42 Klik hier om door de apparaattabbladen te schuiven.
43 De huidige instellingen voor dit apparaat worden rechts weergegeven.
44 Klik hier om de toegewezen acties boven aan de lijst weer te geven.
45 Klik hier om het sorteren van lijsten uit te schakelen.
46 Klik hier om een andere weergave van dit apparaat te bekijken.
47 Klik hier om dit venster te sluiten.
48 De huidige gebruiker van dit apparaat weergeven.
49 Instellingen voor een andere modus weergeven.
50 Klik hier om een ander apparaat te selecteren.
51 Klik hier om door de apparaattabbladen te schuiven.
52 Selecteer een besturingselement met de muis, door een as te verplaatsen of door op een knop te drukken.
53 Klik hier om de toegewezen acties boven aan de lijst weer te geven.
54 Klik hier om het sorteren van lijsten uit te schakelen.
55 Klik hier om een andere weergave van dit apparaat te bekijken.
56 Klik hier om terug te keren naar de aanbevolen instellingen voor dit apparaat.
57 Klik hier om de wijzigingen te accepteren en dit dialoogvenster te sluiten.
58 Klik hier om wijzigingen te annuleren.
59 Selecteer een besturingselement voor het apparaat dat moet worden geconfigureerd.
60 Druk op Enter of dubbelklik op het besturingselement om met de configuratie ervan te beginnen.
61 Dit apparaat aan een speler toewijzen.
62 Configureren voor een andere modus.
63 Selecteer een besturingselement met de muis, door een as te verplaatsen of door op een knop te drukken.
64 De huidige instellingen voor dit apparaat worden rechts weergegeven.
65 De actie bewerken die aan dit besturingselement is toegewezen door op ENTER te drukken of door dubbel te klikken op het besturingselement.
66 Kies uit de lijst een actie voor dit besturingselement. Druk op [Delete] om een actie voor het apparaat te verwijderen. Druk op [Escape] om de bewerking te annuleren.
67 Selecteer een besturingselement met de muis of door op een toets te drukken.
68 Selecteer een besturingselement met de muis.
69 Dit besturingselement kan niet worden omgeleid.