home *** CD-ROM | disk | FTP | other *** search
/ Languages Around the World / LanguageWorld.iso / translat / babylon / prŽlat-3.zns < prev    next >
Encoding:
Text File  |  1992-09-29  |  13.0 KB  |  243 lines

  1.                                             Huizen, 8 juni 1988.
  2.  
  3. Aartsbisdom Utrecht
  4. Maliebaan 40
  5. 3581 CR Utrecht
  6.  
  7. Z.H. excellentie mgr. Adrianus Kardinaal Simonis.
  8.  
  9. Uw ref.:  tn 666-88
  10.  
  11.  
  12. Eminentie,
  13.  
  14.  
  15. Allereerst wil ik u hiermee mijn waardering laten blijken voor de
  16. moeite die u genomen heeft om mijn tekst te verwerken, en ook een
  17. antwoord daarop te geven dat van duidelijke betrokkenheid getuigt.
  18.  
  19. Toch wil ik nog enige kanttekeningen maken over uw brief, vooral
  20. omdat me daaraan enige saillante aspekten zijn opgevallen. Hoewel
  21. het begrip "snelheid van het geld" door mij eerst op pagina 5 in
  22. de vijfde alinea wordt aangehaald, is het gehele verhaal nu juist
  23. geënt op die snelheid van het geld in de samenleving. Ik ben er
  24. wel vanuit gegaan, dat bij de lezer - ook door het gebruik van de
  25. termen - de kennis aanwezig is m.b.t. de snelheid van 't geld die
  26. Fisher met zijn formule introduceerde. Juist omdat dit een van de
  27. grondbeginselen van de economische wetenschappen vooronderstelt. 
  28.  
  29. U stelde terecht, dat Dr. Holtrop en Dr. Zijlstra de snelheid van
  30. 't geld tot hun specialisatie hadden gemaakt. Vooral Dr. Zijlstra
  31. heeft o.a. door president Kennedy daarvoor grote waardering mogen
  32. ontvangen. Met name bij de problemen rond de wisselkoersen. Jelle
  33. Zijlstra heeft daar zelfs een internationale reputatie mee kunnen
  34. verwerven. Maar juist dit blijkt naderhand het verdere onderzoek
  35. naar de snelheid van het geld te hebben verhinderd, omdat men er
  36. zonder nadenken van uitging dat alle wijsheid over dit onderwerp
  37. inmiddels wel was opgetekend. Ook Zijlstra zelf.
  38.  
  39. Dit laatste bleek een vergissing met verstrekkende konsekwenties.
  40. Want daarmee samenhangend werd ook niet ingezien, dat behalve de
  41. snelheid ook de funktie van het geld intern veranderde door vele 
  42. struktuurveranderingen in de economie.
  43. U kunt uit de formule van Fisher heel gemakkelijk afleiden - ook
  44. als leek - dat de economen het geld per definitie als een zuiver
  45. RUILMIDDEL beschouwen. Ik geef dat aan op pagina 5 in de tweede
  46. alinea. De psychologische fixatie op het begrip RUILMIDDEL is ook
  47. bij Dr. W.P. Roelofs nu nog zo groot - door het dagelijks gebruik
  48. van 't geld voor dit doel (het ruilen) - dat hierdoor gemakkelijk
  49. onbegrip en verwarring van termen kan ontstaan.
  50.  
  51. Een heel eenvoudig voorbeeld hiervan is de INFLATIE. Wanneer het
  52. woord inflatie gebruikt wordt in ons taalgebruik - en ook in de 
  53. economische wetenschap - dan is het feitelijk onduidelijk wat er 
  54. bedoeld wordt. Bedoelt men dan de prijspeilindikatie als 'n nivo
  55. op een index of de stijging van dat prijspeil op zich, danwel de 
  56. krachten in het economische proces, die tot deze prijsstijging
  57. voeren, of het gevolg van een door de centrale bank toegestaan en
  58. gevoerd geldscheppingsbeleid ?? 
  59.  
  60. Duidelijk is in ieder geval, dat de meeste mensen de stijging van
  61. het prijspeil als een resultaat van negatieve ontwikkeling zullen
  62. beschouwen. Daarbij legt dan vrijwel niemand 'n verband tussen de
  63. tegenstrijdige ontwikkeling van de werkloosheid bij een beperkte
  64. inflatie van gemiddeld 7% gedurende de vijftiger - zestiger jaren
  65. en de sterke groei van de economie en de welvaart in die periode,
  66. met een toenmalige zeer lage en soms zelfs negatieve reële rente.
  67. Terwijl tegenwoordig juist het tegenovergestelde effekt 
  68. waargenomen kan worden.
  69.  
  70. Momenteel zien we een historisch extreem hoge reële rente. Deze
  71. gaat gepaard met zeer hoge werkloosheid, die ondanks de overvloed
  72. aan werkgelegenheid in de infrastruktuur en de collectieve sektor
  73. - dit mede door het verdere kapotbezuiningen van de sociale en de 
  74. collectieve voorzieningen bij een volledige afwezigheid van enige
  75. nominale of strukturele inflatie - een werkelijk begrotingstekort
  76. van bijna 10% toch laat voortbestaan. Dit ongeacht de manipulatie
  77. met die tekorten en 't doorschuiven ervan naar de gemeenten en/of
  78. de provincies; zodat het werkelijke nivo er van versluierd wordt.
  79.  
  80. Eén konklusie kan nu al meteen getrokken worden. Die zo gevreesde
  81. inflatie blijkt op grond van de evaluatie van de werkelijkheid 
  82. niet de hoofdoorzaak te zijn van de werkloosheid. Bovendien geeft
  83. u naar mijn mening De Nederlandsche Bank NV en het ministerie van
  84. Financiën teveel krediet m.b.t. enerzijds de vakbekwaamheden hier
  85. omtrent - gezien de werkelijkheid - en anderzijds, door ervan uit
  86. te gaan dat deze instellingen zuiver en alleen ten dienste zouden
  87. staan van de samenleving als geheel. 
  88. Vooral de financiële belangengroepen met hun lobby hebben zo hun 
  89. eigen prioriteiten op het gebied van het handhaven van de waarde 
  90. van de munt, en het kunnen verwerven van een evenredig aandeel in
  91. een groeiende markt van de kredietverlening. De privatisering van 
  92. de studiebeurzen en de woningbouw zijn duidelijke voorbeelden.
  93.  
  94. Maar ook de valutazwendel met de devaluatie van de gulden door HM
  95. Koningin Wilhelmina in 1934, met de medewerking van de N.H.M. (de
  96. voorloper van De Nederlandsche Bank N.V. en minister-president H.
  97. Colijn) had een grote verschuiving van vermogen in de samenleving
  98. veroorzaakt, waarbij door middel van afwentelingsmechanismen - en
  99. het ontbreken van enige sociale voorziening in die tijd - dat tot 
  100. een vroegtijdige dood heeft geleid van vele duizenden onderdanen. 
  101. Dit door verhongering, bevriezing en ziekte door besmettingen als 
  102. gevolg van de uitsluiting van het economische proces door het ook
  103. toen totaal ontbreken van GELD..!!
  104.  
  105. Ook gezagsgetrouw het feilbare beleid van dergelijke instellingen
  106. zomaar te accepteren - zonder dan vragen te stellen - kan leiden,
  107. net als kort geleden in de geschiedenis, tot enorme ontsporingen.
  108. De recente golf van schandalen en fraudegevallen van grote omvang
  109. heeft 't vertrouwen van vele burgers (in welke overheidsinstantie
  110. dan ook) beslist niet doen vergroten. Waarbij ook opgemerkt dient
  111. te worden, dat hier slechts het topje van de ijsberg zichtbaar is
  112. geworden.
  113.  
  114. Uw opmerking, dat het verstandig lijkt om mijn nieuwe benadering
  115. van de omloop van het geld voor te leggen aan onze universiteiten
  116. acht ik zinnig. Op dit punt zijn de afgelopen jaren door mij ook
  117. wat initiatieven genomen - waarbij de juistheid van de benadering 
  118. wel werd erkend - maar helaas nog niemand met een gekwalificeerde
  119. positie er toe gebracht heeft in het openbaar een diskussie over
  120. dit onderwerp te laten ontbranden. In tegendeel zelfs. Heel vaak
  121. ontvluchte men onmiddellijk de verantwoordelijkheid. Men vermijdt
  122. in de meeste gevallen de dialoog, wanneer er beseft wordt dat het
  123. fundament van ons economische funktioneren dreigt te worden bloot
  124. gelegd.
  125.  
  126. Ik ben evenwel niet met u eens, dat bij de bisschoppen (of andere 
  127. kerkelijke organisaties) geen kennis of dieper inzicht erover zou
  128. bestaan. Het citaat uit het artikel van Mgr. Dr. F. Simons toont
  129. duidelijk aan, dat die kwaliteiten binnen de kerk(en) beslist wel
  130. te vinden zijn. Met klem dring ik er op aan, deze kwaliteiten ook
  131. te benutten in het belang van de vrede en de gerechtigheid.  Met
  132. betrekking tot uw hoofddoelstelling om de Blijde Boodschap van de
  133. Christus te verkondigen ben ik van mening, dat met de waarneming
  134. van de werkelijkheid om ons heen, veel mensen in toenemende mate 
  135. deze "blijheid" van de boodschap niet zo scherp meer zien zitten.
  136. Niet in de laatste plaats, omdat dit rechtstreeks te maken heeft
  137. met een als maar toenemend gebrek aan de sociale [geld] middelen.
  138. Waarbij ik dus terugkom op "het wezenlijke" van mijn verhandeling
  139. namelijk: HET GELD en de SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE FUNKTIE ervan.
  140.  
  141. In vrijwel alle gevallen is een verkeerd gevoerde geldpolitiek de
  142. rechtstreekse oorzaak van sociale ontwrichting. Dit heeft in 1987
  143. geleid tot meer dan 6.800 pogingen tot zelfdoding door jeugdigen,
  144. waarvan meer dan 500 kinderen nog geen 15 jaar oud waren.
  145. Ook berooft elke dag in Nederland een agrariër zich van het leven
  146. omdat de uitzichtloosheid van zijn financiële situatie in onze zo
  147. kapitalistisch georganiseerde maatschappij nog geen andere wetten
  148. kent dan die van de jungle, in een opjaagsysteem van meedogenloze
  149. concurrentie. Daarnaast laat dit ook nog gigantische overschotten
  150. ontstaan, waarvan door de arme evenmin gebruik mag worden gemaakt
  151. in onze kortzichtige christelijke kultuur, waarin slechts hij die
  152. in het zweet zijns aanschijns zwoegt te eten zal hebben. Althans,
  153. wanneer men betaald wordt voor het werk;...want vrijwilligerswerk
  154. blijft altijd onbetaald van harte welkom.
  155.  
  156. Wederom zijn we nu terug op de funktie van het geld, waarbij dan
  157. de nadruk komt te liggen op het individuele aspekt van het bezit.
  158. Naar mijn mening ligt hier een geweldig uitgangspunt, maar ook de
  159. verantwoordelijkheid voor een praktische en sociale verkondiging
  160. van met name het Evangelie van Marcus 10-17. De bijbel kan op dit
  161. punt even duidelijk zijn als de stijlchristelijke houding van het
  162. niet werken is niet eten, met:
  163.  
  164.    WIE NIET SCHENKT VAN ZIJN OVERVLOED, ZAL NIET HEMELEN.
  165.  
  166. Bij deze verkondiging krijgt m.i. de sociale verantwoordelijkheid
  167. van het bezit - naast het gebrek aan kennisgeving uit de sociale
  168. encyclieken - nauwelijks enige aandacht, zodat het niet zo heel
  169. verwonderlijk moet zijn dat veel mensen de kerk de rug toe keren.
  170. Men kan geen herkenning vinden in "Het Woord" binnen de kerk, en 
  171. de harde werkelijkheid buiten die kerk.
  172.  
  173. Daarnaast zal er bij 'n toenemend aantal christenen een afnemende
  174. behoefte aan wonderen gaan ontstaan - door betere scholing - als
  175. dragers van de evangelische boodschap. Men zal meer aanspreekbaar
  176. worden op de sociale kontekst, waarmee er in het bestaan van alle
  177. dag dan iets gedaan zal kunnen worden. Het scheppingsverhaal, het
  178. veranderen van water in wijn of het geboren worden uit een maagd,
  179. zijn dan niet meer zo belangrijk als bizondere gebeurtenissen, om
  180. de werkelijke boodschap over te kunnen brengen. De Christus werd
  181. volgens bijbelse overleveringen geboren uit de maagd Maria zonder
  182. tussenkomst van een man. Een waarlijk wonder dus.
  183.  
  184. De genetica leert ons inmiddels wel dat zoiets slechts zal kunnen 
  185. geschieden, wanneer van spontane kloning sprake is. Deze zou door
  186. Gods Wil kunnen zijn bewerkstelligd. Maar dan nog zou dit wonder
  187. een wonder boven wonder betekenen, omdat in dat geval de Christus
  188. 'n vrouw moet zijn geweest. Ook al neem ik aan dat Jezus Christus
  189. (als politiek aktivist) een man was in de kultuur van zijn tijd, 
  190. waar een vrouw toen, maar ook vandaag, niet een rol van betekenis
  191. kon spelen, om een blijvende boodschap achter te kunnen laten aan
  192. de mensheid (intocht in Jeruzalem). Een aspekt waarvan het tweede
  193. gebod ook de kerk zèlf nog niet heeft kunnen bevrijden.
  194.  
  195. Dat is wat ik wil noemen: DE INVERSIE VAN HET GELOVEN, omdat soms
  196. afstandelijkheid en onwaarschijnlijkheid, niet in overeenstemming
  197. te brengen zijn met het "weten en het begrijpen" van de mens Anno
  198. Domini 1988. Frappant is evenwel, dat weliswaar onze jaartelling
  199. wel afgestemd blijkt te zijn op het christendom, maar "NIET" onze
  200. benamingen van de kulturele vormgeving, zoals het benoemen van de
  201. dagen en van de maanden en de seizoenen. Misschien is het wel een
  202. teken dat verstaan moet worden, om zo te begrijpen waarom in onze
  203. CHRISTELIJKE KULTUUR, nu toch heidense namen worden gebruikt voor
  204. dingen waarvoor de Batavieren en de oude Romeinen respekt hadden,
  205. en daarin ook hun geloof beleefden.
  206.  
  207. Het lijkt mij duidelijk dat de grootste krachtproef van deze tijd
  208. zal zijn: het dichten van de kloof tussen arm en rijk, en tussen
  209. Noord en Zuid. Daarbij zal de kerk steeds duidelijker de kant van
  210. de armen moeten kiezen, om de leer dan weer in overeenstemming te 
  211. brengen met het maatschappelijk funktioneren van onze kerken. Het
  212. particuliere bezit van een Japanse miljardair bijvoorbeeld, wordt
  213. per ultimo 7 juni 1988 hoger geschat dan vijftig miljard gulden.
  214. Waarmee tevens heel duidelijk wordt, dat andere mensen hiervan nu
  215. niets bezitten. Deze menselijke vergaarbak van bezit zal naar de
  216. verkondiging van Marcus 10 beslist geen schijn van kans maken, om
  217. Petrus aan de Hemelpoort te passeren.
  218.  
  219. De laatste opmerking lijkt wat onwerkelijk, omdat door het begrip 
  220. HEMELPOORT iets konkreets als van 'n bouwwerk wordt gesuggereerd;
  221. en met de optie om in een kennelijk begrensde ruimte - DE HEMEL -
  222. binnen te kunnen gaan. Ik geloof dat wanneer de mens een toekomst
  223. heeft na de dood - dat zonder de dubbele bodem van de uitbuiting
  224. van het hedendaagse - deze dan als entiteit van geluk mag spreken
  225. op te kunnen gaan in de kollektiviteit van het eeuwig bewustzijn.
  226.  
  227. Ik weid hierover even uit, om aan te geven dat men begrippen vaak
  228. hanteert zonder eigenlijk de juiste betekenis of de kontekst daar
  229. van te kennen. Bovendien had ik gehoopt op 'n meer konkrete aktie
  230. vanuit de leiding van de kerk; en eigenlijk niet op een enigszins
  231. ongrijpbare verwijzing naar een encycliek, waaruit ook in de kerk
  232. nauwelijks geciteerd wordt.
  233. Daarom vraag ik u met klem, de vermaning van de paus ten opzichte
  234. van bezit en geld ook door te trekken naar de beschouwing over de
  235. verantwoordelijkheid van onze wereldlijke overheid met betrekking 
  236. tot het beheren en sturen van het instrument dat mensen - zonder
  237. uitzondering - met elkaar verbindt.
  238.  
  239. In afwachting namens de armen,
  240.  
  241. Westkade 227, 
  242. 1273 RJ Huizen.                           Tr. R.M. Brockhus
  243.