home
***
CD-ROM
|
disk
|
FTP
|
other
***
search
/
Vectronix 2
/
VECTRONIX2.iso
/
FILES_01
/
OUTLNE_3.LZH
/
O_LINE_3.HLP
< prev
next >
Wrap
Text File
|
1992-12-13
|
42KB
|
956 lines
>>> OutLineArt 3.0 HelpText <<<
#MARK1
#CONTEXT-080 Help
#CARD {Help}
Dit is de OUTLINE ART 3 hulptekst die uitleg geeft over de bediening
van het programma. Door op een van de omkaderde begrippen te klikken
verschijnt dat deel van de hulptekst dat betrekking heeft op het door
u gekozen begrip. U kunt ook door de tekst bladeren met behulp van de
scrollbalk en met een klik op het veld 'Terug' naar de voorlaatst ge-
kozen bladzijde terugkeren. Wanneer u het veld {Inhoud} selecteert komt
u altijd terecht in de inhoudsopgave van de helptekst. Het {Index}-veld
brengt u in de Index van alle omkaderde trefwoorden.
Met het veld 'Context' komt u op de bladzijde die hoort bij het laatst
gekozen commando. De hulpfunctie is contextgevoelig als het veld
'Context' geselecteerd is; wanneer de betekenis van een ikoon in het
menu van Outline Art voor u onduidelijk is, dan hoeft u dat ikoon
slechts met de muis aan te wijzen terwijl u op de [Help]-toets drukt
voor uitleg over dit ikoon.
#LINK {Undo} {Automatische Undo/Undobuffer actualiseren/Undo --.--.-- Uur}
#LINK {CVG-formaat} {Importeer/Exporteer}
#LINK {OL-grafieken} {Grafiek laden/bewaren}
#LINK {Bewaren} {Grafiek laden/bewaren}
#LINK {Looprichting} {Kleurverloop-dialoogpaneel}
#LINK {Kleurlijst} {Kleur/grijswaarde}
#LINK {Font} {Tekstdialoogpaneel}
#LINK {Rasters} {Kleurverloop-dialoogpaneel}
#LINK {Lijnen/curven} {Constructiepunt: lijn/curve naar}
#LINK {Figuureditor} {Figuurbewerking}
#LINK {Objecteditor} {Objectbewerking}
#LINK {Projectieraster} {Hoeken markeren}
#LINK {Kerning} {Tekstdialoogpaneel}
#LINK {Tekstbuffer} {Tekstdialoogpaneel}
#LINK {Tekst-Layout} {Tekstdialoogpaneel}
#LINK {Lijn/curve-projecties} {Lijn/curve-projecties aan/uit}
#LINK {Kopiëren} {Object(en) kopiëren}
#LINK {Vectoren} {Constructiepunt: lijn/curve naar}
#LINK {Béziercurven} {Constructiepunt: lijn/curve naar}
#LINK {Hulppunten} {Constructiepunt: lijn/curve naar}
#LINK {Prikbord} {Lijn/Bézier/figuur - prikbord}
#LINK {Verschuiven} {Punten/objecten selecteren}
#LINK {Raaklijnen} {Raaklijnen weergeven}
#LINK {Selecteren} {Punten/objecten selecteren}
#MARK2
#CARD {Inhoud}
1. {Laden en bewaren}
2. {Afbeeldings-grootte instellen}
3. {Punten/objecten selecteren}
4. {Objecttypen}
5. {Objectbewerking}
6. {Figuurbewerking}
7. {Punten/objecten omrekenen}
8. {Hulplijnen-menu}
9. {Index}
#CARD {Laden en bewaren}
1. {Grafiek laden/bewaren}
{Grafiek bijladen}
{Grafiek wissen/Stoppen}
{Importeer/Exporteer}
{Laden/bewaren kleurlijst}
{Instellingen opslaan}
{Automatische Undo/Undobuffer actualiseren/Undo --.--.-- Uur}
#CARD {Afbeeldings-grootte instellen}
2. {Verkleind/vergroot weergeven}
{Weergave bereik uitvergroten (loupe)}
{Pagina overzicht}
#CARD {Punten/objecten selecteren}
3. {Object(en) selecteren/verschuiven}
{Object(en) in de achtergrond/voorgrond}
{Object(en) wissen}
{Punt(en) kiezen/verschuiven}
{Constructiepunt(en) figuur wissen}
{Selectie omkeren/alles selecteren}
{Andere objecten weergeven}
#CARD {Objecttypen}
4. {Kanteltekst}
{Cirkeltekst}
{Figuurtekst}
{Figuur}
{Kleurverloop}
{Model}
{Groep}
{Dialoogpaneel figuur->object-menu}
#CONTEXT-009 objectbewerking
#CARD {Objectbewerking}
5. {Samenvoeging opheffen}
{Figuur <- omzetten -> tekst op figuur}
{Tekstobject in figuurobject omzetten}
{Object(en) in Modelvorm brengen}
{Tekstdialoogpaneel}
{Figuurdialoogpaneel}
{Kleurverloop-dialoogpaneel}
{Object veranderen}
{Object toevoegen}
{Object(en) selecteren/verschuiven}
{Object(en) kopiëren}
{Object(en) in de achtergrond/voorgrond}
{Object(en) wissen}
{Preview-modus/Ontwerp-modus}
#CONTEXT-010 figuurbewerking
#CARD {Figuurbewerking}
6. {Constructiepunt: lijn/curve naar}
{Punt(en) kiezen/verschuiven}
{Draairichting van figuur omkeren}
{Bézier <-> lijn}}
{Figuur sluiten/afronden}
{Constructiepunt(en)/figuur kopiëren}
{Constructiepunt aan figuur toevoegen}
{Hoeken markeren}
{Lijn/Bézier/figuur - prikbord}
{Figuren losknippen/samenvoegen}
{Bij losknippen/samenvoegen verplaatsen}
{Constructiepunt(en)/figuur wissen}
{Raaklijnen weergeven}
{Vloeiende overgangen}
{Hulppunten meeverplaatsen}
{Figuren sluiten}
#CARD {Punten/objecten omrekenen}
7. {Calculator}
{Model}
{Hoeken markeren}
{Object(en) in Modelvorm brengen}
{Lijn/Bézier/figuur - prikbord}
{Figuurcoördinaten omrekenen}
{Interpolerend omrekenen}
{Interpolatieparameters bepalen}
{Extra functies}
{Extra functies aktief}
{Filteren}
#CONTEXT-011 hulplijnen
#CARD {Hulplijnen-menu}
8. {Punaise plaatsen}
{Hulplijnen}
{Hulplijnen wissen}
{Hulpraster}
{Frame-omranding aan/uit}
#CONTEXT-056 grafiek laden
#CONTEXT-060 grafiek bewaren
#CARD {Grafiek laden/bewaren}
Alle grafieken in het OL-formaat van OUTLINE ART tot en met versie 3
kunnen worden geladen. Bij grafieken van oudere versies moet men in
het dialoogpaneel dat verschijnt de lijndikte opgeven. Wanneer opnieuw
een grafiek geladen wordt, wordt de actuele grafiek vervangen.
Grafieken die later nog in OUTLINE ART 3 bewerkt moeten worden, dienen
in het OL-formaat te worden bewaard. Grafieken die in het {CVG-formaat}
bewaard zijn beschikken niet over de OL-informatie. Het is aan te
bevelen om voor OL-grafieken een aparte diskette of folder te
gebruiken. OUTLINE ART 3 grafieken kunnen niet in oudere versies van
OUTLINE ART 3 bewerkt worden.
{Laden en bewaren} {Grafiek bijladen}
#CONTEXT-057 grafiek bijladen
#CARD {Grafiek bijladen}
OUTLINE ART 3 biedt de mogelijkheid meerdere grafieken tegelijkertijd
weer te geven. Als een grafiek wordt bijgeladen, wordt de nieuwe gra-
fiek over de reeds aanwezige heengelegd.
{Laden en bewaren} {Grafiek laden/bewaren}
#CONTEXT-066 Grafiek wissen
#CONTEXT-067 Stoppen
#CARD {Grafiek wissen/Stoppen}
Voordat een grafiek uit het werkgeheugen wordt verwijderd, wordt om
een bevestiging gevraagd.
Bij het verlaten van het programma met 'Stoppen' wordt gevraagd of de
grafiek reeds opgeslagen is.
{Laden en bewaren}
#CONTEXT-007 Achtergrondbeeld weergeven
#CONTEXT-058 Importeer: 'CVG'
#CONTEXT-059 Importeer: 'IMG'
#CONTEXT-061 Exporteer: Calamus
#CONTEXT-062 Exporteer: Postscript╛
#CARD {Importeer/Exporteer}
OUTLINE ART 3 kan CALAMUS-vectorgrafieken (.CVG) en IMG-rastergrafie-
ken importeren. Alle losse figuren van een geïmporteerd
(.CVG-)vectorgrafiek krijgen eigen frames die afzonderlijk bewerkt
kunnen worden. Rastergrafieken kunnen niet met OUTLINE ART 3 bewerkt
worden. Een geladen rastergrafiek wordt door selectie van het ikoon
'Toon achtergrondbeeld' op het beeldscherm zichtbaar gemaakt.
Voor verdere bewerkingen in CALAMUS (zoals afdrukken) moeten
{OL-grafieken} tot en met CALAMUS versie 1.09 in het CVG-formaat worden
bewaard. CALAMUS S/SL kan OL-grafieken echter rechtstreeks importeren.
OL-grafieken kunnen naar keuze als Postscript╛ of als Encapsulated
Postscript╛ geëxporteerd worden, waarna ze op Postscript╛-compatibele
printers afgedrukt kunnen worden. Positie en afmetingen van de grafiek
kan men voordat het bestand bewaard wordt wijzigen.
{Laden en bewaren}
#CONTEXT-063 laad kleurlijst
#CONTEXT-064 bewaar kleurlijst
#CARD {Laden/bewaren kleurlijst}
Voor grafieken in kleur kan men zelf RGB-kleuren definiëren.
Bij het laden van een nieuwe kleurlijst, worden de reeds aanwezige
kleuren en grijswaarden van de {Kleurlijst} in zowel het
{Tekstdialoogpaneel}, {Figuurdialoogpaneel}, {Kleurverloop-dialoogpaneel}
als in het dialoogpaneel van de functie {Filteren} vervangen.
Met 'Bewaar kleurlijst' bewaardt men een zelfgemaakte kleurlijst.
{Laden en bewaren}
#CONTEXT-065 Instellingen opslaan
#CARD {Instellingen opslaan}
Hiermee worden de huidige systeeminstellingen bewaard in het bestand
O_LINE.PRE. Bewaard worden de zoekpaden voor {Grafiek laden/bewaren},
{Importeer/Exporteer} en {Laden/bewaren kleurlijst} en alle geactiveerde
functies uit de Pulldown-Menu's.
{Laden en bewaren}
#CONTEXT-085 automatische Undo aan
#CONTEXT-086 Undobuffer actualiseren
#CONTEXT-087 Undo '--.--.-- Uur'
#CARD {Automatische Undo/Undobuffer actualiseren/Undo --.--.-- Uur}
Wanneer de automatische Undo geactiveerd is dan kan met
Undo --.--.-- Uur de laatste bewerking worden teruggenomen. Om na een
reeks bewerkingen tot een bepaalde toestand te kunnen terugkeren moet
vóór de wijzigingen het 'Undobuffer' worden geactualiseerd. Vanaf dat
moment kan men met Undo --.--.-- Uur alle wijzigingen vanaf het
uitgangspunt terugnemen. Vóórdat de wijzigingen worden teruggenomen
wordt het Undobuffer opnieuw geactualiseerd, waardoor de toestand van
de grafiek wordt bewaard ná de wijzigigen. Zo kunt u met 'Undo'
wisselen tussen de grafiek zoals die was op het moment dat u het
Undobuffer actualiseerde en de grafiek na de reeks bewerkingen.
{Laden en bewaren}
#CONTEXT-001 Weergave verkleinen
#CONTEXT-004 Weergave vergroten
#CARD {Verkleind/vergroot weergeven}
De weergave op het scherm kan stapsgewijs vergroot en verkleind
worden. Wanneer de beeldschermweergave op {Pagina overzicht}
staat ingesteld kan deze niet verder worden verkleind. Het aantal
vergrotingsstappen is afhankelijk van de resolutie van het
beeldscherm.
{Afbeeldings-grootte instellen}
#CONTEXT-003 Weergave bereik uitvergroten (loupe)
#CARD {Weergave bereik uitvergroten (loupe)}
Met de loupe is het mogelijk een weergavebereik aan te geven door dit
te omkaderen, zodanig dat het aangegeven kader tot het gehele
werkvenster vergroot wordt. Met een dubbelklik op een punt van de
grafiek wordt de maximale vergroting ingesteld. Hierbij wordt het
aangeklikte punt de linkerbovenhoek van de vergroting.
{Afbeeldings-grootte instellen}
#CONTEXT-002 Pagina overzicht
#CARD {Pagina overzicht}
Ongeacht de actuele instelling van de vergroting wordt deze ingesteld
op het weergeven van de gehele pagina. De grafiek wordt in de kleinst
mogelijke vergroting weergegeven op het werkvenster.
{Afbeeldings-grootte instellen}
#CONTEXT-025 object(en) kiezen/verschuiven
#CARD {Object(en) selecteren/verschuiven}
Voor de volgende functies heeft de muiscursor de vorm van een hand.
Een object wordt geselecteerd door het aan te klikken op het
werkvenster. Meerdere objecten kunnen tegelijkertijd worden geselec-
teerd door ze na elkaar aan te klikken terwijl een Shift-toets
ingedrukt wordt. Indien meerdere objecten over elkaar liggen dan
worden ze bij het klikken op volgorde van boven naar onder geselec-
teerd. Deze volgorde wordt omgekeerd door de Alternate-Toets inge-
drukt te houden. Een geselecteerd object wordt door een frame met
acht frame begrenzingspunten gekenmerkt. Hoogte en breedte worden
gewijzigd door een begrenzingspunt te selecteren en vervolgens te
verplaatsen. Een frame kan men verplaatsen door het met ingedrukte
linkermuistoets in het frame te verplaatsen. Als men de linkermuis-
toets loslaat komt het frame op de aangewezen plaats. Meerdere gese-
lecteerde frames verplaatst men op dezelfde manier met een ingedrukte
linkermuistoets in een van de te verplaatsen frames.
{Punten/objecten selecteren} {Objectbewerking}
#CONTEXT-027 object(en) in de achtergrond
#CONTEXT-028 object(en) in de voorgrond
#CARD {Object(en) in de achtergrond/voorgrond}
Geselecteerde objecten kunnen in de achter- of voorgrond van eronder
resp. erboven liggende objecten gebracht worden, door op het overeen-
komstige ikoon te klikken.
{Punten/objecten selecteren} {Objectbewerking}
#CONTEXT-029 object(en) wissen
#CARD {Object(en) wissen}
Geselecteerde elementen worden gewist met een klik op de prullenbak.
Gewiste objecten kunnen onmiddellijk daarna met {Undo} teruggehaald
worden. Het is overigens aan te bevelen om grafieken voor en na
belangrijke wijzigingen te {Bewaren}.
{Punten/objecten selecteren} {Objectbewerking}
#CONTEXT-032 punt(en) kiezen/verschuiven
#CARD {Punt(en) kiezen/verschuiven}
In de {Figuurbewerking} worden losse punten van een figuur met de
muiscursor geselecteerd en/of met ingedrukte muistoets verschoven.
Meerdere punten kunnen tegelijkertijd geselecteerd worden door ze na
elkaar aan te klikken met ingedrukte Shift-toets. Alle punten van een
figuur worden geselecteerd door een punt van het figuur aan te klik-
ken, terwijl de Alternate-toets is ingedrukt. Men kan meerdere
geselecteerde lijnen en curven verplaatsen door een willekeurig punt
hiervan met ingedrukte muistoets te verschuiven.
{Punten/objecten selecteren} {Figuurbewerking}
#CONTEXT-043 constructiepunt(en)/figuur wissen
#CARD {Constructiepunt(en)/figuur wissen}
Enkele punten of complete figuren worden als ze geselecteerd zijn met
een klik op de prullenbak gewist. Met {Undo} is dit onmiddellijk onge-
daan te maken.
{Punten/objecten selecteren} {Figuurbewerking}
#CONTEXT-088 selectie omkeren
#CONTEXT-089 alles selecteren
#CARD {Selectie omkeren/alles selecteren}
Met Selectie omkeren worden geselecteerde objecten gedeselecteerd en
gedeselecteerde objecten geselecteerd.
Met 'alles selecteren' worden alle weergegeven objecten geselecteerd,
waarna men ze gezamenlijk kan {Verschuiven} of van afmetingen
wijzigen.
{Punten/objecten selecteren}
#CONTEXT-077 Andere objecten weergeven
#CARD {Andere objecten weergeven}
Als deze optie niet actief is worden bij het wisselen van
{Objectbewerking} naar {Figuurbewerking} slechts de geselecteerde
objecten getoond, alle andere worden niet weergegeven. Als deze optie
actief is komen altijd alle objecten op het scherm.
{Punten/objecten selecteren}
#CONTEXT-012 object: kanteltekst
#CARD {Kanteltekst}
Met dit objecttype kan men tekst in een frame plaatsen. In het
{Tekstdialoogpaneel} dat verschijnt moet hiervoor een {Font} in het
CALAMUS-formaat worden geladen. Aan dit font kunnen verschillende
tekststijlattributen gegeven worden. Een specifiek kenmerk van
kanteltekst is dat het om een vrij te kiezen hoek gekanteld kan
worden. De kantelhoek is de eerste waarde van de hoekaanduiding in
het dialoogpaneel.
{Objecttypen}
#CONTEXT-013 object: cirkeltekst
#CARD {Cirkeltekst}
Hiermee worden teksten gezet, die aan de binnen- of buitenkant van een
(deel van) een cirkel lopen. In het {Tekstdialoogpaneel} wordt met de
beide waarden van de hoekaanduiding het begin- en eindpunt van de
tekst op de cirkelboog ingesteld. Met de velden 'Binnenkant' resp.
'Buitenkant' bepaald men of de tekst in of op de cirkelboog moet
lopen.
{Objecttypen}
#CONTEXT-014 object: figuurtekst
#CARD {Figuurtekst}
Bij dit objecttype worden teksten langs een uit {Lijnen/curven} samen-
gesteld {Figuur} gezet. Hiertoe moet eerst met de gereedschappen in
{Figuurbewerking} een figuur getekend worden. Wanneer men na het
tekenen van de figuur omschakelt naar de {Objecteditor} kan men
in het {Tekstdialoogpaneel} de tekst, het {Font} en de tekststijlattri-
buten invoeren.
{Objecttypen}
#CONTEXT-015 object: figuur
#CARD {Figuur}
Met dit objecttype kunnen figuren worden geconstrueerd die bestaan uit
{Lijnen/curven}. In de {Figuureditor} staan twaalf gereedschappen om
figuren te creëren en te veranderen ter beschikking. In het
{Figuurdialoogpaneel} kan men nog de afmetingen en positie van het fi-
guur wijzigen, bepalen of het figuur een lijn, een vlak, of een
stralenwaaier moet zijn en de kleur hiervan.
{Objecttypen}
#CONTEXT-016 object: kleurverloop
#CARD {Kleurverloop}
Hiermee kunnen kleur- of grijsverloop frames gemaakt worden. Met het
{Kleurverloop-dialoogpaneel} kan men {Looprichting}, {Rasters} en kleur-
resp. grijswaarden instellen.
{Objecttypen}
#CONTEXT-017 object: Model
#CARD {Model}
Met een Model kunnen objecten in een nieuwe vorm gebracht
worden. In de {Figuureditor} word een {Figuur} gecreëerd waarvan de
vier hoeken gemarkeerd worden. Daarmee wordt een {Projectieraster} op
het vlak van het figuur gebracht. Een figuur met een projectieraster
noemt men een model. Op een model kunnen andere objecten geprojecteerd
worden.
{Objecttypen} {Punten/objecten omrekenen}
#CONTEXT-018 object: groep (groeperen)
#CARD {Groep}
Na het {Selecteren} van meerdere frames kan men deze in één frame
onderbrengen en als zodanig als één object verplaatsen en in grootte
wijzigen. Bij gegroepeerde tekstframes kan het {Tekstdialoogpaneel}
niet opgeroepen worden.
{Objecttypen}
#CONTEXT-008 Dialoogpaneel figuur->object-menu
#CARD {Dialoogpaneel figuur->object-menu}
OUTLINE ART 3 vraagt naar keuze of een {Figuur} voor de wissel van
{Figuureditor} naar {Objecteditor} van kleur en afmetingen veranderd moet
worden. Als dit ikoon geselecteerd is verschijnt voor de wissel het
{Figuurdialoogpaneel}.
Na eventuele veranderingen komt men vervolgens in {Objectbewerking}.
{Objecttypen}
#CONTEXT-019 samenvoeging opheffen
#CARD {Samenvoeging opheffen}
Een {Groep} samengevoegde objecten laat zich weer in losse objecten
omzetten. Zodoende kan bijvoorbeeld een voorheen gegroepeerd tekst-
frame weer met het {Tekstdialoogpaneel} veranderd worden.
{Objectbewerking}
#CONTEXT-020 figuur <- omzetten -> tekst op figuur
#CARD {Figuur <- omzetten -> tekst op figuur}
Willekeurige teksten kunnen op een zelf ontworpen {Figuur} worden
geprojecteerd. Na het tekenen van een figuur en het activeren van dit
commando wordt het {Tekstdialoogpaneel} geopend waarin men de tekst en
tekstattributen kan invoeren. Zo kunnen teksten op reeds bestaande
figuren gezet worden.
{Objectbewerking}
#CONTEXT-021 tekstobject in figuurobject omzetten
#CARD {Tekstobject in figuurobject omzetten}
Hiermee kunnen letters in figuurobjecten worden omgezet, zodat ze te
wijzigen worden in de {Figuurbewerking}. Het is echter niet mogelijk
een zo veranderd letterteken of {Font} in het {Tekstdialoogpaneel} te
laden. Bij de overgang tussen de {Objecteditor} en het tekstdialoog-
paneel gaan de wijzigingen uit de figuurbewerking aan de lettertekens
verloren.
{Objectbewerking}
#CONTEXT-022 object(en) in Modelvorm brengen
#CARD {Object(en) in Modelvorm brengen}
Na het aanmaken van een Model kunnen willekeurige objecten
op het {Projectieraster} hiervan worden geprojecteerd. Hiervoor moet
men zowel het {Model} als het object {Selecteren} en het ikoon
object(en) in Modelvorm brengen' activeren. In het dialoogpaneel dat
dan verschijnt kunnen grootte en positie van de objecten veranderd
worden, waarna geprojecteerd wordt.
{Objectbewerking} {Punten/objecten omrekenen}
#CONTEXT-090 kerning
#CONTEXT-091 tekstmem.
#CONTEXT-092 tekst Layout
#CARD {Tekstdialoogpaneel}
Bij {Kanteltekst}, {Cirkeltekst} en {Figuurtekst} hoort eenzelfde
dialoogpaneel, waarin deze tekstzetvormen bewerkt kunnen worden.
In dit dialoogpaneel moet men het {Font} laden waarin men de tekst
zetten wil. In de bovenste twee regels van het dialoogpaneel kan men
te zetten tekst invoeren.
OUTLINE ART 3 laadt slechts fonts in van het CALAMUS CFN-formaat. Aan
de tekst kunnen tekengrootte en -breedte, de afstand tussen letters en
woorden, de scheefstelling van de letters afzonderlijk, de kantelhoek
van de tekst, {Kleur/grijswaarde} en de contour worden ingesteld. Men
kan met de drie velden boven in het dialoogpaneel kiezen welke van de
drie tekstzetvormen (Kantel-, Cirkel- of Figuurtekst) gewenst is.
De grootte en positie van de tekst in het frame kan in het werkvenster
gewijzigd worden.
Bij het tekstdialoogpaneel hoort een 'Kerning'-functie waarmee de
afstand tussen afzonderlijke letters in een apart dialoogpaneel te
regelen is. Met een klik op het veld 'Tekstmem.' verschijnt een
dialoogpaneel waarmee men teksten met een lengte tot 100 regels kan
schrijven of in ASCII-formaat laden in het tekstbuffer.
Vanuit dit dialoogpaneel kunnen losse regels overgenomen worden in het
tekstdialoogpaneel.
Het veld 'Tekst-Layout' in het tekstdialoogpaneel rechtsonder hoort
bij het tekstbuffer. Hiermee kan men met behulp van een apart dialoog-
paneel de regels van een tekst in grootte en tekstattributen manipu-
leren. Zo kan tekst uit het tekstbuffer in een kolom gezet worden,
terwijl op het verloop van deze kolom reken- kopieer- en filter-
functies uitgevoerd worden, afhankelijk van de instellingen van
{Extra functies} (wat betreft lijn- en kleurverandering) en de
{Calculator} (wat betreft afmetingen en positie).
{Objectbewerking} {Object veranderen}
#CARD {Figuurdialoogpaneel}
Voor het {Figuur} en het {Model} is één dialoogpaneel dat vanuit de
objecteditor opgeroepen kan worden. Aan de velden boven in dit
dialoogpaneel is te herkennen met welke van beide men te maken heeft.
Men kan zo wisselen tussen een figuur en een model. Een
{Projectieraster} wordt echter pas berekend waneer de hoeken van het
model gemarkeerd zijn. Figuren zijn na een juiste instelling in het
dialoogpaneel als frameobject te bewerken. In het dialoogpaneel kan
men {Kleur/grijswaarde} en omtreklijnen wijzigen. Het is ook mogelijk
een stralenwaaier met tot 200 stralen die vanuit {Punaise plaatsen}
naar het figuur lopen te maken. In dit dialoogpaneel kan men ook
afmetingen en positie van een figuur aanpassen.
{Objectbewerking} {Object veranderen}
#CARD {Kleurverloop-dialoogpaneel}
Een {Kleurverloop} wordt in de objectbewerking door een frame
weergegeven. In het kleurverloop-dialoogpaneel kan behalve de begin-
en eindkleur/grijswaarde ook de looprichting opgegeven worden waarmee
wordt bepaald vanaf welke positie in het frame het verloop begint en
eindigt. Ook de verloop van de dikte van het raster is te veranderen
per kleurverloopframe. Frameafmetingen en positie zijn te wijzigen.
{Objectbewerking}
#CONTEXT-024 object toevoegen
#CARD {Object toevoegen}
Dit ikoon heeft betrekking op het aanmaken van een nieuw frame. Dit
is slechts mogelijk als dit ikoon geselecteerd is. Een nieuw aange-
maakt frame blijft geselecteerd. Na het aanmaken verschijnt het dia-
loogpaneel dat hoort bij het gekozen {Objecttypen}.
{Objectbewerking} {Object veranderen}
#CONTEXT-026 object(en) kopiëren
#CARD {Object(en) kopiëren}
Een geselecteerd frame wordt gekopieerd met een klik op het foto-
toestel. Of een object meervoudig gekopieerd wordt, of dat bij het
kopiëren bepaalde rekenfuncties met de {Calculator} of verkleur-
of verschuifoperaties worden uitgevoerd, wordt met {Extra functies}
in het Pulldown-menu 'Extra' bepaald.
{Objectbewerking}
#CONTEXT-082 Preview-modus
#CONTEXT-083 ontwerp-modus
#CARD {Preview-modus/Ontwerp-modus}
Eén van de opties 'ontwerp'- of 'preview-modus' is altijd geactiveerd
terwijl de andere gedeactiveerd is. De ontwerpmodus schakelt de vlak-
vulling uit. Dat wil zeggen dat dat van objecten slechts de omtrekken
worden weergegeven, ook als het om vlakken gaat.
{Objectbewerking}
#CONTEXT-030 Constructiepunt: rechte lijn naar..
#CONTEXT-031 Constructiepunt: curve naar..
#CARD {Constructiepunt: lijn/curve naar}
In het figuurbewerkingsmenu kan men met behulp van deze ikonen bepalen
of constructiepunten met rechte lijnen of met zogenaamde Béziercurven
verbonden moeten worden. De hulppunten van een Béziercurve worden in
eerste instantie op de dan nog rechte Beziércurve gezet. Men kan
deze {Selecteren} en {Verschuiven}, zodanig dat krommen ontstaan.
{Figuurbewerking}
#CONTEXT-034 element omzetten
#CARD {Bézier <-> lijn}}
Als dit ikoon geselecteerd is, worden rechte lijnen in {Béziercurven}
omgezet en omgekeerd. Klik hiertoe het beginpunt aan van lijn of
curve.
{Figuurbewerking}
#CONTEXT-035 Enkele constructiepunten wissen
#CARD {Enkele constructiepunten wissen}
Met de nijptang kunnen constructiepunten per stuk verwijderd worden
door ze aan te klikken. Als een constructiepunt middenin een figuur
wordt verwijderd ontstaat een directe verbinding tussen zijn voormalig
naastgelegen constructiepunten.
{Figuurbewerking}
#CONTEXT-036 Figuur sluiten/curves afronden
#CARD {Figuur sluiten/curves afronden}
{Béziercurven} worden na activering van dit ikoon gekromd. Niet
gesloten figuren worden met dit commando gesloten. Resultaat van dit
commando is dat de {Hulppunten} niet meer op de lijn liggen, maar op de
{Raaklijnen} aan de kromme. Door hulppunten te {Selecteren} en te
{Verschuiven} kan men de kromming van de curve veranderen.
{Figuurbewerking}
#CONTEXT-040 element(en)/figuur kopiëren
#CARD {Lijn/curve/figuur kopiëren}
Geselecteerde {Lijnen/curven} kunnen in de figuureditor vermenigvuldigd
worden. Net als in de objecteditor wordt met {Extra functies} uit het
Pulldown-Menu Extra bepaald of tijdens het kopiëren de {Calculator}
opgeroepen wordt, of meervoudige kopieën gemaakt worden, of en hoeveel
de kopie ten opzichte van het object verplaatst moet worden en of
lijndikte- en kleurveranderingen moeten plaatsvinden.
{Figuurbewerking}
#CONTEXT-038 constructiepunt aan figuur toevoegen
#CARD {Constructiepunt aan figuur toevoegen}
Met de hamer kan men constructiepunten plaatsen, die door
{Lijnen/curven} met elkaar worden verbonden. Een nieuw geplaatst punt
wordt verbonden met het voorlaatst geplaatste punt. Men kan ook een
punt {Selecteren}, waar het nieuwe punt aan verbonden moet worden.
Het laatst geplaatste punt blijft geselecteerd.
{Figuurbewerking}
#CONTEXT-033 Draairichting van figuur omkeren
#CARD {Draairichting van figuur omkeren}
Iedere figuurverloop heeft een bepaalde looprichting. Het kan voor-
komen dat een figuur één wordt met zijn omgeving, doordat het binnen
een ander figuur ligt. Dit gebeurt als twee over elkaar liggende
figuren dezelfde draairichting hebben. Met dit commando kan de
richting van een figuur omgekeerd worden.
{Figuurbewerking}
#CONTEXT-039 hoeken markeren
#CARD {Hoeken markeren}
Om een {Model} te creëren moet men vier hoeken van het aangemaakte
figuur markeren, zodat een projectieraster berekend kan worden ten
opzichte van deze punten. Na het selecteren van dit ikoon is het
beginpunt van het figuur als eerste hoek gemarkeerd; men begint daarom
met het markeren van het tweede punt. Een hoek kan ook dubbel worden
gemarkeerd.
Na de vierde markering komt men na aanklikken van het ikoon
{Objectbewerking} in het {Figuurdialoogpaneel}, waarin het Model-ikoon
inverse moet zijn weergegeven. Hier kan men nog afmetingen en positie
van het figuur wijzigen. Na bevestiging wordt een projectieraster
berekend, dat als frameobject verschijnt in objectbewerking.
{Figuurbewerking} {Punten/objecten omrekenen}
#CONTEXT-037 Lijn/Bézier/figuur/figuur - prikbord
#CARD {Lijn/Bézier/figuur - prikbord}
Het prikbord is er om geselecteerde {Lijnen/curven} tussentijds te
bewaren in de figuureditor. Als het prikbord gevuld is, wordt dit
ikoon inverse weergegeven. Nogmaals aanklikken kopieert de lijnen/
curven terug.
Afhankelijk van de instellingen in het {Extra functies} Pulldown-
menu worden op de elementen bij het terugplaatsen uit het prikbord
naar het werkvenster, kopieer- en rekenbewerkingen met de
{Calculator} of bewerkingen uit het 'Extra functies'-dialoogpaneel
uitgevoerd.
{Figuurbewerking} {Punten/objecten omrekenen}
#CONTEXT-041 figuur samenvoegen
#CONTEXT-042 figuur losknippen
#CARD {Figuren losknippen/samenvoegen}
Met de schaar kan een figuur op een constructiepunt opgesplitst
worden, waarbij dit punt overgaat in twee nieuwe, losse constructie-
punten. Contructiepunten kan men met het lijmfles-ikoon weer
samenvoegen. Een begin- of eindpunt van een figuur wordt na aanklikken
op een reeds geselecteerd begin-of eindpunt geplaatst of daarmee
verbonden.
{Figuurbewerking} {Bij losknippen/samenvoegen verplaatsen}
#CONTEXT-072 Bij losknippen verplaatsen
#CONTEXT-073 Bij samenvoegen verplaatsen
#CARD {Bij losknippen/samenvoegen verplaatsen}
Als beide opties geactiveerd zijn worden figuren bij het losknippen
naar rechts onder verschoven en bij het samenvoegen worden de
geselecteerde punten op elkaar geplaatst. Als de opties niet actief
zijn blijven losgeknipte figuren op hun plaats, terwijl het
samenvoegen gebeurt door een verbindingslijn tussen de geselecteerde
punten.
{Figuurbewerking}
#CONTEXT-068 raaklijnen weergeven
#CARD {Raaklijnen weergeven}
Door deze optie te activeren worden bij iedere kromme van een figuur
de raaklijnen van de constructiepunten {Béziercurven} getoond.
Deze lopen tot de {Hulppunten} van de Béziercurven.
Als deze optie niet actief is, zijn slechts de hulppunten van de
curven zichtbaar als losse 'kruisjes'.
{Figuurbewerking}
#CONTEXT-069 vloeiende overgangen
#CARD {Vloeiende overgangen}
Als deze optie is geactiveerd wordt bij het verplaatsen van een
hulppunt van een {Béziercurven} een vloeiende overgang gerealiseerd in
het punt waar de raaklijn de figuur raakt. Hierdoor verandert de
gehele kromming en niet slechts de helft. De raaklijnen liggen dan
exact in elkaars verlengde.
{Figuurbewerking}
#CONTEXT-070 hulppunten meeverplaatsen
#CARD {Hulppunten meeverplaatsen}
Bij het {Verschuiven} van constructiepunten van Béziercurven worden de
bijbehorende {Hulppunten} meeverschoven als deze optie is geactiveerd.
De hulppunten worden zó verschoven dat de oorspronkelijke kromming
en {Raaklijnen} behouden blijven. Als de optie niet geactiveerd is
blijven de hulppunten, bij het verschuiven van constructiepunten
van curven, op hun plaats.
{Figuurbewerking}
#CONTEXT-071 figuur sluiten/afronden
#CARD {Figuur sluiten/afronden}
Open figuren worden bij het verlaten van de {Figuurbewerking} automa-
tisch gesloten, waarbij het figuureinde op het figuurbegin geplaatst
wordt.
{Figuurbewerking}
#CONTEXT-006 calculator (punten/objecten omrekenen)
#CARD {Calculator}
Met de calculator kunnen geselecteerde objecten, figuren of delen
daarvan naar nieuwe coördinaten omgerekend worden. Dit kan gebeuren
bij het {Kopiëren} van objecten of figuren, in de {Tekst-Layout} of
op het {Prikbord}, of met objecten in het werkvenster. Hiervoor
gebruikt men formules, waarvan er zich 15 in het calculator-
dialoogpaneel bevinden. Met een klik op een formule-veld wordt een
formule in het bovenste deel van het dialoogpaneel overgenomen, waar
de uitdrukking, een hulptekst en eventueel te veranderen variabelen
verschijnen. Bij het aanklikken van een nieuwe formule wordt de oude
vervangen. De keuze van punten ten opzichte waarvan omgerekend moet
worden kan worden gemaakt met behulp van de 'Positie velden'.
Hiermee kan men door selecteren punten of assen bepalen ten opzichte
waarvan gekanteld of gespiegeld moet worden.
Verzamelingen van formules kan men zelf aanmaken. Hiervoor met het
veld 'GET' geselecteerd zijn. De formule kan worden ingevuld in het
bovendeel van het dialoogpaneel. Een formulenaam en de hulptekst zijn
vrij te definiëren. De formule moet uit uitdrukkingen bestaan die
rechtsonder in het dialoogpaneel te zien zijn en getallen.
Voor respectievelijk X en Y staan twee regels voor de berekening van
de nieuwe coördinaten met daaronder vier regels voor variabelen ter
beschikking. Na het activeren van het 'PUT'-veld wijst men de formule
toe aan een formuleveld naar keuze en schakelt men weer terug naar
'GET'. Wanneer niet toegestane uitdrukkingen gebruikt worden in de
formule verschijnt bij een rekenpoging een foutmelding.
Formuleverzamelingen kunnen worden bewaard en geladen. Bestandsnamen
hiervan eindigen op *.FNC.
In het calculator-dialoogpaneel kan worden bepaald of alle elementen
van een grafiek in de berekening moeten worden betrokken. Hiervoor
moet het veld 'Alle punten' aangeklikt worden, anders worden slechts
de geselecteerde elementen omgerekend.
{Punten/objecten omrekenen} {Punaise plaatsen} {Tekst-Layout}
#CONTEXT-074 figuurcoördinaten omrekenen
#CARD {Figuurcoördinaten omrekenen}
Bij het omrekenen van objecten worden eerst de cöordinaten van de
constructiepunten omgerekend, en daarna weer met {Lijnen/curven}
verbonden, zoals het object oorspronkelijk ontworpen was. Als deze
optie is geactiveerd is de 'Lijn/curve-projectie aan/uit' gedeacti-
veerd en omgekeerd.
{Punten/objecten omrekenen} {Lijn/curve-projectie aan/uit}
#CONTEXT-075 Lijn/curve-projectie aan/uit
#CARD {Lijn/curve-projectie aan/uit}
Krommen kunnen ook uit lijnen gemaakt worden, zoals bij de projectie
van een object op een bol met de de {Calculator}, maar ook bij het
projecteren op een {Model}. Behalve de constructiepunten worden dan
ook de verbindingslijnen ertussen omgerekend. Hiertoe plaatst OUTLINE
ART 3 op iedere lijn twee {Hulppunten} bij als de 'drempelwaarde'
overschreden wordt. Als geprojecteerd wordt op een golvend oppervlak
kan het nodig zijn dat de geprojecteerde {Lijnen/curven} worden
gesplitst door constructiepunten bij te plaatsen. OUTLINE ART 3
plaatst constructiepunten bij als de waarde van 'punten bijplaatsen
vanaf' overschreden wordt. Als deze optie is geactiveerd is 'Figuur-
coördinaten omrekenen' gedeactiveerd.
{Punten/objecten omrekenen} {Figuurcoördinaten omrekenen}
{Lijn/curve-projectie instellen}
#CONTEXT-076 lijn/curve-projectie instellen
#CARD {Lijn/curve-projectie instellen}
De Lijn -> curve-projectie kan met behulp van een apart dialoogpaneel
worden ingesteld. De 'drempelwaarde' is het getal waarmee de toegesta-
ne afwijking van een potentiële kromming van de rechte bepaald wordt.
Vervolgens wordt dan volgens de ingevoerde drempelwaarde bepaald
of de kromming wordt uitgevoerd of niet. Met de functie 'Punten bij-
plaatsen vanaf' bepaalt men de lengte van de deelstukken van de
rechten waarop steeds twee {Hulppunten} gezet worden. Hoe kleiner de
waard hoe groter de hoeveelheid data en daarmee ook de rekentijd.
{Punten/objecten omrekenen}
#CONTEXT-078 Extra functies
#CARD {Extra functies}
Hiermee wordt in het Pulldown-Menu 'Extra' het dialoogpaneel opge-
roepe dat de kopieer- en rekenfuncties voor objecten en figuren bevat.
Objecten kunnen van kopie tot kopie kleur- of grijswaarde-veranderin-
gen ondergaan, in de voor- of achtergrond gezet worden, verschoven of
door de {Calculator} omgerekend worden. Figuren kunnen aan andere
figuren toegevoegd worden, waardoor constructiepunten aan elkaar
ekoppeld kunnen worden door de Calculator.
Deze instellingen hebben effect op de kopieerfunctie in de
{Objecteditor} en {Figuureditor}, op het {Prikbord} van de figuureditor
en op de {Tekst-Layout} in het tekstdialoogpaneel.
{Punten/objecten omrekenen} {Extra functies actief}
{Lijn/curve/figuur kopiëren} {Object(en) kopiëren}
#CONTEXT-079 Extra functies actief
#CARD {Extra functies actief}
De {Extra functies} werken alleen voor de kopieer- en rekenbewerkin-
gen indien deze optie actief is. Men activeert deze optie in het
Pulldown-menu 'Extra', of met het laatste veld in het speciale
functies-dialoogpaneel.
{Punten/objecten omrekenen}
#CONTEXT-081 Filteren
#CARD {Filteren}
Hiermee kan kleur en helderheid van objecten gewijzigd worden,
waarbij men de kleurinstelling in het dialoogpaneel kan beoordelen,
voordat deze definitief toegepast wordt. Het 'omkleuren' geeft de
mogelijkheid nieuwe kleuren toe te kennen aan een object: de kleur
verloopt van ('Van'-)kleur tot de ('Tot'-)kleur. 'Inkleuren' heeft
betrekking op zwart/wit-objecten, waarbij de helderheid wordt gemo-
duleerd met de kleur. 'Kleur' regelt de intensiteit van de kleur,
terwijl 'Contrast' en 'Helderheid' werken als de contrast- en helder-
heidregeling van een televisie.
{Punten/objecten omrekenen}
#CONTEXT-005 Punaise plaatsen
#CONTEXT-053 Punaise zichtbaar
#CARD {Punaise plaatsen}
Als de punaise in het werkvenster geplaatst is kan deze bijvoor-
beeld als uitgangspunt voor rekenfuncties van de {Calculator} dienen.
Na selectie van het ikoon 'Punaise plaatsen' kan de punaise nieuw
geplaatst of verplaatst worden op een gewenste positie in het werk-
venster. De punaise wordt met het ikoon 'Punaise zichtbaar' in het
hulplijnen-menu van OUTLINE ART 3 onzichtbaar gemaakt door dit ikoon
te deselecteren. Hierbij verliest de punaise zijn werking als
uitgangspunt voor berekeningen echter niet.
{Hulplijnen}
#CONTEXT-044 Horizontale hulplijn
#CONTEXT-045 Vertikale hulplijn
#CONTEXT-047 Vertikale hulplijn(en) magnetisch
#CONTEXT-048 Horizontale hulplijn(en) magnetisch
#CONTEXT-049 hulplijn(en) zichtbaar
#CARD {Hulplijnen}
Met de muis kunnen maximaal 100 verticale en horizontale hulplijnen
in het werkvenster geplaatst worden. Men kan hulplijnen magnetisch
maken. Dat wil zeggen dat ze te (ver)plaatsen punten naar zich
toe trekken, ook al staat de muiscursor niet exact op een hulplijn.
De magnetische werking gaat uit van de hulplijn die zich het dichtst
bij de muiscursor bevindt. Als beide hulplijnsoorten - verticaal en
horizontaal - magnetisch zijn worden punten/hoeken steeds naar een
snijpunt van twee hulplijnen getrokken. Hulplijnen kunnen onzichtbaar
gemaakt worden zonder dat ze hun magnetische werking verliezen.
{Hulplijnen-menu}
#CONTEXT-050 Horizontaal hulpraster magnetisch
#CONTEXT-051 Vertikaal hulpraster magnetisch
#CONTEXT-054 hulpraster instellen
#CONTEXT-052 hulpraster zichtbaar
#CARD {Hulpraster}
De lijnen van het hulpraster kunnen naar keuze horizontaal, verticaal,
of in beide richtingen magnetisch gemaakt worden, waardoor een te
(ver)plaatsen punt/framehoek altijd op een horizontale
lijn, een verticale lijn of een snijpunt van het hulpraster terecht-
komt. Men kan de onderlinge afstanden tussen de hulprasterlijnen
horizontaal en verticaal onafhankelijk van elkaar wijzigen.
Het hulpraster kan onzichtbaar worden gemaakt, terwijl het zijn
magnetische werking niet verliest.
{Hulplijnen-menu}
#CONTEXT-046 hulplijn wissen
#CONTEXT-084 Alle hulplijnen wissen
#CARD {Hulplijnen wissen}
Men kan met de vlakgum-ikoon afzonderlijke hulplijnen wissen.
Na het activeren van de optie 'Alle hulplijnen wissen' in
Pulldown-menu 'Extra' vraagt OUTLINE ART 3 om een bevestiging.
{Hulplijnen-menu}
#CONTEXT-055 frame-omranding aan/uit
#CARD {Frame-omranding aan/uit}
De omtrekken van frames kunnen onzichtbaar gemaakt worden, zodat
slechts de objecten die zich in de frames bevinden zichtbaar zijn.
{Hulplijnen-menu}
#CONTEXT-092 kleurkeuze
#CARD {Kleur/grijswaarde}
In het kleurkeuze-venster kunt u ofwel een grijswaarde, of de RGB-
waarden van de door u gewenste kleur ingeven. Voor kleuren waarvan de
R(ood)-, G(roen)- en B(lauw)-waarden zijn voorgedefinieerde grijs-
waarden beschikbaar. Aan kleuren, waarvan u het rood-, groen-, en
blauwaandeel zelf hebt bepaald, is het mogelijk zowel een nieuwe
kleurwaarde als een nieuwe naam te geven. Controleer of het veld
'grijstint' of het veld 'RGB' geselecteerd is. Na selectie van het
veld 'Toevoegen' wordt de kleur in de kleurlijst van het dialoogpaneel
opgenomen. Door de kleuren aan te klikken kunt u ze in uw grafiek
gebruiken. U kunt een kleur met 'Wissen' weer uit de lijst
verwijderen.
{Tekstdialoogpaneel} {Figuurdialoogpaneel} {Kleurverloop-dialoogpaneel}
{Filteren} {Laden/bewaren kleurlijst}
#CONTEXT-023 object veranderen (dialoogpaneel)
#CARD {Object veranderen}
Door het ikoon 'object veranderen (dialoogpaneel)' aan te klikken
krijgt u de mogelijkheid de parameters van een reeds bestaande tekst-,
figuur- of verloopobject te wijzigen.
Als u dit ikoon kiest na het selecteren van het betreffende object,
verschijnt naar gelang het objecttype, het {Tekstdialoogpaneel},
{Figuurdialoogpaneel} of {Kleurverloop-dialoogpaneel}.
Let op: Het object wordt opnieuw gecreëerd als op 'OK' geklikt wordt.
Hiermee gaan veranderingen gemaakt met behulp van de {Calculator}
en met {Object(en) in model brengen} verloren.
#MARK3
#CARD {Index}
A {Afbeeldings-grootte instellen}
{Andere objecten weergeven}
{Automatische Undo/Undobuffer actualiseren/Undo --.--.-- Uur}
B {Bewaren}
{Bij losknippen/samenvoegen verplaatsen}
{Bézier <-> lijn}}
{Béziercurven}
C {CVG-formaat}
{Calculator}
{Cirkeltekst}
{Constructiepunt(en) figuur wissen}
{Constructiepunt: lijn/curve naar}
D {Dialoogpaneel figuur->object-menu}
{Draairichting van figuur omkeren}
E {Extra functies actief}
{Extra functies}
F {Figuren losknippen/samenvoegen}
{Figuur <- omzetten -> tekst op figuur}
{Figuur sluiten/afronden}
{Figuurbewerking}
{Figuurcoördinaten omrekenen}
{Figuurdialoogpaneel}
{Figuureditor}
{Figuurtekst}
{Figuur}
{Filteren}
{Font}
{Frame-omranding aan/uit}
G {Grafiek bijladen}
{Grafiek laden/bewaren}
{Grafiek wissen/Stoppen}
{Groep}
H {Help}
{Hoeken markeren}
{Hulplijnen wissen}
{Hulplijnen-menu}
{Hulplijnen}
{Hulppunten meeverplaatsen}
{Hulppunten}
{Hulpraster}
I {Importeer/Exporteer}
{Index}
{Inhoud}
{Instellingen opslaan}
K {Kanteltekst}
{Kerning}
{Kleur/grijswaarde}
{Kleurlijst}
{Kleurverloop-dialoogpaneel}
{Kleurverloop}
{Kopiëren}
L {Laden en bewaren}
{Laden/bewaren kleurlijst}
{Lijn/Bézier/figuur - prikbord}
{Lijn/curve-projectie aan/uit}
{Lijn/curve-projectie instellen}
{Lijn/curve/figuur kopiëren}
{Lijnen/curven}
{Looprichting}
M {Model}
O {OL-grafieken}
{Object toevoegen}
{Object veranderen}
{Object(en) in Modelvorm brengen}
{Object(en) in de achtergrond/voorgrond}
{Object(en) kopiëren}
{Object(en) selecteren/verschuiven}
{Object(en) wissen}
{Objectbewerking}
{Objecteditor}
{Objecttypen}
P {Pagina overzicht}
{Preview-modus/Ontwerp-modus}
{Prikbord}
{Projectieraster}
{Punaise plaatsen}
{Punt(en) kiezen/verschuiven}
{Punten/objecten omrekenen}
{Punten/objecten selecteren}
R {Raaklijnen weergeven}
{Raaklijnen}
{Rasters}
S {Samenvoeging opheffen}
{Selecteren}
{Selectie omkeren/alles selecteren}
T {Tekst-Layout}
{Tekstbuffer}
{Tekstdialoogpaneel}
{Tekstobject in figuurobject omzetten}
U {Undo}
V {Vectoren}
{Verkleind/vergroot weergeven}
{Verschuiven}
{Vloeiende overgangen}
W {Weergave bereik uitvergroten (loupe)}