Op 30 mei 1992 begon het Frans-Duitse televisiestation ╘arte╒, dat zich meteen zonder een spoortje bescheidenheid als ╘Europees cultuurkanaal╒ afficheerde, met uitzenden. Om diverse redenen een weinig overtuigende start - zo werd bijvoorbeeld GÄrard Depardieu ingehuurd om in reclamespotjes aan de kijkers uit te leggen dat ╘arte╒ heus niet elitair zou worden - waaraan vier jaren van ingewikkelde voorbereidingen en politiek gekonkel voorafgingen.
Het was Franìois Mitterand zelf die in 1988 tegenover Helmut Kohl een balletje had opgegooid over grensoverschrijdende televisiesamenwerking. Het Franse staatshoofd zat eigenlijk verlegen om geld voor zijn peperdure cultuurzender ╘La Sept╒, die volledig door de staat werd gefinancierd. ╘La Sept╒ was opgericht als een soort goedmakertje, nadat de regerende socialisten eerst diverse publieke zenders hadden geprivatiseerd en vervolgens tot de ontdekking waren gekomen dat met name La Cinq en M6 wel erg veel commerciæle pulp afscheidden. Die ╘veramerikanisering╒ van hun cultuur, waarvoor de Fransen sowieso extra beducht lijken te zijn, moest met de culturele grandeur van nummer zeven, ╘La Sept╒ worden tegengegaan. De veelbekritiseerde, slecht te ontvangen zender kostte de staat meer dan 200 miljoen gulden per jaar. Dus, nu de Frans-Duitse politieke relatie toch aan het opbloeien was - kon Kohl niet wat marken fourneren om ook de culturele entente te bevorderen? Een fijn plan: een ╘Europees╒ cultuurkanaal, met als centrale vestiging ╘ARTE G.E.I.E.╒ in - hoe kan het anders - Strasbourg/Straºburg, met een Frans filiaal in Parijs (La Sept) en een Duitse ╘poot╒ in Baden-Baden: ARTE Deutschland TV GmbH. Bondskanselier Kohl gaf Lothar Spèth (ook CDU) opdracht om de zaak te regelen, en die vertrouwde de Duitse projectleiding toe aan Willibald Hilf (ook CDU), Kohls oude vriendje van de staatskanselarij in Mainz, daarna intendant bij de Sƒdwestfunk.
En dus kwam ╘ARTE Deutschland╒ in Baden-Baden terecht.
Hilf zag het helemaal zitten met ╘arte╒, volgens hem moest de nieuwe zender de ╘mentale slagbomen╒ tussen de landen van Europa helpen verwijderen. EÄn Duitse arte-partner stond inmiddels vast: het Zweites Deutsches Fernsehen. De in Mainz gevestigde zender was Helmut Kohl, die daar in de raad van bestuur heeft gezeten, sowieso gunstig gezind (al wendt de kanselier zich tegenwoordig bij voorkeur tot het commerciæle station Sat 1, eigendom van Leo - ook CDU - Kirch en Springer). Weliswaar had ZDF-intendant Dieter Stolte (ùùk CDU, hij zit bijvoorbeeld in de CDU-mediaraad) liever een Europees muziekkanaal gehad, maar een cultuurkanaal was ook goed. Vervolgens moest nog enige druk worden uitgeoefend op de ╘algemene╒ ARD, het eerste Duitse net waar Kohl niet van houdt omdat het doorgaans gepaste afstand neemt van het doen en laten van de bondskanselier. Via de ARD gingen in feite alle televisiezenders van de Duitse deelstaten participeren in ╘arte╒, ook die van de ╘nieuwe╒ deelstaten in de voormalige DDR. Helmut Kohl heeft het spel zeer leep gespeeld door ÄÄn dag voor de Duitse eenwording, dus op 2 oktober 1990, het besluit te laten ratificeren waardoor alle Duitse huishoudens - ook die in de ex-DDR, waar men sowieso al veel meer kijk- en luistergeld zou moeten gaan betalen - een verhoging van negen mark per jaar kregen opgelegd, geheel ten bate van ╘arte╒. Zo haalde de bondskanselier op de valreep nog tientallen miljoenen marken extra binnen, terwijl ╘arte╒ in Oost-Duitsland ook nu nog niet of nauwelijks ontvangen kan worden.
De naam ╘arte╒ wekt niet alleen de associatie op met het Latijnse ╘ars-artis╒ (=kunst), het is in feite de afkorting van Association Relative ê la TÄlÄvision EuropÄenne. Want de rest van Europa moet ook mee gaan doen. Bij de vennoten La Sept, ZDF en ARD heeft zich later ook nog de RTBF gevoegd, de zender voor Franstalig Belgiæ, Walloniæ dus. Of ook andere Europese landen in de toekomst bij ╘arte╒ zullen aankloppen? Heinz Ungureit is, indachtig zijn functie van ╘Direktor fƒr Europèische Programmbeteiligung im ZDF╒, uiteraard hoopvol gestemd: hij noemt Italiæ, Engeland, Spanje, Polen wellicht. Maar de waarheid is dat de rest van Europa, Nederland incluis, voorlopig helemaal geen zin heeft in samenwerking met ╘arte╒. De zender wordt voornamelijk als een politiek prestige-object beschouwd en de Europese kijker zou geen behoefte hebben aan de ╘elitaire╒ arte-programma╒s.
Dat valt nog te bezien. ╘arte╒ beschikt over een gezamenlijk budget van 400 miljoen gulden per jaar, en daarmee zijn leuke dingen te doen. La Sept, nog steeds geheel uit overheidsmiddelen bekostigd, heeft zich verplicht de helft van de uit te zenden programma╒s aan te leveren, ZDF en ARD dragen elk 25 procent (400 uur televisie) bij. Niet allemaal nieuw natuurlijk, La Sept kan bijvoorbeeld putten uit een fors bestand aan documentaires, speelfilms en televisiedrama╒s. Die zijn vaak als co-produkties vervaardigd, dikwijls samen met het Britse Channel 4 maar ook wel met andere producenten.
De ARD en het ZDF streven ernaar om hun aandeel in de programmering voor minstens ÄÄnderde uit nieuw vervaardigde programma╒s te laten bestaan, zodat in elk geval tweederde van het gebodene voor de Franse en Duitse kijker nieuw is. Deze quota worden scherp in de gaten gehouden, want voor elke bijdrage ontvangt de ╘leverancier╒ tussen de 90.000 en 330.000 gulden uit de goed gevulde ╘arte╒-kas. Vreemd genoeg maakt het niet uit of het daarbij om een nieuw programma of om een herhaling gaat. De verleiding om te herhalen is dus groot, wat de zender al is komen te staan op de neerbuigende kwalificatie ╘afspeelstation voor oude programma╒s╒. Terwijl in veel van die oude programma╒s juist de schaar wordt gezet; ze worden aangevuld of juist ingekort, het commentaar wordt aangepast etc., met als doel een thematische samenhang tussen de programma╒s aan te brengen: ╘arte╒ zendt namelijk drie avonden per week zogenaamde thema-avonden uit. Die formule is overigens afgekeken van de Duitstalige cultuurzender 3sat, die op haar beurt een ╘best of╒-selectie uitzendt van de cultuurprogramma╒s van ARD, ZDF, de SRG uit Zwitserland, en de ORF uit Oostenrijk.
Het station was nog maar nauwelijks begonnen met uitzenden of de kritiek barstte los. Zo meende Bernard Pivot, de befaamde boekenprogrammamaker, dat de zender niet meer zou zijn dan een ╘cultureel getto╒ voor een klein groepje zelfbevlekkers in medialand. En de schrijfster Franìoise Giroud liet zich vernietigend uit (╘nul komma nul╒) over het korte journaal van half negen, dat ╘8_╒ heet, uiteraard een melige verwijzing naar ╘Otto e mezzo╒ van Fellini. Een ander punt van kritiek gold de beperkte ontvangstmogelijkheden van ╘arte╒ in Duitsland, wat de zender meteen de bijnaam ╘Kanal fƒr Blinde╒ opleverde. Inmiddels kan ╘arte╒ in meer dan tien miljoen Duitse huishoudens worden ontvangen, dus ongeveer ÄÄnderde van alle Duitsers kan het programma nu bekijken. In de loop van 1994 zal ╘arte╒ worden uitgestraald via de Astra-satelliet, wat de mogelijkheden voor ontvangst - ook in Nederland - groter maakt. In Frankrijk kan 85 procent van de huishoudens het cultuurkanaal ontvangen. En dus werd ╘arte╒ in Frankrijk veel eerder vergeleken met andere zenders, voelde het zich veel eerder tot een zekere concurrentie gedwongen dan in Duitsland, waar het kanaal slechts door een minderheid kan worden ontvangen.
Dit gegeven leidde al drie maanden na de eerste uitzending tot knetterende Frans-Duitse ruzie. JÄrÖme ClÄment, chef van ╘La Sept╒ en algemeen voorzitter van ╘arte╒ (vice-voorzitter is overigens de gewezen ARD-chef Dieter Schwarzkopf), wilde een ╘completere╒ zender, waarmee hij bedoelde dat er meer pret moest komen, om te beginnen een, jawel, spelletje. Een spelletje op ╘arte╒? Daar zou een precedentwerking van uitgaan (we herinneren ons de geruisloze introductie van het spelletje ╘Lingo╒ op Nederland 3, hoewel dat net toch ook van VARA-voorzitter Marcel van Dam best een ╘NRC op de buis╒ had mogen worden), en dat was tegen het zere been van de Duitsers: ╘Het programmaconcept verwatert beetje bij beetje, de zender gaat mee in de race om de kijkcijfers╒, aldus Peter von Rƒden, die zich namens de NDR met ╘arte╒ bezighoudt. De Duitsers hielden hun culturele poot stijf, maar kregen vervolgens het verwijt dat ze ╘arte╒ te veel als melkkoe gebruikten door het recyclen van oude programma╒s. Ook deze binnenbrand werd voorlopig geblust.
╘Arte╒ heeft natuurlijk ook succesjes geboekt. Zo kreeg de zender de Europese premiÅre van Die zweite Heimat, het mammoetproject van Edgar Reitz dat vorig jaar ook door de VPRO is uitgezonden. Daarmee verdiende de WDR (onder het motto: ╘arte pakt ons toch weinig kijkers af╒) bijna vijf miljoen gulden terug van de 25 miljoen die deze Keulse zender in de serie had geònvesteerd. ╘Die zweite Heimat╒ kostte in totaal veertig miljoen, en was daarmee de duurste produktie uit de Europese tv-geschiedenis. Indrukwekkende cijfers die hier vooral worden genoteerd ter onderstreping van het feit dat kwalitatief hoogstaande tv-produkties in toenemende mate alleen nog door internationale co-financiering verwezenlijkt kunnen worden. Zoals inderdaad bij veel ╘Europese╒ speelfilms en televisiefilms al geruime tijd de praktijk is, maar zo╒n werkwijze kan natuurlijk ook worden toegepast bij andere genres, zoals documentaires en vooral: documentaire series, of bij registraties van ╘Europese╒ muziekpremiÅres (opera!). Bij internationale samenwerking schort het vooral aan continuòteit, en op die ideæle leest is het ╘Europese╒ kanaal ╘arte╒ in feite geschoeid: internationale co-financiering alleen is niet voldoende, vervolgens moet geprobeerd worden de vakbekwaamheden, de specialisaties, de artistieke ideeæn van programmamakers zo veel mogelijk internationaal te bundelen, waardoor op z╒n minst een soort artistiek-programmatische kruisbestuiving kan plaatsvinden. De rest is een kwestie van faciliteiten en geldelijke middelen, en daarin zou ╘arte╒ dan kunnen voorzien. ╘arte╒-propagandisten als Heinz Ungureit voeren aan dat 90 procent van de Europese televisie-programma╒s nooit de eigen landsgrenzen overschrijdt, en dat zou eens afgezet moeten worden tegen het feit dat het vrije verkeer van personen en produkten binnen de Europese binnenmarkt inmiddels heel normaal is geworden. Ja, zo lusten wij er nog wel een paar, maar er zit ook veel waars in.
Is het grensoverschrijdende gedachtengoed van ╘arte╒ ook terug te vinden in de programmering? Ja, de programma╒s die dagelijks tussen 17.00 en 01.00 uur worden uitgezonden, vertonen nadrukkelijk ╘Europese╒ accenten, waarbij de zender overigens prettig gevrijwaard blijft van vermoeiende reclameboodschappen plus hun omlijsting van programma-aankondigingen vùùr en na diezelfde reclame, waaraan zich ook de publieke zenders steeds meer overgeven. ╘arte╒ is overigens niet afkerig van sponsoring, maar daar hoeft de kijker niks van te merken.
Woensdag is het muziekdag op ╘arte╒. Onder de titel ╘musica╒ wordt vanaf 20.40 uur een muzikale thema-avond samengesteld door de afdeling ╘Theater und Musik╒ van het ZDF, die onder leiding staat van Stefan Felsenthal, ooit werkzaam als Hoofd Drama bij de NOS. Op ╘arte╒ wordt de ╘ernstige╒ muziek nog niet tot de periferie van het uitzendschama veroordeeld. Het ZDF had al ideeæn over een Europees muziekkanaal klaarliggen, en die zijn nu in gewijzigde vorm verwezenlijkt in ╘arte╒. Het idee van de thema-avond stamt overigens van Eckart Stein, sinds jaar en dag de drijvende kracht achter ZDF╒s Das kleine Fernsehspiel, het internationale podium voor aankomende filmmakers dat dit jaar op het Filmfestival in Rotterdam een passende hommage kreeg in de vorm van een retrospectief. ╘Voor de publieke omroep in Europa is Das kleine Fernsehspiel zonder enige twijfel een lichtend voorbeeld╒, aldus Hans Beerekamp in de NRC (21/1/94), om er later aan toe te voegen: ╘Een serie als Das kleine Fernsehspiel zou in Hilversum weggehoond worden als een elitaire vrijplaats, waar het kijkgeld niet voor bestemd is╒. Maar wie weet, misschien kan VPRO╒s ╘Lolamoviola╒ in de toekomst uitgroeien tot de Nederlandse pendant (opvolger?) van Das kleine Fernsehspiel. Want het retrospectief in Rotterdam betekent waarschijnlijk ook een vroegtijdig afscheid van Das kleine Fernsehspiel: de ZDF-directie heeft al een poging gedaan het programma de nek om te draaien, op grond van de kijkcijfer-waan natuurlijk, en zal in 1995 hoogstwaarschijnlijk definitief toeslaan. In Duitsland immers vechten de publiekrechtelijke ARD en ZDF - wier inkomsten uit reclame vorig jaar dramatisch zijn teruggelopen - sinds een jaar of tien een concurrentiestrijd uit met de commerciæle zenders. Het gaat allang niet meer om programma╒s maar om marktaandelen, en die van de commerciælen (RTL, Sat 1 en anderen) liggen veel hoger dan die van de publieke zenders en stijgen nog steeds. Met enige vertraging heeft dat spookbeeld ook in Hilversum, Holland z╒n intrede gedaan, en volgens de jongste cijfermodellen moeten Nederland 1, 2 en 3 een marktaandeel van minstens 50% halen, om precies te zijn respectievelijk 26, 17 en 10%
In het licht van deze ontwikkelingen definieert Eckart Stein zijn positie bij Das kleine Fernsehspiel als volgt: ╘Ik zou beslist een slechter programma maken als ik mezelf zou opleggen hogere kijkcijfers te halen. (hij komt nooit boven een kijkdichtheid van 2% - red.) Ik zie heus wel in dat in het ZDF-huis uiteenlopende vogels moeten leven, zowel leghennen als sierduiven. Maar met sierduiven kun je weinig bereiken als je hen een bepaald leg-quotum oplegt.╒ Waarmee hij natuurlijk de kern van de zaak blootlegt en de zorg verwoordt van veel programmamakers, die van hun televiebazen meer programma╒s moeten afscheiden die bovendien hogere kijkcijfers moeten halen.
Terug naar ╘arte╒. Naast de muziekavond (woensdag) kent ╘arte╒ dus thema-avonden, ╘jours titres╒ ofwel ╘Titeltage╒ geheten, en andere zwaartepunten in de programmering: documentaires op zaterdag, thema-avond: wetenschap & techniek op zondag, cinÄma & film op de maandag, maatschappij & samenleving op dinsdag, thema-avond: geschiedenis op de donderdag en literatuur & kunst op vrijdag. Programmachef AndrÄ Harris verklaart de nogal ambitieuze programmering van ╘arte╒ in pathetische bewoordingen: ╘We moeten iets historisch tot stand brengen. Wat de historici tot nog toe niet gelukt is, namelijk een gezamenlijke geschiedenis schrijven, dat moeten wij nu via het medium televisie voor elkaar krijgen╒.
Sedert begin dit jaar overigens zendt het ZDF onder de titel ╘Nachtexpress╒ laat op de avond samenvattingen uit van de thema-avonden op ╘arte╒, zodat we nu ook in Nederland kunnen controleren of die zender z╒n pretenties waarmaakt. Een willekeurige greep uit de thema-avonden (die telkens vier uur duren) van het afgelopen jaar: voyeurisme, Billy Wilder, bestaat Belgiæ?, Sinti en Roma, de Nobelprijs, St. Petersburg, rock╒n╒roll, Polen, ruimtevaart, de Koerden, Frank Zappa, Pruisen, werkende moeders met kinderen, Jacques Tati, architectuur onder Mussolini, Europese wetgeving, arbeid in de toekomst, enzovoorts. In het algemeen worden ook veel muziekuitvoeringen en muziekdocumentaires, toneel & theater, en ballet geprogrammeerd. Het ╘arte╒-aanbod ziet er tamelijk aantrekkelijk, veelbelovend uit.
De Duitse schrijver Walter Jens, tevens voorzitter van de Akademie der Kƒnste en een minstens zo grote cultuurmandarijn als de eerder opgevoerde Bernard Pivot, liet zich dan ook over ╘arte╒ in veel positievere bewoordingen uit dan zijn Franse collega. Jens noemde ╘arte╒ zijn ╘favoriete programma╒, en dan vooral de ╘thema-avonden die nieuwe horizonten open doen gaan╒. Meestal zijn Duitse intellectuelen zuinig met lof over televisie, zo ze al willen toegeven wel eens tv te kijken.
╘Arte╒ heeft inmiddels een klein, maar trouw kijkerspubliek aan zich gebonden: ARTE Deutschland beweert zelfs maandelijks meer dan 500 brieven te ontvangen van enthousiaste kijkers.
En dan nu, last and also least, de onvermijdelijke kijkcijfers! Het zal geen verbazing wekken dat de ╘Arte-isten╒ of ╘arte-ists╒, zoals ze in zowel Duitsland als Frankrijk genoemd worden, een select kijkersgezelschap vormen. In Frankrijk kijken tussen de 80.000 en 400.000 mensen naar ╘arte╒-uitzendingen, bij een speelfilm soms meer dan een miljoen. Marktaandeel: tussen 1,5 en 2 procent. Van Duitsland zijn nog geen betrouwbare cijfers bekend, maar Heinz Ungureit is wat Duitsland betreft al ╘heel blij met 2 ê 3 procent╒ kijkdichtheid. Al met al heeft ╘arte╒ een redelijke kans, gezien de solide financiering, de ideæle opzet en de programmering van de zender, uit te groeien tot een volwaardig cultuurkanaal dat de trits kijkcijferterreur, commercie en verloedering daadwerkelijk buiten de deur weet te houden. Het grote voordeel is en blijft natuurlijk dat ╘arte╒ als cultuurzender niet, of in ieder geval in veel mindere mate hoeft te concurreren met andere zenders, en, bijvoorbeeld niet zelf spelletjes, comedyseries of andere pretprogramma╒s hoeft aan te maken, maar, in de veilige wetenschap dat anderen dat veel beter kunnen, zich uitsluitend kan wijden aan de realisering van een droom: een Europees cultuurkanaal.