home *** CD-ROM | disk | FTP | other *** search
/ C!T ROM 21 / CTROM21A.mdf / mmm / vbew.dxr / 00044_ctext1.txt < prev    next >
Encoding:
Text File  |  1999-09-27  |  3.5 KB  |  21 lines

  1. 1. AVI OF MOVIE?
  2.  
  3. Nadat je bent uitgepuzzeld in Premiere is het tijd om een stand-alone versie van de montage te maken. Hoe je videomontage er uiteindelijk uit gaat zien hangt af van de manier waarop je hem ΓÇÿexporteertΓÇÖ. De twee belangrijkste videoformaten zijn ΓÇÿQuicktime MovieΓÇÖ en ΓÇÿAVI for WindowsΓÇÖ. Beide formaten kunnen door zowel pcΓÇÖs als Apple-computers worden ingelezen, zij het dat je voor het afspelen van een movie op een Windows-machine Quicktime dient te hebben ge├»nstalleerd (waar AVI via de Mediaplayer standaard wordt ondersteund). Kwalitatief gezien ontlopen AVI en Quicktime elkaar niet veel. In het algemeen kan worden gesteld dat Quicktime mooiere kleuren produceert, terwijl AVI een minder ΓÇÿpixeligΓÇÖ beeld aflevert. 
  4.  
  5. 2. COMPRESSIE
  6.  
  7. Er is in Premiere een aantal ΓÇÿcodecsΓÇÖ beschikbaar die zorg dragen voor de compressie van het videomateriaal. Dit is nodig omdat de grootte van het uiteindelijke bestand drastisch moet worden teruggebracht teneinde de videomontage geschikt te maken voor plaatsing op cd-rom, of zelfs voor plaatsing op het Internet. De mate van compressie die wordt toegepast is bepalend voor de beeldkwaliteit; een hogere compressie betekent een slechtere beeldkwaliteit. Op dit moment zijn de meest gebruikte codecs ΓÇÿCinepakΓÇÖ en ΓÇÿSorensonΓÇÖ. Laatstgenoemde codec is in staat om videobestanden dermate te comprimeren dat ze geschikt zijn voor plaatsing op het Internet. 
  8.  
  9. 3. DATA TRANSFER RATE
  10.  
  11. De instelling ΓÇÿlimit data rate toΓÇÖ bepaalt het gemiddelde aantal Kilobytes per seconde dat de video (en het eventuele audio!) nodig heeft om vloeiend te kunnen draaien. Voorbeeld: een doublespeed cd-romspeler heeft een doorvoersnelheid van 300 Kb/s, dus als je de video minimaal geschikt wilt maken voor doublespeed cd-romspelers mag de data transfer rate niet hoger worden ingesteld dan 300 Kb.
  12. Cinepak werkt perfect bij relatief hoge doorvoersnelheden. Bij Sorenson is het juist zaak de transfer rate zo laag mogelijk te houden. Sorenson kan ook bij een doorvoersnelheid van 100 Kb/s al een prima beeldkwaliteit leveren. Er wordt echter wel een veel grotere aanslag op de processor gepleegd dan bij Cinepak, waardoor de Sorenson-codec niet geschikt is voor ouderere computers (lage pentium of 486).      
  13.  
  14. 4. FRAMERATE
  15.  
  16. De instelling ΓÇÿframes per secondΓÇÖ (fps) bepaalt het aantal beeldjes per seconde dat de computer laat zien. Een framerate van 15 fps is voldoende voor een redelijk vloeiende beeldkwaliteit, alhoewel het menselijk oog op een frequentie van ongeveer 50 Hz (50 beelden per seconde) opereert. Televisies halen 60 Hz,  en zijn in onze ogen ΓÇÿschokvrijΓÇÖ. Helaas zijn computers op dit moment nog te traag om dergelijke framerates te kunnen behalen, althans, wanneer je je montage geschikt wilt maken voor cd-rom. 
  17.  
  18. 5. KEYFRAMES
  19.  
  20. Een gecomprimeerde videomontage bestaat uit ΓÇÿkeyframesΓÇÖ en ΓÇÿinterframesΓÇÖ. Keyframes zijn volledige plaatjes (zoals een foto). Interframes bevatten alleen informatie over eventuele verschillen met vorige frames, en zijn dus veel kleiner van omvang. Je kunt bij het exporteren van video aangeven op welke momenten in de montage een keyframe moet worden ingepast. In het algemeen wordt bij het gebruik van Cinepak ├⌐├⌐n keyframe per seconde ingesteld. De Sorenson-codec heeft veel minder keyframes nodig, bijvoorbeeld ├⌐├⌐n per 10 seconden. Wanneer je extreem ΓÇÿstatischΓÇÖ materiaal hebt (weinig bewegende beelden) kan je zelfs overwegen om helemaal geen keyframes toe te wijzen, en op die manier de bestandsgrootte van de montage te minimaliseren. 
  21.