■─┐
  1554.        └┬───────────┬┘
  1555.         │           │Verwarmings plaatje
  1556.         └───────────┘  
  1557.  
  1558. Afbeelding 3
  1559.  
  1560. In de deksel zit bovendien nog een gaatje waardoor een >110°C
  1561. thermometer is gestoken. Dit is om de temperatuur van het
  1562. verwarmingswater te kontroleren. Deze temperatuur moet ca. 86
  1563. tot 88°C bedragen. Dit is de ideale temperatuur, omdat de
  1564. alkohol dan vrij snel verdampt, terwijl er geen THC mee komt.
  1565.  
  1566. De alkohol druppelt nu langzaam door de koeler. We laten de
  1567. apparatuur in werking tot er ongeveer één druppel in de 30
  1568. sec. door komt. De apparatuur wordt uitgeschakeld en we plaat-
  1569. sen het open flesje nog één of twee dagen op een warme kachel
  1570. om de olie helemaal in te dikken.
  1571.  
  1572. Onder in het potje scheid zich een vieze stinkende vloeistof
  1573. af. Dit is het restant water uit de alkohol (4%), met daarin
  1574. een aantal restprodukten opgelost. Dit kunnen we eenvoudig
  1575. verwijderen door het te laten opzuigen in een vloeipapiertje.
  1576.  
  1577. 3.3.5 De overlooptoren
  1578.  
  1579. De overlooptoren is eigenlijk een kombinatie van de vorige
  1580. twee apparaten. Het bovenste gedeelte van de opstelling is
  1581. gelijk aan het indikapparaat: verwarmingsplaatje, kolf, koeler
  1582. en ballon. Onder de ballon is echter geen flesje geplaatst; in
  1583. plaats daarvan is daar een vier cm. dikke buis aangebracht
  1584. waarin wiet zit die wordt afgetrokken door de druppelende
  1585. alkohol. De tinktuur die daarbij ontstaat wordt gefilterd door
  1586. een filtreerpapiertje en door een trechtertje opgevangen en
  1587. afgevoerd in een tweede kolf, onderaan de opstelling.
  1588.  
  1589.        Buisje met scherpe hoek
  1590.               ┌────┐                   
  1591.               ■═■─┐└───┐      Ruberen slang  
  1592.               ║ ║ └───┐└─────┐               
  1593.             ╔═╝ ╚═╗   └─────┐└─────────┐     
  1594.            ╔╝     ╚╗        └─────────┐└─────┐
  1595.           ╔╝       ╚╗                 └─────┐│
  1596.           ╚╗       ╔╝ Kolf            ┌┐   ┌┼┼┐
  1597.            ╚╗     ╔╝                  ││   │││├─■ afvoer       
  1598.   ┌───■═════■────┐              │├───┼┼┼┼─┐ koelwater        
  1599. └┬────────────┬┘              │├───┼┼┼┼─┘
  1600.          │            │               ││   ││││ Koeler
  1601.          └────────────┘               ││   ││││ 
  1602.         Verwarmings plaatje           ││ ■─┤│││  ┌─┐ Ballon    
  1603.                                   ││   └┼┼┘┌─┘ │
  1604.                                       ││    │└┬┴───┘
  1605.  
  1606.                                       ││   ┌┴─┴┐ 
  1607.                                       ││   ├───┤
  1608.                                       ││   │** │
  1609.                                       ││   │* *│
  1610.                                       ││   │ **│
  1611.                                       ││   ├───┤ Filter
  1612.                                       ││   └┬┬─┘
  1613.                                       ││    ││
  1614.                                       ││   ┌┘└┐ 1/2 liter kolf 
  1615.                                      ││  ┌┘  └┐
  1616.                                       ││ ┌┘    └┐
  1617.                                       ││ └┐    ┌┘
  1618.                                       ││  └┐  ┌┘
  1619.                                       │├───┴──┴──┐
  1620.                                       │├─────────┘
  1621.                                       ││
  1622.                                       └┘
  1623.  
  1624. Afbeelding 4, Overlooptoren
  1625.  
  1626. Wanneer de alkohol in de bovenste kolf grotendeels verdampt
  1627. is, wordt de tinktuur uit de onderste kolf overgegoten in de
  1628. bovenste, waarna het proces weer van voren af aan begint,
  1629. uiteraard met een nieuwe portie wiet.
  1630.  
  1631. Tijdens het overgieten van de onderste kolf moet er even een
  1632. ander potje onder de wiet geplaatst worden, omdat de opstel-
  1633. ling nog enige tijd blijft doordruppelen. 
  1634.  
  1635. Wanneer zich een behoorlijke bodem in de bovenste kolf heeft
  1636. gevormd, gieten we deze over in een 20 ml. flesje en dikken
  1637. het verder in als hierboven beschreven is. De éénmaal afge-
  1638. trokken wiet kunnen we in de terugvloeitoren nog verder af-
  1639. trekken. Uiteraard wordt die olie van mindere kwaliteit.
  1640.  
  1641. De kwaliteit van de olie gemaakt met de overlooptoren is van
  1642. betere kwaliteit als die gemaakt met de terugvloeitoren. Dit
  1643. komt omdat de tinktuur koud getrokken wordt. Het warme trekken
  1644. met behulp van de terugvloeitoren heeft tot gevolg dat de
  1645. aartjes als het ware lossgestoomd worden waardoor er veel van
  1646. de binnenste delen meegevoerd wordt.
  1647.  
  1648. 3.3.6 Zuivere THC (blanke olie)
  1649.  
  1650. Met behulp van de overlooptoren kunnen we vrijwel zuivere THC
  1651. verkrijgen. Wanneer we nieuwe wiet in de buis gedaan hebben en
  1652. de apparatuur hebben ingeschakeld, zal de eerste hoeveelheid
  1653. tinktuur die in de kolf druppelt, volkomen blank zijn. Die
  1654. eerste hoeveelheid tinktuur houden we apart met behulp van een
  1655. derde kolf. In die kolf vangen we telkens het eerste beetje
  1656. blanke tinktuur op. Zodra de druppelende tinktuur groen begint
  1657. te kleuren, plaatsen we een andere kolf onder de apparatuur.
  1658. De blanke tinktuur dikken we apart in. Het resultaat is een
  1659. vrijwel blanke of iets roze olie, die vrijwel uit pure THC
  1660. bestaat.
  1661.  
  1662. 3.3.7 Terugwinnen van de alkohol
  1663.  
  1664. De uitgeperste, afgetrokken wiet uit de terugvloeitoren, slaan
  1665. we op in een ruime, afsluitbare, glazen pot. Uit deze pot
  1666. winnen we de alkohol uit de afvalwiet terug. De pot wordt
  1667. indirekt door water verwarmd. Door de deksel van de pot is een
  1668. glazen buisje aangebracht met een scherpe hoek. De verbinding
  1669. wordt met een rubberen stop dicht gemaakt. Het buisje voert de
  1670. verdampte alkohol via een rubberen slang af naar de koeler,
  1671. die verder net zo is aangesloten als bij het indikken van de
  1672. tinktuur. Onder het buisje leggen we op de wiet een roestvrij-
  1673. stalen roostertje, dat moet voorkomen dat er wiet in het
  1674. buisje komt.   
  1675.  
  1676.  
  1677. We laten de pan met water waarin de pot hangt ongeveer vier
  1678. tot zes uur heel zachtjes koken. We winnen op deze manier een
  1679. behoorlijke hoeveelheid alkohol terug, wat ruim opweegt tegen
  1680. de energiekosten die we met dit terugwinnen maken.
  1681.  
  1682. 3.3.8 Methanol en ethanol
  1683.  
  1684. De alkohol die we gebruiken bij het maken van olie moet abso-
  1685. luut vrij zijn van methanol. Methanol heeft schadelijke bij-
  1686. verschijnselen die o.a. blindheid tot gevolg kunnen hebben. De
  1687. alkohol moet uit louter ethanol bestaan.
  1688.  
  1689. Wanneer we niet zeker zijn omtrent de samenstelling van de
  1690. alkohol, kunnen we dit met het volgende proefje uitvinden.
  1691.  
  1692. We doen wat van de alkohol die we willen onderzoeken in een
  1693. reageerbuisje. Hierbij gieten we een 4% waterstof-peroxyde-
  1694. oplossing (H2O2). Dit is zondermeer verkrijgbaar bij elke
  1695. drogist of apotheek. De waterstofperoxyde zal gaan reageren
  1696. met de alkohol. Methanol en ethanol reageren echter op een
  1697. verschillende manier.
  1698.  
  1699. Wanneer er methanol (CH3OH) in de alkohol aanwezig is, ont-
  1700. staan er luchtbelletjes in het reaktie mengsel. Dit is kool-
  1701. zuurgas dat ontstaan is door de oxydatie van dit methanol,
  1702. volgens de reaktie:
  1703.  
  1704. CH3OH + 3 H2O2 -> CO2 + 5 H2O
  1705.  
  1706. De luchtbelletjes zijn slechts korte tijd zichtbaar, dus even
  1707. goed opletten wat er gebeurt als we de stoffen samenvoegen.
  1708.  
  1709. Ethanol (C2H5OH) reageert met waterstofperoxyde tot azijnzuur
  1710. (CH3COOH) volgens de reaktie:
  1711.  
  1712. C2H5OH + 2 H2O2 -> CH3COOH + 3 H2O
  1713.  
  1714. Deze reaktie nemen we waar door het ontstaan van een azijn-
  1715. geur.
  1716.  
  1717. De meeste alkohol bestaat uit ethanol, maar vaak is er metha-
  1718. nol doorheen gemengd om de alkohol ondrinkbaar te maken (van-
  1719. wege accijns!). De eerste reaktie (luchtbelletjes) geeft wat
  1720. dit betreft de doorslag.
  1721.  
  1722. **************************************************************
  1723.  
  1724. 4 Juridische aspekten
  1725.  
  1726. Het juridische klimaat t.o.v. Nederwiet is de laatste jaren
  1727. nogal veranderd. Werd er vroeger niet zo moeilijk gedaan over
  1728. een veldje wiet, tegenwoordig loop je al snel de kans dat je
  1729. veldje van de overheidswege "opgeruimd" wordt. Het is dus
  1730. verstandig om hieraan een apart stukje te wijden.
  1731.  
  1732. 4.1 Wiet als windkering
  1733.  
  1734. De beste waarborg om te voorkomen dat de wiet van overheidswe-
  1735. ge wordt opgeruimd, is door de wiet als windkering aan te
  1736. leggen. Dat wil zeggen: één rij dik langs de andere planten
  1737. die beschutting nodig hebben of om je groentetuin heen.
  1738.  
  1739. Zolang de planten op het veld staan is er niets aan de hand.
  1740. Wanneer je de planten oogst en te drogen hangt, ben je daaren-
  1741. tegen wel strafbaar. Het dient dan immers niet meer als wind-
  1742. kering. Uitkijken dus, waar en wanneer je de wiet ophangt.
  1743.  
  1744. 4.1 10 vierkante meter
  1745.  
  1746. Als je de wiet toch op een veldje wilt verbouwen, hou er dan
  1747. rekening mee dat er veelal een onderscheid gemaakt wordt
  1748. tussen veldjes van 10 vierkante meter en veldjes groter dan 10
  1749. vierkante meter. Tot 10 wordt het als een overtreding be-
  1750. schouwd, boven de 10 wordt het een misdrijf. Dit is echter nog
  1751. niet als zodanig in de Hoge Raad uitgesproken, omdat er nogal
  1752. wat haken en ogen zitten aan deze interpretatie van de op-
  1753. brengst. De Hoge Raad heeft deze zaak in februari '85 aangeno-
  1754. men, maar vooralsnog lijkt het een eindeloze schriftelijke
  1755. procedure te worden, zodat de uitspraak nog wel even op zich
  1756. zal laten wachten.
  1757.  
  1758. Gerooid kan een veldje echter altijd worden, ook al gaat het
  1759. om een overtreding. Er wordt echter over het algemeen geen
  1760. aktief opsporingsbeleid gevoerd. Alleen als iemand zo vriende-
  1761. lijk is om je aan te geven, loop je risico's. Het is dus zaak
  1762. om je veldje zo goed mogelijk te camoufleren en ervoor te
  1763. zorgen dat zo min mogelijk mensen van het bestaan afweten.
  1764.  
  1765. 4.2 Zaad winning
  1766.  
  1767. Ook is het mogelijk om je veldje voor de zaadoogst aan te
  1768. leggen, maar daaraan kleven nogal wat bezwaren. Ten eerste is
  1769. zaadrijke wiet van mindere kwaliteit, zodat je het alleen
  1770. daarom al niet moet doen. Daarnaast wordt er van de overheid
  1771. vaak geëist dat je moet kunnen aantonen dat het inderdaad om
  1772. zaadproduktie gaat, door b.v. kontrakten te overleggen met
  1773. afnemers. Ook dit is juridisch echter nog niet in den treure
  1774. uitgezocht, dus je kunt het proberen.
  1775.  
  1776. 4.3 Verwerkte produkten
  1777.  
  1778. De verwerkte produkten vallen normaal onder de opiumwet. Dat
  1779. wil zeggen: wiet en hasj vallen onder lijst 2 (overtreding tot
  1780. 30 gram, misdrijf boven 30 gram). Olie valt onder lijst 1, dat
  1781. is dus sowieso een misdrijf. Wat dat betreft: oppassen dus.
  1782.  
  1783. Verder moet erop gewezen worden dat de apparatuur die voor het
  1784. maken van olie gebruikt wordt, ook geschikt is om alkohol mee
  1785. te distilleren. Dit betekend dat men een vergunning moet
  1786. hebben om dergelijke apparatuur in huis te hebben. Goed opber-
  1787. gen dus en niet te veel over praten.
  1788.