home *** CD-ROM | disk | FTP | other *** search
/ Languages Around the World / LanguageWorld.iso / translat / babylon / minister.zns < prev    next >
Encoding:
Text File  |  1992-09-29  |  15.7 KB  |  308 lines

  1. Aan de Raad van Ministers                   Huizen, 28 juli 1989.
  2. Binnenhof 20, kamer 1
  3. 2513 AA 's-Gravenhage
  4.  
  5. Excellenties,
  6.  
  7.  
  8. Referend naar mijn brief van gisteren, waarin ik u een tabel deed
  9. toekomen met 't leggen van enige relatie van het monetaire beleid
  10. van de Nederlandsche Bank NV, vanaf 1955, met de ontwikkeling van
  11. de werkloosheid, laat ik u weten dat de konklusie in die brief al
  12. te zeer beperkt is. Natuurlijk was dat niet voor niets gedaan; en
  13. dit schrijven uiteraard ook niet.  Ook nu weer zal ik niet geheel
  14. hoeven ontsluieren, waarom de werkloosheid zich ontwikkelde in de
  15. afgelopen decennia zoals deze zich ontwikkelde, omdat ik meen dat
  16. u, universiteiten en politieke partijen al voldoende geïnformeerd
  17. zijn in de afgelopen zeven jaren.
  18.  
  19. Vandaag vier(?) ik de verjaardag van het feit dat ik samen met de
  20. heer H.H. Bor in persoon een analyse overhandigde over de relatie
  21. tussen:
  22.  
  23.     "DE FATALE GELDPOLITIEK VAN DE NEDERLANDSCHE BANK NV EN DE
  24.      WERKLOOSHEIDSONTWIKKELING IN DE ZESTIGER-ZEVENTIGER JAREN"
  25.  
  26. aan een medewerker ten kantore van de FNV-vakcentrale  - om 13.15
  27. uur -  en een uur later bij het VNO. Toentertijd (het was net als
  28. nu bloedheet) was de heer Wim Kok nog voorzitter van zijn FNV, en
  29. de heer Chris van Veen de voorzitter van het VNO.
  30.  
  31. Zoals u zeker bekend moet zijn, is de heer H.H. Bor de werkelijke
  32. ontdekker van de technische oorzaken van de economische recessie.
  33. Ik heb ooit eigenlijk alleen de rol gespeeld van sparring-partner
  34. of van de tovenaarsleerling. Het heeft mij veel tijd gekost om de
  35. materie voldoende te beheersen, omdat het niet zo eenvoudig is om
  36. oude denkpatronen te doorbreken en revolutionaire ontdekkingen in
  37. hanteerbare strukturen om te zetten.  Zoals u weet, heb ik eerder
  38. geprobeerd om met een vriendelijker aanzet tot dialoog, deze door
  39. H.H. Bor ontwikkelde technieken en theorieën in de samenleving te
  40. integreren, en daarmee dan een echte oplossing ter beschikking te
  41. krijgen voor het vermijden van een onnodige, vooral onvrijwillige
  42. werkloosheid en verarming.
  43.  
  44. Ik hoor nog door de telefoon de hartekreet van Henk Bor, toen hij
  45. ontdekt had, dat de BTW nog niet verwerkt was in de struktuur van
  46. ons monetaire stelsel met:
  47.  
  48.     "DE BTW IS NIET IN DE TABELLEN VAN HET CBS VERWERKT, ZE
  49.      HANTEREN ALLE CIJFERS EXCLUSIEF DE BTW IN DE NATIONALE
  50.      REKENINGEN.  MIJN GOD, ALS DAT WááR IS !!  ALS DAT NOU 
  51.      WERKELIJK WááR IS !"
  52.  
  53. Vanaf dat moment, werd toen de ene crisisveroorzaker na de andere
  54. snel gevonden, die stuk voor stuk het werkgelegenheidonderhoudend
  55. vermogen van de geldmassa in ons Nederland aantastten. Ik verwijs
  56. u naar het aan de heer Wiegel persoonlijk toegezonden boekje:
  57.  
  58.    "Het economische schandaal van de Eeuw", een fragment
  59.     uit "Good-bye Money" en gepubliceerd in 1981.
  60.  
  61. De heer Wiegel was toen nog vice-premier en stuurde op de laatste
  62. dag van zijn ambtstermijn een brief met 'n korte, nu wel cruciale
  63. reaktie.  Sindsdien heeft hij gezwegen als het alom bekende graf.
  64. Net als G.A. Wagner (ex-Shell), en de huidige president-direkteur
  65. van het Vendex-concern de heer A.J. Verhoef.
  66. Na de betreffende bezoeken begreep men - o.a. bij V&D - waarom de
  67. koopkrachtgrafiek zo'n vreemde knik had gemaakt bij het standaard
  68. bestedingspatroon van de konsument. Natuurlijk heeft men dankbaar
  69. gebruik gemaakt van de kennis en ging sterk op het overnamepad om
  70. de zeer grote voordelen van de "interne liquiditeit" zo te kunnen
  71. ontwikkelen en benutten.
  72.  
  73. Ik moet overigens de Nederlandse pers die uitgebreid op de hoogte
  74. was gesteld hier nadrukkelijk "medeverantwoordelijk" stellen voor
  75. de werkloosheid van vandaag en de pensioenbreuken die daarvan het
  76. gevolg waren. Verder stel ik de respectieve kabinetten vanaf 1981
  77. en alle politieke partijen, rechtstreeks verantwoordelijk voor de
  78. ca. tienduizend zelfdodingen, die het gevolg waren van de sociale
  79. ontwrichting.  U begrijpt wel, dat na zolang proberen iets op een
  80. fatsoenlijke manier in de diskussie te krijgen, en te trachten de
  81. uit de dialoog voortkomende beleidsinstrumenten ten gunste van de
  82. samenleving te activeren, dat ik zo af en toe nogal wat scherp in
  83. mijn benadering van instanties en personen ben geworden. In ieder
  84. geval kan niemand in de laatste kabinetten voor zich opeisen, dat
  85. hij of zij de ambtseed werkelijk serieus heeft genomen.
  86.  
  87. Consequent heeft een ieder die op beleidsbepalende bestuursposten
  88. verantwoordelijk was voor het vormgeven van het beleid voor enige
  89. werkloosheidvermindering ten onrechte gezwegen. Ook de ambtenaar. 
  90. Om het nu evenwel niet te uitvoerig te maken en ter zake te komen
  91. wil ik u een hoofdstuk uit zijn boek:  "HET ECONOMISCHE SCHANDAAL
  92. VAN DE EEUW" overnemen. En zoals al mijn brieven is ook deze c.c. 
  93. pagina 22
  94.  
  95. De quantiteitsformules van de Nederlandsche Bank NV
  96.  
  97. U begrijpt dat een dergelijk eenvoudig getal, dat wordt verkregen
  98. door de hoeveelheid "primair-geld" te delen door het door het CBS
  99. gepubliceerde getal, dat onze nationale produktie weergeeft, geen
  100. uitgangspunt kan zijn voor beslissingen van de Nederlandsche Bank
  101. NV. Voor het vaststellen van de hoeveelheid geld die in Nederland
  102. nu in omloop moet zijn, kunnen zeer complexe, ook heel ingenieuze
  103. theorieën worden toegepast.
  104. Deze theorieën, zijn meestal niet gebaseerd op de reeds eerder in
  105. dit boek gehanteerde quantiteitsformules.  Bij het bepalen van de
  106. hoeveelheid geld die in omloop is, wordt nu al vele jaren gebruik
  107. gemaakt van het begrip GELDQUOTE of LIQUIDITEITSQUOTE, waarbij de
  108. geldhoeveelheid of liquiditeitmassa wordt uitgedrukt in procenten
  109. van het nationaal inkomen.
  110.  
  111. Zowel de overheid, als de Centrale Banken van West-Europa, hebben
  112. bij het bepalen van hun economisch beleid altijd zeer veel waarde
  113. gehecht aan de Keynesiaanse theorie van John Maynard Keynes. Deze
  114. ongetwijfeld beroemde econoom, heeft de kasvoorraadtheorie verder
  115. uitgediept die reeds door andere geld-deskundigen, die ook tot de 
  116. Cambridge-school behoorden, was ontwikkeld.
  117. De opvattingen van Keynes breken met de gedachte dat rechtstreeks
  118. een betrekking bestaat, tussen de geldhoeveelheden en de prijzen.
  119. (Irving Fisher deed dat in 1911 niet) Dat is dus de gedachte, die
  120. in de eerder ontwikkelde "quantiteitstheorieën" wordt gehanteerd.
  121. Volgens Keynes beïnvloedt de geldhoeveelheid indirekt de prijzen.
  122. In dit verband spelen ook al de rentevoet, de werkgelegenheid, de
  123. investeringen en de produktie een belangrijke rol.
  124. Ook de goederenvraag en het goederenaanbod worden in deze theorie
  125. niet vergeten. J.M. Keynes was als engels econoom 'n zeer geziene 
  126. figuur.  Hij publiceerde in 1936 een uiterst belangrijk boek, met
  127. als titel:  "DE THEORIE VAN DE WERKGELEGENHEID, INTEREST EN GELD"
  128.  
  129. Keynes heeft vele regeringen geadviseerd. Van Roosevelt tot & met
  130. Churchill. Hij was de grote man die het hoofdbeleid bepaalde voor 
  131. de financiering van de Tweede Wereldoorlog aan geallieerde zijde.
  132. Hij was ook de man die, betrokken als hij was bij het VERDRAG VAN
  133. VERSAILLES dat in 1919 werd gesloten, voorspelde: dat dit verdrag
  134. door zijn bekrompenheid wel de kiem in zich droeg voor een nieuwe
  135. oorlog. Keynes was dus een man, die het gelijk aan z'n zijde had.
  136. Ook een man,  die in zijn boek van 1936 toch ruiterlijk durfde te
  137. erkennen,  dat een aantal van zijn eerder gepubliceerde inzichten
  138. geen hout sneden.
  139.  
  140. Keynes hanteerde in zijn vele adviezen het principe dat:
  141. - Volledige werkgelegenheid uitsluitend kan worden bereikt indien 
  142.   de overheid en de centrale banken heel bewust de investering in 
  143.   nieuwe kapitaalgoederen bevorderen, tegelijkertijd een goedkoop 
  144.   geld politiek hanteren; en in een tijd van recessie eveneens de 
  145.   overheidsinvesteringen laten toenemen.
  146.  
  147. We weten nu, met alle respect voor Keynes, dat zijn theorieën ook
  148. discutabel zijn.   Natuurlijk waren er Nederlanders, die al jaren
  149. fel opponeerden tegen deze, naar hun mening onjuiste opvattingen.
  150. Een van de velen, die in Nederland nauwelijks is gehoord, was Dr.
  151. W.P. Roelofs, voormalig stafmedewerker van de Nederlandse Octrooi
  152. Raad.
  153. Dr. Roelofs promoveerde in 1951 in Delft op een proefschrift over
  154. een angelsaksische monetaire en economische ketterij. Dr. Roelofs
  155. wordt hier aangehaald, omdat ondanks het feit, dat hij in 1974 de
  156. eerste prijs won in een in Italië uitgeschreven "essay-wedstrijd"
  157. met een opstel over:
  158.  
  159.    "DE FATALE FOUT IN:
  160.     THE GENERAL THEORY OF EMPLOYMENT, INTEREST AND MONEY"
  161.  
  162. van Dr. John Maynard Keynes, toch nimmer enige aandacht, noch van
  163. het Ministerie van Economische Zaken, noch van het Ministerie van 
  164. Financiën heeft gekregen.
  165. In zijn afscheidscollege van Dr. Roelofs voor de Octrooiraad op 2
  166. mei 1975, noemde Dr. Roelofs zichzelf - naar zijn mening niet ten
  167. onrechte - een Donquichotte die niet vecht tegen windmolens, maar
  168. wel tegen de Bierkaai.
  169. Roelofs stelt dat de Bierkaai in Nederland wordt vertegenwoordigd
  170. door die lieden die het vak, de wetenschap van de droevige figuur 
  171. - The Dismal Science, zoals dat in 't engels wel heet - officieel
  172. hebben gestudeerd, en die door hun opleiding van meet af aan zijn
  173. verprutst - deze Bierkaai wordt vertegenwoordigd door geborneerde
  174. ignoranten.
  175.  
  176. Het is misschien nuttig, om een deel uit het bedoelde college aan
  177. te halen.
  178.  
  179.   - The Dismal Science was de spotnaam die 'political economy' in 
  180.     de vorige eeuw kreeg,  wegens het volstrekte gebrek aan enige 
  181.     overeenstemming tussen theorie en werkelijkheid.  Dat gold al 
  182.     voor de klassieke economie (Adam Smith, Ricardo cs) het geldt
  183.     helaas nog altijd zo'n kleine veertig jaar na de Keynesiaanse  
  184.     revolutie, die J.M. Keynes in de economie veroorzaakt heet te 
  185.     hebben.
  186.  
  187. In zijn reeds genoemde in 1936 verschenen boek,  waarin Keynes de
  188. moed heeft uit te spreken, "dat veel van wat hij tientallen jaren
  189. heeft onderwezen fout was". Waarmee hij aantoonde, dat het gebrek
  190. aan overeenstemming tussen theorie en werkelijkheid z'n oorsprong
  191. vindt in premissen waarop de theorie berust.
  192. Premissen, die niet blijken te beantwoorden aan de werkelijkheid.
  193. Te weten:  (a) De stelling dat elk aanbod van goederen zijn eigen
  194. vraag schept. Wat impliceert, dat er een tekort aan koopkrachtige
  195. vraag niet kan bestaan, evenmin als afzet-crises of conjuncturele
  196. werkloosheid, en (b) de opvatting dat interest de prijs is die de
  197. investeerders (en uiteindelijk de consumenten) moeten betalen, om
  198. spaarders te doen sparen, en de interestvoet de grootheid is, die
  199. sparen en investeren met elkaar in evenwicht brengt; en wel onder
  200. de condities van een "volledige werkgelegenheid" die noodzakelijk
  201. voortvloeien uit de eerste premisse. [*]
  202.  
  203. Dat deze eerste premisse steeds meer in flagrante strijd met vele
  204. feiten bleek te zijn, kon de gemoedsrust van de econoom blijkbaar
  205. niet verstoren. Ik wil hierop nu niet heel uitvoerig ingaan. [**]
  206. Keynes heeft toch in zijn boek de onjuistheid van beide premissen
  207. overtuigend genoeg aangetoond. Ketters met een minder gezag [***]
  208. hadden dat al eerder gedaan.  Helaas, heeft Marx zijn economische
  209. theorie gebaseerd op de theorie van de klassieke economen en daar
  210. mee de socialisten in het slop gevoerd.  [Tot zover Dr. Roelofs.] 
  211.  
  212. Het is dus duidelijk dat Keynes en zijn opvattingen en het daarop
  213. gebaseerde economische beleid in Nederland niet overal in gelijke
  214. mate werd geapprecieerd. Het heeft er zo alle schijn van, dat het
  215. misschien toch wel nuttig zou zijn geweest indien men ook eens de
  216. tegenstanders van de leer aan het woord zou hebben gelaten.
  217. Het staat evenwel vast,  dat de opvattingen van Keynes een zekere
  218. goedmoedigheid met betrekking tot een wat ruimere inflatie hebben
  219. doen ontstaan. (Nu geheel niets van te merken) Men heeft algemeen
  220. verondersteld, dat die goedmoedigheid de onontkoombare: "CREEPING
  221. INFLATION" in "Inflation á la Speedy Gonzales" heeft omgezet. Dat
  222. was echter een duidelijke "denkfout".
  223.  
  224. Met betrekking tot  de door de Nederlandsche Bank N.V. toegepaste
  225. formules voor het bepalen van de geldhoeveelheid, stoten we nu op
  226. nog een econoom,  die een uitermate grote invloed op de handel en
  227. wandel van de Nederlandsche Bank N.V. heeft gehad.  Bedoeld wordt
  228. hier Wilhelm Marinus Holtrop. De man die van 1 mei 1946 tot 1 mei
  229. 1967 als president van de Nederlandsche Bank NV in Nederland toen 
  230. economische accenten zette.
  231. Holtrop trad in de voetsporen van Keynes. Daar Dr.Holtrop in 1928
  232. promoveerde op het onderwerp van "DE OMLOOPSNELHEID VAN HET GELD"
  233. mogen we aannemen, dat binnen deze Nederlandsche Bank de bewaking
  234. van het geldvolume een heilig huis is.
  235. De auteur heeft er geen behoefte aan de deur van dit heilige huis
  236. in te trappen. Dat geldt temeer indien men bedenkt dat Dr.Holtrop
  237. bovendien in 1963 een boek schreef met als titel:
  238.  
  239.       "MONETARY POLICY IN AN OPEN ECONOMY".
  240.  
  241. Het staat echter wel vast,  dat de gezichtspunten van Dr. Holtrop
  242. zijn geformuleerd voor de jaren na 1965. Ook Dr. Holtrop kon niet
  243. voorzien,  welke ingrijpende veranderingen er in onze samenleving
  244. zouden plaatsvinden die dan alle bestaande theorieën omver zouden
  245. werpen.
  246. Door deze veranderingen niet te zien, (zie de brief aan de Tweede
  247. Kamer als bijlage van de brief van gisteren) heeft de leiding van
  248. de Nederlandsche Bank N.V., zichzelf (en nu ook de politiek) voor
  249. onbarmhartige kritiek opengesteld. Het heilige huis is afgebrand.
  250.  
  251. Tot zover dit fragment, wat ik aanvul met een volgend, elders uit
  252. het boek van H.H. Bor.
  253.  
  254. DE CONSEQUENTIES VAN DE BTW-PING-PONG
  255.  
  256. Het feit, dat we hiervoor geregistreerd hebben is natuurlijk heel
  257. absurd. Om vast te kunnen stellen hoe absurd het is kijken we nog
  258. weer eens naar het percentage van de Primaire Liquiditeit van het
  259. Bruto Nationaal Produkt over een aantal jaren.
  260.  
  261. jaartal      % PL van het BNP  
  262. 1965     |        13,57 %      |  Het gat in de "geldvoorziening"
  263. 1966     |        13,52 %      |  in 1969 was 1,44 % van het BNP,
  264. 1967     |        13,41 %      |  ofwel: 13,652 miljard gulden !!
  265. 1968     |        13,36 %      |          
  266. 1969     |        13,44 %      |  14,88 % | <=== Dit is het % aan
  267. 1970     |        13,23 %      |  PL dat minimaal ter beschikking
  268. 1971     |        13,74 %      |  had moeten zijn !
  269.  
  270. Er is wel geen twijfel over, dat de Nederlandsche Bank NV op geen 
  271. enkele wijze enige behoefte had gevoeld om ten behoeve van de BTW
  272. geld in omloop te brengen. Ook de overheid pakt de BTW-zaak op 'n
  273. meer dan dilettantische wijze aan. Er is/was geen kijk op dat het
  274. bedrijfsleven enige hulp wordt geboden om problemen op te lossen.
  275. Er ontstonden twee problemen:
  276.  
  277.  1) Het bedrijfsleven moest geld in die BTW-PING-PONG investeren. 
  278.     Men realiseerde zich in 1969 nog niet dat die investering met 
  279.     elke verhoging van deze BTW dus aanzienlijk groter werd.
  280.  2) De werkelijk beschikbare geldhoeveelheid wordt daarmee verder
  281.     verkleind, doordat ook voor deze "funktionele verandering" in
  282.     onze economie weer meer circulatievermogen (geld) nodig is.
  283.  
  284. Excellenties, het zal u wel duidelijk zijn dat ik een ieder van u
  285. aansprakelijk stel voor de werkloosheid van welke Nederlander dan
  286. ook. Dit naast het gegeven, dat werkloosheid op zich heus niet zo
  287. verschrikkelijk behoeft te zijn. Maar wel de armoede die zeker al
  288. te vaak een gevolg is van een te laag inkomen, en het verlies van
  289. een pensioenvoorziening; danwel van het niet kunnen opbouwen daar
  290. van. Bij u persoonlijk zit dit laatste wel goed, heb ik begrepen. 
  291.  
  292. Noten:
  293. *   Eva werd verleid door een slang in het paradijs. De uitvinder 
  294.     van de slang moet in ieder geval wel familie van Roelofs zijn 
  295.     gezien zijn ellenlange zinnen.
  296.  
  297. **  Onze Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen is, tot nu toe, de enige
  298. *** econoom die zwart op wit durft te erkennen: "Dat hij van geld 
  299.     geen verstand heeft." Hij mag, wat mij betreft, hiervoor weer 
  300.     een nieuwe Nobelprijs ontvangen. Maar dan voor "eerlijkheid".
  301.  
  302. c.c. Tr. R.M. Brockhus
  303.      Westkade 227
  304.      1273 RJ Huizen                                  hoogachtend,
  305.      02152-68153
  306.  
  307. p.s. Afschrift naar Paul Witteman voor de verkiezingsdiskussies.
  308.