Award: BIOS Features Setup | Quick Power On Self Test [Enabled];
Phoenix: Main | Boot Options | Quick Boot [Enabled].
De prestaties van schijfcontrollers en videokaarten kunnen behoorlijk toenemen wanneer u in het BIOS de latency waarde verhoogt naar bijvoorbeeld 70 of 80 (standaard is 66).
Als u in het (AMI of Award) BIOS van uw 486 de optie "Gate A20" juist configureert kunt u tot 3% extra snelheid winnen.
AMI: Gate-A20 Emulation
f Fast Gate A20 [Chipset];
Award: Gate-A20 Option [Fast];
Phoenix: Niet mogelijk.
Wanneer uw pc het ondersteunt is het verstandig om energiebeheer in te schakelen, waarmee de pc in een energiezuinige stand wordt geschakeld wanneer deze (tijdelijk) niet gebruikt wordt. Om hiervan te profiteren moet u in het BIOS kiezen voor het inschakelen van Advanced Power Management (APM).
AMI: Advanced | Power Management Configuration | Advanced Power Management [Enabled];
Award: Power Management Setup | Power Management [Enabled];
Phoenix: Power | Power Management Mode [Med. Power Savings].
Hebt u een moderne pc met een Flash BIOS? Dan is het zeer aan te raden om zo nu en dan te controleren of er een nieuwe BIOS-versie beschikbaar is. Bekende BIOS-producenten brengen namelijk zeer regelmatig nieuwe BIOS-versies uit waarin nieuwe mogelijkheden zijn toegevoegd. We raden aan om minstens ieder half jaar de website van de producent van uw pc te controleren op BIOS-updates. U kunt ook terecht op www.ping.be/bios voor een uitgebreid overzicht van BIOS-updates.
Het shareware programma AMI-Setup (www.download.com) biedt een groot aantal extra configuratiemogelijkheden die u in het BIOS zelf te vergeefs zult zoeken. Daarnaast kunt u AMI-Setup gebruiken om alle voorgaande tips op een eenvoudige wijze door te voeren. AMI-Setup werkt alleen met 486-processoren, niet met Pentium of sneller.
Is er op uw Pentium-moederbord geen externe L2 (Second level) cache aanwezig? Dan kunt u uw pc een flinke oppepper geven (10 tot 50% snelheidstoename!) door alsnog 256 kB of -wanneer uw moederbord het toelaat- 512 kB L2-cache te installeren, liefst van het type pipelined burst cache.
Hebt u een 486 of Pentium zonder externe L2-cache? Dan kunt u door het activeren van de Cache R/W Burst zo'n 2% snelheidswinst boeken.
AMI: Advanced Chipset Setup | Cache Read Hit Burst [3-2-2-2]
f [2-1-1-1];
Award: Chipset Features Setup | DRAM Read Burst Timing
n DRAM Write Burst Timing [x222].
Nog meer snelheid kunt u uit een Pentium met Award BIOS persen door de optie Turbo Read Leadoff onder Chipset Features Setup op "Enabled" in te stellen.
Voor optimale prestaties van uw (Intel of AMD) 486 stelt u de cache via het BIOS in op "Write-Back" in plaats van "Write-Through". Dit doet u in een Award BIOS via Chipset Features Setup | Internal Cache WB/WT [Write-Back]. Heeft u een AMI of Phoenix BIOS en/of een Pentium of snellere processor, dan is Write-Back standaard ingeschakeld.
Hebt u geheugenmodules uit uw 486 in uw nieuwe Pentium met een Asus (X)P55T2P4 moederbord geplaatst? Controleert u dan in het BIOS (via Chipset Features Setup | Auto Configuration) of het juiste type geheugen aangegeven staat. Standaard staat dit namelijk op "60ns DRAM", terwijl oudere geheugenmodules deze snelheid meestal niet aankunnen. Met alle problemen en crashes van dien. Is dit het geval, wijzig dan de waarde in "70ns DRAM" voor uw oude geheugenmodules.
Controleert u in het BIOS of het aantal waitstates wel op 0 is ingesteld. Voor de meeste moderne pc's zijn waitstates namelijk niet nodig.
AMI: Advanced Chipset Setup | DRAM Read WS Options
n DRAM Write WS Options [0 WS];
Award: Chipset Features Setup | DRAM Speed [Fast];
Phoenix: Advanced System Setup | System Timing | DRAM Read
n DRAM Write [Fast].
Heeft uw pc een Award BIOS dan kunt u het opstarten versnellen door de optie "RAS to CAS Delay", eventueel met de toevoeging "DRAM" of "Fast", in "Chipset Features Setup" op "2T" in te stellen.
Nog een tip die alleen met een Award BIOS (in een Pentium) werkt: Optimaliseer de instelling van "Leadoff" door deze via Chipset Features Setup | DRAM R/W Leadoff Timing in te stellen op "6T/5T" in plaats van de (meestal) standaardinstelling 6-4-4-4. Hierdoor gaat het lezen en -vooral- schrijven naar het RAM-geheugen weer iets sneller.
Ook deze tip werkt alleen met een Award BIOS: Activeer via "Chipset Features Setup" de optie "DRAM Speculative Leadoff". Dit levert een snelheidswinst van ongeveer 1% extra op. Niet veel, maar altijd welkom.
Zorgt u ervoor dat uw 486 altijd over twee of vier identieke geheugenchips (SIMM's) beschikt, zodat de interleave (het benutten van beide chips) optimaal is en het systeem beide geheugenbanken even snel kan aanspreken. Is Interleave in een AMI BIOS niet automatisch ingesteld, doe dit dan handmatig door "Interleaved Memory" in "Advanced Chipset Setup" op "Enabled" te zetten.
Door het RAM-geheugen in "Fast Page Mode" aan te laten spreken kan uw pc tot 10% sneller worden.
AMI: Advanced Chipset Setup | DRAM Page Mode (
f Fast Page Mode DRAM);
Award: Chipset Features Setup | Fast DRAM [Enabled];
Phoenix: Niet mogelijk.
Om de geheugentoegang 5
10% te versnellen is het aan te raden de optie "Hidden Refresh" in het BIOS te activeren.
Award: Chipset Features Setup | DRAM Hidden Refresh [Enabled];
Phoenix: Advanced System Setup | Advanced Chipset Control | Hidden Refresh [Enabled].
Om optimaal te profiteren van uw 32-bit processor (386 en sneller) is het aan te raden in het BIOS ook de datatransfer voor de harde schijf op 32-bit in te stellen. Standaard staat deze op 16-bit, behalve bij het AMI BIOS. Om in een Award BIOS 32-bit transfermode te activeren kiest u Integrated Peripherals | IDE Prefetch Mode [Enabled] en met een Phoenix BIOS doet u dit via Main | Hard Disk 1: (of 2, 3, 4, al naar gelang de harde schijf) | 32 Bit I/O [Enabled].
Gebruikt uw Enhanced IDE (EIDE) harde schijf wel daadwerkelijk de snelste PIO-mode (3 of 4)? Zo niet, dan kan het u een tot maar liefst 40% sneller systeem opleveren deze optie alsnog te activeren in het BIOS.
AMI: Main | Hard Disk 0: | Fast Programmed I/O Modes [Auto Detected];
Award: Integrated Peripherals | IDE Primary Master [Auto];
Phoenix: Main | Hard Disk 1: | PIO Mode [Fast PIO 3].
Heeft u twee EIDE-schijven in uw wat oudere pc? Installeer dan beide als "Master", ieder op een aparte EIDE-aansluiting. Hierdoor werken beide op de hoogst mogelijke snelheid, hetgeen een totale verbetering in systeemprestaties van 10 tot 30% kan betekenen. Sluit u echter een snelle (EIDE, PIO-mode 4) en trage (IDE, PIO-mode 0, 1 of 2) schijf op dezelfde EIDE-aansluiting aan, dan zal de snelle schijf het langzame tempo van de trage schijf overnemen. Houdt u hier ook vooral rekening mee wanneer u een IDE/ATAPI cd-romspeler of tapestreamer aansluit op een EIDE-aansluiting waar reeds een snelle(re) EIDE-schijf op aangesloten is. Beter is dan om de trage IDE-eenheid op een aparte IDE-aansluiting aan te sluiten.
Voor een optimale datadoorvoer van uw harde schijf moet u het BIOS zo instellen dat gebruik wordt gemaakt van Block-Transfer.
Award: BIOS Features Setup | IDE HDD Block Mode [Enabled];
Phoenix: Main | Hard Disk 1: | Transfer Mode [Autotype Hard Disk].
Let u er wel op dat wanneer u geen 16550A(F)-compatibele seri
le poort heeft er mogelijk compatibiliteitsproblemen kunnen ontstaan.
Hebt u een Pentium (of sneller) met een Triton-chipset (430FX, HX, VX, TX)? Installeert u dan de busmaster-drivers die bij uw moederbord geleverd werden. Hiermee stelt u moderne EIDE-schijven in staat om gebruik te maken van DMA-mode 2, wat zowel een hogere datadoorvoer als een lagere processorbelasting oplevert.
Hebt u een snelle SCSI-schijf en een modern moederbord van een andere producent dan Intel? Laat uw systeem dan van de snelle SCSI-schijf opstarten in plaats van een tragere EIDE-schijf (standaardinstelling). Hiervoor wijzigt u in het BIOS de startvolgorde van de schijven, meestal toegankelijk via BIOS Features Setup | Boot Sequence, in "SCSI, C, A".
Hebt u een Adaptec SCSI-controller van het type ISA en presteert uw SCSI-schijf niet naar verwachting? Open dan de Adaptec Configuration Manager ([Ctrl-A] tijdens het opstarten) en ga naar "Configure/View Host Adapter Settings | SCSI Device Configuration | Initiate Sync Negotiation" en wijzig deze instelling in "Yes". Uw SCSI-schijf zal nu tot zo'n 40% sneller worden.
Om uw SCSI-schijf op volle toeren te laten komen activeert u de Write-Cache. Het eenvoudigste gaat dit via het programma aspi-wce.exe, te vinden op www.seagate.com. Dit programma werkt met de meeste SCSI-schijven, niet alleen die van Seagate.
Beschikt u over een Maxtor MXT-540SL of MXT-1240S harde schijf in combinatie met een Adaptec AHA-1542x, AHA-174x of BusLogic 542x SCSI-controller? Dan kunt u door de thermische hercalibratie uit te schakelen uw schijf aanzienlijk sneller maken en voor een zeer constante datadoorvoer zorgen (van belang bij bijvoorbeeld het branden van cd-rom's en het opnemen van multimedia en video). Dit doet u met het programma TCAL.EXE, te downloaden van www.maxtor.com.
Heeft uw systeem met PCI-bus een Award BIOS maar houden de prestaties van uw videokaart (en andere PCI-kaarten) geen gelijke tred met de rest van het systeem? Dan is de PCI-bus waarschijnlijk niet optimaal geconfigureerd. Dit probleem kunt u verhelpen door de optie "CPU to PCI Write Buffer" onder "Chipset Features Setup" in te stellen op "4 Deep".
Wanneer u beschikt over een Pentium-moederbord dat bussnelheden van 75 of zelfs 83 MHz ondersteunt (standaard is 60/66 MHz), zoals de nieuwste ASUS (P55T2P4 en TX97) en Abit-modellen, dan kunt u overwegen om de bussnelheid op te voeren tot 75 MHz. Dit kan zo'n 25% snelheidswinst opleveren. Controleert u wel eerst of uw moederbord en componenten, zoals insteekkaarten en RAM-geheugen, deze hogere snelheid aankunnen. De meeste componenten zullen geen problemen hebben met een bussnelheid van 75 MHz, omdat PCI-kaarten slechts op halve snelheid hiervan (37,5 MHz dus en normaal 30/33 MHz) draaien. Het is overigens niet verstandig om een bussnelheid van 83 MHz te proberen, aangezien dit vrijwel nooit zal werken omdat er altijd wel een component is die deze snelheid niet aankan en er de brui aan zal geven.
De ultieme manier om m
r snelheid te krijgen is natuurlijk door uw processor op een hogere kloksnelheid te laten draaien. Veelal is overklokken van de processor goed mogelijk zonder problemen, zolang u maar voor een gedegen koeling zorgt en niet al te hoog inzet. De meeste hedendaagse processoren van AMD en Intel kunnen redelijk probleemloos overklokt worden, zolang u maar in de gaten houdt dat u het niet t
bont maakt. Voor exacte details over welke processoren u kunt overklokken, tot welke snelheden dat kan en hoe dit te doen kunt u terecht op Tom's Hardware Page (http://sysdoc.pair.com).
Bent u in het bezit van een MMX-processor? Dan kunt u uw processor dubbel overklokken! MMX-processoren kunnen namelijk hogere snelheden aan dan hun collega's zonder MMX.
Hebt u een 133 MHz Pentium die niet overklokt kan worden? Dan kunt u deze processor toch op 150 MHz laten draaien (resulterend in zo'n 10
15% snelheidswinst), mits u een moederbord bezit dat de Cyrix 6x86-P200+ ondersteunt. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is de externe kloksnelheid te verhogen van 66 naar 75 MHz. Aangezien de Pentium 133 deze snelheid verdubbelt (factor 1:2), zal de kloksnelheid nu geen 133 maar 150 MHz bedragen. Van belang is wel dat u 60ns (of sneller) RAM-geheugen heeft. Langzamer geheugen kan een kloksnelheid van de bus van meer dan 60/66 MHz niet (goed) aan.
Om uw AMD 5x86-P75 processor intern niet op 100 MHz maar -zoals het eigenlijk hoort- 133 MHz te laten draaien moet u klein trucje met het voltage uithalen. Om dit voor elkaar te krijgen moet u uw moederbord configureren als voor een 486DX2-66 op 3,45 volt in plaats van als voor een 486DX4. Raadpleeg de handleiding van uw moederbord voor nadere details over hoe dit te doen. Door deze wijziging zal de 5x86 vanaf nu intern op 4x 33 MHz draaien in plaats van 3x 33 MHz.
Bent u in het bezit van een Pentium Pro of Pentium II? Dan kunt u softwarematig een kleine 5% extra snelheid verkrijgen door de schrijfbuffers tussen de processor en PCI-bus te activeren. Dit doet u met het gratis programma FastVid, te downloaden via www.fastgraphics.com.
Bezitters van een Abit IT5H of IT5V-moederbord kunnen zo'n 2,5% extra snelheidstoename verwachten wanneer zij de optie "CPU Soft Menu | Turbo Frequency" in het BIOS op "Enabled" zetten. Een 133 MHz Pentium zal hierdoor op 135,3 MHz draaien, een 166 MHz op 169,1 MHz. Wie 't kleine niet eert.
Meer informatie over processoren en utilities voor onder andere AMD K6, Cyrix 6x86 en 6x86MX en Intel Pentium, Pentium MMX, Pentium Pro en Pentium II-processoren is te vinden op www.fastgraphics.com.
Gebruikt u voor uw videokaart de meest recente drivers? Nieuwe drivers bieden namelijk niet alleen nieuwe mogelijkheden en uitgebreidere opties, ze zijn bovendien meestal stabieler en sneller dan voorgangers. Daarom is het aan te raden minstens eens per half jaar de nieuwste drivers voor uw videokaart te installeren.
ATI www.atitech.ca
Diamond www.diamondmm.com / www.hastec.nl
Hercules www.hercules.com
Matrox www.matrox.com
Number Nine www.nine.com
S3 www.s3.com
STB www.stb.com
VideoLogic www.videologic.com
Uiteraard kunt u ook terecht op de website van de leverancier of producent van uw systeem. Daarnaast biedt ook de website www.win95update.com een flink assortiment aan Windows 95-drivers.
Hebt u een videokaart met S3 ViRGE of S3 Trio 64V+ chipset? Dan kunt u deze kaarten aanzienlijk sneller laten functioneren wanneer u de bussnelheid opvoert van 50 MHz (standaard) tot zo'n 65
75 MHz. Hoewel S3 dit zelf niet doet, doen andere producenten die videokaarten met een S3-chipset leveren (zoals Diamond) dit al tijden probleemloos. Van belang is wel dat uw videokaart over 40ns EDO RAM beschikt en dat u de snelheid stapsgewijs opvoert, maar zeker niet hoger dan 85 MHz. Heeft u 50ns EDO RAM dan kunt u dit overklokken ook proberen, maar bent u dan nog voorzichtiger en gaat u vooral niet hoger dan zo'n 75 MHz. Zodra uw beeld strepen vertoont of "raar" gaat doen is het tijd om te stoppen met het opvoeren... Om de bussnelheid van de S3-videokaarten te kunnen verhogen zijn een aantal utilities benodigd, die onder andere te vinden zijn via CompuServe (go pcwelt). Van belang is wel dat de videokaart voldoende gekoeld wordt en dat u er rekening mee houdt dat u gebruik maakt van de "reserves" van de kaart, wat de levensduur wellicht kan bekorten.
Speelt u vaak DOS-spellen? Dan kunt u de grafische prestaties hiervan flink verhogen door de optie "Video-BIOS-Shadow" in het BIOS te activeren.
AMI: Advanced CMOS Setup | Video ROM Shadow C000 | 16K
n Video ROM Shadow C400 | 16K beiden op [Enabled] instellen;
Award: BIOS Features Setup | Video BIOS Shadow [Enabled];
Phoenix: Advanced System Setup | Memory Shadow | Video Shadow [Enabled].
Hebt u een systeem zonder specifieke 3D-videokaart (zoals de Diamond Monster) maar m
t een MMX-processor (Pentium MMX en Pentium II, AMD K6 en Cyrix 6x86MX)? Dan kunt u door installatie van Microsoft DirectX5 profiteren van (tot 50%) snellere beelden. DirectX5 ondersteunt namelijk MMX en zal dit gebruiken bij afwezigheid van een
chte 3D-videokaart, waardoor de beeldkwaliteit toch met sprongen vooruit gaat. DirectX5 is te downloaden van Microsoft's website (www.microsoft.com) en maakt standaard deel uit van Windows 95 OSR-2.5 en Windows 98.
De meeste producenten van videokaarten hebben een optie in hun drivers ingebouwd waarmee het mogelijk is om buiten Windows om de videokaart aan te spreken. Hierbij wordt de Graphics Device Interface (GDI) van Windows omzeilt en spreekt de driver rechtstreeks de hardware aan. Hoewel deze "GDI Bypass" of "GDI Cheating" soms enkele procenten snelheidswinst kan opleveren is het niet aan te raden om een dergelijke optie te activeren. Windows kan er namelijk instabiel door worden en op willekeurige momenten volledig crashen. Microsoft certificeert producten die deze procedure gebruiken dan ook niet voor het "Designed for Windows"-logo. De keuze is dus aan u: Enkele procenten snelheidswinst door het gebruik van deze sluiproute of een stabiel(er) systeem.
Wanneer u louter Windows en niet de complete pc wilt herstarten kiest u voor "Start | Afsluiten | De computer opnieuw opstarten?" en houdt u de Shift-toets ingedrukt terwijl u op "Ja" klikt, totdat u in beeld krijgt dat Windows opnieuw gestart wordt. Wilt u (eenmalig) de applicaties uit de map Opstarten niet laden, dan houdt u Ctrl-toets ingedrukt totdat het bureaublad verschenen is.
Een handige applicatie om de systeembelasting in het oog te houden is Systeemmonitor (Start | Programma's | Bureau-accessoires | Systeemwerkset). Hiermee kunt een groot aantal knelpunten nauwgezet in de gaten houden en bijtijds ingrijpen. Indien Systeemmonitor niet standaard ge
nstalleerd is kunt dit doen via "Start | Instellingen | Configuratiescherm | Software | Windows Setup". Kies voor "Bureau-accessoires" en klik op "Details". Vervolgens kunt u in de lijst niet alleen Systeemmonitor selecteren, maar ook de Systeembronmeter en het vergelijkbare Netwerkmonitor. Onder Windows NT kunt u inzicht in de systeemprestaties krijgen via het Taakoverzicht. Klik hiervoor rechts op de taakbalk en selecteer vervolgens "Taakoverzicht".
Apparaatbeheer van Windows 95/98 ("Start | Instellingen | Configuratiescherm | Systeem | Apparaatbeheer") is bijzonder behulpzaam bij het vast te stellen of alle hardware correct ge
nstalleerd is en of er geen hardwareconflicten zijn. Een rood kruis voor een component geeft aan dat er een (serieus) conflict is met een andere component, een geel uitroepteken dat er een mogelijk conflict is. Dit heeft uiteraard nadelige gevolgen voor de prestaties en wellicht dat uw pc hierdoor zelfs in MS-DOS-compatibiliteitsmodus draait. Om een hardwareconflict op te lossen controleert u of een IRQ mogelijk door meerdere componenten gebruikt wordt (via "Computer | Eigenschappen | Bronnen bekijken | Interrupt-aanvraag (IRQ)"). Indien dit het geval is selecteert u in Apparaatbeheer de betreffende component, kiest u "Eigenschappen | Bronnen" en haalt u het vinkje weg voor "Automatische instellingen gebruiken". Vervolgens selecteert u via "Instelling wijzigen" zelf een vrij IRQ.
Apparaatbeheer kan ook direct via een icoon op het bureaublad of in het Start-menu gestart worden. Maak hiervoor een snelkoppeling en voer als opdrachtregel in: "c:\windows\control.exe sysdm.cpl ,1".
Wanneer u Windows 95/98 als upgrade over DOS of Windows 3.1x ge
nstalleerd hebt is het mogelijk dat uw cd-romspeler nog altijd gebruikt maakt van DOS-drivers, wat optimaal presteren van zowel Windows 95/98 als de cd-romspeler in de weg staat. Om Windows 95/98-drivers te kunnen gebruiken laat u Windows 95/98 zoeken naar nieuwe hardware ("Start | Instellingen | Configuratiescherm | Nieuwe hardware") en de benodigde drivers voor de cd-romspeler installeren. Vervolgens verwijdert u de verwijzingen naar de DOS-drivers uit het AUTOEXEC.BAT en CONFIG.SYS.
Als u Windows 95/98-drivers voor uw cd-romspeler gebruikt, dan is deze niet meer te benaderen wanneer u in MS-DOS-modus opstart. Vooral wanneer u spellen speelt kan dit een probleem zijn. Om dit probleem op te lossen kunt een meerkeuze CONFIG.SYS maken waarbij u bij het opstarten de keuze wel
f geen DOS-drivers te laden. De afbeelding toont een voorbeeld van een dergelijk CONFIG.SYS. In de sectie [DOS_CD] vervangt u uiteraard de regel "devicehigh=c:\cd-rom\driver.sys /d:cdrom001" door de naam en locatie van de driver voor uw eigen cd-romspeler.
U kunt uw single of double-speed cd-romspeler iets sneller laten presteren door Windows 95/98 te doen geloven dat het een Quad-speed of snellere speler is. Windows 95/98 zal dan de beschikbare cache-omvang vergroten zodat de data op de cd-rom sneller toegankelijk is. U leidt Windows 95 om de tuin door via "Start | Instellingen | Configuratiescherm | Systeem | Prestaties | Bestandssysteem | CD-ROM" het "Supplementair cache-formaat" in te stellen op "Groot" en "Toegangspatroon optimaliseren voor:" op "Quad-speed of hoger".
Wanneer onder Windows 95/98 zowel nieuwe (32-bit protected mode) Windows 95/98-drivers als oudere (16-bit real mode) DOS-drivers gebruikt worden gaat dit ten koste van de algehele systeemprestaties. Wanneer Windows 95/98 een 16-bit real mode driver ontdekt schakelt het automatisch voor de zekerheid alle 32-bit protected mode drivers ook uit en wordt er overgestapt op de MS-DOS-compatibiliteitsmodus voor het complete systeem. Het prestatieverlies is hierdoor enorm, vaak zelfs meer dan de helft van de oorspronkelijke prestaties! Om dit te voorkomen is het van belang om voor alle componenten, inclusief harde schijf en cd-romspeler, 32-bit protected mode Windows 95/98-drivers te gebruiken. Voor het overgrote merendeel van de componenten doet Windows 95/98 dit overigens uit zichzelf al.
Oudere DOS en Windows 3.x-applicaties kunnen door hun interne structuur Windows 95/98 in MS-DOS-modus dwingen. En soms werken dergelijke applicaties zelfs helemaal niet onder Windows 95/98. Dit probleem is vaak op te lossen met behulp van het programma Make Compatibel, te vinden als MKCOMPAT.EXE, te starten via "Start | Uitvoeren". Open in Make Compatibel het uitvoerbare bestand (.exe) van de dwarsliggende applicatie via "File". Via de gepresenteerde opties kunt u nu proberen de applicatie om de tuin te leiden (bijvoorbeeld wat het versienummer van Windows betreft), zodat deze wellicht toch (goed) werkt onder Windows 95/98. Kies "File | Save" om de wijzigingen op te slaan.
Niet alleen wordt uw systeem er trager van en blijft er minder geheugen beschikbaar, het opstarten van Windows duurt bovendien aanzienlijk langer wanneer u veel applicaties automatisch laadt bij het opstarten van Windows. Daarom is het verstandig het aantal applicaties dat automatisch opstart beperkt te houden tot het absoluut noodzakelijke. In Windows 95/98/NT doet u dit door rechts te klikken op de taakbalk en te kiezen voor "Eigenschappen | Programma's van het menu Start | Geavanceerd" en vervolgens de overbodige bestanden uit de map \Programma's\Opstarten te verwijderen of verplaatsen naar een andere map. Onder Windows 3.x bereikt u hetzelfde door de iconen uit de programmagroep "Opstarten" naar een andere programmagroep te verslepen.
Niet alleen via de map "Opstarten" (in het Start-menu) kunnen applicaties automatisch geladen worden bij het starten van Windows. Onder Windows 3.x kan dit ook via het bestand WIN.INI en onder Windows 95/98/NT ook nog eens via het systeemregister. Om deze programma's niet automatisch te laten starten opent u onder Windows 95/98/NT de Register-editor ("Start | Uitvoeren | "regedit") en navigeert u naar de sleutel HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\Microsoft\Windows\CurrentVersion\Run. Alle items die u niet meer automatisch wilt laten starten kunt u verwijderen, maar weet wel goed wat u doet: Wijzigingen aan het register kunnen fatale gevolgen hebben wanneer u essenti
le instellingen wijzigt of wist! Doe dus niks zonder vooraf een backup van het register gemaakt te hebben en gaat u vooral omzichtig en behoedzaam te werk. Voor Windows 3.x is het proces wat eenvoudiger en minder riskant. Open hiertoe in een editor zoals het Kladblok het bestand WIN.INI (te vinden in \WINDOWS) -eerst natuurlijk even een kopie van maken, voor alle zekerheid- en verwijder de overbodige applicaties achter de regels "load=" en "run=". Overigens kunnen onder Windows 95/98 vanuit dit bestand op identieke wijze ook applicaties gestart worden (vooral Windows 3.x-applicaties meestal, die nog niet de hoogte van het bestaan van het register zijn), dus het is verstandig om dit bestand sowieso ook even te controleren als Windows 95/98-gebruiker.
Om alle mogelijkheden (resolutie, refreshrate, etc.) van uw monitor te kunnen benutten is het van belang dat Windows weet wat voor monitor u heeft. Als u een moderne Plug & Play-monitor heeft zal Windows dit zelf uitvogelen, maar als dit niet goed gaat of Windows uw monitor niet herkend kunt u zelf het juiste type selecteren. Dit doet u via "Start | Instellingen | Configuratiescherm | Beeldscherm | Instellingen". Selecteer nu "Beeldschermtype wijzigen" en kies onder "Monitortype" voor "Wijzigen". Heeft u een diskette bij uw monitor gehad, klik dan op "Diskette". Anders selecteert u "Alle apparaten weergeven" en kiest u handmatig het merk, model en type monitor dat u heeft. Na het herstarten van Windows wordt vanaf nu de juiste monitor gebruikt en kunt u optimaal gebruik maken van alle (specifieke) mogelijkheden.
Om optimale prestaties, een goede en snelle beeldopbouw en een prettig beeld te realiseren is het van belang om de juiste resolutie en kleurdiepte te kiezen passend bij uw videokaart en (het formaat van) uw monitor. Gangbaar is om een resolutie van 640x480 te kiezen voor een 14-inch monitor, 800x600 voor een 15-inch, 1024x768 voor een 17-inch en 1280x1024 voor 19-, 20- en 21-inch. Dit geeft meestal het prettigste beeld met de meeste ruimte op uw bureaublad. Een kleurdiepte van 256 (kleuren) is voor normaal gebruik (zakelijke applicaties) meer dan voldoende, welke resolutie u ook gebruikt. Wilt u een hogere kleurdiepte, zoals 65K of True Color (16-, 24- of 32-bit), gebruiken controleert u dan eerst of uw videokaart deze kleurdiepte aan kan en met voldoende geheugen is uitgerust. Deze gegevens kunt u vinden in de handleiding van uw videokaart. Het wijzigen van de resolutie en kleurdiepte doet u via "Start | Instellingen | Configuratiescherm | Beeldscherm | Instellingen".
Door de hardwareacceleratie voor het beeldscherm onder Windows 95/98 op "Volledig" te zetten (via "Start | Instellingen | Configuratiescherm | Systeem | Prestaties | Beeldscherm") kunt u de prestaties van uw videokaart -ongeacht merk en model- enkele procenten opschroeven, met name tijdens het opbouwen van het beeld.
Hoewel het u wel wat extra schijfruimte kost is het z
r aan te bevelen om te kiezen voor een permanent in plaats van tijdelijk wisselbestand (swapfile). Dit zorgt voor een snelheidstoename van gemiddeld zo'n 10%. Om een permanent wisselbestand te maken defragmenteert u eerst de schijf/partitie waar het bestand komt te staan. Kies vervolgens onder Windows 95 voor "Start | Instellingen | Configuratiescherm | Systeem | Prestaties | Virtueel geheugen | Instellingen voor het virtueel geheugen zelf opgeven.", kies de locatie (schijf of partitie) en vul bij "Minimum" en "Maximum" dezelfde omvang in. De stelregel is dat deze omvang minstens tweemaal de omvang van het RAM-geheugen moet zijn, dus wanneer u 16 MB RAM heeft vult u hier 32 MB in en bij 32 MB RAM maakt u hier 64 MB van. Ook wanneer u veel intern geheugen heeft (64 MB of meer) is het niet verstandig om van deze regel af te wijken, ondanks dat het dan flink wat schijfruimte gaat kosten. Voor Windows NT 4.0 geldt hetzelfde verhaal en wijzigt u de instellingen van het virtueel geheugen (pagefile genaamd) via rechtsklikken op "Deze computer" gevolgd door "Eigenschappen | Virtueel geheugen".
Ook Windows 3.x heeft, net als Windows 95/NT, baat bij een permanent wisselbestand. Dit is in te stellen via de Hoofdgroep. Kies hier "Configuratiescherm | 386 Enhanced | Virtueel geheugen | Wijzigen" en vervolgens als "Type" voor "Permanent". Na het herstarten van Windows zal voortaan een permanent wisselbestand met vaste omvang gebruikt worden.
Wanneer u in uw pc meerdere schijven of partities hebt is het aan te raden om een permanent wisselbestand van Windows (3.x, 95/98 of NT) op een aparte partitie te plaatsen, waar verder geen andere applicaties of data ge
nstalleerd wordt. Dit komt de prestaties flink ten goede, zowel van Windows als van afzonderlijke applicaties. De omvang van een partitie voor een wisselbestand is afhankelijk van de hoeveelheid RAM-geheugen en de omvang van het wisselbestand, maar met een partitie tussen de 100 en 250 MB komt u een heel eind voor een doorsnee systeem met tussen de 16 en 64 MB RAM-geheugen.
Heeft u er wat schijfruimte voor over dan kunt een extra snelle, tijdelijke, schijf krijgen in de vorm van een RAM-drive. Hierop kunt u tijdelijke data zetten die snel toegankelijk moeten zijn, bijvoorbeeld de inhoud van een diskette die ge
nstalleerd moet worden. Houdt u er wel rekening mee dat wanneer u systeem opnieuw start de inhoud gewist wordt, dus een RAM-drive is niet geschikt voor het permanent opslaan van belangrijke data of installeren van applicaties. Om een RAM-drive aan te maken voegt u de volgende regel toe aan het CONFIG.SYS: "devicehigh=c:\windows\ramdrive.sys 3072 512 256 /e". Zorg ervoor dat tevens HIMEM.SYS geladen wordt. Wilt u onder Windows 3.x een RAM-drive maken, dan vervangt u "c:\windows" door de DOS-directory, meestal "c:\dos". Met bovenstaande regel cre
ert u een RAM-drive van 3 MB (3072 KB). Wilt u een grotere of kleinere RAM-drive, wijzigt u dan het eerste getal naar wens (maakt u de RAM-drive echter niet t
groot omdat dit ten koste van het beschikbare RAM-geheugen gaat!). Na het herstarten van uw systeem zult u dan een nieuwe schijf tegenkomen met de naam "MS-ramdrive".
Door in het bestand SYSTEM.INI (te vinden in de map \WINDOWS) de waarde van PageBuffers in de sectie [386Enh] te verhogen (of toe te voegen, indien niet aanwezig) van 4 naar 8, 16 of (bij 8 MB RAM of meer) 32 kunnen de prestaties van Windows tot 40% verbeteren. Dit omdat de (veel) gevraagde data zich dan nog in de buffers bevindt en niet opnieuw van de -trage- harde schijf ingelezen hoeft te worden.
Hoewel u uw desktop pc waarschijnlijk helemaal niet als netwerkserver gebruikt is het toch verstandig om Windows 95/98 dit wijs te maken. Dit doet u door de instelling "Normale functie van deze machine" (bereikbaar via "Start | Instellingen | Configuratiescherm | Systeem | Prestaties | Bestandssysteem | Vaste schijf") te wijzigen van "Desktop computer" in "Netwerkserver". Schuift u eveneens de schuifbalk achter "Optimalisatie van vooruit lezen" naar "Volledig", nu u er toch bent.
Deze foutmelding tijdens de installatie van Windows 95/98 wil zeggen dat er geen geldige FAT-partitie aanwezig is. Deze is vereist om Windows 95/98 te installeren, een NTFS of (OS/2) HPFS-partitie is niet voldoende. Gebruik FDISK om een geldige partitie te maken alvorens de installatie te vervolgen.
Typ na het upgraden van Windows 3.x naar Windows 95/98 "grpconv /m" (via "Start | Uitvoeren") om alle Windows 3.x-groepen van Programmabeheer op te nemen als mappen in het Start-menu.
Typ na het upgraden van Windows 3.x naar Windows 95/98 "grpconv /m" (via "Start | Uitvoeren") om alle Windows 3.x-groepen van Programmabeheer op te nemen als mappen in het Start-menu.
Installeer Windows 95/98 en NT als upgrade over Windows 3.x heen. Standaard installeert NT dual-boot naast Windows 3.x (Windows 95/98 kunnen dit optioneel ook), maar wanneer u voor vervangen kiest worden alle Windows 3.x-instellingen automatisch overgenomen. Installeer NT daarom bij voorkeur in de huidige Windows 3.x-map (\WINDOWS), als u deze instellingen wilt behouden.
Om de instellingen van de vorige tip te kunnen gebruiken moet onder NT een nieuwe gebruiker gemaakt worden. Dit doet u via "Start | Programma's | Systeembeheer (Algemeen) | Gebruikersmanager" en te kiezen voor "Gebruiker | Nieuwe gebruiker". Vul de benodigde gegevens in, sluit het systeem af en log opnieuw in met de zojuist gemaakte gebruiker. Na beantwoording van enkele vragen toont NT uw vertrouwde bureaublad!
Op een dual-boot systeem met zowel Windows (3.x of 95/98) en NT is het van belang om applicaties onder beide besturingssystemen te installeren, ze houden elkaar namelijk niet op de hoogte van installaties van applicaties. Daarom moet iedere applicatie zowel onder Windows 3.x/95/98 als onder NT ge
nstalleerd worden, maar dat mag uiteraard wel in dezelfde map zijn. De herinstallatie is uitsluitend nodig om de registers van beide Windows-versies te actualiseren.
Wanneer u absoluut zeker weet DOS en/of Windows 3.x nooit meer te gebruiken (Let wel: zo'n 25% van de hard- en software werkt niet onder Windows NT!), installeer Windows NT dan in een afwijkende map (bijvoorbeeld de standaardmap, \WINNT) en wis vervolgens de complete Windows 3.x-map.
Verspil geen tijd om te proberen Windows 95/98 te upgraden naar Windows NT 4.0. Dit kan namelijk niet! Windows NT kan de Windows 95/98-instellingen niet overnemen, dus u bent genoodzaakt NT in een aparte map te installeren en al uw applicaties opnieuw te installeren onder NT. Pijnlijk maar waar.
Wanneer u tijdens de installatie van Windows NT een foutmelding krijgt dat het type partitie onbekend is, dan heeft u een zogenaamde 0E of 0F FAT16-partitie. En daar kan NT niet mee overweg. Gebruik FDISK om de partitie te wijzigen voordat u verder gaat met de installatie. Om dit (vrij zeldzame) probleem te voorkomen kunt u overigens een patch downloaden op www.microsoft.com/windows/software/dskts.htm.
Op een dual-boot systeem met zowel Windows 95/98 als NT kunt u soms gebruik maken van de Windows 95/98-applicaties zonder ze opnieuw te installeren onder NT. Hiervoor moet u de Windows 95/98 System-map (\WINDOWS\SYSTEM) toevoegen aan het NT-path. Dit doet u als volgt in NT 4.0: Klik op Deze Computer, kies Eigenschappen en selecteer "Omgevingsvariabelen". In het venster "Systeemvariabelen" selecteert u "Path" en voegt u na het laatste "%"-teken uw Windows 95/98 System-path toe.
Bevalt Windows NT zo goed dat u definitief af wilt van Windows 95/98? Verwijder dan de complete Windows 95/98-map (standaard \WINDOWS) vanuit NT.
Met de introductie van Windows 95 OSR-2 en Windows 98 is er een nieuw bestandssysteem bijgekomen: FAT32. Dit heeft een flink aantal voordelen ten opzichte van oudere FAT-versies die door DOS en Windows 3.x/95 gebruikt worden (FAT16 en soms het oude FAT12), maar ook nadelen. Zo herkent alleen OSR-2 en Windows 98 (en later ook Windows NT 5.0) FAT32, andere Windows-versies (inclusief NT) niet. Daarom is FAT32 alleen aan te raden wanneer u uitsluitend OSR-2 of Windows 98 gebruikt en geen andere besturingssystemen.
Om uit te vinden welk bestandssysteem (FAT16, FAT32 of NTFS) uw partities gebruiken opent u "Deze Computer", klikt u met de rechtermuisknop op de gewenste partitie en kiest u voor "Eigenschappen". De tab "Algemeen" vertelt u welk bestandssysteem gebruikt wordt. Staat er achter "Bestandssysteem" niks, dan is het gebruikte bestandssysteem FAT16.
Heeft u een FAT32-partitie op uw systeem en wilt u Windows NT 4.0 hierop installeren? Dat kunt u gerust vergeten, NT 4.0 ondersteunt namelijk FAT32 niet. Dus wanneer u NT dual-boot wilt gebruiken naast of op een FAT32-partitie gaat dat niet door. Zoals Windows 3.x/95 niet met FAT32 en NTFS overweg kan, zo kan NT niet overweg met FAT32. De enige oplossing: Backup uw FAT32-partitie, verwijder deze vervolgens met FDISK en cre
er een nieuwe FAT16-partitie. Zet uw data terug op deze partitie en vervolg de installatie van NT.
Wanneer u Windows NT dual-boot installeert naast Windows 3.x of 95/98 is het verstandig NT op een eigen partitie te plaatsen, dus niet op dezelfde partitie als waar Windows 3.x/95/98 staat en waarvan (dus) gestart wordt. Voordeel hiervan is dat u de NT-partitie van het NTFS-bestandssysteem kunt voorzien. Met behulp van FDISK en de NT-installatie kunt u een aparte partitie aanmaken (als daar nog vrije ruimte voor is) en deze indelen als NTFS.
Bij gebruik van (uitsluitend) Windows NT is het aan te raden het NTFS-bestandssysteem te gebruiken omdat dit vele voordelen biedt ten opzichte van FAT16/32. Overhaast een dergelijke beslissing echter niet, want andere versies van Windows (3.x en 95/98) herkennen NTFS niet. En er is ook geen weg terug, NTFS is niet "terug" te converteren naar FAT. U moet dan eerst de NTFS-partitie verwijderen en vervolgens weer met FDISK een FAT-partitie maken en daarna uw data weer terugplaatsen.
Bij de conversie van FAT16 naar NTFS kunnen soms problemen ontstaan met bestandsnamen met een tilde (~) erin, bijvoorbeeld de 8.3-equivalent van een lange bestandsnaam. Dit probleem is op te lossen door v
r de conversie in een MS-DOS-prompt in te typen "convert [drive:] /fs:ntfs/nametable:convfile.log" (waar [drive:] staat voor de te converteren schijf). Dit cre
ert een conversie- en vertaaltabel in de boot sector die door NT gebruikt zal worden voor het correct omzetten van bestandsnamen.
Gebruik geen DOS/Windows 3.x of Windows 95-utilities onder Windows 98 of Windows NT, zeker niet wanneer er gebruikt gemaakt van een FAT32 of NTFS-partitie. Oudere utilities kunnen namelijk niet met deze nieuwe bestandssystemen overweg en kunnen de bestandsstructuur, lange bestandsnamen en zelfs bestanden dan ook volledig vernielen.
Kiest u voor een FAT16-partitie dan zit u altijd goed, zowel onder DOS als onder alle Windows-versies. Gebruikt u uitsluitend Windows 98 (of Windows 95 OSR-2.x) op een systeem, dan is FAT32 de beste keuze. Wanneer u uitsluitend Windows NT gebruikt is dit NTFS. Gebruikt u een (dual-boot) combinatie van Windows-versies, zorg er dan altijd voor dat de opstartpartitie (schijf C:) van het FAT16-type is. Eventuele andere partities kunnen uiteraard wel van het FAT32- of NTFS-type zijn, maar bedenk daarbij wel dat deze types niet compatibel zijn met oudere besturingssystemen noch met elkaar. Iets om gedegen rekening mee te houden!
Heeft u het welkomstscherm van Windows 95/98 uitgeschakeld en hier spijt van? Kies dan "Start | Uitvoeren" en typ "welcome". Van harte welkom terug!
Klik voor snelle toegang tot de systeemeigenschappen met de rechter muisknop op "Deze Computer" en kies "Eigenschappen".
Om zonder omslachtige toetscombinaties leestekens (
) te kunnen plaatsen kiest u via "Start | Instellingen | Configuratiescherm | Toetsenbord" de tab "Taal" en vervolgens de optie "Eigenschappen". Selecteer hier als toetsenbordindeling "VS-Internationaal". U kunt nu tijdens het typen eenvoudig leestekens aanbrengen door eerst het teken (") te typen en vervolgens de letter (e).
De standaard muispijl ook zo beu? Kies via "Start | Instellingen | Configuratiescherm", het icoon "Muis" en vervolgens de optie "Aanwijzers". Selecteer de pijl die u wilt wijzen en kies voor "Bladeren". U kunt nu kiezen uit een groot aantal pijlen, waaronder een aantal bewegende. Op Internet zijn enorme hoeveelheden (bewegende) muispijlen te vinden, onder andere op www.shareware.com.
Door in het Kladblok (Start | Programma's | Bureau-accessoires) op de eerste regel van een bestand ".LOG" (in hoofdletters) te typen wordt dit automatisch een logboek. Iedere keer dat het bestand gesloten wordt, worden datum en tijd vastgelegd.
Om een afbeelding van uw scherm ("screenshot") te maken drukt u, net als in DOS, op de "PrntScrn"-toets. Vervolgens opent u Microsoft Paint (Start | Programma's | Bureau-accessoires) en kiest u "Bewerken | Plakken". U kunt nu de schermafdruk bewerken, opslaan of afdrukken.
U kunt een afbeelding die u leuk vindt eenvoudig als achtergrond gebruiken. Sla de afbeelding op als bitmap (.bmp) en plaats het bestand in de Windows-map (standaard \WINDOWS of \WINNT). Klik vervolgens met rechts op het bureaublad, selecteer "Eigenschappen" en kies de tab "Achtergrond". Nu kunt u eenvoudig de gewenste bitmap selecteren.
Wanneer de standaard kleuren en het lettertype van Windows u niet bevallen kunt u deze wijzigen via rechtsklikken op het bureaublad, selecteer "Eigenschappen" en kies de tab "Vormgeving". Hier is een scala aan instellingen te wijzigen.
Maak altijd een opstartdiskette voor Windows 95/98 om uw systeem te kunnen starten bij problemen. Open hiervoor het configuratiescherm (Start | Instellingen | Configuratiescherm), selecteer "Software" en vervolgens de tab "Opstartdiskette". Plaats een lege diskette en kies "Diskette maken...". Alle benodigde bestanden worden nu op de diskette opgeslagen. Berg de diskette vervolgens op een veilige plaats op.
Ook onder Windows NT kunt u een opstartdiskette ("Emergency Repair Disk") maken. U kunt hiervan niet opstarten maar wel het register mee terugplaatsen, indien nodig. Gebruik hiervoor RDISK.EXE, te starten via "Start | Uitvoeren | "rdisk". Hiermee is een actuele Repair Disk te maken en/of te updaten. Indien u geen Repair Disk gemaakt heeft kunt in geval van problemen ook proberen de configuratie te herstellen door de installatie van Windows NT opnieuw te starten (via de installatiediskettes of cd-rom) en te kiezen voor "Herstellen installatie". Een aparte diskette is echter betrouwbaarder en geeft meer kans op een succesvol herstel.
Het is van groot belang om regelmatig backups te maken. En niet alleen van uw (data) bestanden, bijvoorbeeld met Microsoft (NT) Backup, maar ook van de Windows-instellingen en het register. Onder Windows NT doet u dit met de Repair Disk, voor Windows 95 moet dit echter afzonderlijk gebeuren met behulp van freeware utilities als Microsoft Emergency Recovery Utility en Microsoft Configuration Backup. Windows 98 maakt automatisch backups van het register,
nmaal per dag. U kunt dit ook handmatig doen via Registry Scan (Start | Uitvoeren | "scanregw"). Maak in ieder geval altijd een backup van uw register voor dat u nieuwe hard- of software installeert, maar toch liefst minimaal eens per dag.
Herstart Windows (ook NT!) altijd na een crash, zelfs wanneer deze door Windows "opgevangen" is. Dit vergroot de stabiliteit en betrouwbaarheid van het systeem.
Ruim regelmatig achtergebleven tijdelijke bestanden op en leeg ook op gezette tijden de cache van de Internet-browser. Tijdelijke bestanden bevinden zich in de speciale map van Windows (\WINDOWS\TEMP) maar soms ook in de afzonderlijke programmamappen. U kunt via de zoekfunctie van Windows (Start | Zoeken | Bestanden en mappen) zoeken naar alle bestanden met de extensie .tmp en deze vervolgens verwijderen. Onder Windows 98 kunt u tijdelijke bestanden automatisch laten opruimen door de Optimalisatie Wizard en Schijfopruiming.
Vindt u C:\WINDOWS\TEMP maar niks als locatie voor tijdelijke bestanden? Neem dan in uw AUTOEXEC.BAT de regels "TEMP=<map>" en "TMP=<map>" op en vervang <map> door de gewenste locatie, bijvoorbeeld D:\TEMP. Deze locatie moet wel bestaan, anders komen alle tijdelijke bestanden in de programmamappen te staan.
Wilt u (nog) meer ruimte vrij maken op uw systeem, verwijder dan alle filmpjes (.avi) bestanden uit \WINDOWS\HELP. Deze bestanden horen bij de Windows Tour en nemen zo'n 7 MB schijfruimte in. Dus eerste de Tour bekijken en dan de bestanden pas wissen!
Om problemen te voorkomen is het van belang regelmatig (minstens eens per maand, maar liefst iedere week of nog vaker) systeemonderhoud te plegen, zoals het controleren en op orde brengen ("defragmenteren") van uw schijven en bestanden. U kunt hiervoor de met Windows 95 meegeleverde utilities ScanDisk en Disk Defragmenter (beide te starten via Start | Programma's | Bureau-accessoires | Systeemwerkset) gebruiken.
Ook Windows NT moet onderhouden worden. Open "Deze Computer", selecteer een schijf en rechtsklik. Kies nu "Eigenschappen" en vervolgens de tab "Gereedschap". U kunt nu een schijfcontrole uitvoeren. Helaas biedt Windows NT zelf standaard geen utility voor het defragmenteren van schijven.
Gedraagt Windows NT zich een beetje (erg) vreemd of start het helemaal niet meer? Herstart dan uw systeem en volg het gebod "Druk op de spatiebalk voor de laatste bekende goede configuratie" op. NT zal nu starten met de laatste instellingen waarmee het juist gefunctioneerd heeft. Eventuele wijzigingen, instellingen en installaties die na die tijd zijn gemaakt gaan hierdoor wel verloren!
Om het beheren (en backuppen) van documenten te vereenvoudigen is het aan te raden al uw documenten op een centrale locatie op te slaan. U maakt bijvoorbeeld een standaard werkmap \DATA\ met daaronder submappen voor de diverse applicaties, projecten, onderwerpen, gebruikers, etc. Onder Windows 98 kunt u natuurlijk ook gebruik maken van de standaardlocatie, "\Mijn documenten", of deze naar uw smaak aanpassen.
Om effectief gebruik te kunnen maken van een centrale datamap is het handig om de applicaties die u gebruikt hiervan op de hoogte te brengen. Dit doet u door in de betreffende applicatie de standaardmap voor documenten aan te passen. De procedure hiervoor verschilt van applicatie tot applicatie en staat meestal omschreven in de handleiding of het help-bestand. Is dit met een bepaalde applicatie niet mogelijk of weet u niet hoe, dan is er nog een andere mogelijkheid: U kunt bij de snelkoppeling waarmee de applicatie gestart wordt (op het bureaublad of in het Start-menu) aangeven wat de standaard werkmap is. Dit doet u door rechts te klikken op de snelkoppeling, selecteer "Eigenschappen" en vervolgens de tab "Snelkoppeling". Typ nu de gewenste map in het veld "Beginnen in".
Bent u de naam "Deze Computer" beu? Verander deze dan gewoon in een andere naam, zoals het merk of model van het systeem. Doe dit door "Deze Computer" te selecteren, klik met de rechter muisknop en kies "Naam wijzigen". Op F2 drukken werkt ook. Hetzelfde geldt voor het icoon "Netwerkomgeving" en diverse andere iconen op het bureaublad.
Beperk het aantal snelkoppelingen en iconen op uw bureaublad, om dit overzichtelijk te houden. Plaats alleen de hoognodige en meest gebruikte snelkoppelingen op het bureaublad (liefst aan de zijkanten) en zet de rest in het Start-menu of maak hiervoor een aparte map op het bureaublad (klik rechts op het bureaublad en selecteer "Nieuw | Map" of Nieuw | Snelkoppeling).
Plaats op het bureaublad snelkoppelingen naar hardware die u vaak gebruikt, zoals het diskettestation, de cd-romspeler, printer en Windows Verkenner. Doe dit door het betreffende icoon van de eenheid, bijvoorbeeld in Deze Computer of in de Verkenner, met de rechtermuisknop ingedrukt te selecteren en verslepen naar het bureaublad. Laat nu de muisknop los en selecteer de optie "Hier snelkoppeling(en) maken". Doe dit voor alle hardware waar u snel toegang tot wilt hebben.
Wilt u de AutoPlay-functie niet inschakelen maar toch audio cd's (semi) automatisch laten spelen wanneer de cd-speler start? Maak hiervoor snelkoppeling op het bureaublad en typ in het venster "Doel:" van de tab "Snelkoppeling": "c:\windows\ cdplayer.exe /play". Voortaan is het plaatsen van een audio cd en het aanklikken van de snelkoppeling voldoende om het afspelen te starten.
Om Windows 95/98 te herstarten zonder het complete systeem te hoeven herstarten kiest u
"Start | Afsluiten | De computer opnieuw opstarten?". Houdt nu de Shift-toets ingedrukt terwijl u op "Ja" klikt, totdat in beeld verschijnt dat Windows opnieuw gestart wordt. Dit is vooral handig wanneer het systeem instabiel is geworden, en louter opnieuw inloggen niet voldoende is, maar u geen zin heeft om de complete (lange) startprocedure te doorlopen.
Om snel toegang te hebben tot alle iconen en snelkoppelingen op het bureaublad, ook wanneer dit bedekt is door vensters, maakt u een snelkoppeling naar de map C:\WINDOWS\DESKTOP en voorziet u die van een sneltoets in het venster "Sneltoets:" (bijvoorbeeld F8). Door nu op de sneltoets te drukken wordt de inhoud van de map, met de volledige inhoud van het bureaublad dus, getoond in een apart venster.
Om meerdere items (iconen en snelkoppelingen), bijvoorbeeld op het bureaublad of in de Verkenner, in
n keer met de muis te selecteren houdt u de (linker) muisknop ingedrukt terwijl u een kader trekt rondom de te selecteren items.
Om snel te wisselen tussen actieve applicaties kunt u gebruik maken van de taakbalk of via de toetscombinatie [Alt-Tab] door de actieve applicaties bladeren.
Passen alle actieve applicaties niet meer op de taakbalk of wordt het geheel onleesbaar? Trek dan de taakbalk uit tot de gewenste breedte door met de linkermuisknop de bovenkant van de taakbalk beet te pakken en deze omhoog te trekken. Dit kan totdat het halve scherm met de Taakbalk gevuld is.
Om in
n keer alle geopende vensters te sluiten houdt u de Shift-toets ingedrukt terwijl u
n van de vensters sluit. Automatisch worden ook alle andere vensters gesloten.
Om in
n keer alle geopende vensters te minimaliseren klikt u met de rechtermuisknop op de taakbalk en kiest u "Alle vensters minimaliseren".
Het programmamenu van een applicatie (te openen via het icoontje helemaal links boven in de titelbalk) is ook zonder muis op te vragen. Druk hiervoor op [Alt-Spatiebalk]. Een menu, met de opties Vorig formaat, Verplaatsen, Grootte, Minimaliseren, Maximaliseren en Sluiten verschijnt nu.
Een screensaver (schermbeveiliging) is direct vanaf het bureaublad te starten door middel van een snelkoppeling. Maak deze door de gewenste screensaver (met de extensie .scr) vanuit de Windows-map naar het bureaublad te slepen. Selecteer het bestand met de rechtermuisknop, sleep het naar het bureaublad, laat de muisknop los en kies voor "Hier snelkoppeling(en) maken". Door nu op de snelkoppeling te klikken start de screensaver.
Het is verstandig om een wachtwoord in te stellen voor uw screensaver. Dit doet u via rechtsklikken op het bureaublad, selecteer "Eigenschappen" gevolgd door de tab "Schermbeveiliging". Kies voor "Beveiligd met wachtwoord" en geef een wachtwoord op via de knop "Wijzigen". In combinatie met de vorige tip kunt u nu snel uw systeem afschermen wanneer u niet aanwezig bent. Onder Windows 95/98 is dit weliswaar geen waterdichte beveiliging (het systeem is nog altijd te herstarten), maar toch een flink verhoogde drempel. Onder NT is het wel een complete beveiliging omdat bij NT telkens ingelogd moet worden.
Wilt u het standaardicoon van uw schijven, zoals weergeven in "Deze Computer" en de Verkenner, wijzigen? Dan kan door in de root van de betreffende schijf een tekstbestand met de naam AUTORUN.INF te plaatsen. Maak dit bestand met bijvoorbeeld Kladblok en voorzie het van de volgende inhoud:
[autorun]
icon=bestandsnaam,icoonnummer
Waarbij "bestandsnaam" staat voor het bestand (extensie .ico, .dll of .exe) met het gewenste icoon en "icoonnummer" voor het nummer van het icoon in het bestand. Bevat het bestand maar
n icoon, dan is dit altijd 0.
Heeft u behoefte aan m
r iconen dan het standaardaanbod, open dan het bestand PIFMGR.DLL in \WINDOWS\SYSTEM. Hierin bevinden zich nog m
r iconen.
U kunt natuurlijk ook nog uw eigen iconen maken. Dat kan met behulp van een speciale editor maar u kunt ook een fraai bitmap bestand als icoon gebruiken. In feite zijn iconen namelijk niets meer dan kleine bitmaps. U wijzigt eenvoudig de extensie van het bestand van .bmp in .ico en klaar is uw icoon. Zo kunt u van uw favoriete afbeeldingen bitmaps maken maar natuurlijk ook van foto's, door deze in bitmap-formaat op te slaan.
Wilt u de inhoud van de Start-menu map "Documenten" (Start | Documenten) wissen? Klik dan met de rechtermuisknop op de taakbalk, selecteer "Eigenschappen" en vervolgens de tab "Programma's van het menu Start". Klik nu op de knop "Wissen" (of "Verwijderen") in het kader "Menu Documenten".
Wilt u niet alleen de Documentenmap wissen maar ook de geschiedenis van onder andere het Uitvoeren- (Start | Uitvoeren) en Zoeken (Start | Zoeken) venster? Gebruik dan Tweak UI, onderdeel van Microsoft's gratis PowerToys (zie tip 86). Hiermee kunt u al deze instellingen automatisch (bij het afsluiten van Windows) of handmatig verwijderen.
Om tijdelijk (tot de volgende start van Windows) het Start-menu te verstoppen opent u het Start-menu. Druk vervolgens op de [Esc]-toets gevolgd door [Alt + -] en kies daarna "Sluiten". Om het Start-menu terug te krijgen moet uw Windows opnieuw opstarten.
Gebruik kleine iconen in het Start-menu om dit overzichtelijker te maken, bijvoorbeeld op laptops. Klik hiervoor met de rechtermuisknop op de taakbalk, selecteer "Eigenschappen" en kies voor "Kleine pictogrammen weergeven in het menu Start".
Om via het toetsenbord snel een snelkoppeling (in het Start-menu) te kunnen starten is het verstandig om iedere snelkoppeling met een uniek teken (cijfer of letter) te laten beginnen. Kiest u dit teken dan wordt automatisch de snelkoppeling geselecteerd
n gestart.
Om een applicatie automatisch geminimaliseerd te starten selecteert u "Geminimaliseerd" onder "Uitvoeren" op de tab "Snelkoppeling" van een snelkoppeling (via rechtsklikken op de snelkoppeling en kies voor "Eigenschappen").
Houdt tijdens het opstarten van Windows de [Shift]-toets ingedrukt om te voorkomen dat de applicaties in de Opstarten-map (Start | Programma's | Opstarten) geladen worden. Dit is handig om Windows snel te kunnen starten zonder de applicaties te laden.
Wanneer u bepaalde zoekopdrachten (via "Start | Zoeken | Bestanden en mappen") met dezelfde criteria (bijvoorbeeld alle tijdelijke bestanden) vaker uitvoert is het handig om deze op te slaan. Om dit realiseren kiest u voor "Bestand | Zoekactie opslaan" nadat het zoeken voltooid is. Windows cre
ert nu een snelkoppeling op het bureaublad met de zoekcriteria.
Om de Verkenner standaard in dezelfde map te laten openen, bijvoorbeeld de root van een schijf, typt u achter "Doel:" in de snelkoppeling naar de Verkenner: "c:\windows\explorer.exe /e,root,C:\". Uiteraard kunt u de Verkenner ook in een andere map laten beginnen, bijvoorbeeld "/e,c:\Program Files".
Gebruikt u liever het toetsenbord dan de muis om mappen en bestanden te selecteren, typ dan gewoon de eerste letters van een bestand of map en de Verkenner springt hier automatisch naar toe. Niet te langzaam typen, want anders blijft de Verkenner heen en weer springen tussen de getypte letters en bijbehorende bestanden.
Vaak is het handig om een geopende map die op het bureaublad staat in de Verkenner te tonen. Dit doet u door in de geopende map rechts te klikken op het icoontje helemaal links boven in de menubalk en te kiezen voor "Verkennen".
Wie heeft de Verkenner nog nodig voor bestandsbeheer? U kunt gewoon vanuit de "Openen..." en "Opslaan als..."-vensters van
chte Windows-applicaties al uw bestanden en mappen beheren. Beide vensters bieden dezelfde functionaliteit als de Verkenner.
Om een document (bijvoorbeeld een Word-bestand) te openen met een andere applicatie dan de standaardapplicatie waarmee het verbonden is (via de extensie, Word in dit voorbeeld) houdt u de [Shift]-toets ingedrukt terwijl u met rechts klikt op het te openen document. Vervolgens selecteert u "Openen met..." en kiest u de applicatie waarmee het document deze keer (eenmalig) geopend moet worden.
Om documenten (en bestanden) permanent te verwijderen, zonder ze eerst naar de Prullenbak te verplaatsen, selecteert u het te verwijderen document en drukt u op [Shift+Del] (of houdt de [Shift]-toets ingedrukt terwijl u rechts klikt op het document en kiest voor "Verwijderen") en bevestigt u de vraag die verschijnt. Wees hier wel voorzichtig mee, want documenten die op deze manier gewist worden zijn uiteraard niet meer terug te halen via de Prullenbak!
Wilt u dat de Verkenner alle bestanden toont, ook de verborgen en systeembestanden? Kies dan voor "Beeld | Opties" en selecteer "Alle bestanden weergeven". In dit venster kunt u ook aangeven dat het volledige MS-DOS-pad en extensie van een bestand getoond moeten worden.
Normaal gesproken koppelt een applicatie automatisch een type bestand (met een bepaalde extensie) met een applicatie, bijvoorbeeld .doc aan Microsoft Word en .txt aan het Kladblok. Wilt u deze associatie wijzigen of zelf associaties toevoegen of verwijderen, kies dan voor "Beeld | Opties" en klik op de tab "Bestandstypen". U ziet nu alle aanwezige associaties. Ben wel voorzichtig met het verwijderen of wijzigen van associaties, want dit kan tot gevolg hebben dat applicaties niet meer (juist) functioneren!
Sommige applicaties, vooral spellen, kunnen niet goed overweg met Windows 95/98 en willen pers
in een DOS-omgeving draaien. Natuurlijk kunt u telkens Windows 95/98 afsluiten en in MS-DOS-modus starten, maar u kunt ook een snelkoppeling maken en aangeven dat bij het starten tijdelijk naar MS-DOS-modus geschakeld moet worden. Dit doet u door een snelkoppeling naar deze applicatie te maken, de tab "Programma" te selecteren en op "Geavanceerd" te klikken. Kies nu voor "MS-DOS-modus". Indien gewenst kun u zelfs een apart AUTOEXEC.BAT en CONFIG.SYS maken voor deze specifieke snelkoppeling, zodat deze applicatie met andere instellingen dan de standaard kan functioneren. Na het afsluiten van de applicatie zal Windows automatisch herstarten.
Een groot aantal handelingen is niet alleen met de muis uit te voeren maar ook (vaak sneller) met behulp van een toetscombinatie. De meest gebruikte combinaties op een rijtje:
Toets(en) Actie
F1 Opent help-bestand voor actieve applicatie
F2 Wijzigt naam van geselecteerde object
F3 Opent "Zoeken"-venster (identiek aan "Start | Zoeken")
F4 Opent in de Verkenner de pulldown-lijst met alle schijven en partities
F5 Ververst het beeld
F6 Wisselt tussen vensters binnen een scherm (identiek aan [Tab]-toets)
F10 Selecteert de menubalk van een applicatie
Alt + Tab Bladert door alle actieve applicaties
Alt + Enter Toont de eigenschappen van het geselecteerde object
Alt + M Minimaliseert alle geopende vensters (wanneer taakbalk geselecteerd is)
Alt + S Opent het Start-menu (wanneer er geen object geselecteerd is)
Backspace Springt naar bovenliggende map in de Verkenner
Ctrl + A Selecteert alle objecten in het actieve venster
Ctrl + C Kopi
ren selectie naar plakboek
Ctrl + V Plakken inhoud plakboek in actieve document
Ctrl + X Knippen selectie naar plakboek
Ctrl + Esc Opent het Start-menu (identiek aan Alt + S)
Ctrl + Tab Bladert door geopende documenten binnen een applicatie
Shift + F10 Toont snelmenu van object (identiek aan rechtsklikken)
Shift + Del Verwijdert bestanden permanent zonder gebruik van de Prullenbak
Om automatisch een in een Iomega Zip Drive aanwezig disk uit te laten werpen bij het afsluiten van Windows 95/98 opent u de Register-editor (Start | Uitvoeren | "regedit") en navigeert u naar de sleutel HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\Iomega Corporation\Extentions (alleen aanwezig indien de Iomega Zip Tools ge
nstalleerd zijn). Vervolgens voegt u via "Bewerken | Nieuw | Sleutel" een nieuwe sleutel toe met als naam "ZipShutdownEject" en als waarde "1". Na het herstarten van Windows 95/98 zal voortaan bij het afsluiten automatisch een eventuele disk in de Zip Drive uitgeworpen worden.
Het is in Windows 98 mogelijk je eigen tekstbestanden als HTML-achtergrond op de desktop te gebruiken. Open het Kladblok (Notepad) en typ de tekst. Een al bestaand tekstbestand kun je natuurlijk ook in het Kladblok openen. Bewaar de tekst nu met een .HTM-extensie. Als je nu met de rechtermuisknop op de desktop klikt en de Eigenschappen opvraagt van de desktop kun je op het 'Web'-tabblad met de knop 'Nieuw' een website selecteren. Gebruik de 'Bladeren'-knop om het tekstbestand aan te wijzen. Als je verstand hebt van HTML, dan kun je het HTML-bestand altijd nog een beetje mooier maken met een achtergrondje of plaatjes.
Als je over Microsoft Word en de gratis add-on Internet Assistant beschikt kun je ook videofilmpjes als achtergrond gebruiken. Maak met bijvoorbeeld het Kladblok een nieuw .HTM-bestand aan en open dit in Word. Voeg vervolgens met het menu 'Invoegen' een videofilmpje in, een AVI-filmpje naar keuze. Klik op OK en sluit Word af. Klik nu met de rechtermuisknop op de desktop en geef op het 'Desktop'-tabblad aan dat je een nieuwe website wilt aanwijzen. Wijs vervolgens het .HTM-bestand met het ingevoegde filmpje aan.
Als je in Windows 98 een het belangrijkste deel van een URL typt zal de browser automatisch de 'www' en het domeinachtervoegsel invullen. Dit is erg makkelijk, maar niet de snelste manier. De reden hiervoor is dat de browser alle mogelijke voor- en achtervoegsels probeert voordat de juiste pagina geopend wordt. De snelste manier om naar bijvoorbeeld 'www.microsoft.com' te gaan is dan ook door als URL 'microsoft' in te tikken en op CTRL+ENTER te drukken. De browser vult dan automatisch 'www.' en '.com' voor je in, zonder eerst alle mogelijkheden na te gaan.
Je kunt de iconen van de programma's in de Quick Lauch balk gemakkelijk veranderen naar wens door met de rechtermuisknop op ze te klikken. Je kunt dan het tabblad 'Snelkoppeling' gebruiken om het icoon te veranderen in de al aanwezige mogelijkheden, of op de harde schijf te zoeken naar andere iconen.
In het Start-menu vind je nu ook een Favorieten-item. Hierin staan alle bookmarks die je tijdens het surfen op het internet hebt bewaard. Je kunt deze favoriete internetadressen in het Start-menu organiseren door ze in het lijstje te slepen naar de plaats waar je ze wilt hebben.
De kolommen die in een Explorer-venster verschijnen als je kiest voor de gedetailleerde weergave zijn geheel naar wens aan te passen. Je kunt de volgorde van de kolommen veranderen door ze in de gewenste volgorde te slepen. Ook kun je de breedte aanpassen door de rechterkant van de kolom heen en weer te slepen.
Als je via de Systeem Update Manager Web site een patch of driver hebt ge
nstalleerd kun je eventueel ongewenste installaties ongedaan maken. De Systeem Update Manager houdt namelijk bij welke veranderingen er aangebracht zijn op je pc en geeft je de mogelijkheid de wijzigingen ongedaan te maken.
Het bewerken en beheren van het Windows 98 register is een stuk gemakkelijker geworden sinds Windows 95. In het speciale Systeem Informatie-utility krijg je de verschillende gegevens in het register beter georganiseerd voorgeschoteld, en zijn de gegevens makkelijker te vinden. Je kunt ook knippen en plakken en gegevens afdrukken.
De System Troubleshooter van Windows 98 maakt het makkelijker eventuele problemen op te lossen. In Windows 95 moest dit nog gebeuren door wat sleutelwerk te verrichten en vervolgens de computer opnieuw op te starten. In Windows 98 kun je veiliger aan de slag. De System Troubleshooter houdt bij wat je verandert en kan belangrijke zaken herstellen als je te ver bent gegaan.
Windows 98 geeft de gebruiker de mogelijkheid het uiterlijk van Explorer-vensters naar eigen wens te kiezen. Ga via de Start-knop naar de mogelijkheid 'Folder Options...' in de Settings-groep. Je kunt dan op het tabblad 'General' de algemene uiterlijke kenmerken van folders instellen. Er zijn drie opties: Web Style, Classic Style en Custom. Web Style geeft alle folders het uiterlijk van de Internet Explorer, terwijl Classic ervoor zorgt dat alle folders er uitzien als in Windows 95. Als je Custom Style kiest kun je helemaal zelf aangeven welke kenmerken van Web en Classic je wilt gebruiken.
Het instellen van de uiterlijke kenmerken van de Explorer-folders kan ook op Advanced-niveau. Ga via de Start-knop naar de mogelijkheid 'Folder Options...' in de Settings-groep. Als je vervolgens op het tabblad 'View' klikt kun je de uitgebreide mogelijkheden van folders instellen. Tevens kun je hier aangeven dat alle folders dezelfde kenmerken krijgen als de huidige, of kun je alle folders herstellen naar hun oorspronkelijke instellingen.
Op het tabblad 'General' van de het Folder Options scherm (ga via de Start-knop naar Settings en kies vervolgens Folder Options) kun je aangeven hoe de Explorer-vensters eruit moeten zien. Kies je voor 'Custom' dan kun je zelf o.a. instellen of je internetpagina's op de desktop wilt gebruiken, of je internetmogelijkheden in vensters wilt gebruiken en of je een enkele of een dubbelklik wilt gebruiken voor het opstarten van bijvoorbeeld applicaties.
Net als het Plus!-pakket voor Windows 95 bevat Plus! 98 een aantal leuke en handige uitbreidingen voor Windows 98. Naast de al bekende Desktop-thema's (met geluiden, beelden en bijvoorbeeld alternatieve cursors) bevinden zich in het Plus! 98-pakket nog handige utilities. Zo is er een 'Start Menu Cleaner', die helpt bij het 'schoon' houden van het Start Menu, en is er een 'File Cleaner' toegevoegd die helpt bij de speurtocht naar ongebruikte bestanden om ruimte op de harde schijf te sparen.
In Windows 95 had de titelbalk van een actief venster nog 1 kleur (standaard donkerblauw), net als die van een niet-actief venster (standaard donkergrijs). In Windows 98 kan met een rechtermuisklik op de Desktop (kies 'Properties' of 'Eigenschappen') op het tabblad Appearance (of in het Nederlands Vormgeving) deze kleur ook worden ingesteld. In tegenstelling tot Windows 95 kunnen hier echter voor iedere titelbalk twee kleuren worden aangegeven. Windows 98 zorgt vervolgens voor een mooie overloop tussen de twee kleuren in de titelbalk.
In Windows 95 wordt gewerkt met een nogal grote clusteromvang van 32KB. Dit zorgt ervoor dat er veelal onnodig ruimte in beslag wordt genomen op de harde schijf. Windows 98 kan overweg met het FAT 32 bestandssysteem, waardoor de clustergrootte wordt teruggebracht naar 4KB. Om te kunnen bekijken hoeveel ruimte het FAT 32 systeem op jouw (nu nog) Windows 95-systeem zou kunnen sparen heeft Microsoft een utility met de naam 'FAT 32 Conversion Information' beschikbaar gesteld die van een harde schijf kan bepalen hoeveel extra ruimte er gewonnen kan worden.
De helpfunctie van Windows 98 is flink verbeterd, net als het uiterlijk. Daarnaast is er een knop op de knoppenbalk bijgekomen die direct contact geeft met Microsoft's Support Online, zodat op het internet gezocht kan worden naar een mogelijke oplossing.
Om de snelheid van het systeem nog verder op te schroeven is het defragmenteren van de harde schijf in Windows 98 flink verbeterd. Niet alleen worden de bestanden gewoon gedefragmenteerd, de meest gebruikte bestanden worden ook nog eens aan het begin van de harde schijf geplaatst. Op die manier zijn ze het snelst te bereiken. De vernieuwde Defrag staat op z'n vertrouwde plaats in de Bureau-accesoires programmagroep in het Start-menu.
In Windows 98 is de uiterst nuttige 'Maintenance Wizard' toegevoegd. In dit programma kan worden ingesteld op welk tijdstip Windows 98 automatisch allerlei onderhoudstaken uitvoert. Te denken valt aan het automatisch verwijderen van ongebruikte bestanden en het optimaliseren van het systeem zodat programma's sneller kunnen worden opgestart.
Als je na het installeren van Windows 98 toch liever terugkeert naar Windows 95, dan is dat mogelijk als je tijdens het installeren van Windows 98 hebt gekozen voor het opslaan van de systeembestanden van de vorige Windowsversie. Heb je echter gebruik gemaakt van Drivespace 3 of het FAT 32 Conversieprogramma, dan is terugkeren naar de vorige Windowsversie niet mogelijk.
Het opstartmenu, dat onder Windows 95 nog te bereiken was met de functietoetsen F4, F5 en F8, is onder Windows 98 alleen toegankelijk met de CTRL-toets.
In principe zullen alle programma's die werkten onder Windows 95 (inclusief DOS- en Windows 3.x-programma's) probleemloos onder Windows 98 functioneren. Wees echter voorzichtig met utilities die zich bemoeien met bestandsbeheer en schijfindeling, omdat deze niet altijd met het nieuwe FAT 32 overweg kunnen. Het is misschien verstandig te wachten op updates voor deze programma's alvorens ze te gebruiken.
Het is onder Windows 98 nog steeds mogelijk Netscape als browser voor het internet te gebruiken. Verwijder echter nooit de Internet Explorer, omdat deze ge
ntegreerd is in het besturingssysteem zelf. Hierdoor wordt de Internet Explorer niet langer alleen gebruikt voor het surfen op het internet, maar komen de Internet Explorer-functies in meerdere programma's terug.
Ook al biedt het FAT 32 bestandssysteem veel voordelen, verplicht is het niet. Je kunt ook nog gewoon het 'oude' FAT 16 blijven gebruiken, dat standaard door Windows 98 wordt gebruikt. Voordeel hiervan is dat je eventueel een stuk gemakkelijker de installatie van Windows 98 ongedaan kunt maken.
Nieuw in Windows 98 is ook de ondersteuning voor een tweede monitor. Vooral schermvullende applicaties voor beeldbewerking of software-ontwikkeling kunnen hierdoor makkelijker worden bediend. Om een tweede monitor te kunnen gebruiken is echter ook een tweede videokaart nodig. Je moet bij het aanschaffen van deze tweede videokaart wel even goed nagaan welke kaarten samen in een systeem geplaatst kunnen worden.
Als je over Windows 98
n een internetverbinding beschikt kun je gebruik maken van het uiterst handige Windows Update. Een online database met de nieuwste drivers en patches komt tot je beschikking. Een speciaal programma kijkt lokaal op jouw computer welke drivers verouderd zijn, en geeft je de mogelijkheid via het internet de nieuwste versies binnen te halen en te installeren. En mocht je achteraf toch liever de oude versie van een driver blijven gebruiken, dan is er altijd een handige uninstall-mogelijkheid aanwezig.
De met Windows 98 meegeleverde Internet Connection Wizard maakt het nog makkelijker om een verbinding tot stand te brengen met het internet. Op gemakkelijke wijze word je door de verschillende te maken instellingen geloodst, waardoor je snel een lijst met lokale internet aanbieders aangeboden krijgt. Kies je vervolgens de juiste, dan wordt een groot deel van de nog te maken instellingen automatisch voor je verwerkt.
Voor degenen die na het installeren van Windows 98 eerst willen weten hoe
n en ander in z'n werk gaat is er een speciale 'cursus' beschikbaar: Discover Windows 98. Op multimediale wijze wordt uitgelegd wat er nieuw is en hoe alles werkt. Ook is er voor de absolute leek een cursus 'Dit is een computer en zo werkt ie' bijgevoegd.
In Windows 98 is standaard het uiterst handige 'System Information' utility opgenomen. Was het in Windows 95 nog een hele toer om te achterhalen welke hardware er precies in de computer zat, in Windows 98 kan met behulp van System Information uitgebreide informatie over de gebruikte hardware worden opgevraagd.
Als je in Windows 95 tijdens het afsluiten het scherm 'U kunt nu de computer uitzetten' voor je ziet, maar je wilt toch nog naar DOS dan kan dat. Typ in dit scherm in: 'Mode co80' en je komt op de vertrouwde DOS-prompt terecht.
Gevorderde Windows 95 gebruikers die in Windows 95 meer willen dan de standaard mogelijkheden kunnen eens het bestand WIN95RK.HLP op de Windows 95 cd-rom bekijken. Hierin staat veel uitgebreide en technische informatie over onder andere het register en systeemonderhoud.
Ook al lijkt de hoogste kleurdiepte onder Windows de ideale situatie, soms is dit niet het geval. Zo zal een kleurdiepte van bijvoorbeeld 24- of zelfs 32-bits in sommige gevallen onnodig vertragend werken. 16-Bits kleur is namelijk voor de meeste toepassingen meer dan voldoende en verdient in die gevallen qua snelheid ook de voorkeur.
Als je veelvuldig op hoge resoluties werkt (bijv. 1280x1024), dan kan de beeldkwaliteit flink verhoogd worden door het gebruik van een speciale BNC-kabel. Let er wel op dat de monitor aan de achterkant ook inderdaad over een BNC-aansluiting beschikt.
Om het overzicht te behouden kan op het bureaublad ook een nieuwe map worden gemaakt om een aantal bij elkaar horende snelkoppelingen in te plaatsen. Zo voorkom je dat je bureaublad 'overstroomt' met allerlei snelkoppelingen.
Het branden van een cd is een delicaat proces en mag absoluut niet verstoord worden. Tijdens het branden is het dan ook beter om de pc met rust te laten. Let ook op dat andere software zoals screensavers en virusscan-software tijdens het branden de aandacht voor zich opeisen. Ook zogenaamde autorun-cd's kunnen het branden verstoren, om dit uit te zetten moet u naar Systeem in het configuratiescherm gaan, selecteer apparaatbeheer en dubbelklik op uw cd-recorder onder het kopje cd-rom en zet Bericht bij automatisch invoegen (in het Engels: Auto Insert Notification) uit.
Wie veel E-mail ontvangt wil graag orde in de chaos scheppen, netjes alle E-zines bij elkaar, alle zakelijke berichten bij elkaar en alle priv
mail bij elkaar. In de nieuwste versie van Eudora is het maken van een filter zeer eenvoudig, klik met de rechter muisknop op het bericht en selecteer 'Make Filter' en uw filter is klaar.
Na lang wachten is er nu een echte standaard voor 56k-modems en deze heeft de naam V90 gekregen. Naar verwachting gaan veel internetproviders V90-ondersteuning bieden. Heeft u op dit moment een 56k-modem met ondersteuning voor een ander 56k-protocol zoals 56kFlex of X2 kijk dan even op de website van de fabrikant van uw modem hoe het apparaat te upgraden naar de nieuwe standaard. Een flink aantal fabrikanten heeft een speciaal upgrade-programma onder Windows 95/98 beschikbaar waarmee in een mum van tijd de modem van het nieuwe protocol wordt voorzien.
De meeste ISDN-adapters worden inclusief een compleet softwarepakket geleverd en in dat pakket is vaak software te vinden wat een analoog modem na doet (emuleert). De kwaliteit is afhankelijk van uw systeem en de software en is vaak wisselend en niet ieder pakket kan met een softwaremodem omgaan, vooral telebankier software is berucht. Betrouwbaarder en probleemlozer is gewoon het oude analoge modem te gebruiken.
Bij het beluisteren van een zelfgemaakte audio-cd kan u ongewenste pauzes tussen de nummers horen. Om dit te voorkomen moet u in uw cd-recording software de keuze 'Disk At Once' aanzetten uw recorder en software moet dit echter wel ondersteunen.
Als u in Windows 95 of 98 een bestand naar een floppy-disk wilt kopieren dan kan u dit doen door met de rechter muisknop op het bestand te klikken en dan op kopieren naar / send to en dan de floppy drive te selecteren. Het is ook mogelijk om eigen folders aan dit menu toe te voegen. Ga naar de directory \windows\send to en plaats een snelkoppeling naar de gewenste folder in die directory.
Geheugen wordt steeds goedkoper daardoor wordt het steeds aantrekkelijker om grote hoeveelheden geheugen in uw systeem te plaatsen. Toch is een waarschuwing op zijn plaats: veel computers worden trager als het geheugen boven een bepaalde grens komt. Alleen bij het gebruik van zeer grote bestanden zoals het bewerken van afbeeldingen kan het dan lonend zijn het geheugen uit te breiden. De grens voor de meest 486-computers ligt bij 32 MB, Pentium-computers bij 64 MB en bij Pentium II's op 512 MB.
Harde schijven worden steeds groter en het kan voorkomen dat het BIOS van uw computer met een hele grote HD niet goed kan omgaan en aangeeft dat er een HD van 540 MB geplaatst is in plaats van de eigenlijke 6 GB. Het beste is nu aan te kloppen bij de fabrikant van uw moederbord voor een nieuw BIOS. De meeste moderne computers zijn voorzien van een Flash-BIOS wat betekent dat het BIOS met een speciale software vernieuwd kan worden. Heeft uw fabrikant geen nieuw BIOS beschikbaar dan heeft u speciale software nodig zoals EZ-Drive en DiskManager. Deze software houdt het BIOS voor de gek en zorgt ervoor dat u toch de capaciteit van uw nieuwe schijf kan benutten. Bijna alle fabrikanten van HD's stellen deze software gratis beschikbaar op hun website of leveren het mee met een nieuwe drive.
U wil wat veranderen in het BIOS maar u wilt eigenlijk een backup hebben van de oorspronkelijke instellingen op papier? Dat kan heel eenvoudig, sluit een printer aan en druk in het scherm waar u een backup van wilt hebben op de printscreen knop van uw toetsenbord. Uw printer maakt dan een keurige afdruk van het scherm. Helaas werkt dit niet op printers die niet zonder besturingssysteem werken.
Sommige moederborden bieden de mogelijkheid om zowel SIMM als DIMM-geheugenmodulen gelijktijdig te gebruiken. Helaas is dit af te raden, SIMM-modulen hebben een hogere spanning nodig dan DIMM-modulen. Daardoor zou bij gelijktijdig gebruik de DIMM-module kunnen beschadigen.
Op Pentium, Pentium II en Pentium Pro-moederborden met SIMM-modulen moeten de modulen per twee stuks tegelijk geplaatst worden. Deze twee moeten van dezelfde grootte, snelheid en liefst ook van hetzelfde merk en type zijn. Combinaties van verschillende SIMM's worden door moederborden over het algemeen zeer slecht verdragen.
U heeft net gesleuteld in uw computer en nu blijft het lampje van de floppy drive branden. De oplossing is, draai de flatcable van de floppy drive om.
Als twee IDE-apparaten zoals een harde schijf of een cd-rom op een kabel worden aangesloten dan zal het protocol van het langzaamste apparaat gebruikt worden. Heeft u harde schijf met ondersteuning voor Ultra DMA 33 en een ander apparaat met ondersteuning voor PIO Mode 2 op dezelfde kabel aangesloten, dan zal het laatste protocol gebruikt worden. Plaats de apparaten met de snelste protocollen zoveel mogelijk op dezelfde IDE-kabel zodat u ook echt kan profiteren van de snelheid.
Zowel ISDN als een UTP netwerken maken gebruik van dezelfde 8 polige RJ45-connectors. ISDN maakt gebruik van de vier aansluitingen in het midden, UTP van de vier aansluitingen aan de buitenkant van de connector. Moet u nu (verleng)-kabels maken dan is het slim om 8-aderige kabels te gebruiken en dus alle aansluitingen van de connector te benutten. Zo kan u dezelfde kabel de ene keer voor uw netwerk-kabel gebruiken en de andere keer als ISDN-kabel.
Duurt het inloggen bij uw internetprovider ook zo lang? Grote kans dat u teveel protocollen heeft geactiveerd.
Vraag de eigenschappen / properties van uw externe toegangsadapter/ dialup-adapter op en klik op servertypen.
En vink alles uit behalve TCP/IP.
USB is de nieuwe veelbelovende seri
le bus en op een USB-bus kan allerlei apparatuur aangesloten worden, tot 127-apparaten aangesloten worden. Om al die apparaten aan te sluiten wordt van zogenaamde hubs gebruik gemaakt. In een hub gaat
n kabeltje in en aan de andere kant zitten meerdere USB-aansluitingen dit wordt een hub genoemd. Er zijn twee verschillende versies, met en zonder voedingsaansluiting (Unpowered en powered). Iedere tweede hub moet een powered-hub zijn is dat niet zo dan kan dit voor problemen zorgen.
Tonercartridges voor laserprinters zijn niet goedkoop en hoe langer hij hoe beter het natuurlijk is, zowel voor de portemonnee als het milieu. Om het laatste beetje toner, vaak goed voor honderden afdrukken uit de toner te krijgen is het slim om eventjes de toner te schudden.
Software om cd's mee te branden biedt de mogelijk om de cd 'open' te laten. Zo kan u op een later moment de cd verder vullen. Toch zorgt dit nog wel eens voor problemen, oudere cd-romspelers lezen alleen het eerste gedeelte van de cd en audio-cdspelers komen ook al niet verder. Zeker iets om rekening mee te houden. Heeft u een cd gemaakt met een groot aantal sessies, hou er dan rekening mee dat de cd-romspeler bij het lezen van een dergelijke cd meer tijd nodig heeft.
Interrupts zijn erg schaars en wie wel eens een kaart in zijn systeem heeft geplaatst zal al wel eens tegen problemen gelopen zijn. Het is dan ook een goed idee om onnodige randapparatuur op het moederbord in het BIOS uit te schakelen. Heeft u nog geen USB-apparatuur dan kan u de USB-poort uitschakelen en de IRQ voor iets anders gebruiken, hetzelfde geldt natuurlijk voor de PS/2 muispoort.
In de computer wordt op een flink aantal plaatsen bandkabel gebruikt, vaak kan de kabel op twee manieren op de connector gedrukt worden. Toch is er een eenvoudig ezelsbruggetje om te weten hoe de kabel te plaatsen, op de kabel zit namelijk altijd aan
n kant een markering en die markering moet bijna altijd in de richting van de voedingsconnector van het apparaat geplaatst worden. Een uitzondering zijn vaak floppy-drives waar de kabel vaak omgekeerd geplaatst moet worden.
Moderne BIOS'sen bieden tegenwoordig de mogelijkheid om te kiezen van welke hd de pc opstart. Heeft u twee hd's in uw computer met beide een primaire partitie dan kan u door de opstartvolgorde in het BIOS te veranderen ook van de andere hd starten. Zo zou
n hd voor Windows 95 ingericht kunnen worden en de andere voor MS-DOS. Het grote voordeel van deze methode is dat u niet afhankelijk bent van speciale software, nadeel is wel dat als u van de andere hd wilt starten u dit in het BIOS moet wijzigen.
Bij een ISDN-lijn krijgt u standaard 4 nummers tot uw beschikking tegen een relatief laag bedrag kan dit uitgebreid worden tot maximaal 8 telefoonnummers een telefoonnummer gekoppeld aan een ISDN-lijn wordt een MSN genoemd. Deze nummers kan u op allerlei manieren gebruiken. U zou
n nummer kunnen gebruiken om met het internet te bellen, zo krijgt u keurig op uw telefoonrekening gespecificeerd hoeveel u de afgelopen twee maanden heeft verbeld naar uw provider. U kan ook een nummer gebruiken als fax-nummer, zakelijk nummer of misschien wel een apart nummer voor uw kinderen.
Het is niet aan te raden stickers of etiketten op cd-recordables te plakken. CD's kunnen in onbelans komen in op hoge snelheid draaiende cd-romspelers en als de etiketten niet speciaal bedoeld zijn voor cd-recordables zou de lijm van de etiketten het materiaal kunnen aantasten.
Tijdens het inbouwen van apparatuur of het andere werkzaamheden in de computer is het belangrijk dat de computer geheel spanningsloos is. De nieuwste computers staan nooit helemaal uit, en moeten na het verwijderen van de stekker eventjes ontladen worden. Dit doet u door de computer na het verwijderen van de verbinding met het lichtnet enige malen aan en uit te zetten. Zo bent u er zeker van dat de computer helemaal uit staat en u veilig aan de gang kan.
Wie kent het niet, bij het uittrekken van die lekkere warme wollen trui knettert en vonkt alsof het onweert. Nu is dat voor ons mensen ongevaarlijk maar elektronische componenten kunnen er erg slecht tegen en daar zit nu uw kostbare computer vol mee. Het is dan ook oppassen geblazen met statische elektriciteit. Ontlaad u zelf voordat u begint met het sleutelen aan uw computer door eventjes de geaarde computerkast of bijvoorbeeld een onbeschilderde cv-leiding vast te pakken. Raak tijdens het sleutelen aan de computer ook regelmatig de kast aan om zo spanningsverschillen te voorkomen. Meer veiligheid krijgt u door een polsbandje te gebruiken, aan zo'n polsbandje zit een kabel die vastgemaakt moet worden aan bijvoorbeeld de computerkast. Een polsbandje is bij de betere computer- of elektronicawinkel te koop.
Moderne computers zijn vaak in staat zelf wakker te worden. Door een waarde in het BIOS aan te passen kan de pc ingesteld worden om op een bepaalde tijd te starten. Handig om overdag faxen te ontvangen of als het apparaat als antwoordapparaat moet functioneren. Betrouwbaarder ook dan de zogenaamde wake-up functies die moderne modems bieden. Wanneer er gerinkeld wordt dan wordt start de modem de pc op, maar de meeste computers hebben een zeer lange opstartprocedure en in die tijd hebben de meeste bellers al weer neergelegd.
Mooi he, die nieuwe taakbalk in Windows 98 / Internet Explorer 4.0. Handig ook die mogelijkheid om Internet Explorer en Outlook Express via dat speciale werkbalkje te starten. Wilt u dat nu ook kunnen met uw eigen programma's, zoals uw tekstverwerker. Maak eerst een nieuwe folder aan op uw harde schijf en plaats hier de gewenste snelkoppelingen. Klik dan met de rechter muisknop op de taakbalk en selecteer nieuwe werkbalk, en wijs de folder aan die u net heeft gebruikt. En zie daar uw eigen werkbalk.
Moderne computers hebben steeds grotere harde schijven. Het is niet onvoorstelbaar dat door al die Gigabytes u de weg kwijt raakt op uw eigen schijf. Het kan dan ook handig zijn om de schijf in te delen in meerdere partities. Een partitie is een deel van de schijf wat zich voordoet als een echte schijf, uw computer kan fysiek een harde schijf hebben maar in uw besturingssyteem ziet u drive c: en d:, twee schijven dus. Meerdere schijven kunt u voor meedere toepassingen gebruiken, bijvoorbeeld documenten, spelletjes en internet. Netjes en alles is snel terug te vinden.
Wie zelf een cd-brander heeft zal het probleem wel kennen, veel hoesjes en veel cd's die allemaal opelkaar lijken. Een oplossing kan zijn het papiertje aan de voorkant van het hoesje te verwijderen en met een geschikte stift een duidelijke omschrijving. Doordat de voorkant van het hoesje van de cd is verwijderd maakt het niet meer uit welke cd in welk hoesje zit en ziet u meteen welke cd-rom in handen heeft.
De Celeron is de goedkope processor van Intel. Maar bij de aanschaf van een computer met deze processor is het oppassen geblazen. Er zijn namelijk twee verschillende versies: met
n zonder secundair cache. Bij de laatste moet u oppassen, deze modellen De Celeron 266 en 300 worden presteren namelijk op het niveau van respectievelijk een Pentium 200 MMX en een Pentium 233 MMX. De versie met versnellend geheugen is veel interessanter en is zelfs zo snel dat Pentium II's op dezelfde snelheid niet meer de moeite waard zijn. Celerons met cache worden 300A en 333 genoemd.
AGP is eigenlijk ontworpen voor de Pentium II en Celeron-processors. Maar steeds meer moederborden en systemen voorzien van een Pentium-achtige processor zoals een AMD K6-2 en Cyrix 6x86MX worden ook van zo'n uitbreidingsbus voorzien. In combinatie met bepaalde grafische kaarten zoals kaarten voorzien van een Intel 740-chip kunnen problemen ontstaan. De oplossing is de nieuwste drivers bij de leverancier van uw moederbord of chipset op te halen. Enkele adressen van fabrikanten van chipsets zijn:
www.sis.com.tw
www.ali.com.tw
www.via.com.tw
De koeling van een processor is van levensbelang, een te warme processor kan er namelijk voor zorgen dat uw computer zeer onvoorspelbaar reageert. Een slechte of kapotte ventilator is hier vaak debet aan. Hou hem dan ook goed in de gaten want veel leveranciers gebruiken namelijk koelers van bedenkelijk niveau en veel problemen zijn terug te leiden aan een te warme processor.
In gesprek met iemand over een bepaald programma, maar is het niet helemaal duidelijk over welk scherm en nu gepraat wordt? Maak dan eens een screenshot daar heeft u namelijk helemaal geen moeilijke extra programmatuur voor nodig. Druk op de Printscreen-toets van uw toetsenbord en er wordt een afbeelding van uw desktop op het klembord gezet. Klik in het gewenste pakket op plakken en de afbeelding wordt geplakt. Wilt u alleen een bepaald scherm kopieren druk dan op ALT-Printscreen.
Wie een database maakt in Access en daar in plaatjes verwerkt zal onmiddellijk opvallen dat dit de database enorm groot maakt. Dit heeft te maken met de manier waarop Access omgaat met plaatjes. Het beste wat u kan doen alleen plaatjes gebruiken in .dib of .bmp-formaat. Nog slimmer is in de database alleen een verwijzing naar het bestand op te nemen en het bestand te bekijken met een externe viewer.
Wanneer Windows meer geheugen nodig heeft dan fysiek aanwezig is dan zal het besturingssysteem een overloopbestand gebruiken en eigenlijk gebeurt dat altijd. De beste prestaties krijgt u als u het overloopbestand aanmaakt op een aparte drive. Met de moderne schijven van tegenwoordig is het geen probleem ongeveer 100
150 megabyte te reserveren voor dit bestand.
Is uw computer constant de tijd en zijn BIOS-instellingen kwijt? Dan is uw computer waarschijnlijk een jaar of drie oud en toe aan een nieuwe batterij. In sommige computers zit een grote platte knoopcel die makkelijk te vervangen is door een nieuw exemplaar. Andere computers hebben een blauwe cel die is vastgesoldeerd op het moederbord, het vervangen van dit soort batterijen is werk voor specialisten die vaker een soldeerbout hebben vastgehouden. Laat u dit door een reparateur vervangen dan bent u vaak duurder uit dan een nieuw moederbord...
Computers hebben tegenwoordig veel apparatuur aan boord, de hoge kwaliteit van deze spullen maakt het overbodig om alles nog eens te controleren. Helaas doen vele BIOS'sen dat nog steeds. In veel gevallen kan u zonder problemen de geheugencontrole, controle van floppydrives e.d. uitzetten. Deze instellingen vind u meestal onder het kopje 'BIOS features' in uw BIOS.
Veel computers hebben tegenwoordig voorzieningen in huis om automatisch in slaap te vallen. In sommige gevallen worden zelfs de insteekkaarten in slaap gesust, kaarten moeten dit echter wel ondersteunen. Dat is nu net waar het probleem bij veel systemen zit, dus als uw systeem niet helemaal goed uit zijn slaap ontwaakt, bijvoorbeeld uw ISDN-kaart werkt niet goed meer. Schakel dan het energiebeheer uit.
Veel merkcomuters hebben een eigen tekst in het menu systeem in het configuratiescherm, vaak aangevuld met een logo. Dit is eenvoudig zelf te maken. Kopieer het door u gewenste logo in de \windows\system directory en noem het: oemlogo.bmp. Maak dan een tekstbestand aan met de naam oeminfo.ini, bijvoorbeeld met notepad of edit onder DOS. En geef de volgende tekst in.
[General]
Manufacturer=Hier uw naam
Model=Hier uw pc
Even de tekst opfleuren met schitterende letters is eenvoudig met Microsoft Word. In het pakket is namelijk WordArt ge
ntegreerd. Selecteer Invoegen -> Figuur -> WordArt en u kan meteen aan de slag.
Moet die disk uit je CD-ROM-drive? Als je geen zin hebt om voorover te
buigen en op de 'Eject'-knop te drukken kan je ook de muis gebruiken. Dubbelklik op 'Deze Computer' en rechtsklik vervolgens op het CD-ROM-icoon. Kies 'Eject' en floeps, daar is ie.
Lay-out is belangrijk als je een complex werkblad wilt ontwerpen. Maar het is moeilijk om je een beeld te vormen als je het hele ding niet in
een keer kan zien. Om een 'helikopter view' te krijgen kan je dit proberen: kies 'Beeld | Volledig scherm'. Vervolgens zet je koers naar het einde van je werkblad via [Ctlr]+[End]. Druk daarna op [Ctrl]+[Shift]+[Home] om in achterwaartse richting het hele werkblad te selecteren. Kies nu 'Beeld | In- en uitzoomen | Aan selectie aanpassen'. Bevestig via 'OK' en daar is het hele werkblad. Je zult
waarschijnlijk niets kunnen lezen, maar je kan bekijken hoe de lay-out eruit ziet.
Clip-art die je in een Office document hebt ingevoerd kan je desgewenst bewerken met de tekenspulletjes van Office. Kies 'Beeld | Werkbalken | Tekenen'. De 'Tekenen'-werkbalk wordt nu zichtbaar. Voeg vervolgens een clip-art object in: kies daarvoor 'Invoegen | Figuur' en haal iets uit bijvoorbeeld de Microsoft Clipgalarie. Zodra je het clip-art object in het document heeft geplaatst kan je het bewerken met behulp van de gereedschappen uit de 'Tekenen'-werkbalk. Naast lijnen, cirkels en rechthoeken is het bijvoorbeeld aardig om een tekstballon in te voegen. Dat kan door in de 'Tekenen'-werkbalk op 'Autovormen' te klikkenen vervolgens voor 'Toelichtingen'.
In Microsoft Office is het mogelijk meerdere bestanden gelijktijdig te openen. Bij bestanden die opeenvolgend in de lijst staan klik je op het eerste bestand en houd je de [Shift]-knop ingedrukt terwijl je op het laatste bestand van je selectie klikt. Staan de bestanden niet naast elkaar dan houd je de [Ctrl]-knop ingedrukt vanaf je tweede keuze. Druk je nu na het selecteren op 'Openen' dan worden de bestanden na elkaar in hun eigen programma geopend.
Snel selecteren met de muis gaat zo:
Woord: zet de cursor in het woord en dubbelklik;
Regel: klik in de marge links naast de regel de cursor moet de vorm van een pijl aangenomen hebben;
Zin: druk op [Ctrl] en klik tegelijkertijd ergens in de zin;
Alinea: dubbelklik in de marge links van de alinea, de cursor moet een pijl zijn.
Met de functie 'Bewerken | Ga naar' kan je niet alleen naar bepaalde pagina's, regels of secties springen, maar zijn ook relatieve sprongen mogelijk indien je in het dialoogvenster van 'Ga naar' een procentuele waarde invoert. Zo zal de cursor bij bijvoorbeeld 50% naar het midden van het document springen.
WordArt wordt vaak gebruikt om bijvoorbeeld een logo te creeren. Je kunt dit logo bewaren in het document waarin je het met WordArt hebt aangemaakt. Wil je het logo ook in andere publicaties kunnen gebruiken maak er dan een apart BMP-bestand van: klik met de rechtermuisknop op je WordArt-werkje en kies 'Kopi
ren' uit het menu dat te voorschijn is gekomen. Open nu het programma Paint en kies 'Bestand | Plakken'. Je kunt je creatie nu als een normaal BMP-bestand bewerken en opslaan.
Als je langzaam met de cursor langs de knoppen op en werkbalk schuift krijg je beknopte informatie over de functie van de knop. Je kunt dit tekstje uitbreiden met de bijbehorende toetsencombinatie (shortcut). Selecteer 'Extra | Aanpassen' en activeer de functie 'Sneltoetsen weergeven in Scherminfo'. Via 'Extra | Aanpassen' kan je de knopinfo ook deactiveren.
Twee hoofdletters aan het begin van een woord worden door Word automatisch gecorrigeerd. Dat is handig behalve als je IJsbrand heet of in IJmuiden woont. Schakel de optie 'TWee beginhoofdletters corrigeren' in 'Extra | Autocorrectie' niet uit maar geef hem (b)IJles. Klik op 'Uitzonderingen' en kruis het vakje 'Woorden automatisch toevoegen' op het tabblad 'TWee hoofdletters' aan. Maak je nu via [Ctrl] + [Z] een automatische correctie van Word ongedaan, dan wordt het betreffende woord automatisch in een lijst opgenomen en zal de tekstverwerker het woord of de naam de volgende keer ongemoeid laten.
Randen en arceringen kunnen je Word-document verlevendigen. Stel dat je een kaderrand om een bepaalde alinea wilt zetten, dan moet je de cursor plaatsen in of aan het einde van die alinea. Kies het 'Opmaak'-menu en selecteer daaruit 'Randen en arcering'. Nu opent zich een dialoogvenster. je klikt op het tabblad 'Randen' en maak je keuze. Zodra je die hebt bevestigd verschijnt het kader rond je alinea. Om de rand weer te verwijderen plaats je de cursor in de alinea, selecteer je 'Opmaak | Randen en arcering' en kies je opnieuw het tabblad 'Randen'. Deze keer kies je de optie 'Geen' en je bevestigt je keuze door op 'OK' te klikken.
Om tabs nauwkeuriger te zetten of te veranderen houd je de [Alt]-knop ingedrukt terwijl je de tabs met behulp van de liniaal op hun plaats zet. Word toont je dan een aantal relevante afstanden, zoals die tot de zijkanten en die tussen de tabstops onderling, in centimeters aan.
Als je een korte fax vanuit Word verzendt kan je jezelf telefoonkosten en de ontvanger, als hij een fax met een papierrol gebruikt, papier besparen door in plaats van het standaard A4-formaat de lengte van de boodschap op te geven. Om vast te stellen hoe lang de fax is spring je met [Ctrl] + [End] naar het einde van je bericht. Op de statusbalk zie je nu hoeveel centimeter de laatste regel van de bovenkant verwijderd is. Rond dit getal naar boven af om rekening te houden met een witrand. In 'Bestand | Pagina-instelling' kies je voor het tabblad 'Papierformaat' Bij 'Hoogte' vul je nu het eerder gevonden getal in. Alle andere instellingen worden door Word automatisch aangepast.
Vooral ex-WordPerfectadepten houden van een maagdelijk blank scherm. Wil je ook door niets worden afgeleid en je concentreren op je tekst, kies dan voor: 'Beeld | Volledig scherm' en alle menu's, werkbalken en linialen verdwijnen. Commando's kan je via het toetsenbord geven. Zo kan je met [Ctrl] + [S] een bestand opslaan en met [Ctrl] + [N] een nieuw bestand openen. Wil je terug naar het standaardvenster dan kies je die optie uit het zwevende menuutje.
De mogelijkheid om in een Word 97-tekst commentaar op te nemen moet de nachtmerrie voor de gele-plakpapiertjes-fabrikanten zijn. In een document waaraan meerdere mensen werken kan je een stuk tekst waarover je een opmerking wilt maken, selecteren. Daarna kies je voor 'Invoegen | Opmerking'. Typ nu je commentaar in het venster dat tevoorschijn is gekomen en klik op 'Sluiten'. Niemand kan nu de geel gemarkeerde tekst over het hoofd zien. Zet men de cursor nu in dit tekstgedeelte dan komt er een venstertje met je op- of aanmerkingen tevoorschijn. Ben je degene die met de commentaren moet werken dan kan je door te klikken met de rechtermuisknop in onverschillig welke werkbalk en vervolgens te kiezen voor 'Redigeren' de redactiewerkbalk tevoorschijn toveren.
Werk je regelmatig met functies, dan is het zeer tijdrovend om die via 'Invoegen | Functie' op te roepen. Via de toetsencombinatie [Shift] + [F3] beland je onmiddellijk in het dialoogvenster van de 'Functie-assistenten'.
Als in een Excel werkblad een aantal cellen met dezelfde waarde wilt vullen selecteer je eerst deze cellen. Vervolgens voer je het getal of de tekst in en drukt je op [Ctrl] + [Enter]. Alle gemarkeerde cellen worden nu gevuld met dezelfde data.
Indien je slechts een gedeelte van een werkblad wilt printen selecteer je eerst het bewuste gedeelte. Daarna kies je uit het 'Bestand'-menu 'Afdrukbereik | Afdrukbereik bepalen'. Nu kan je je werkbladgedeelte printen. Daarna verdient het aanbeveling om via 'Afdrukbereik | Afdrukbereik wissen' de oude instelling -het gehele werkblad- weer te herstellen zodat je een volgende keer bij het printen niet voor onaangename verrassingen komt te staan.
Als je in Excel de spelling controleert gebeurt dat alleen in de geopende pagina. Teneinde echter alle werkbladen in een werkboek aan deze controle te onderwerpen klik je met de rechtermuisknop op een van de tabbladen , het maakt niet uit welke, en je kiest de optie 'Alle bladen selecteren'. Nu kan je via 'Extra | Spelling' in alle bladen een spellingcontrole uitvoeren. Als je hiermee klaar bent klik je met de rechtermuisknop op de donkere tab en kies je voor 'Groepering bladen opheffen'.
Excel heeft, voor zover we weten, geen millennium- maar wel een 1900-bug. Volgens de versies die deel uitmaken van Office 4.x, Office 95 en Office 97 is 1900 een schrikkeljaar, hetgeen niet het geval is.
Als je een foutje maakt bij het invoeren van een datum in Excel word je niet automatisch gewaarschuwd. Toch kan je je fout in TTn oogopslag waarnemen: een niet bestaande datum blijft links uitgelijnd staan, terwijl een correcte datum naar de rechterkant van de cel springt. Bovendien kan je de opmaak van een foutief ingevoerde datum niet veranderen.
Je hebt een tabel gemaakt en vervolgens blijkt dat het toch beter zou zijn dat de rijen kolommen werden en omgekeerd. Dat kan in Excel heel simpel: markeer de tabel. Kopieer hem nu met behulp van [Ctrl] + [C]. Open een nieuw werkblad. Zet de muisaanwijzer in de cel waarin de linkerbovenhoek van de nieuwe tabel moet komen. Kies voor 'Plakken speciaal' uit het 'Bewerken'-menu. Er komt nu een dialoogvenster te voorschijn waarin je de optie 'Transponeren' aankruist.
Je wilt een gesproken woord vastleggen en hebt geen microfoon. Geen nood, haal je koptelefoon uit je Walkman of iets dergelijks en plug hem in de microfooningang van je soundcard. Open de Windows-geluidsrecorder en druk op 'Opnemen'. Spreek of zing je boodschap in. Je kunt je creatie voor de eeuwigheid bewaren door het op te slaan als WAV-bestand. En de geluidskwaliteit? Tijdens het vorige fin de siFcle waren ze er vast blij mee geweest.
Je weet dat je bestanden en mappen kunt verplaatsen door ze te verslepen. Je kunt echter ook gebruik maken van de rechtermuisknop. Klik met de rechtermuisknop op het item dat je wilt verplaatsen en selecteer 'Knippen'. (Als je meer dan TTn bestand wilt verplaatsen selecteer je de te verplaatsen bestanden en klik je met de rechtermuisknop op de selectie.) Ga nu naar de plaats waar je het bestand of de map wilt hebben, klik wederom met de rechtermuisknop en kies nu voor 'Plakken'.
In Navigator kan je de afmetingen van een frame aanpassen door met je cursor in de rand van het frame te gaan staan. Als het dubbele pijltje verschijnt kun je het in alle richtingen verschuiven om uiteindelijk het frame de afmetingen te geven die jij wenst.
Als je heel erg afhankelijk bent van je 'Geschiedenis'-bestand(en) wil je ze waarschijnlijk langer bewaren dan de default periode van 20 dagen. Als je genoeg schijfruimte hebt kan je de "Geschiedenis'-bestanden maximaal 999 dagen bewaren. Kies 'Beeld | Internet-opties' , dan vind je op het tabblad 'Algemeen' de afdeling 'Geschiedenis'. Daar tref je een "spin box" aan waarin je het aantal dagen dat je 'Geschiedenis' wilt bewaren kunt opgeven. Via 'Toepassen' en 'OK' bevestig je je keuze.
Om een programma in een geminimaliseerd venster te sluiten hoef je het venster niet groter te maken. Klik met de rechtermuisknop op het programmasymbool in de taakbalk en kies 'Sluiten' uit het contextmenu.
Om een snel een eenvoudige berekening te maken hoef je in Word 97 niet eens de rekenmachine te openen. Toets [Ctrl]+[F9] in. Voer eerst een = en dan zonder spatie je gegevens in. Druk vervolgens op [F9]. De berekening wordt nu uitgevoerd. Gebruik * om te vermenigvuldigen en / om te delen.
Je wilt een Office-bestand openen en opeens valt je oog op een bestand dat nodig moet worden verwijderd. Je hoeft daarmee niet te wachten totdat je klaar bent met je werkzaamheden teneinde daarna het bestand via de Windows Verkenner naar de prullenbak te verwijzen. Het enige dat je moet doen is via Bestand /Openen dat bestand selecteren en met behulp van de [Del]-toets kan je het vervolgens verwijderen.
In Office kan je hyperlinks gebruiken. En die behoeven niet noodzakelijkerwijze naar een website te verwijzen. Zo kan je bijvoorbeeld een hyperlink in Word gebruiken om een Excel-document te openen. Dat gaat zo: kies Invoegen/Hyperlink. Vul vervolgens in het dialoogvenster de naam in van de bewuste Excel-werkmap. Of klik op Bladeren om het document te traceren. Bevestig via OK.
Je kunt de hyperlink ook gebruiken om een bepaald blad uit een Excel-werkmap te openen. Klik met de rechtermuisknop op de nieuwe link en kies Hyperlink/Hyperlink bewerken. Hier krijgt je weer het dialoogvenster te zien. Vul in het tekstvak 'Benoemde locatie in bestand (optioneel) Blad2' in en bevestig je keuze. Nu moet je aan Excel vertellen waar je mee bezig bent. Start Excel en open de betreffende werkmap. Baan je een weg naar blad 2 en kies 'Invoegen/ Naam/Definidren'. Als het dialoogvenster zich heeft geopend typ je Blad2 in het tekstinvoerveld 'Namen in werkmap'. Klik op 'Toevoegen' en vervolgens op OK. Als je voortaan in het Word-document op deze link klikt, zal blad2 van de Excel-werkmap worden geopend.
Wellicht vind je je persoonlijke Assistent wat te groot. Om hem te 'kleineren' klikt je op 'Help' om de Assistent te activeren en met behulp van de muis maak je hem een beetje kleiner. Wilt je de Assistent, klein of groot, helemaal niet zien als je hulp nodig hebt? Selecteer dan Help/Inhoudsopgave en index en typ vervolgens het gewenste onderwerp in. Het kan ook zijn dat je je ergert aan de geluiden die de Assistent maakt bij het komen en gaan. Snoer hem in dat geval gewoon de mond: roep de Assistent op. Klik de nu op de knop 'Opties'. Ontvink vervolgens de optie 'Geluiden maken' op het tabblad 'Opties'. Bevestig via 'OK' en sluit daardoor het dialoogvenster. je kunt de Assistent ook naar een andere plaats op je scherm verplaatsen, bijvoorbeeld naar de werkbalk boven in het scherm. Als je de Assistent sluit in een nieuwe positie, zal hij daar de volgende keer dat je hem oproept verschijnen.
Vanuit ieder Office-programma kan je gedetailleerde informatie over je systeem opvragen. Kies Help/Info waarna je op de knop Systeeminfo drukt. Je krijgt nu een hele portie informatie voorgeschoteld en je kunt met behulp van de opties uit het linkerpaneel nog dieper graven.
Zowel in Word als Excel brengt [F5] je snel waar je wilt zijn. Als je op die knop drukt krijg je een aantal mogelijke plaatsen waarheen je zou kunnen springen voorgeschoteld. De default instellingen zijn een paginanummer in Word en een cel in Excel.
Met de functie 'AutoCorrectie' kan je nogal wat tijd besparen omdat deze functie veelvoorkomende typfouten tijdens het typen opspoort en verbetert. De lijst waarvan AutoCorrectie zich bedient, wordt door Word, Excel, PowerPoint en Access gebruikt. Dit betekent dat iedere aanvulling die je toevoegt -het maakt niet uit in welke applicatie dat gebeurt- in de lijst terechtkomt en voortaan in elk Office-programma wordt gebruikt.
Teneinde de lijst aan te vullen open je een Office-programma en kies je 'Extra/AutoCorrectie'. In het dialoogvenster typ je op het tabblad 'AutoCorrectie' in het hokje 'Vervangen' de fout die je regelmatig maakt en in het vakje 'Door' de juiste spelling van het woord of de zinsnede. Als je klaar bent klik je op de knop 'Toevoegen'. Deze operatie kan je zo vaak herhalen als je wilt.
Sommige gebruikers van Office 97 vinden het uiterst irritant dat de Office Taakbalk tegelijk met Windows opstart. Je kunt dit tegengaan door met de rechtermuisknop te klikken op 'Start' en daarna te kiezen voor 'Programma's/Opstarten'. Vervolgens sleep je de icoon van Microsoft Office Werkbalk naar het bureaublad zodat je voortaan zelf het programma kunt starten. Je kunt het ook naar de 'Prullenbak' verslepen. In dit geval verwijder je de icoon. Je kunt het echter altijd terugvinden onder 'C:/Program Files/Microsoft Office/Office/MSOFFICE.EXE.' Dat is namelijk de bestandsnaam waaronder de Office Taakbalk is opgeborgen.
Je kunt alle Office-bestanden vinden via 'Start/Zoeken/Werken met Microsoft Outlook'. (Voorwaarde hiervoor is wel dat je Office 97 compleet hebt ge
nstalleerd.) Als je deze weg hebt afgelegd krijg je een dialoogvenster te zie waarin je je zoekcriteria kunt invullen.
Als je bepaalde cellen in een werkblad wilt beveiligen tegen overschrijving ga je als volgt te werk. Voer de gegevens die niet mogen worden veranderd in en selecteer vervolgens de overige cellen. Betreft het een niet aaneengesloten gebied dan selecteer je de eerste groep en vervolgens druk je [Ctrl] in en selecteer je de volgende (groep(en) van) cellen. Ga nu naar 'Opmaak /Celeigenschappen' en klik op het tabblad 'Beveiliging'. Ontvink de optie geblokkeerd. Kies nu voor 'Extra/Beveiliging' en selecteer de optie blad beveiligen. je krijgt nu een paar keuzes voorgelegd waaronder de mogelijkheid een wachtwoord op te nemen. Op het werkblad kunnen nu alleen die cellen worden ingevuld die je heeft gedeblokkeerd. Probeert men iets in te voeren in een geblokkeerde cel dan krijgt men een dialoogvenster met uitleg te zien.
Excel slaat gewoonlijk al zijn bestanden op in de map 'Mijn documenten'. Als je je documenten op een andere plaats wilt opslaan, moet je dus iedere keer veranderen van map. Als je dit niet leuk vindt kan je die standaardmap wijzigen. Kies hiervoor 'Extra/Opties' en een dialoogvenster opent zich. Selecteer de tab 'Algemeen'. Vul onder 'Standaard bestandslocatie' het volledige pad in waar Excel voortaan zijn bestanden moet opslaan. Bevestig via 'OK'.
Je wilt een Excel werkblad maken dat verschillende kleuren bevat en je wilt het uitprinten op een zwart-wit printer. Helaas heeft Excel geen functie voor de automatische conversie van kleur naar grijstinten. De beste oplossing lijkt hier te zijn: maak een werkblad met een aantal kleuren. Kies vervolgens 'Bestand/Afdrukvoorbeeld'. Omdat je een zwart-wit printer hebt ge
nstalleerd zal het afdrukvoorbeeld in zwart-wit zijn. Experimenteer met verschillende kleuren en noteer welke het best overkomen. In het algemeen zal je geen donkere, diepe kleuren moeten gebruiken. Diep blauw of rood ziet er bijna zwart uit op een zwart-wit uitdraai.
Je kunt een cel of een werkbladselectie voorzien van een fraai randje. Selecteer het gewenste gedeelte en klik op de knop Werkblad 'Randopmaak' rechtsboven het werkblad. Het door je geselecteerde gedeelte wordt omrand door de omkadering zoals die op dit moment is ingesteld. Liever een ander kadertje? Klik dan op het neerwaartse pijltje naast de knop en maak je keuze uit het aanbod dat tevoorschijn springt.
Veel functies in Excel spreken voor zichzelf, ook als je geen Spreadsheet Wizard bent. Je kunt zelf ook veel uitvogelen. Klik op het werkbalkicoontje 'Functie plakken )' en er springt een dialoogvenster te voorschijn. Hierin zijn alle functies van Excel opgenomen. Als je door de lijsten 'Functiecategorie' en 'Functienaam' beweegt zie je een korte uitleg van de bijbehorende functie.
Als je veel getallen moet invoeren die eindigen op twee cijfers achter de komma, dan kan je dat aan Excel van te voren mededelen: kies 'Extra/Opties'. Selecteer het tabblad 'Bewerken'. Klik op de optie 'Vaste decimalen' en je kunt vervolgens het gewenste aantal decimalen instellen.
Werk je met lange lijsten, zoals bijvoorbeeld een adreslijst, dan kan je overwegen gebruik te maken van de Formulier-functie van Excel om je lijst uit te breiden en te onderhouden. Klik in de eerste cel (A1) van je lijst en selecteer de optie 'Data/Formulier'. Excel opent een dialoogvenster waarin om enige informatie over je lijst wordt gevraagd. Als de eerste rij uit kolomlabels bestaat klik je op OK om door te gaan. Als je eerste rij niet uit kolomlabels bestaat moe je de instructies in het dialoogvenster nauwgezet volgen. Nadat Excel het formulier heeft gemaakt kan je 'Data/Formulier' gebruiken om door je lijst te bladeren en nieuwe gegevens in te voeren.
Om een enkel etiket te printen selecteer je 'Extra/Enveloppen en etiketten'. Kies voor het tabblad 'Etiketten' en typ het adres in. Maak vervolgens het hokje 'E
n etiket' zwart. Bepaal vervolgens de positie van het etiket met gebruikmaking van de spinboxes voor 'Rij' en 'Kolom'. Nadat je aldus de locatie van het etiket hebt bepaald klik je op 'Afdrukken' om het etiket af te drukken en het dialoogvenster te sluiten.
Soms is het handig om het Kladblok in samenwerking met Word te gebruiken. Je kunt hiertoe de omslachtige weg via 'Start/Programma's/Bureau-accessoires/Kladblok' bewandelen. Het is echter ook mogelijk hiervoor een knop aan de Word-werkbalk toe te voegen. Om te beginnen moet je een zeer simpele macro maken.
Druk op [Alt]+[F11] om de VBA editor te openen. Klik nu op [Ctrl]+[R]. In het linkerpaneel van de editor klik je op 'Normaal'. Kies nu uit de taakbalk 'Invoegen/Module' en typ de volgende formule in:
Sub Do_Shell()
Shell "c:\windows\notepad.exe", 1
End Sub
Druk op [Ctrl]+[S] om de module in Normal.dot op te slaan. Gebruik vervolgens [Alt]+[Q] om de VBA editor te sluiten. Teruggekeerd in Word maak je de keuze voor 'Beeld/Werkbalken/Aanpassen'. Als het dialoogvenster zich heeft geopend kies je in het linkerpaneel (onder Categorie
n) voor 'Macro's'. Je nieuwe macro verschijnt nu in het rechterpaneel. Gebruik de muis om de macro naar de werkbalk te slepen. Als hij op de goede plaats staat, laat je de muisknop los. Klik daarna op 'Selectie wijzigen' en noem de knop bijvoorbeeld Kladblok. Klik op 'Afsluiten' in het dialoogvenster van 'Aanpassen' om je veranderingen te bewaren.
Als je woorden bij elkaar wilt houden, bijvoorbeeld voor- en achternaam of een datum dan kan je via de toetsencombinatie [Ctrl]+[Shift]+[Spatiebalk] een vaste spatie cre
ren. Op vrijwel dezelfde manier kan je ervoor zorgen dat aan het einde van een regel een woord waarin een streepje zit verwerkt, bijvoorbeeld Zuid-Limburg, niet wordt afgebroken. Typ in zo'n geval [Ctrl]+[Shift]+[-].
Is een woord rood ondergolfd ga dan met de cursor in het woord staan en rechtsklik. Je krijgt automatisch voorzetten ter verbetering (indien aanwezig) of je kunt het woord, als je er zeker van bent dat je het goed hebt gespeld, aan de woordenlijst toevoegen.
Als je een brochure in Word maakt zul je vaak de tekst niet alleen horizontaal maar ook verticaal willen centreren. Bij horizontaal centreren komt je tekst precies tussen de linker- en rechterkantlijn te staan. Om een tekst verticaal te centreren moet je hem exact tussen de boven- en ondermarges zien te krijgen. In Word gaat dat zo: kies 'Bestand/Pagina-instelling'. Vervolgens kies je op het tabblad 'Indeling' voor centreren in de spinbox 'Verticaal uitlijnen'. Bevestig je keuze via 'OK'.
Je kunt eenvoudig hyperlinks aanbrengen in Word 97-documenten. Niet alleen voor websurf-doeleinden, maar ook om in en tussen Word-documenten rond te darren. Wil je linken naar een ander (Word-)document dan ga je naar 'Invoegen/Hyperlink'. Vul nu de gewenste link in het vakje 'Koppelen aan bestand of URL' in. Om het juiste pad te bepalen kan je gebruiken maken van de knop 'Bladeren'. Bevestig je keuze via 'OK'. Om links te maken binnen een Word 97-document breng je eerst via 'Invoegen/Bladwijzer'
n of meerdere bladwijzers aan. Vervolgens kies je het woord dat je wilt veranderen in een link en selecteer je 'Invoegen/Hyperlink'. Typ nu de naam van de bladwijzer in het vakje 'Benoemde locatie in bestand (optioneel)'. Ook hier is een Blader-knop als hulpmiddel aanwezig. Klik op 'OK' om je keuze vast te leggen.
Als je de ingebouwde grammaticacontroleur te streng vindt of juist niet, dan kan je daar wijzigingen in aanbrengen. Kies 'Extra/Opties' en klik vervolgens op het tabblad 'Spelling en grammatica'. Hier kan je kiezen uit acht mogelijkheden, zoals 'Zeer strikt' (al dan niet in Belgi
) en 'Zakelijk'. Als je de zaak nog meer naar je eigen hand wilt zetten druk je op de knop Instellingen en kan je uit een heel scala aan mogelijkheden kiezen. Het zal waarschijnlijk enig ge
xperimenteer vergen om de juiste fine tuning te vinden.
Opsommingstekens kan je eenvoudig aanbrengen door op de plaats in het document te gaan staan waar je een opsomming wilt beginnen en vervolgens op de knop 'Opsommingstekens' te klikken in de taakbalk van Word. Is het standaard opsommingteken niet naar je zin, dan klik je op Opmaak/Opsommingstekens en nummering en kies je voor het tabblad 'Opsommingstekens'. Kies uit de default symbolen of zoek je weg naar een speciaal symbool. Laten we aannemen da je een bepaald symbool uit Wingdings wilt gebruiken als je opsommingsteken. Klik op 'Aanpassen' in het dialoogvenster 'Opmaak/Opsommingstekens en nummering'. Druk op 'Opsommingsteken' in het dialoogvenster met de titel 'Lijst met opsommingstekens aanpassen'. Kies als Lettertype Wingdings. Zoek nu het symbool van je keuze en klik op 'OK'. Je keert nu weer terug in het dialoogvenster titel 'Lijst met opsommingstekens aanpassen', klik hier op 'OK' om de wijzigingen vast te leggen en het dialoogvenster te sluiten. Het nieuwe symbool zal nu standaard worden gebruikt totdat je tot verandering besluit.
In Word kan je bepaalde zakelijke symbolen invoegen via een toetsencombinatie:
[Ctrl]+[Alt]+[C] levert het Copyright-symbool op;
[Ctrl]+[Alt]+[R] levert het Registered Trademark-symbool op;
[Ctrl]+[Alt]+[T] levert (soms) het Trademark-symbool op.
Recentere versies van Word maken gebruik van AutoCorrectie om deze symbolen weer te geven. Typ respectievelijk (c), (r) en (tm) om deze symbolen te voorschijn te toveren.
Om een nieuwe nieuwsserver toe te voegen open je 'Nieuws' en kies je 'Nieuws/Opties'. Klik nu op het tabblad 'Server' en kies vervolgens voor 'Toevoegen'. Voer de naam van de nieuwe nieuwsserver in en vul de Aanmeldingsinstellingen in en bevestig via 'OK'. Ga terug naar 'Opties' en klik nogmaals op 'OK' om het dialoogvenster te sluiten en je veranderingen op te slaan.
Kom je een plaatje tegen dat niet zou misstaan als 'wallpaper'? Ga dan als volgt te werk: klik met de rechtermuisknop op het plaatje. Kies voor 'Als achtergrond gebruiken'. Als het om een kleine afbeelding gaat kan je het systeem vertellen dat dit plaatje in veelvoud op je bureaublad moet komen: klik met de rechtermuisknop op het bureaublad, en kies voor Eigenschappen. Selecteer vervolgens het tabblad Achtergrond en kruis bij Weergave 'Naast elkaar' aan. Klik op OK om je wijzigingen op te slaan.
Wil je iemand een bepaalde link toesturen, klik dan met de rechtermuisknop op de desbetreffende link en kies 'Snelkoppeling kopi
ren'. Maak een nieuw e-mailtje en klik met de rechtermuisknop in het berichtveld. Kies 'Plakken'. De link komt nu te voorschijn en je er kunt er desgewenst nog tekst aan toe voegen.
Je hebt een 'bewegend plaatje' (animated GIF) bewaard door met de rechtermuisknop te klikken. Wil je het nog eens bekijken dan kan dat in Explorer. Kies 'Bestand/Openen' en selecteer het GIF-bestand.
Open je het bestand echter met een ander grafisch programma en bewaar je het bestand opnieuw dan zal de animated GIF waarschijnlijk niet meer bewegen. Waarschijnlijk wordt het als een ander bestandstype opgeslagen. Hier geldt de regel: wel kijken, niet opslaan.
De MIDI achtergrondmuziek van een internetsite kan je als volgt bewaren: sluit Internet Explorer en open de
Windows Verkenner. Baan je een weg naar 'Windows/Tempory Internet Files' en zoek het bestand dat je wilt bewaren. Gebruik de muis om het bestand naar de gewenste plaats te slepen.
Je bent aangeland op een webpagina die je wilt opslaan in je 'Favorieten'-map. Daarvoor is niet de hele omweg nodig via het 'Favorieten'-menu. Klik gewoon met de rechtermuisknop en kies voor 'Toevoegen aan Favorieten'.
n van je favorieten lijdt aan adreswijziging kan je dat simpel genezen. Kies 'Favorieten/Favorieten indelen' en lokaliseer de favoriet die aan wijziging onderhevig is. Klik met de rechtermuisknop en ga naar 'Eigenschappen'. Als het bijbehorende dialoogvenster is geopend klik je op het tabblad 'Internet snelkoppeling'. Je ziet dan de URL in het 'Doel'-venster. Verander deze in de nieuwe URL, bevestig je wijziging en sluit het dialoogvenster.
Je kan Outlook Express laten 'denken' dat je alle berichten hebt gelezen. Druk op [Ctrl]-[A] om alle berichten te selecteren en vervolgens op [Ctrl]-[Enter] om alle berichten als 'gelezen' te markeren. Omgekeerd gaat het ook: selecteer via [Ctrl]-[A] en druk op [Ctrl]-[Shift]-[Enter] en alle berichten zijn 'ongelezen'. Je kunt dit ook bewerkstelligen via de menu-opties 'Bewerken/Alles selecteren' en vervolgens te kiezen voor 'Bewerken/
Een truukje voor reizigers: werk je op een computer waarop geen enkele 'picture file viewer' is ge
nstalleerd dan kun je via Explorer toch JPG-, GIF-, AVI-, MPEG-,en MOV-bestanden bekijken. Kies Bestand/Openen en zoek het bestand dat je wilt bekijken. Via Explorer kan je ook naar WAV-, AU- en AIFF-geluidsbestanden luisteren.
Als je in Outlook Express klikt op de knop 'Bericht opstellen', dan opent het venster met de cursor geplaatst op het 'Aan'-invoerscherm. Om daarna een adres uit het adresboek te selecteren kies je voor 'Extra/Adresboek'. Je kunt het adresboek ook openen door simpelweg op het 'Adresboek'-icoon te klikken.
Als je een bestand download van het internet en je wilt het opslaan dan zal Explorer het bestand willen opslaan in de map 'Windows/Bureaublad'. Maar je hoeft je bestanden daar niet te bewaren. Om van map te veranderen kies je simpelweg een andere map uit het 'Opslaan'-dialoogvenster.
Er zijn twee manieren om een tekstfile aan een Outlook Express-bericht toe te voegen: je kunt het invoegen of als bijlage (attachment) meesturen. Voor welke mogelijkheid moet je kiezen? Dat hangt van de lengte van het bestand af. Als het erg kort is, zal het voor de ontvanger waarschijnlijk prettiger zijn om het als ingevoegde tekst te lezen. Om een bestand in te voegen maak je eerst een bericht aan, kies je vervolgens voor 'Invoegen/Tekst uit bestand' en daarna selecteer je het bestand dat je wilt invoegen. Als het tekstbestand langer is kun je het beter 'hechten' aan je boodschap. Kies in dit geval voor 'Invoegen/Bijlage' en selecteer het bestand dat je als bijlage wilt meesturen.
Als je een link wilt openen in een nieuw venster druk je de [Shift]-toets in en klik je op de gewenste link. De opgeroepen pagina zal in een nieuw venster worden geplaatst.
Met behulp van Outlook Express kan je e-mailjuweeltjes versturen. In het programma zijn allerhande functies opgenomen zoals tekst vet maken of cursiveren, onderstrepen en zelfs gekleurde letters zijn mogelijk. Ook kan je kiezen uit het verschillende soorten 'briefpapier'. Er is echter een keerzijde aan de medaille: veel e-mailontvangers hebben niets aan deze fratsen en kunnen door alle (HTML-)codes het oorspronkelijke bericht nauwelijks meer ontcijferen. Opgemaakte tekst kan bovendien wel twintig keer zo groot worden als een 'kale' e-mail, hetgeen het verzenden beduidend trager maakt. Wil je een e-mail als pure tekstboodschap versturen kies dan voor de optie 'Onbewerkte tekst' in het 'Opmaak'-menu.
Outlook Expresse verstuurt standaard e-mail in HTML-formaat oftewel Rich Mail (zie vorige tip). Als je weet dat een e-mailontvanger werkt met een 'oud' programma waarmee hij alleen 'kale' e-mail kan lezen, kan je dat in het Adresboek vastleggen. Klik Adresboek aan en op de eerste pagina met de gegevens van de bewuste persoon zie je links onder een aankruisvakje 'E-mail alleen in onbewerkte tekst verzenden'. Kruis het vakje aan en klik op 'OK'.
Als je de inhoud van een frame wilt verversen hoef je niet de hele pagina opnieuw te laden. Klik met de rechtermuisknop in het bewuste frame en kies vervolgens de optie 'Vernieuwen' uit het context-menu dat dan opduikt.
Uiteraard is het lekker goedkoop om webpagina's off line te lezen. Alleen: hoe weet je of die bewuste pagina al dan niet op je harde schijf staat? Dat wordt aangegeven als je een pagina die je wilt bezoeken off line probeert te openen: de cursor ziet eruit als een hand als de pagina beschikbaar is op je harde schijf. Zo niet, dan ziet de cursor eruit als een hand met een verbodsbord ernaast.
Je kunt e-mail direct vanuit je Windows 95 of 98-bureaublad verzenden. Klik met de rechtermuisknop op 'Start' en kies 'Verkennen'. Maak een nieuwe map en noem die bijvoorbeeld 'E-mail verzenden'. Open de nieuwe map en klik met de rechtermuisknop in het rechtervak van de 'Windows Verkenner'. Kies 'Nieuw/Snelkoppeling'. In het dialoogvenster typ je: mailto:email-adres (uiteraard vul je hier het email-adres in van iemand met wie je veel mailt) en klik op 'Volgende'. Nu moet je een naam invoeren. Logischerwijze wordt dat de naam van de geadresseerde. Herhaal deze procedure om meer namen toe te voegen. Als je voortaan een mailtje aan een bekende wilt sturen, klik je op 'Start/E-mail verzenden' en selecteer je de ontvanger. Outlook Express gaat nu open met een nieuw bericht en de naam van de geadresseerde is al ingevuld.
Sommige sites zijn wel geschikt voor jou, maar wellicht niet zo voor kleine kinderoogjes. Klik je via 'Beeld/Internetopties' een weg naar het tabblad Inhoud. Daar kan je met behulp van 'Internetrestricties' redelijk nauwkeurig bepalen wat de kids wel en niet mogen zien. Surf je zelf van harde porno naar moord en doodslag en erger je je eraan dat je nu steeds een wachtwoord moet intikken? Zet dan 'Internetrestricties' tijdelijk uit, jij weet immers het wachtwoord.
Sommige lieden worden draaierig van het rondtollende Explorer-tekentje in de rechterbovenhoek. Dit dingetje geeft niet alleen aan dat er verbinding is (of wordt gezocht) maar je kunt er ook op klikken. Meestal word je verbonden met de Microsoft-site in het land en/of taalgebied die je in Explorer hebt ingesteld. In sommige gevallen krijg je de homepage van je PC-fabrikant of -leverancier te zien.
Er zijn legio mogelijkheden om een webpagina te printen. Je kunt op de 'Print'-knop drukken in de werkbalk, je kunt kiezen voor 'Bestand/Afdrukken' of de toetsencombinatie [Ctrl] + [P] gebruiken. Je kunt zelfs een pagina afdrukken zonder die te bezoeken: klik met de rechtermuisknop op een URL en kies vervolgens 'Druk doel af' uit het menu dat tevoorschijn is gekomen. Het enige nadeel van deze methode is dat je niet weet hoelang die bewuste pagina is totdat je klaar bent met printen.
Heb je een e-mailtje ontvangen, dan kan je de naam van de afzender en het bijbehorende e-mailadres snel toevoegen aan het 'Adresboek' van Outlook Express. Open het bericht en klik met de rechtermuisknop op de naam die je wilt toevoegen. Vervolgens kies je de optie 'Toevoegen aan adresboek'. Het is ook mogelijk om Outlook Express automatisch alle namen en e-mailadressen van lieden wier e-mail je hebt beantwoord te laten opslaan in het 'Adresboek'. Kies in Outlook Express voor 'Extra/Opties'. Kruis op het tabblad 'Algemeen' de mogelijkheid 'Automatisch mensen die ik beantwoord opnemen in het adresboek' aan.
Alle internetadressen (URL's) beginnen met de aanduiding http://. Het geesteskind van Bill Gates weet dit en daarom hoef je dit voorvoegsel niet meer in te tikken. Explorer onthoudt ook op welke sites je al eens bent geweest. Begin je met de invoer van een 'bekende' URL dan maakt Explorer hem automatisch af. Vaak hoef je maar een paar letters in te typen om het volledige adres te krijgen.
Wanhoop niet als je denkt dat je een bericht kwijt bent in Outlook Express. Kijk in de mappen of je het bericht ergens terug kunt vinden. Zelfs als ie in de map 'Verwijderde items' zit, kan je het bericht nog lezen en desgewenst via 'Bewerken|Naar map verplaatsen' keurig opbergen.
Ben je via Outlook Express online en klik je op 'Verzenden en ontvangen' dan krijg je een venstertje in beeld waarop je kunt zien wat er al is gebeurd en hetgeen je nog te wachten staat. Als je op de twee kleine computertjes rechtsonder in het beeld klikt krijg je informatie over de verbinding voorgeschoteld.
Er zijn van die gelegenheden waarbij je iets extra's wilt sturen, zoals ter gelegenheid van een verjaardag of met speciale feestdagen. Outlook Express heeft een aantal grafische bestanden in voorraad voor dit soort aangelegenheden. Klik op het kleine pijltje naast 'Bericht opstellen'. Uit het lijstje dat nu te voorschijn komt kan je het toepasselijke briefpapier selecteren. Je voegt het adres van de ontvanger(s) in en je typt je tekst. Bedenk hierbij wel dat niet alle ontvangers grafische bestanden kunnen weergeven. Als zij echter Outlook Express, Outlook, Microsoft Mail of een ander redelijk modern programma gebruiken zullen ze geen moeite hebben om jouw grafische creatie op waarde te schatten.
Om in Outlook Express berichten uit programma's zoals Netscape Communicator, Microsoft Outlook en Microsoft Exchange binnen te halen, gebruik je de daarvoor bestemde wizard. Kies 'Postvak in' en daarna 'Bestand/Importeren/Berichten'. Selecteer nu het programma waaruit je de mailtjes wilt ophalen en klik op 'Volgende'. De wizard wijst je vanaf hier verder de weg.
In de vorige tip kan je zien hoe je e-mailberichten uit andere programma's in Outlook Express kan importeren. Voor adresboeken geldt een vrijwel identieke procedure. Kies uit het 'Bestand'-menu 'Importeren/Adresboek'. Kies het adresboek of bestandstype dat je wilt importeren en klik vervolgens op de optie 'Importeren'. Mocht het adresboek niet in de lijst voorkomen, dan moet je dit exporteren naar een tekstbestand (.csv) of een ldif-bestand (LDAP Directory Interchange Format) en met
n van deze bestandstypen importeren.
De e-mailmappen die je gebruikt in Outlook Express kan je comprimeren. Dat is handig als je harde schijf vol dreigt te raken of als je een kopie van die map op een diskette wilt maken. De procedure is eenvoudig: selecteer de e-mailmap die je wilt comprimeren. Kies vervolgens voor 'Bestand/Map/Comprimeren'.
Frames die op
n pagina staan kunnen onafhankelijk van elkaar worden bekeken of worden ververst. Teneinde de bron van een frame te bekijken klik je met de rechtermuisknop binnen het gewenste frame en kies je voor 'Bron weergeven'. Om een frame te verversen zet je de cursor in dat frame en klik je met de rechtermuisknop. Vervolgens kies je de optie 'Vernieuwen/Bestandsnaam'.
Om een nieuwe naam en (e-mail)adres in het Adresboek van Outlook Express op te nemen kies je 'Adresboek/Nieuw contact'. Vul nu de naam en het e-mailadres in op het tabblad 'Persoonlijk' en klik op 'Toevoegen'. Als iemand verschillende e-mailadressen heeft klik je voor elk e-mailadres op 'Toevoegen'. Als je ze allemaal hebt ingevoerd kies je het adres dat je gewoonlijk wilt gebruiken en markeer je dat als 'Instellen als standaard'. Via de andere tabbladen kan je nog veel meer informatie over de betreffende persoon vastleggen. Als je alles naar wens hebt ingevuld, bevestig je jouw keuzes via 'OK'.
Klik je op Microsoft Word Help in Word 97, dan maak je kennis met de Office Assistent. Als default assistent krijg je Clippit, de geanimeerde paperclip, toegewezen. Zoek je een ander hulpje, roep dan de Assistent op en klik met de rechtermuisknop op de titelbalk van het dialoogvenstertje. Stop vervolgens je Microsoft Office-CD in de drive. Nu kan je zien wie je voor het gidswerk door het soms onbegaanbare gebied dat Microsoft Office heet, wil inhuren. Als je een andere assistent neemt geldt dat voor alle applicaties in MS Office.
Word heeft geen optie om vouwstreepjes, vooral van belang bij het gebruik van vensterenveloppen, direct in een brief te plaatsen. Op deze manier gaat het wel:
1. Plaats via het Invoegen-menu een tekstvak in je document. Om het op de juiste plaats te krijgen gaa je in het Opmaakmenu naar 'Tekstvak'. Stel als horizontale poitie 0.0 cm en kies bij 'Vanaf' voor 'Pagina'. Kan je printer niet zo dicht aan de rand printen, kies dan als horizontale positie ongeveer 0,4 cm.
2. Maak het kader zo klein mogelijk en laat de kaderrand verdwijnen door bij de optie 'Tekstvak' in het Opmaakmenu bij 'Kleuren en lijnen' voor 'Geen lijn' te kiezen.
3. Open het Invoegen-menu en selecteer 'Symbool'. Kies uit 'Speciale tekens' het Em-streepje.
4. Herhaal de eerste drie stappen waarbij je als verticale positie 19,8 cm invoert.
Om te voorkomen da je deze procedure steeds moet herhalen is het aan te bevelen dit proces als macro op te slaan of de vouwstreepjes in het briefsjabloon op te nemen.
Om een document 'op te vrolijken' selecteer je een tekstgedeelte en kies je voor 'Lettertype' in het menu 'Opmaak'. Kijk op het tabblad 'Animatie' welke stijl je geschikt acht. In het dialoogvenster kan je zien welk effect de gekozen animatiestijl heeft. Nadat je je definitieve keuze hebt gemaakt, klik je op 'OK' en het dialoogvenster verdwijnt. Iedereen die je document in Word 97 bekijkt zal de animatie zien. Anderen zien niets bijzonders.
Je hebt in Word het 'Zoek'-commando uit het 'Bewerken'-menu gebruikt om een tekstgedeelte in een document op te sporen. Daarna heef je het dialoogvenster gesloten. Met [ Shift] + [ F4] kan je hezelfde tekstfragment zoeken, zelfs in een ander document en zelfs nadat je het oorspronkelijke document hebt afgesloten.
Bij het gebruik van de 'Nieuw'-knop en de 'Print'-knop uit de knoppenbalk kunnen er dingen gebeuren die je niet wilt. Gebruik je de 'Nieuw'-knop dan wordt er een nieuw document aangemaakt dat uitgaat van de Normal.dot-template terwijl je misschien een andere opmaak in gedachten had. Klik je op de 'Print'-knop dan wordt het gehele document uitgeprint, ongeacht het aantal pagina's. Beide opties vind je in het Bestandmenu en daar kan je ze naar eigen voorkeur instellen.
Belanden de laatste paar woorden ("wezen") of zinnen ("weduwen") van een document op de laatste pagina? En vind je dat niet mooi? Ga de tekst dan niet uitdunnen met de 'Delete'-toets, maar kies voor de optie 'Afdrukvoorbeeld' uit het 'Bestand'-menu. In de werkbalk die vervolgens te voorschijn komt klik je op de 'Tekst inpassen'-knop. Daardoor wordt je document een pagina kleiner. Controleer voordat je aan het printen slaat of het gekrompen document qua opmaak nog aan je wensen voldoet.
In Word 97 is het mogelijk om een tekst de contouren van een afbeelding te laten volgen. Zo ga je te werk:
1. Kies 'Figuur/Illustratie' uit het Invoegen-menu. Bepaal de grootte en de plaats van de illustratie op de gebruikelijke wijze.
2. Klik op het 'Tekst-rondom'-icoon (een ruit in een gestreept vierkantje) op de beeld-werkbalk.
3. Selecteer 'Omlooppunten bewerken'.
4. Als je illustratie een wmf-bestand is worden de omlooppunten automatisch gezet, anders moe je dat met de hand doen. Zet zoveel punten totdat de rode stippellijn de contouren van de afbeelding nauwkeurig volgen.
5. Als je de contouren hebt ingesteld, klik je buiten de afbeelding om het tekstverwerken voort te zetten. Word zal de tekst rond de ingestelde contouren laten vloeien, waarbij de achtergrond van een illustratie wordt overschreven.
Even ontspannen flipperen met een zeer rudimentair Pinball game kan dankzij een 'Easter egg' van de Wordprogrammeurs. Open een nieuw document en typ het woord Blue. Markeer het woord en ga in het Opmaakmenu naar 'Lettertype'. Kies voor 'vet' en als kleur 'blauw. Bevestig je keuze. Gebruik de 'Naar rechts'-pijltjestoets om de markering op te heffen. Typ dan achtereenvolgens spatie, aanhalingsteken, spatie, aanhalingsteken. Klik dan op het Helpmenu en kies voor 'Info'. Klik dan op het Word-logo in de linkerbovenhoek. Rechts van de flipperkast die je met de [Z] en de [M] kunt bedienen, rollen ondertussen de namen van de programmeurs voorbij.
Maak je een groot Excel-werkblad dan is het handig om de optie 'Automatisch berekenen' ut te schakelen, zoda je snel door kunt werken zonder steeds op de automatische berekening te hoeven wachten. Om de automatische (her)berekening uit te zetten kies je voor 'Extra/Opties' en vervolgens voor het tabblad 'Berekenen'. Selecteer nu 'Handmatig' en bevestig je keuze en het dialoogvenster verdwijnt. Om tijdens het werk een berekening uit te voeren druk je op [ F9]. Vergeet niet om de automatische berekening weer aan te zetten als je klaar bent met je 'monsterproductie'.
Nooit meer een verjaardag vergeten en ook nog weten hoe oud de jarige wordt kan nu met eenmalig invoeren van de gegevens.
Je voert allereerst in cel A1 het actuele jaartal -bijvoorbeeld 1998- in. In de cellen waarin de namen van de maanden moeten komen typ je 1-1-1998, 1-2-1998, enzovoort. Kies uit het Opmaakmenu 'Celeigenschappen'. Vervolgens klik je op het tabblad 'Getal', waarvan je de categorie 'aangepast' aanwijst en daarin kiest voor het type 'mmmm'. Bevestig deze keuze. In een cel waarin een verjaardag moet worden opgenomen typ je de volgende formule: ="Naam "&A1-"jjjj". Bijvoorbeeld: ="Wendela "&A1-"1989". Op deze wijze voer je alle namen en geboortejaren in. Omdat Excel de leeftijd berekent door het geboortejaar af te trekken van het actuele jaar (in A1), hoef je volgend jaar alleen cel A1 te veranderen.
Om nu ook de weekdagen mee te laten veranderen gaa je naar cel B2 en typt daar de volgende formule in:
=DEEL(TEKST(WEEKDAG(DAG(A2)&"-"&MAAND(C$1)&"-"&$A$1);"DDD");1;2) Kopieer deze formule naar alle cellen waarin de dagnamen staan. Verander je nu het jaartal, dan veranderen de dagen automatisch mee.
Bij het invoeren van gegevens in Excel is het vaak prettiger om via het toetsenbord van cel naar cel te laveren dan met de muis. je kunt daarvoor de pijltjestoetsen gebruiken. Veel tien-vinger-typers houden hun handen liever op het alfanumerieke gedeelte van het toetsenbord. Voor hen gelden onder andere de volgende toetsen(combinaties):
[Enter] -
n cel naar beneden
[Shift] + [Enter] -
n cel omhoog
[Tab] -
n cel naar rechts
[Tab] + [Shift] -
n cel naar links
Je kunt in ieder Office-programma een hyperlink koppelen aan een figuur dat je met 'Autovormen' hebt gemaakt. Selecteer het bewuste figuur en kies 'Invoegen/Hyperlink'. Vul de URL in en klik op OK en klaar is de spreekwoordelijke Kees.
Normalerwijze houd je tijdelijke files over als het systeem niet op de normale wijze wordt afgesloten. Office-programma's houden tijdelijke bestanden bij zolang de betreffende bestanden zijn geopend. Deze tijdelijke bestanden worden verwijderd zodra je het bestand sluit. Als het systeem wordt gesloten (of uitvalt) terwijl het Office-programma draait, worden de tijdelijke bestanden niet verwijderd. Voordat je ertoe overgaat de temp-bestanden handmatig te verwijderen moe je zich ervan overtuigen dat ze echt 'over' zijn. Zijn het er te veel om te controleren, kopieer ze dan veiligheidshalve eerst naar een diskette.
Voor speciale werkbladen, bijvoorbeeld in een presentatie, wil je misschien iets extra's doen. Zo kan je een achtergrond toevoegen. Een bedrijfslogo kan daarvoor zeer geschikt zijn. Kies 'Opmaak/Blad/Achtergrond'. Selecteer een plaatjesbestand uit het dialoogvenster. Bevestig via 'OK' teneinde de achtergrond in te voegen en het dialoogvenster te sluiten. Excel zal het plaatje (desnoods in veelvoud) op het hele werkblad plaatsen. Let op: als je een donker of een druk plaatje gebruikt zal het moeilijk zijn om de inhoud van de cellen te lezen. Het beste achtergrondplaatje is bleek of van het zogeheten watermerktype. Om de achtergrond weer te verwijderen kies je 'Opmaak/Blad/Achtergrond'. Nu selecteer je 'Achtergrond verwijderen'.
Als je zelf Excel 97 gebruikt en je wisselt werkmappen uit met lieden die Excel 5.0 en 95 gebruiken, kan het handig zijn je bestanden in duo-formaat op te slaan, zodat iedereen ze kan gebruiken. Als je hiertoe besluit wordt je werk opgeslagen in een enkel bestand dat beide formaten ondersteunt (Excel 5.0 en 95 gebruiken hetzelfde formaat). Om een bestand in duo-formaat op te slaan kies je Bestand/Opslaan als en als het dialoogvenster zich heeft geopend klik je op het venstertje Bestand opslaan als om de lijst uit te rollen. Kies nu de optie Microsoft Excel 97 & 5.0/95-werkmap (*.xls) en klik op Opslaan.
Werk je bijvoorbeeld met weekroosters dan kan het handig zijn om alle maandagen in een bepaalde periode op een rijtje te zetten (uiteraard zijn andere dagen en roosterlengtes mogelijk). Excel help je daarbij. Typ de datum van de eerste maandag in. Voer vervolgens in een aangrenzende cel de datum van de volgende maandag in. Selecteer beide cellen en sleep het kleine aanwijzertje zoveel cellen als je maandagen wilt zien, voort. Nadat je hem op de gewenste plaats hebt losgelaten toont Excel je de opeenvolgende maandagen door middel van hun datum.
Je tikte een formule foutloos in Excel in. Vervolgens voerde je de data in en wachtte je gespannen op de uitkomst en Excel toverde ######### of een equivalent in engelse ponden te voorschijn. Dat komt waarschijnlijk omdat de uitkomst van je berekening te groot is om in de desbetreffende cel te passen. Geen probleem. Dubbelklik op de rechterhoek van de header van de kolom waarin de formule staat en Excel zorgt ervoor dat die kolom zo breed wordt dat de uitkomst van je arbeid erin past.
Met behulp van Excel kan je graden Celsius in Fahrenheit omzetten, kilometers in mijlen en liters in gallons. Om maar eens een paar voorbeelden te noemen. Dat kan via de ingewikkelde route Invoeren/Functie/Techniek. Maar het gaat sneller als je de functie CONVERTEREN gebruikt. Typ eerst een =, vervolgens CONVERTEREN, daarna een haakje openen, vervolgens de hoeveelheid, een puntkomma, de afkorting voor de oorspronkelijke maateenheid tussen aanhalingstekens, weer een dubbelepunt en dan de afkorting van de nieuwe maateenheid tussen aanhalingstekens en tenslotte een sluithaakje. Voorbeeld: om een Britse mijl om te rekenen in kilometers voer je de volgende formule in: =CONVERTEREN(1; "mi"; "km"), hetgeen 1,609344 oplevert.
Excel heeft twee methoden voor machtsverheffing in de aanbieding. Kijk en vergelijk: je wilt weten hoeveel 22 tot de derde macht is. Dan kan je de formule =22^3 hanteren die (uiteraard) dezelfde uitkomst biedt als de formule =MACHT(22;3), namelijk 10648.
Stel: je hebt een Excel-bestand vol met objecten, zoals tekeningen, plaatjes, grafieken en/of zelfs een Word-document. Als je ze even uit de weg wilt hebben om je op de data te concentreren (en sneller door je bestand te kunnen scrollen) doe je het volgende:
Druk
n keer op [Ctrl]+[6] en Excel vervangt bepaalde objecten, zoals grafieken, door een grijs vlak.
Druk nogmaals op [Ctrl]+[6]. Nu worden alle objecten verwijderd.
Druk ten derde male op [Ctrl]+[6] en Excel toont alle objecten in het bestand weer.
Wie in Excel gebruik maakt van de functie 'Vandaag' zal merken dat de datum in de desbetreffende cel wijzigt als hij zijn werkmap op een andere dag opent. je kunt dit voorkomen door de huidige datum te fixeren. Selecteer de cel waar je de dag van vandaag wilt invoeren en typ [Ctrl]+[;], Ctrl en een puntkomma dus.
Je kunt een (gedeelte van een) Excel werkblad als een tabel in Word gebruiken. Selecteer daarvoor het werkblad(gedeelte) en kies 'Bewerken/Kopi
ren'. Open vervolgens een Worddocument en kies voor 'Bewerken/Plakken'.
Geef je tabel een gebeeldhouwde look. Selecteer de gehele tabel en klik erop met de rechtermuisknop. Kies nu voor Tabelgalerie en daarna uit het lijstje onder het kopje Opmaak
n van de drie 3-D-formaten. Sluit af met 'OK'.
Hoe laat je je document eruit springen? Bijvoorbeeld door het gebruik van zo'n grote hoofdletter aan het begin van een hoofdstuk. Die maak je in een handomdraai: selecteer de eerste letter van de gewenste alinea. Kies 'Opmaak/Initiaal'. Specificeer Positie, Lettertype, Hoogte (in regels) en Afstand tot de tekst. Bevestig je keuze via 'OK'.
Je kunt in Word tekst in een speciaal tekstvak plaatsen. Kies hiervoor 'Invoegen/Tekstvak'. Met behulp van de muis kan je vervolgens een tekstvak maken op de grootte die je zelf wenst. Gebruik je meerdere tekstvakken, bijvoorbeeld op verschillende pagina's van een nieuwsbrief, dan kan je de tekst van het ene in het andere tekstvak laten doorlopen. Maak minimaal twee tekstvakken aan en klik op het eerste. In het zwevende werkbalkje klik je op het kettingtekentje en vervolgens in het tweede tekstvak en eventuele volgende tekstvakken. Begin nu met het typen van je tekst in het eerste tekstvak, als dat vol is zal de tekst automatisch doorlopen in het tweede tekstvak. Nadat je alle tekst hebt ingevoerd kan je de tekstvakken naar iedere gewenste plaats slepen. Dat kunt overigens ook van te voren doen.
Als je een wijziging aanbrengt in een documentsjabloon in Word, zijn de wijzigingen van toepassing op het huidige document en alle documenten die je in de toekomst op grond van dit sjabloon maakt. Wil je een ouder document ook op grond van het gewijzigde sjabloon opmaken, dan moe je het bewuste document openen. Kies vervolgens voor 'Extra/Sjablonen en invoegtoepassingen'. Vink in het geopende dialoogvenster de optie 'Opmaakprofielen documenten automatisch aanpassen' aan en klik op 'OK'.
Je wilt om de
n of andere reden een nieuw menu maken, bijvoorbeeld om al je macro's in onder te brengen. Om dit tot stand te brengen handel je als volgt: kies 'Beeld/Werkbalken/Aanpassen'. Klik in het Aanpassen-venster op het tabblad 'Opdrachten'. Helemaal onderaan het lijstje 'Categori
n' tref je 'Nieuw menu' aan. Klik erop en 'Nieuw menu' komt te voorschijn in het rechterpaneel. Sleep hem van daar met de muis naar de menubalk. Als hij op zijn plaats staat klik je op Selectie wijzigen en typ je de nieuwe menunaam in het venstertje. In dit voorbeeld noemen we het Macro's. Klik buiten het venstertje om de opdracht af te maken. Nu moe je een commando zoeken om in je nieuwe menu te plaatsen. In dit geval selecteren we 'Macro's' uit de Categori
n-lijst in het Opdrachten-gedeelte van het Aanpassen-venster (om dit te kunnen realiseren moe je wel enige bestaande macro's op je systeem hebben). Selecteer het gewenste commando en sleep het naar het nieuwe menu (d.w.z. het menu zelf, niet de menunaam). Nu kan je opnieuw op 'Aanpassen' klikken en het nieuwe commando een naam geven. Als je klaar bent kies je voor 'Sluiten'. Je nieuwe menu is nu klaar voor gebruik.
Je kunt de afbeelding die op een werkbalkknop staat afgebeeld wijzigen. Kies 'Extra/Aanpassen'. Indien nodig moe je het dialoogvenster van Aanpassen iets verschuiven als dat over de werkbalk staat die je wilt verplaatsen. Terwijl het 'Aanpassen'-dialoogvenster is geopend, rechtsklik je op de knop die je wilt wijzigen en kies je voor de optie 'Knopvlak wijzigen'. Je kunt nu uit een verzameling miniplaatjes een nieuwe afbeelding kiezen die direct op de knop verschijnt. Kies uiteindelijk 'Sluiten' in het 'Aanpassen'-dialoogvenster.
Teneinde een document (bijvoorbeeld een boekje) tweezijdig te printen kies je 'Bestand/Afdrukken'. Daarna selecteer je uit het Pagina's-venster, als je eerste pagina bladzijde 1 is, 'Oneven pagina's'. Word drukt die nu af. Om tot een fraai resultaat te komen moe je nu even wachten, want het papier komt bijna altijd enigszins gekruld uit de printer. Bovendien wordt het bij laserprinters wat warm en bij inkjetprinters moe je de inkt op het papier laten drogen. Leg na een tijdje het papier op de goede volgorde recht in de printer en print nu de even pagina's.
Je kunt in een Worddocument bladwijzers plaatsen waarmee je specifieke paragrafen, plaatsen, tabellen of plaatjes makkelijk kunt terugvinden. Selecteer het item da je wilt markeren (als dat een blanco stukje is ga je er gewoon met de cursor instaan en je klikt). Kies nu 'Invoegen/Bladwijzer', geef je bladwijzer een naam en druk op Toevoegen. Als je later naar een bladwijzer wilt terugkeren selecteer je 'Bewerken/Ga naar'. In het linkervenstertje selecteer je de optie 'Bladwijzer', in het andere venstertje kies je de naam van de gewenste bladwijzer en daarna drukt op de knop 'Ga naar' en de cursor floept naar de gewenste plaats.
De kortste tip over Office: als je een handeling wilt herhalen in een Office-programma druk je simpelweg op [F4].
Wie in een Office 97-programma werkt vindt het wellicht handig om de inhoud van een bepaalde map in een werkbalk bij de hand te hebben. Om zo'n werkbalk te maken rechtsklik je op de 'Office'-werkbalk en kies je 'Aanpassen'. Als het dialoogvenster van 'Aanpassen' zich heeft geopend klik je op het tabblad 'Werkbalken'. Druk nu op de knop 'Werkbalk toevoegen'. Activeer het rondje voor 'Werkbalk maken voor deze map'. Via 'Bladeren' baan je zich een weg naar de map die je in die werkbalk wilt zien. Klik op 'Toevoegen' en vervolgens tweemaal op 'OK'.
Applicaties uit Office 95 hebben een eigen wil als het gaat om het geven van extensies aan bestanden. Wil je bijvoorbeeld een Word-bestand opslaan onder de naam TipsTrucs.C!T dan zal Word er automatisch TipsTrucs.C!T.doc van maken. je kunt dit eigengereide gedrag niet permanent voorkomen. Maar op een van-bestand-tot-bestand-basis kan je je zin doordrijven door, als je de optie 'Opslaan' als uit het 'Bestand'-menu gebruikt, de bestandsnaam tussen aanhalingstekens te plaatsen.
Je wilt een werkblad met identieke instellingen als de reeds bestaande aan een map toevoegen. Kies je daarvoor 'Invoegen/Werkblad' dan krijg je een blad met standaardinstellingen in plaats van de specifieke instellingen die je wilde hebben. Om dit probleem te omzeilen rechtsklik je op een tab Blad, bijvoorbeeld Blad 2. Selecteer 'Blad verplaatsen of kopi
ren'. Kruis nu het vakje 'Kopie maken' aan en kies daarna voor 'Naar einde gaan'. Klik op 'OK' om verder te gaan. Je nieuwe blad heet nu Blad 2 (2). Om het een andere naam te geven rechtsklik je op de tab en kies je 'Naam wijzigen'. Typ de nieuwe naam en leg die vast via [Enter].
Open een nieuwe werkmap en klik op [F5].Als het 'Ga naar-dialoogvenster' is geopend typ je achter 'Verwijzing': X97.L97 waarna je op OK klikt. Vervolgens druk je
n maal op de [Tab]. je bevindt zich als thans in cel M97. Druk nu tegelijkertijd [Ctrl] en [Shift] in en je houdt deze toetsen ingedrukt terwijl je op de Grafieken Wizard-knop klikt in de werkbalk van Excel. (Het icoon stelt een kleurig staafdiagram voor). Het scherm zal nu even helemaal zwart worden en daarna bevind je je in een vreemde virtuele wereld. Je kunt de muis gebruiken om te sturen. Met de linkerknop ga je vooruit, met de rechterknop achteruit. Nadat je zo een tijdje hebt rondgereisd zie je een scherm met credits en een meertje. Wil je weer gewoon aan het werk dan klik je op [Ctrl] + [Shift] + [Esc]. Als je dit Easter Egg (grapje van de programmeurs) nogmaals wilt zien moe je Excel eerst afsluiten en de hele procedure opnieuw volgen.
Vooral op brede werkbladen is het soms moeilijk om te volgen hoe de rijen lopen. Daarom kan het handig zijn om rijen om en om van een kleurtje te voorzien. Teneinde dit voor elkaar te krijgen klik je op het nummer van de rij die je van een (pastel)kleurtje wilt voorzien. Druk nu de [Ctrl]-knop in, sla een rij over en selecteer de volgende rij die van een kleur moet worden voorzien. Ga zo door tot het einde van het document. Nadat je aldus de rijen hebt geselecteerd kies je 'Opmaak/Celeigenschappen' en klik je vervolgens op de gewenste kleur op het tabblad 'Patronen'. Bevestig je keuze via 'OK'.
Je wilt een tekening maken in Excel en de randen ervan moeten exact samenvallen met de celranden. Dat kan. Laten we aannemen da je een rechthoek wilt maken die precies samenvalt met 3x3 cellen. Daarvoor heef je ten eerste de 'Tekenen'-werkbalk nodig. Als je die niet ziet selecteer je 'Beeld/Werkbalken/Tekenen'. Klik nu op de 'Rechthoek'-knop. Houd de [Alt]-toets ingedrukt en teken de rechthoek met de muis. De zijkanten zullen samenvallen met de randen van de cellen. Wil je de rechthoek verplaatsen? Houd wederom de [Alt]-knop ingedrukt terwijl je aan het slepen bent. De randen van de rechthoek zullen dan ook op de nieuwe positie exact samenvallen met de kanten van de cellen.
Kinderen willen vaak precies weten hoeveel nachtjes het slapen is tot hun verjaardag, Sinterklaas of kerstmis. Dat kan Excel voor je uitrekenen. Laten we aannemen dat het vandaag 14 november is en da je wilt weten hoeveel dagen er nog te gaan zijn tot kerstmis. In een cel typ je de volgende formule: ="25/12/1998"-"14/11/1998" en vervolgens druk je op [Enter]. Excel schotel je nu het antwoord voor, in dit geval 41.
n van de manieren om je Excel werkbladen wat te verfraaien is het aanbrengen van kaders. Selecteer een werkbladgedeelte da je van een mooi randje wilt voorzien en kies 'Opmaak/Celeigenschappen'. Als het dialoogvenster 'Celeigenschappen' is geopend kies je het tabblad 'Rand'. Klik de randen aan die je wilt zien en maak onder 'Stijl' een keuze voor het type lijn dat je wilt gebruiken. Als je je keuze hebt bepaald klik je op 'OK'.
Je kunt bij een cel een aantekening maken. Kies 'Invoegen/Opmerking'. Er verschijnt nu een venstertje waarin je je op- of aanmerkingen kwijt kunt. De cel wordt voorzien van een klein rood driehoekje. Schuif je de muiswijzer over dit driehoekje dan komt te opmerking, voorzien van de naam van degene die hem heeft gemaakt, te voorschijn.
Je kunt formules en functies annoteren. Je ziet zulke opmerkingen in de 'Formule'-balk verschijnen als je een cel activeert die een annotatie bevat. Het enige da je moet doen is aan het einde van de betreffende formule + N("Aantekening Hier") toevoegen.
Je kunt tekstgedeelten markeren zonder dat dit invloed heeft op het uiterlijk van je document. Deze markeringen blijven bovendien onzichtbaar tijdens het printen. Afhankelijk van de werkbalk die je hebt geselecteerd vind je de 'Markeerstift' rechtsboven. Klik erop en stip de tekst aan die je van een (doorzichtig) kleurtje wilt voorzien. Je kunt de kleur van de 'Markeerstift' wijzigen door op het neerwaartse pijltje naast de 'Markeerstift' te klikken en een andere kleur uit het palet dat tevoorschijn is gekomen te kiezen.
"The quick brown fox jumps over the lazy dog". Deze zin bevat alle letters van het alfabet. Daarom wordt hij voor testdoeleinden vaak gebruikt. In Word 97 zit hij ongedocumenteerd verstopt. Typ je op een nieuwe regel het volgende 'commando': =rand() gevold door [Enter], dan springt deze zin in vijftienvoud verdeeld over drie alinea's te voorschijn.
Je kunt een stukje tekst, een kop bijvoorbeeld, een speciaal uiterlijk geven met een fraai grafisch effect. Klik hiervoor op 'Invoegen/Figuur/WordArt'. In de 'WordArt-galerie' maak je een keuze voor een bepaald effect. Klik op 'OK' en je kunt nu je tekst invoeren in een scherm waarin je ook het lettertype en de corpsgrootte kunt bepalen. Ben je klaar, dan klik je op 'OK'. Het geheel wordt nu als illustratie in je tekst gezet. je kunt het dus desgewenst verslepen, vergroten of verkleinen. Wil je achteraf wijzigingen aanbrengen? Door op het stukje 'WordArt' te dubbelklikken komt de 'WordArt'-werkbalk in beeld en kan je je gang gaan.
Als je een internetadres in een document typt verandert Word 97 dit automatisch in een hyperlink. Ben je hier niet van gediend, kies dan 'Extra/AutoCorrectie'. In het dialoogvenster dat nu is verschenen klik je op het tabblad 'AutoOpmaak' tijdens typen. Ontvink vervolgens de optie Internet- en netwerkpaden door hyperlinks. Druk op 'OK' om het dialoogvenster te sluiten en je verandering te bewaren.
Je kunt in
n document op meerdere plaatsen tegelijk werken. Dat kan door het venster te verdelen in twee stukken waarvan je de grootte met de muis kunt instellen. Je hoeft alleen te kiezen voor 'Venster/Splitsen'. Deze optie is vooral handig bij knip- en plakoperaties.
Hoewel Word een rekenfunctie heeft is het handig om de rekenmachine van Windows onder een werkbalkknop paraat te hebben. Hiervoor moe je eerst een piepkleine macro maken met de inhoud : Shell "calc.exe", 1 (het cijfer1). Bewaar hem onder de naam Rekenmachine. Een simpele manier om dit macrootje te maken: kies 'Extra/Macro/Nieuwe macro opnemen'. Voer als naam in: Rekenmachine. Bevestig via 'OK' en klik vervolgens op de 'Stop'-knop van de Macrorecorder. Kies wederom 'Extra/Macro' en ga nu verder naar 'Macro's' en selecteer Rekenmachine. Je kiest hier de optie 'Bewerken'. Typ nu boven de regel waarin staat End Sub: shell "calc.exe", 1 en kies 'Bestand opslaan' en sluit het venster. Geef de werkbalk weer waaraan je de knop wilt toevoegen (in dit geval is dat waarschijnlijk 'Standaard'). Klik op 'Extra /Aanpassen' en selecteer het tabblad 'Opdrachten'. Klik vervolgens in het vak 'Categorie
n' op 'Macro's'. Selecteer Rekenmachine en sleep hem naar de werkbalk. Je kunt nu de tekst op deze knop vervangen door een rekenmachine-icoon. Klik op 'Aanpassen' in het menu 'Extra'.
Het dialoogvenster 'Aanpassen' moet geopend blijven; je kunt het echter wel verplaatsen als dat nodig is. Klik met de rechtermuisknop op de knop en klik vervolgens op 'Knopvlak wijzigen'. Er komt nu een venster met icoontjes te voorschijn waarui je een rekenmachine kunt kiezen. (Zorg ervoor dat de optie 'Standaardstijl' is aangevinkt.)
Als je op de toetsencombinatie [Shift] + [Alt] + [D] drukt plaatst Word automatisch de datum in de tekst. Dat gebeurt in de standaardopmaak. je kunt die wijzigen. Kies 'Invoegen/Datum en tijd'. Selecteer de wijze waarop je de datum vormgegeven wilt hebben. Als je een bepaalde notitie eenmalig wilt gebruiken klik je op 'OK'. Wil je hiervan de standaardnotatie maken dan kies je 'Standaard' en je bevestigt met 'Ja' je keuze.
Wil je een gewone, rechttoe rechtaan tabel maken dan kies je voor 'Tabel/Tabel invoegen'. Je vult je wensen ten aanzien van het aantal rijen, kolommen en de kolombreedte in en Word doet verder de rest. Maar als je een tabel wilt maken met rijen met een verschillend aantal cellen, moet je kiezen voor 'Tabel/Tabel tekenen'.
Laten we aannemen dat je een tabel nodig hebt met vier cellen in de bovenste rij en zes in de onderste rij. Nadat je 'Tabel/Tabel' tekenen hebt gekozen gebruik je het potloodje om de omtrek van je tabel te tekenen. Vervolgens trek je een horizontale lijn in je tabel. Teken drie verticale lijnen in de bovenste helft en vijf in de onderste. En klaar is je tabel naar wens.
Je kunt met 'Zoeken en vervangen' meer doen dan alleen woorden vervangen. Want ook lettertypes, alinea's, tabs, talen, frames, opmaakprofielen en markeerstiftmarkering kunnen worden gevonden en vervangen. je heeft hiermee een slim instrument in handen voor bijvoorbeeld teksten waaraan je nog wilt sleutelen. Zo kan je zinnen of alinea's waarvoor nog nader onderzoek moet worden gedaan met de Markeerstift markeren (zie tip 332). Later kan je dan via 'Bewerken/Vervangen/Zoeken/Opmaak/Markeerstiftmarkering' zo'n tekstgedeelte weer opsporen, er al dan niet wijzigingen in aanbrengen en de markeerstiftmarkering verwijderen.
Snel een document sluiten: waarom zou je daarvoor niet een knop aan de Standaard-werkbalk toevoegen? Kies 'Extra/Aanpassen' en klik op het tabblad 'Opdrachten'. In het rechterpaneel (Opdrachten) vind je de optie 'Sluiten'. Klik op het bijbehorende icoontje en sleep het terwijl je de muisknop ingedrukt houdt naar de werkbalk. Een goede plaats lijkt ons het plekje naast het 'Openen'-icoon. Klik op 'Sluiten' om het dialoogvenster van 'Aanpassen' weg te sturen.
Je kunt in Word niet alleen synoniemen opzoeken, maar in een aantal gevallen ook antoniemen, oftewel de tegenovergestelde betekenis van woorden. Typ bijvoorbeeld het woord "licht" en selecteer het. Ga nu naar 'Extra/Taal/Synoniemenlijst'. Hier vind je een lijst van synoniemen. Kijk in het linkervenster en scroll door de lijst van het venster 'Betekenissen'. Helemaal onderin vind je in dit geval drie antoniemen. Klik erop en je krijgt in het rechtervenster een woord(enlijstje) te zien.
Word heeft veel methoden om tekst te selecteren in de aanbieding. Je kunt de muis gebruiken, je kunt [Shift] indrukken en de pijltjestoetsen hanteren, je kunt dubbel- en tripelklikken en je kunt klikken in de marge. Maar er is nog een manier: klik op het begin van de tekst die je wilt selecteren. Zoek de (grijze, dus niet geactiveerde) knop Uit in de statusbalk onder in je scherm. Dubbelklik erop en nu kan je de pijltjestoetsen gebruiken -zonder da je iets ingedrukt hoeft te houden- om de tekst te selecteren. Als je daarmee klaar bent druk je op [Esc].
Je kunt perfecte cirkels en vierkanten maken in Officetoepassingen zoals PowerPoint, Word of Excel. Het enige dat je daarvoor moet doen is het aanklikken van de ovaal- of rechthoek-knop in de 'Tekenen'-werkbalk. Vervolgens houd je de [Shift]-toets ingedrukt terwijl je de cirkel respectievelijk het vierkant tekent. Dezelfde techniek kan je toepassen op de figuren uit 'Autovormen'.
In deze tijd van supergrote harde schijven kan je ervoor kiezen de additionele clipart die op je Office 97 CD-ROM staat op je harddisk op te slaan zodat je die plaatjes altijd bij de hand hebt. Het is niet mogelijk de clipart-bestanden zo maar te kopi
ren, je zult ze moeten installeren. Stop de Office CD in de CD-ROM drive. Open het Office 97-venster en klik op 'Bladeren'. Baan jezelf een weg naar de map 'ClipArt'. Dubbelklik op het icoon 'Installeren'. Volg de aanwijzingen en selecteer de bestanden die je wilt installeren. Als je klaar bent met de installatie vind je alle geselecteerde plaatjes in de 'Clipgalerie'.
Het nadeel van werkbalken is dat ze ruimte op het beeldscherm in beslag nemen. Ze hebben echter het voordeel dat je met
n muisklik een optie kunt activeren die je anders in een menu had moeten opzoeken. Om te zien welke werkbalken actief zijn klik je op 'Beeld/Werkbalken'. Aan het al dan niet aangevinkt zijn kan je zien welke werkbalk in beeld is. Door een vinkje neer te zetten of weg te halen kan je werkbalken in beeld brengen respectievelijk uit het zicht verwijderen. Je kunt het lijstje ook oproepen door op een leeg plaatsje in een willekeurige werkbalk te rechtsklikken.
Als je Office 97 volledig hebt ge
nstalleerd kan je zeer snel naar (uitsluitend) Office-bestanden zoeken. Kies hiervoor 'Start/Zoeken/Werken met Microsoft Outlook'. Er gaat nu een dialoogvenster open waarin je kunt rondneuzen. Je kunt met deze zoekfunctie ook de inhoud van een Office-bestand bekijken.
Een veelgehoorde klacht van mensen die met de steeds meer in zwang rakende grote monitoren (17 of 19 inch) werken is dat op zo'n apparaat de Office-werkbalken er nogal iel uitzien. Dat kan je verhelpen door de pictogrammen te vergroten. Kies hiervoor 'Beeld/Werkbalken/Aanpassen'. Selecteer het tabblad 'Opties' en vink de optie 'Grote pictogrammen' aan.
Je kunt aan de werkbalk van Excel een 'Sluit'-knop toevoegen. Kies 'Extra/Aanpassen/Opdracht'. Als je 'Bestand' selecteert zie je in het venstertje ernaast onder andere de optie 'Sluiten'. Sleep het bijbehorende icoon naar de werkbalk. De nieuwe knop draagt het opschrift 'Sluiten'.
Om een cel met behulp van de muis te verplaatsen selecteer je eerst die cel. Beweeg de muisaanwijzer over de celrand totdat hij een pijl verandert. Grijp de cel aan de rand en verplaats hem, terwijl je de muisknop ingedrukt houdt, naar de nieuwe locatie. Laat hier de muisknop los.
Om een tekst verticaal in Excel in te voeren, bijvoorbeeld als kopje in een tabel, ga je als volgt te werk.
Typ de gewenste tekst in een cel. Selecteer vervolgens die cel en kies 'Opmaak/Celeigenschappen'. Op het tabblad 'Uitlijning' kan je onder het kopje 'Stand' de gewenste uitvoering kiezen.
Excel doet in een aantal gevallen het typwerk voor je. Typ je in een cel de naam van een dag of maand (of de afkorting ervan) en sleep je vervolgens het selectiekader naar beneden of naar rechts dan zullen in de volgende cellen de namen van de volgende dagen of maanden verschijnen. Sleep je het selectiekader naar boven of naar links dan verschijnen de namen van de voorafgaande dagen of maanden. Excel houdt zich aan je keuze: gebruik je een afkorting dan zal het programma dat ook doen.
Als je een lange formule of tekst intypt wil je soms ter wille van de leesbaarheid op een nieuwe regel beginnen. Druk hiervoor op [Alt]+[Enter] en je invoerpunt is naar een volgende regel verplaatst. Dit trucje werkt zowel in de formulebalk als in een gewone cel.
Rasterlijnen scheiden kolommen, rijen en cellen van elkaar. Excel is standaard zodanig geconfigureerd dat deze lijnen niet worden geprint. je kunt de rasterlijnen op je uitdraai krijgen door te kiezen voor 'Bestand/Pagina-instelling'. Selecteer het tabblad 'Blad'. Vink onder 'Afdrukken' de optie 'Rasterlijnen' aan. Als je nu een werkblad uitprint zul je zien dat de data in de verschillende cellen door een keurige lijn worden gescheiden hetgeen in veel gevallen de overzichtelijkheid bevordert.
Als je in het menu Beeld het vinkje bij de optie Formulebalk weghaalt zal deze uit beeld verdwijnen. Je kunt de gegevens rechtstreeks in een cel invoeren. Daarvoor moet je wel de optie 'Directe celbewerking' op het tabblad 'Bewerken', dat je aantreft onder 'Extra/Opties', geselecteerd hebben.
Standaard zet Word een internetadres om in een hyperlink. Zoals bij de meeste automatische functies kan je de hyperlinkmaker uitzetten. Je vindt die instelling alleen niet op de plaats waar de meeste mensen hem verwachten. Kies 'Extra/AutoCorrectie'. Ga naar het tabblad 'AutoOpmaak tijdens typen'. Ontvink nu de optie 'Internet en netwerkpaden door hyperlinks'. Bevestig deze verandering via 'OK'. Je kunt nu een internetadres als gewone tekst typen.
Als je vaak dezelfde afbeelding gebruikt, bijvoorbeeld een bedrijfslogo, dan kan je het oproepen van het plaatje onderbrengen in een macro. Klik hiervoor op het punt waar de afbeelding moet worden ingevoerd en kies 'Extra/Macro/Nieuwe macro opnemen'. Geef je macro een naam en klik op 'OK'. Kies vervolgens voor Invoegen/Figuur. Lokaliseer en selecteer het logo-bestand. Bevestig je keuze via 'OK'. Klik op de stopknop van de macrorecorder en je logo-macro is klaar.
Neem je vaak hetzelfde figuur op in een Worddocument, dan slaat Word alle bytes die een dergelijke afbeelding groot is steeds opnieuw op. Dat is zonde van de ruimte op je harde schijf. Daarom kan je beter een link naar het betreffende figuur maken. Dat gaat zo: kies voor 'Invoegen/Figuur/Uit bestand'. Geef het figuur op en selecteer
'Aan bestand koppelen'. Bevestig via 'OK'.
Wie werkt met een hoofddocument en bijbehorende subdocumenten kan ieder subdocument openen om het te redigeren. Als je dit doet moe je het subdocument niet onder een andere naam opslaan. Je verbreekt daardoor de link tussen het hoofd- en de bijbehorende subdocument. Wil je een subdocument een andere naam geven dan moe je dit doen door het te openen in het hoofddocument en vervolgens voor 'Bestand/Opslaan als' te kiezen. Vul nu de nieuwe naam in en bevestig via 'OK'.
Je kunt een woord zoeken door te kiezen voor 'Bestand/Zoeken' of je typt de combinatie [Ctrl]+[F] in. Je krijgt nu het dialoogvenster 'Zoeken en vervangen' te zien. In het venstertje 'Zoeken naar' typ je het gezochte woord en je klikt op 'Volgende zoeken'. Als je hiermee tevreden bent klik je op 'Annuleren' of je drukt op [Esc]. Wil je later kijken of hetzelfde woord vaker voorkomt dan kan je de hele procedure herhalen. Maar je kunt ook simpelweg op de blauwe naar beneden wijzende dubbele pijltjes in de verticale schuifbalk drukken. Wil je terugzoeken klik dan op de omhoog wijzende blauwe dubbele pijltjes.
Je hebt een woord toegevoegd aan je woordenlijst en merkt dan dat je het fout hebt gespeld. Wat nu? Manoeuvreer jezelf naar de aangepaste woordenlijst: 'Bestand/Openen'. Klik op het pijltje naast 'Bestandstype' en selecteer 'Alle bestanden'. Zoek nu naar het bestand Custom.dic dat je aantreft in 'Program Files/Microsoft Office/Office'. Dubbelklik op Custom.dic om het bestand te openen. Je kunt nu woorden verbeteren, verwijderen uit of toevoegen aan de lijst. Als je klaar bent kies je 'Bestand/Opslaan'.
Wil je eens iets anders dan een zwarte tekst tegen een witte achtergrond? Kies dan voor 'Extra/Opties'. Vink vervolgens de optie 'Blauwe achtergrond, witte tekst' aan op het tabblad 'Algemeen'. Meer smaken heeft Microsoft overigens niet in de aanbieding.
Je kunt de huidige datum (systeemdatum) in een Word-document invoegen door de toetscombinatie [Shift] + [Alt] + [D] te gebruiken. Wil je kunnen kiezen uit verschillende notatiemogelijkheden, dan selecteer je 'Invoegen/Datum en tijd'. Als je vindt dat de datum vast moet blijven staan, met andere woorden dat hij niet mee verandert met de systeemdatum, dien je het hokje 'Automatisch bijwerken' ontvinken.
Met de Engelse term Boilerplates worden tekstgedeeltes die je regelmatig gebruikt, aangeduid. Als je bijvoorbeeld vaak zakelijke brieven schrijft die met dezelfde alinea beginnen kan je de tekst daarvan opslaan als 'AutoTekst'. Dat gaat zo: schrijf je tekst en haal hem door de spellingcontrole. Selecteer de alinea en kies 'Invoegen/AutoTekst/ Nieuw'. Als het dialoogvenster is geopend geef je het fragment een naam. Bijvoorbeeld Intro-1 en klik je op 'OK'. Nadat je op deze manier de openingsalinea als 'AutoTekst' hebt vastgelegd is het enige dat je hoeft te doen als je een standaardbrief begint is Intro-1 te typen en op [F3] te drukken en hupsakee daar is de gewenste tekst.
Om een tekst te onderstrepen kan je gebruik maken van de 'Onderlijnen'-knop uit de 'Opmaak'-werkbalk. Je kunt ook op de plaats waar het onderlijnde gedeelte moet beginnen op de toetscombinatie [Ctrl]+[U] drukken. Als je het onderstrepen wilt be
indigen druk je nogmaals op die combinatie. Maar er zijn nog meer mogelijkheden. Selecteer het tekstgedeelte dat je wilt benadrukken en kies voor 'Opmaak /Lettertype'. In het venster dat tevoorschijn is gekomen staat onder 'Onderstrepen' een aantal opties. Als je
n ervan aanklikt zie je het effect in het voorbeeldvenster. Als je je keuze hebt bepaald klik je op 'OK' om je keuze te bevestigen.
Word 97 slaat standaard ieder document op als een Word 97-bestand (Word Document *.doc). Maar als je regelmatig bestanden in een ander formaat dan Word 97 moet opslaan kan je de standaardinstelling wijzigen, bijvoorbeeld in Rich Text Format of een eerdere versie van Word. Om de standaardinstelling van Opslaan te wijzigen selecteer je 'Extra/Opties' en klik je op het tabblad 'Opslaan'. In het venstertje Word-bestanden opslaan als kies je het gewenste bestandsformaat uit de drop down lijst. Bevestig je keuze via 'OK'. De volgende keer dat je een bestand opslaat zal Word je vragen of dat in het nieuwe of een ander formaat moet gebeuren.
Het aanbrengen van kolommen in Word is eenvoudig. Kies 'Opmaak/Kolommen' en maak je keuze uit de opties die worden gepresenteerd in het dialoogvenster. Hoewel het eindresultaat hetzelfde is krijgen de gebruikers van Word 95 en van Word 97 verschillende dingen op het scherm te zien. Stel dat je hebt gekozen voor opmaak in twee kolommen, dan lijkt het erop dat in Word 95 de tekst zich uitsluitend in de linkerkolom ophoudt. Dat komt omdat Word 95 in tegenstelling tot de 97-versie niet automatisch verspringt naar het Pagina-indeling-uiterlijk als je kiest voor tekst in meerdere kolommen. In Word 95 selecteer je in dat geval 'Beeld/Pagina-indeling'.
Ben je lekker aan het werk en irriteren die rode en groene golfjes onder spelling- en grammaticale fouten je? Zet dan die opties tijdelijk uit. Kies hiervoor 'Extra/Opties' en selecteer het tabblad 'Spelling en grammatica'. Hierop vink je de twee mogelijkheden 'Spelfouten in dit document verbergen' en 'Grammaticafouten in dit documenten verbergen' aan. De golfjes zijn nu uit beeld verdwenen. Ze komen pas weer terug als je de beide opties weer ontvinkt.
In het Berichtencentrum is het heel makkelijk om de volgorde van de kolommen van je Postvak IN te veranderen. Grijp de kop van de kolomen beweeg hem naar voren of naar achteren in de rij van kolomkoppen. De mailtjes worden gesorteerd per kolom. Dus de ene keer kan je ervoor kiezen ze per datum te bekijken en de andere keer bijvoorbeeld per afzender.
Composer beschikt over twee werkbalken waarmee je menu-commando's kunt geven zonder de desbetreffende menu's te openen. De ene is de werkbalk 'Compositie' waarmee je werkzaamheden op je webpagina kunt uitvoeren, zoals een pagina maken, openen, bewaren, uploaden naar je provider, bekijken in je browser, links en targets cre
ren, plaatjes en tabellen invoeren en de spelling controleren. De andere werkbalk, 'Opmaak', gebruik je om tekst mee te bewerken bijvoorbeeld door paragrafen aan te brengen, de font-eigenschappen in te stellen en de kleur alsmede de uitlijning van de tekst te bepalen. Je kunt deze werkbalken verbergen of tevoorschijn toveren door op de tab uiterst links te klikken.
Klik in Composer op de knop 'H-lijn' in de 'Compositie'-werkbalk en er verschijnt een dunne lijn over de gehele breedte van je pagina. Om de lijn van maat te veranderen pak je hem met je muis bij een rand en trek je eraan tot hij de gewenste maat heeft. Als je de lijneigenschappen handmatig wilt instellen klik je op de lijn (er verschijnt nu een zwart balkje in de lijn) en klik je op de knop 'H-lijn'. Hierdoor wordt het dialoogvenster 'Eigenschappen horizontale lijn' geopend.
In Communicator zijn de 'Persoonlijke werkbalk' op je bureaublad en de 'Persoonlijke werkbalkmap' in het 'Bladwijzers'-bestand niet uitsluitend bedoeld voor links naar websites. Je kunt knoppen met een icoon aanbrengen voor nieuwsgroepen, postmappen of gegevens uit je 'Adresboek'.
Om dit te verwezenlijken open je eerst het venster waarin je het onderdeel vindt dat je wilt toevoegen. Selecteer het item dat je wilt toevoegen. Sleep het gewoon naar je 'Persoonlijke werkbalk'. Het item verschijnt nu zowel in de 'Persoonlijke werkbalk' als in het 'Bladwijzers'-bestand in de 'Persoonlijke werkbalk map'.
Als je een illustratie in je webpagina, waaraan je in Composer werkt, hebt ingevoegd kan je een aantal eigenschappen vastleggen. Selecteer het plaatje door er eenmaal op te klikken, klik vervolgens met de rechtermuisknop waarna je uit het zwevende menu 'Afbeeldingseigenschappen' selecteert. Hier kan je de maat, de uitlijning en dergelijke instellen. Als je het plaatje wilt bewerken klik je op 'Afbeelding bewerken'. De illustratie moet echter wel op je harde schijf staan. Je kunt geen illustratie die op een server op afstand staat bewerken. Je kunt natuurlijk wel de maat en de plaats op je eigen pagina bepalen.
In het 'Berichtencentrum' vind je een mogelijkheid om ongewenste en/of ongevraagde e-mail te onderscheppen. Met 'E-mailfilters' kan je criteria instellen waaraan e-mail die je wilt lezen moet voldoen. Open het 'Berichtencentrum' en kies 'Bewerken/E-mailfilters'. In het dialoogvenster dat nu te voorschijn is gekomen klik je op 'Nieuw' om een nieuw filter te maken. Selecteer of voer je persoonlijke criteria in de daartoe bestemde velden. Er zijn veel mogelijkheden, zoals het automatisch verwijderen van e-mail van een bepaalde afzender of het geautomatiseerd onderbrengen van berichten in verschillende mappen. Als je klaar bent met het instellen moet je het filter aanzetten. Klik op 'OK' om het 'Filterregels'-venster te sluiten. Het nieuwe filter staat nu in het 'E-mailfilters'-venster. Je kunt zoveel filters maken als je wilt. De filters worden geactiveerd de volgende keer dat je Communicator start.
Met Netscape kan je e-mail versturen die er te gek uitziet. Zo kan je bijvoorbeeld verschillende kleuren in je bericht opnemen: open het 'Compositie'-venster door op 'Nieuw' te klikken. Selecteer 'Opmaak|Paginakleuren en eigenschappen' waarna je een dialoogvenster over kleuren- en achtergrondinstellingen krijgt. Je kunt kiezen uit een achtergrondkleur of -plaatje. Wil je dezelfde achtergrondinstelling in alle nieuwe berichten gebruiken kies dan de optie 'Deze instellingen voor nieuwe pagina's opslaan'. Anders zijn de instellingen alleen van toepassing op het huidige bericht.
Af en toe zal je een discussiegroep de rug toekeren. Die verwijder je zonder problemen door het Communicator 'Berichtencentrum' te openen en vervolgens de discussiegroep die je wilt verwijderen te selecteren. Druk op [Del] en bevestig. De hele groep wordt onmiddellijk verwijderd. Je kunt deze handeling ook verrichten uit het dialoogvenster 'Abonneren op discussiegroepen'. Klik op 'Abonneren': je bent geabonneerd op alle discussiegroepen die zijn 'aangevinkt'. Haal het 'vinkje' weg bij de groep die je niet meer wilt hebben en bevestig.
Als je de wereld kond wil doen van je opinie open je het 'Berichtencentrum' en selecteer je de discussiegroep van je keuze. Je kan een nieuw bericht 'posten' of eentje beantwoorden. Om een nieuw bericht te verzenden klik je op 'Nieuw' waardoor het Compositie-venster wordt geopend. Vermeld al dan niet een 'Onderwerp' in het daartoe bestemde vakje, schrijf je boodschap in het hoofdvenster en klik op 'Verzenden'. Om te antwoorden klik je op 'Antwoorden', vervolgens kies je wie er een antwoord krijgen (vier mogelijkheden). In het 'Onderwerp'-vakje wordt automatisch vermeld op welke boodschap je reactie betrekking heeft. Verder handel je als bij een nieuw bericht.
Met Netscape Communicator kan je op verschillende manieren naar je discussie-lijst kijken. Open het Discussie-venster in een nieuwsgroep en je ziet alle boodschappen in de discussielijst. In de chaos die je daar aantreft kun je enige ordening aanbrengen in de wijze waarop de bijdragen worden gepresenteerd. Selecteer daarvoor 'Beeld/Sorteren', kies
n van de gepresenteerde methodes en de boodschappen worden onmiddellijk naar jouw wensen gehergroepeerd.
Typ about: in het 'Locatie'-veld en daarachter
n van de volgende woorden:
cache - Er verschijnt een lijst met alle bestanden in de disk cache.
global - Je krijgt een opsomming van alle plaatsen die je hebt bezocht en wanneer.
image-cache - Er komt een opsomming van alle 'imag'-bestanden in de cache te voorschijn.
memory-cache - Geeft een overzicht van alle bestanden in de geheugen cache.
Vergeet de dubbele punt na about niet en gebruik geen spaties.
Ben je bezig in een nieuwsvenster, dan kun je ervoor kiezen om alleen de nieuwe boodschappen in een discussiegroep te bekijken. Om dit voor elkaar te krijgen kies je voor News waardoor alle berichten zichtbaar worden. Kies vervolgens voor 'Beeld/Berichten/Nieuw' en alleen het laatste nieuws duikt op in het venster.
Mappen in 'Koerier-postbus'hebben de neiging snel vol te raken en daardoor onoverzichtelijk te worden. Daarom zijn er in Messenger manieren om slechts bepaalde berichten in een map aan te kondigen. Om met deze mogelijkheid te experimenteren kies je uit het Koerier-menu 'Beeld | Berichten' en vervolgens
n van de 'display'-opties. Kies je bijvoorbeeld voor 'Nieuw', dan worden alleen ongelezen berichten getoond.
Het 'Historie'-venster is een nieuw Communicator-onderdeel dat je vanuit je browser kunt bereiken door te kiezen voor 'Communicator/Historie' of door [Ctrl]-H te typen. Daar klik je met de rechtermuisknop op de naam van een site die je bezocht hebt en die je naar je 'Bladwijzers' wilt verplaatsen. Kies vervolgens voor 'Toevoegen aan bladwijzers'.
Composer heeft twee werkbalken waarmee je menucommando's kunt geven zonder naar de menu's te gaan. E
n ervan is de 'Compositie'-werkbalk waarmee je de commando's voor je webpagina kunt geven, zoals: Nieuw, Openen of Opslaan. Ook kun je bestanden uploaden (publiceren), de pagina in je browser bekijken, redigeren, links en 'targets' instellen, illustraties en tabellen importeren en spellingcontrole uitvoeren. De andere is de 'Opmaak'-werkbalk waarmee je de tekst kunt bewerken door het instellen en vormgeven van paragrafen, het kiezen van lettertype, -grootte en -stijl, kleurselectie en de uitlijning vastleggen. Je kunt de taakbalken verbergen of oproepen door te klikken op de tab uiterst rechts..
Wil je zeker weten dat je steeds een verse webpagina krijgt in plaats van een oude die in je cache zit? Of verloopt het ophalen van pagina's veel trager dan je gedacht had? Het antwoord is wellicht te vinden in de Netscape Communicator cache-instellingen. Om daar naar te kijken selecteer je 'Bewerken/Voorkeuren', klik je vervolgens op 'Geavanceerd' en kies je Cache. De instellingen die je nodig hebt voor "cache checking" vind je onder 'Document in cache vergeleken met document op netwerk', dat vaststelt hoe vaak een Netscape in pagina in de cache vergelijkt met die op het netwerk. De default instelling "E
n keer per sessie" vergelijkt de pagina's
n keer gedurende de tijd dat je online bent; "Elke keer" betekent dat er vergeleken wordt iedere keer dat je een pagina opvraagt; en "Nooit" betekent letterlijk nooit hetgeen inhoudt dat als een pagina eenmaal in je cache zit uitsluitend die versie wordt getoond. Als Netscape traag werkt kan dat komen omdat "Elke keer" is geselecteerd. "E
n keer per sessie" werkt in het algemeen het beste dus je kunt die instelling gerust laten staan
De gelukkige gebruiker van Communicator hoeft geen apart FTP-programma te gebruiken om bestanden (naar zijn homepage) 'up te loaden'. Om in te loggen op een FTP-site typ je ftp://sitenaam/(eventueel directory) in je navigatievenster. Als de verbinding is gelegd kan je simpelweg de gewenste bestanden naar het Navigator-venster slepen.
Als je een bericht doorverwijst naar het "ronde archief" wordt het niet direct uit Koerier verwijderd. Het wordt opgeslagen in de map 'Prullenmand'. Dit is een veiligheidsmechanisme waarmee wordt voorkomen dat je per ongeluk iets weggooit dat je eigenlijk had willen bewaren. Om een bericht definitief te verwijderen selecteer je het uit de map 'Prullenmand' en 'delete' je het. Om de gehele map 'Prullenmand' in
n keer te legen kies je 'Bestand/Prullenmand leegmaken'.
Al die opgespaarde berichten souperen ruimte op. Zelfs het hanteren van de [Del]-toets biedt niet altijd uitkomst. Want als berichten zijn verwijderd laten ze alsnog bits en bytes achter. Om nu toch wat ruimte op je harde schijf terug te winnen kan je de mappen via het 'Berichtencentrum' comprimeren. Dit doe je door te kiezen voor 'Bestand/Mappen comprimeren'.
Er is niets irritanter dan een download te onderbreken, zeker als je al flink wat megabytes hebt binnengehaald. Netscape heeft dat probleem onderkend. Druk je op 'Stoppen' dan gaat Communicator de volgende keer dat je hetzelfde bestand wilt binnenhalen gewoon verder waar je de vorige keer was gebleven. Het afgebroken bestand wordt in de cache opgeslagen.
De beste methode om berichten georganiseerd te bewaren is om ze onder te brengen in mappen. De snelste manier om berichten in en uit mappen te krijgen: selecteer een bericht en klik erop met de rechtermuisknop. Kies 'Bericht archiveren' uit het context-menu dat tevoorschijn is gekomen en selecteer vervolgens de map waarheen het bericht dient te worden getransfereerd.
Een bericht dat je enige tijd geleden ontving lokaliseren kan een hels karwei zijn. Communicator's zoekfunctie biedt uitkomst : open 'Berichtencentrum' en kies 'Bewerken/Berichten doorzoeken'. In het dialoogvenster 'Berichten doorzoeken' vul je in het veld 'Items zoeken in' de naam in van de map die je wilt doorzoeken. Gebruik vervolgens de 'zoekcriteria'-vensters om je speurtocht gerichter te maken. De eerste twee vensters bevatten vaste steekwoorden die je kunt selecteren, terwijl de derde een vrije invoer toestaat. Je kunt het zoekprofiel nog verder verfijnen door op de 'Meer'-knop te klikken waardoor nog meer zoekcriteria tot je beschikking komen. Druk nu op 'Zoeken' en ieder bericht dat jouw steekwoorden bevat zal worden getoond.
Als je een bericht ontvangt met tenminste
n bijlage zie je een paperclip aan de bovenkant van het bericht. Klik je op dit icoontje dan wordt er een nieuw venster geopend waarin iconen worden getoond die verbonden zijn met de 'attachments'. Klik je er
n van aan dan wordt het bestand geopend of op schijf opgeslagen.
Meestal verloopt het verzenden van een attachment via Koerier zonder noemenswaardige problemen. Af en toe zal je ermee worden geconfronteerd dat een ontvanger het bijgevoegde bestand niet kan openen of dat het bestand onderweg is beschadigd. Stuur in zo'n geval het bericht opnieuw, maar klik voor het verzenden op de knop 'Verzendopties voor berichten' in het adresveld van het 'Compositie'-venster. Je vindt het onder de paperclip. Selecteer op het tabblad dat je nu te zien krijgt de optie 'Uuencode in plaats van MIME voor bijlagen. 'Koerier' zal nu een andere (lees oudere) codering-methode toepassen voor de bijlage(n) bij het bewuste bericht.
Koerier is uitgerust met een aantal handige mappen. Uiteraard kan je daar die van jezelf aan toevoegen. Om bijvoorbeeld al je liefdesbrieven in
n map te bewaren open je het 'Berichtencentrum' en klik je op 'Nieuwe map' in de werkbalk 'Navigatie' of je kiest 'Bestand/Nieuwe map'. Er verschijnt een dialoogvenster. Vul daar de naam van de nieuwe map in (in dit geval zoiets als 'Love'). Bepaal vervolgens de locatie van de map. Wil je hem op hetzelfde niveau als 'Postvak IN' of 'Prullenmand' kies dan voor 'Lokale e-mail'. Maar je kan er ook een 'sub-map' van maken. Klik tenslotte op 'OK' om de nieuwe map gestalte te geven.
Je kunt een URL van een web-pagina, waar ook ter wereld, meesturen. Daartoe maak je gewoon een nieuw e-mailtje, klik je op 'Bijvoegen' en selecteer je 'Web-pagina'. In het dialoogvenster dat nu verschijnt tik je de URL van de pagina die je wilt meesturen, vervolgens klik je op 'OK'. Vervolgens handel je je e-mailbericht op de gebruikelijke wijze af. Als de geadresseerde jouw bericht ontvangt verschijnt de web-pagina in zijn volle glorie. (Uiteraard moet de ontvanger wel een mailprogramma hebben waarmee hij HTML-bestanden kan lezen.)
Als je een bericht beantwoordt wordt de tekst van het voorafgaande bericht geciteerd. De geciteerde tekst is herkenbaar aan de scherpe haak > voor iedere regel. In Koerier kan je ook berichten beantwoorden zonder het citaat. Zo stel je dat in: kies 'Bewerken/Voorkeuren'. Kies onder '&E-mail en groepen' voor 'Berichten'. Haal onder 'Berichteigenschappen' het 'vinkje' weg bij de optie 'Oorspronkelijk bericht bij beantwoorden aanhalen' en bevestig deze verandering.
Plug-ins zijn handige programmaatjes die het surfen veraangenamen. Maar misschien weet je op een gegeven moment niet meer welke plug-ins op je computer zijn ge
nstalleerd. Om daar achter te komen kies je in het 'Help-menu' voor de optie 'Info over plug-ins'. Je ziet dan ook welke bestanden werken met een bepaalde plug-in. Communicator slaat (standaard) alle plug-ins op in de directory 'C:\Program Files\Netscape\Communicator\Program\plugins'.
Composer stelt je in staat webpagina's te cre
ren op basis van een sjabloon. Als je in het Composer-venster werkt kies je voor 'Bestand|Nieuw' en dan klik je op 'Pagina van sjabloon' uit het menuvenster dat te voorschijn is gekomen. Vervolgens krijg je een dialoogvenster voorgeschoteld waaruit je het sjabloon van je keuze moet selecteren. Je kunt zowel voor een 'lokaal' sjabloon kiezen als er eentje van het internet plukken, bijvoorbeeld van de Netscape Template File site. Heb je eenmaal een sjabloon gekozen, dan is ie voor jou door te klikken op 'Bestand|Opslaan als' en dat is dat.
We weten allemaal hoe 'cool' Java-applets zijn, maar je hebt ze lang niet altijd nodig en ze vertragen het openen van webpagina's flink. Dus voor minder 'cool', maar sneller surfen kies je in Navigator 'Bewerken/Voorkeuren' en vervolgens voor 'Geavanceerd'. Als het 'Geavanceerd'-venster is geopend haal je het 'vinkje' bij 'Java inschakelen' en eventueel ook bij 'JavaScript inschakelen' weg.
Je kunt op verschillende manieren terugkeren naar pagina's die je tijdens een surftocht hebt bezocht. Klik je op 'Terug' dan kom je op de site die je als laatste voor de huidige pagina hebt bezocht. Selecteer je 'Ga' dan kan je een keuze maken uit alle sites die je hebt bezocht. Communicator voegt een andere manier toe om hetzelfde te bereiken. Klik op 'Terug' en houdt de muisknop ingedrukt. Dit werkt ook met de 'Vooruit'-knop.
Vergeet niet verstandig gebruik te maken van de rechtermuisknop in Composer. Als je
n maal klikt met de rechtermuisknop verschijn er een zwevend contextmenu waarin je bepaalde commando's vindt die betrekking hebben op de plaats in Composer waar je bent en de dingen waarmee je bezig bent.
Een bericht dat nog niet klaar is of waarvan je de verzending nog even wilt opschorten kan je in Koerier bewaren. Klik op de knop 'Concept opslaan' in het 'Compositie'-menu. Het bericht wordt nu onmiddellijk geplaatst in een map met de naam 'Concepten'. Deze map tref je aan in de mappenlijst die je naar beneden open kunt trekken. Als je verder wilt gaan met die bewuste boodschap selecteer je hem uit de map 'Concepten'. Je kunt het bericht uitbreiden, redigeren en verzenden als de tijd rijp is door simpelweg op de 'Verzenden'-knop te drukken.
Het 'Berichtencentrum' van Communicator ondersteunt een speciaal soort mailing list, genaamd 'In-Box Direct'. Het betreft diensten die je boodschappen zenden waarop je normalerwijze niet reageert, zoals lokale weerberichten, beursberichten en algemeen nieuws. Om meer te weten te komen over een aantal 'In-Box direct'-diensten voor Communicator-gebruikers , surf je naar de Netscape homepage op http://www.netscape.com.
In nieuwsgroepen noem je berichten die op elkaar inhaken een 'thread' (draad). Vaak is het handig alle berichten van
n 'tread' te selecteren. Je kan dan bijvoorbeeld het hele berichtensnoer in een map onderbrengen. Om dit klaar te spelen zoek je naar het eerste bericht van de reeks en klik je op het blauwe icoontje links van dat bericht. Nu is de gehele 'thread' geselecteerd.
Als zich nog ongelezen berichten in een 'thread' (zie vorige tip) bevinden zet Messenger een groen, naar beneden gericht pijltje naast het oorspronkelijke bericht van een 'thread'. Dit vergemakkelijkt het zoeken naar ongelezen berichten als je, hetgeen gebruikelijk is, je berichten sorteert op 'thread' in plaats van op datum.
Steeds meer mensen gaan ertoe over om zowel de Navigator als de Internet Explorer op hun computer te installeren. Helaas zijn de respectievelijke 'Bladwijzers' en Favorieten onderling niet uitwisselbaar. In Explorer kan je echter wel de 'Bladwijzers' van Navigator opvragen, omdat het een HTM-bestand is. Ga naar 'Bestand' en kies 'Openen'. Klik vervolgens op 'Bladeren' en zoek je weg naar de Netscape-directory. Zoek een 'Bookmark.htm' en kies voor 'Openen'. Je kunt deze pagina in je 'Favorieten'-lijst opnemen.
WordPerfect heeft twee handige toetsenbordcombinaties als je snel ergens mee wilt ophouden. Wil je het programma waarin je bezig bent verlaten, dan druk je op [Alt] + [F4]. Als je alleen het thans actieve document wilt sluiten, druk je op [Ctrl] + [F4. In beide gevallen vraagt WordPerfect je of je veranderingen in geopende documenten wilt bewaren voordat je vertrekt.
In je werk kom je vaak dezelfde woorden tegen. Zo typen mensen in de medische sector met grote regelmaat het woord "pati
nt" in. Als je gek wordt van iets dergelijks kan je WordPerfect vertellen een bepaalde afkorting om te zetten in het gewenste woord. Kies in het menu 'Extra' de optie 'QuickCorrect'. In het dialoogvenster dat is open gegaan zie al een lijst van afkortingen en veel gemaakte spelfouten die WordPerfect automatisch verbetert. Om een afkorting voor "pati
nt" toe te voegen typ je "pt" in het venstertje 'Vervang' en "pati
nt" in het venstertje 'Door'. Klik op 'OK'. Als je voortaan "pt" intypt als zelfstandig woord, zal WordPerfect dit vervangen door "pati
nt".
Heb je twee of meer WordPerfect documenten in gebruik dan kan je degene die je nodig hebt selecteren uit het 'Venster'-menu. Maar als je net lekker zit te typen is het misschien handiger om een toetscombinatie te gebruiken. Met [Ctrl] + [Shift] + [F6] kan je een rondje maken door alle geopende WordPerfect documenten.
Een selectie van cellen uitprinten kan tijd en papier besparen. Quattro Pro biedt je zelfs de mogelijkheid om geselecteerde cellen te centreren op je geprinte pagina. Selecteer de cellen en kies 'Bestand/Afdrukken'. Druk op de knop 'Pagina-instelling' en kies voor het tabblad 'Opties'. Vink onder 'Afdrukopties' de optie 'Cellen centreren' aan, klik op 'OK' en daarna op 'Afdrukken'. Pas op: selecteer geen lege kolommen aan de rechterzijde van het gedeelte dat je wilt uitprinten. Quattro Pro vat dit op als een gedeelte van het af te drukken gebied en zet de kolommen met data verder naar links.
Als je een commando in Corel WordPerfect Suite hebt gegeven en je realiseert je vrijwel direct dat je een foutje hebt gemaakt, dan kan je klikken op de ' Ongedaan maken'-knop om het dialoogvenster te sluiten. Houd je je handen liever aan het toetsenbord? Druk dan op de oude, vertrouwde [Esc]-knop en het resultaat is hetzelfde.
Quattro Pro 8 heeft nieuwe trucjes in huis om het ontwerpen van nieuwe spreadsheat pagina's te vergemakkelijken. Klik op 'Beeld/Pagina'. Rechtsklik vervolgens in
n van de marges en je krijgt een menu te zien waarmee je snel kop- en voetteksten kunt maken en verwijderen. Bovendien kan je vanuit dit menu ook het dialoogvenster 'Pagina-instelling spreadsheet' oproepen waarmee je allerhande instellingen kunt instellen, wijzigen en opslaan.
Met WordPerfect kan je documenten eenvoudig per fax versturen. Uiteraard moet je dan wel een faxmodem hebben en een faxmodem driver hebben ge
nstalleerd. Om uit te vogelen of je vanaf jouw computer kan faxen kies je 'Bestand/Afdrukken'. Klik op de uitrollijst 'Huidige printer'. Als er een faxdriver is ge
nstalleerd moet hij hier te voorschijn komen. (De meest voorkomende is Microsoft Fax.) Wil je daadwerkelijk een document faxen, dan kies je 'Bestand/Afdrukken' en selecteer je de juiste faxdriver. Vervolgens klik je op de knop 'Afdrukken' links onder in het venster. Nu zal de faxdriver je om informatie vragen, bijvoorbeeld of je een voorblad mee wilt sturen en daarna kan je je fax versturen.
De werkbalk van WordPerfect bevat een afbeelding van een tabel die staat voor de functie "Tabel maken'. Je kunt van deze functie gebruik maken om data in je tabel in te voeren tijdens het werken aan je document. Klik op het icoon van 'Tabel maken' en trek de gewenste tabelgrootte als het ware naar beneden. In het kopje kan je zien hoeveel rijen en kolommen je hebt gemaakt. Als de tabel in je document staat kan je hem met behulp van de opties in de linkerkolom op je beeldscherm bewerken.
Heb je in 'QuickCorrect' zelf veel aanvullende correcties aangebracht en wil je daarvan ook op een andere computer gebruik maken, zonder dat je alles opnieuw hoeft in te voeren? Baan je dan een weg naar 'Mijn Documenten/Corel User Files' en selecteer het bestand Wt80nl.uwl en kopieer het naar een diskette. Kopieer het bestand op de doelcomputer weer naar de directory 'Mijn Documenten/Corel User Files'. Het is altijd aan te bevelen een kopie van dit bestand te maken om achter de hand te hebben als je WordPerfect 8 (onverhoopt) opnieuw moet installeren.
Heb je je eigen werkbalk gemaakt en met pictogrammen aangevuld? En wil je die ook op een andere computer gebruiken? Open dan je Windows Verkenner. Kies 'Corel | Suite8 | Template | Custom WP Templates' en selecteer het bestand wp8NL.wpt en kopieer het naar een diskette. Neem op de nieuwe computer dezelfde weg en kopieer dit bestand weer naar 'Corel | Suite8 | Template | Custom WP Templates'. Het is altijd aan te bevelen een kopie van dit bestand te maken om achter de hand te hebben als je WordPerfect 8 (onverhoopt) opnieuw moet installeren.
Uiteraard heeft WP een helpfunctie. Wil je echter de uitgebreide tekst raadplegen? Dat kan. De tekst van de handboeken staat integraal op de installatie-CD-ROM. Kies hiervoor 'Start | Corel WordPerfect Suite 8 | Installatie en opmerkingen | Referentiecentrum'. Je moet echter wel bij de installatie het 'Referentiecentrum' en de 'Envoy 7-viewer' hebben ge
nstalleerd. Als je dat niet hebt gedaan kan je het alsnog doen door te kiezen voor: hiervoor 'Start | Corel WordPerfect Suite 8 | Installatie en opmerkingen | Corel WordPerfect Suite 8 Setup'
Als je met lange documenten werkt kunnen bladwijzers je werkzaamheden versnellen. Met een bladwijzer kan je een bepaalde plaats in de tekst kiezen, een naam geven en hem later snel weer terug vinden. Om een bladwijzer te maken plaats je de cursor op de tekst die je wilt terugvinden. Kies vervolgens 'Extra | Bladwijzer'. Typ de naam in die je aan de bladwijzer wilt geven of accepteer het voorstel van WordPerfect. Druk op de knop 'Maken'. Klik op 'OK'. Wil je de volgende keer een aldus gemarkeerde tekst wilt terugvinden kies je 'Extra | Bladwijzer'. Dan selecteer je de bladwijzer en klik je op de knop 'Ga naar' en de cursor floept naar de goede plaats in de tekst. In het dialoogvenster van 'Bladwijzer' vind je ook knoppen waarmee je bladwijzers kunt verwijderen, verplaatsen of hernoemen.
Zo'n mooie grote letter aan het begin van een geschrift of hoofdstuk is makkelijk te maken. Zet de cursor vlak voor of achter de betreffende letter en kies 'Opmaak/Alinea/Initiaal'. De letter wordt nu standaard over drie regels gezet. Wil je wijzigingen aanbrengen? Klik dan op het initiaal en links boven in beeld verschijnt een werkbalkje met opties voor het veranderen van het initiaal, zoals bijvoorbeeld het wijzigen van de grootte.
Je kunt helpteksten in WordPerfect aanvullen me je eigen aantekeningen. Kies als er een Helpvenster open is voor 'Opties | Aantekening'. Typ in het kladblokje dat is geopend je aanvullende opmerkingen. Klik op 'Opslaan' en iedere keer als je de betreffende helptekst raadpleegt vind je onder de klikbare paperclip je eigen aanvullende opmerkingen. Via het kladblokvenstertje kan je een dergelijke opmerking ook weer verwijderen.
Soms kan je een document dat met een oudere versie van WordPerfect is gemaakt niet openen. Dat kan komen omdat het betreffende document de extensie WPT heeft die WordPerfect nu alleen nog gebruikt voor sjablonen. Om een dergelijk bestand toch te kunnen openen verander je de extensie van WPT in WPD.
Het is mogelijk de schaduwcursor van WP uit te zetten. Kies hiervoor 'Beeld' en klik op de optie 'Schaduwcursor'. Het vinkje voor de optie is nu verdwenen. Heb je spijt van deze handeling? Open het menu 'Beeld' opnieuw en vink de optie 'Schaduwcursor' opnieuw aan
n van de bekendste WordPerfect-functies is ongetwijfeld 'Sprong Rechts'. Met 'Sprong Rechts' kan je een enkele regel rechts uitlijnen. Om 'Sprong Rechts' te activeren kies je de toetscombinatie [Alt]+[F7]. Gebruik je niet
n maar twee keer deze toetscombinatie dan voorziet WP je sprong naar rechts ook nog van voorlooppuntjes.
Als je meer wilt weten over een bepaald onderdeel in een dialoogvenster van WordPerfect Suite 8, klik je op het vraagtekenpictogram in de rechterbovenhoek van het betreffende dialoogvenster. Daarna klik je op het onderdeel waarvan je meer wilt weten. Het helpsysteem laat een pop-up venster zien met informatie over de werking van dat onderdeel.
Je kunt de opmaak van een tekstgedeelte simpelweg kopi
ren naar een ander stuk tekst. Zet hiervoor de cursor in het gedeelte waarvan je de opmaak wilt kopi
ren en druk op de functie 'QuickFormat' op de werkbalk. Kies nu de gewenste functie uit het menu. Met QuickFormat kan je de opmaak van een woord, een geselecteerd tekstgedeelte of een hele alinea kopi
ren. Kies je voor de laatste mogelijkheid dan worden ook instellingen voor regelafstand, inspringen en randen overgenomen.
Heb je een inkjet printer die de pagina's uitspuugt met de bedrukte kant naar boven, waardoor de eerste pagina onderop de stapel komt te liggen? Je kunt in plaats van handmatig sorteren van deze stapel WordPerfect vertellen dat het programma deze taak moet verrichten. Klik hiervoor op 'Bestand | Afdrukken'. Kies vervolgens het tabblad 'Details'. Vink nu de optie 'Afdrukken in omgekeerde volgorde' aan. Druk nu op de knop 'Afrdukken' en je document komt in de goede volgorde uit de printer rollen.
Je kunt ieder Office 97-document beveiligen met een wachtwoord. Kies hiervoor 'Bestand/Opslaan als' en druk op de knop 'Opties'. Je kunt nu kiezen uit de opties Wachtwoord om te openen en Wachtwoord om te bewerken. Als je gekozen heeft voor de eerste optie dan kan een gebruiker een tekst met het wachtwoord openen, maar als hij of zij veranderingen aanbrengt kan het bestand alleen onder een nieuwe naam worden opgeborgen. Als je in het tweede geval een wachtwoord typt, wordt het document geopend en kan het worden bewerkt wanneer een gebruiker het juiste wachtwoord typt. Als je het wachtwoord vergeet of kwijtraakt, kan je het document uitsluitend als 'alleen-lezen' openen. In beide gevallen geldt dat een wachtwoord hoofdlettergevoelig is en uit maximaal vijftien tekens kan bestaan.
Als je Microsoft Office hebt ge
nstalleerd, kan je met 'Office Binder' verwante bestanden bij elkaar houden, net zoals je dat in het dagelijks leven doet, met een papierklem. Heb je bijvoorbeeld een Word-document en een Microsoft Excel-werkmap in een binder geplaatst dan kan je aan beide bestanden tegelijk werken. In een binder kan je onder andere: de spelling controleren, een consistente stijl toepassen en opeenvolgende paginanummers toevoegen voor alle bestanden (deze worden in Binder secties genoemd). Als je een nieuwe binder wilt maken, klik je op 'Nieuwe binder' in het menu Bestand van 'Office Binder' of open je 'Office Binder'. Als je een bestaand bestand aan een binder wilt toevoegen, sleep je het bestand vanuit de 'Verkenner' van Windows naar het linker venstertje van Office Binder of je klikt op 'Toevoegen uit bestand' van Office Binder.
Wil je snel de datum invoeren in een Excel-werkblad? Kies dan voor de toetsencombinatie [Ctrl] + [;]. Met
n vinger meer, via [Ctrl] + [Shift] + [;] kan je de tijd op het werkblad plaatsen. Je kunt beide toetscombinaties in
n cel combineren.
Als je een macro in Excel maakt, heb je een aantal opties voor de uitvoering. In tips wordt vaak de suggestie gedaan om de macro te verbinden met een knop die je in een werkbalk plaatst. Je kunt echter je macro-knop ook in je werkblad opnemen. Het voordeel daarvan is dat een gebruiker die knop vindt waar hij hem verwacht.
Als voorbeeld gebruiken we een eenvoudige macro waarmee je kunt schakelen tussen het verbergen en weer tonen van rasterlijnen.
Open een werkblad en druk op [Alt] + [F11]. Als de 'Macro Editor' is geopend kies je 'Invoegen/Module'. Typ daarna de volgende regels in:
Sub Toggle()
ActiveWindow.DisplayGridlines = Not ActiveWindow.DisplayGridlines
End Sub
Kies vervolgens 'Bestand/Opslaan' als en geef je bestand een naam. Klik op 'Opslaan' en het dialoogvenster gaat dicht. Ga nu naar de plaats op het werkblad waar je de knop wilt maken. Kies uit de werkbalk 'Formulieren' (als die nog niet zichtbaar is selecteer je 'Beeld/Werkbalken/Formulieren') de knop en maak met behulp van de muis de knop op de gewenste plaats. Als je de muisknop loslaat gaat het dialoogvenster 'Macro toewijzen aan object' open. Klik op de nieuwe macronaam om hem te selecteren en klik op 'OK'. Nu kan je nog op de knop vermelden waar hij voor is bestemd. Rechtsklik op de knop en kies 'Tekst bewerken'. In dit geval typ je bijvoorbeeld: "raster aan/uit".
Om snel een kader bestaand uit een dubbele lijn om een cel of groepje cellen te zetten kunt de toetsencombinatie [Ctrl] + [Shift] + [&] gebruiken. Om een kaderrand om een cel of groepje cellen te verwijderen druk je op [Ctrl] + [Shift] + [_] (de underscore-toets).
Als je grote Excel-tabellen op papier wilt verbeteren is het handig als je de precieze plaats van een cel kunt bepalen. je kunt daarvoor in een (concept) tabel de kolomletters en de rijnummers laten afdrukken. Open hiervoor 'Bestand/Pagina-instelling'. Ga naar het tabblad 'Blad' en vink onder het kopje 'Afdrukken' de optie 'Rij- en kolomkoppen' aan.
Je kunt de hulp van de 'Office-assistent' inroepen als je niet precies weet welke formule je moet gebruiken. Kijk maar eens naar dit voorbeeld. Open een nieuw werkblad en typ getallen in de cellen A1 tot en met A5. Klik op cel A7 en kies 'Invoegen/Functie'. Als de Office-assistent in beeld komt met de vraag 'Wat voor Help wilt u?' kies je voor de optie 'Help bij deze functie'. Typ nu iets in als "Ik wil een totaal" en klik op 'Zoeken'. Kijk vervolgens in het dialoogvenster van 'Functie plakken' en je ziet dat in dit geval de Office-assistent 'Som als functie' aanbeveelt. Klik op 'OK' om de functie 'Som' in de geselecteerde cel te plakken.
Je kunt op een Excel-werkblad een kaart van bijvoorbeeld Nederland, Belgi
of Europa invoegen. Klik hiervoor op de 'Kaart'-knop (een wereldbolletje) die je aantreft op de standaardwerkbalk. Of kies 'Invoegen/Kaart'. Teken een venster waarin je de kaart wilt plaatsen. Uit het venster van 'Kan de kaart niet maken' (de naamgeving van Microsoft is soms ondoorgrondelijk) kies je welke kaart je wilt hebben. Bevestig je keuze via 'OK'.
Je kunt een kaart voorzien van een aantal eigenschappen. Rechtsklik de kaart en kies 'Kaartkenmerken'. Je kunt hier bijvoorbeeld alle grote steden en snelwegen selecteren. Wil je de symbolen of kleuren daarvan veranderen, dan kies je onder 'Symbool' de optie 'Aangepast' en klik je op de knop met het vierkantje. Je wordt vervolgens in de gelegenheid gesteld je eigen keuzes te maken. Je bevestigt je keuze via 'OK'.
Als je je computer deelt met andere gebruikers wil je misschien niet altijd laten zien aan welke bestanden je de laatste tijd hebt gewerkt. Je kunt de vermelding hiervan verwijderen uit het 'Bestand'-menu. Kies hiervoor 'Extra/Opties'. Klik vervolgens op het tabblad 'Algemeen' en ontvink de optie 'Laatst gebruikte bestanden'. Omgekeerd kan je ook het aantal getoonde bestanden uitbreiden. De optie 'Laatst gebruikte bestanden' moet dan juist geselecteerd zijn. In het venstertje 'Bestanden' kan je een aantal tussen 1 en 9 invoeren.
Veel gebruikers ergeren zich aan de soms stroperige werking van Word. Je kunt daar wat aan doen. Als je aan een document werkt kan je dat het beste doen met de optie 'Beeld/Normaal' geselecteerd. En het kan nog Spartaanser als je geen gebruik maakt van de WYSIWYG-weergave van de verschillende lettertypen. Kies hiervoor 'Extra/Opties' en vink op het tabblad 'Weergave' onder het kopje 'Weergeven' het hokje 'Conceptlettertype' aan.
Als je werkt met een document waarin (veel) figuren zijn opgenomen is het aan te bevelen deze figuren tijdelijk te verbergen, zodat ze niet steeds over je beeldscherm hoeven te bewegen. Kies 'Extra/Opties'. Ga vervolgens naar het tabblad 'Weergave' en kruis bij 'Weergeven' de optie 'Tijdelijke aanduiding voor figuren' aan.
Deactiveer tijdens het werken de optie 'Tabel/Rasterlijnen' weergeven. Daarnaast is het verstandig om kaderranden, arceringen en schaduwen pas aan te brengen als je je document inhoudelijk helemaal af hebt.
Hoe minder documenten je hebt geopend hoe sneller Word zal werken. Dus sluit documenten die je niet onmiddellijk nodig hebt.
Zeer grote documenten, zoals scripties en boeken, kan je beter over kleinere bestanden verdelen. Het is in zo'n geval vaak handig om te werken met een hoofddocument en subdocumenten.
Niet alleen uit typografisch oogpunt is het aan te raden om van je document geen bonte kerstboom te maken. Gebruik van verschillende fonts in
n tekst kost relatief veel geheugen en werkt onrustig.
Word 97 heeft een ingebouwde document browser die is ondergebracht in drie kleine knopjes onder in de verticale scroll bar. Als je op de middelste, een soort rondje, klikt krijg je een venstertje te zien met bladeropties. Er zijn tien mogelijkheden om te bladeren. Bijvoorbeeld van pagina naar pagina of van tabel naar tabel. Alleen de twee opties links onderaan zijn eigenlijk shortcuts die je als je ze aanklikt respectievelijk brengen naar het tabblad 'Vinden' of het tabblad 'Ga naar' van het dialoogvenster 'Zoeken en vervangen'. De standaardinstelling is bladeren per pagina. In dit geval zijn de pijltjes op de twee overige knopjes zwart. Wil je bladeren met gebruikmaking van een andere optie dan zijn ze blauw. Als je niet meer weet wat de huidige instelling is haal je de cursor langzaam over
n van de twee pijltjesknoppen en je krijgt een info-tekstje te zien.
De volgende keer dat je een sneltoets wilt defini
ren voor een menucommando, probeer dan eens deze snelkoppeling naar de sneltoets. Druk op [Ctrl] + [Alt] + [+] (dat wil zeggen de plus op het numerieke toetsenbord). De cursor is veranderd in een vierkantje met vier krullen. Kies nu het menucommando waarvoor je een sneltoets wilt gaan gebruiken. (Tip in een tip: probeer [Shift] + [Alt] + [Toets]-combinaties omdat deze waarschijnlijk niet reeds door Word worden gebruikt.) Klik vervolgens op 'Toewijzen' en daarna op 'Sluiten'. Vanaf dit moment is je sneltoets gereed voor gebruik.
Je kunt slepen-en-laten-vallen (drag-and-drop) gebruiken voor kopieerdoeleinden. Selecteer het tekstgedeelte dat je wilt kopi
ren en sleep het, terwijl je de [Ctrl]-knop ingedrukt houdt, naar de nieuwe locatie.
De functie 'Inspringen' wordt vaak gebruikt. Je kunt hiervoor gebruik maken van 'Opmaak/Opsommingstekens en nummering'. In zijn simpelste vorm kan het ook met een toetscombinatie. Met [Ctrl] + [T] kan je alle regels, met uitzondering van de eerste, van een alinea laten inspringen. Zij komen terecht op de eerstvolgende tab. Via [Ctrl] + [Shift] + [T] maak je het inspringen weer ongedaan.
Sommige mensen vinden het prettig om direct te worden geconfronteerd met het document waarmee ze bij een vorige Word-sessie zijn opgehouden. Daarvoor kan je een simpel macrootje gebruiken. Kies in Word [Alt] + [F11] en selecteer vervolgens in de 'Basic Editor': 'Invoegen/Module'. Typ de volgende regels in:
Sub Autoexec()
RecentFiles(1).Open
End Sub
Kies vervolgens 'Bestand/Normal opslaan'. Nu je deze macro hebt opgeslagen, zal Word de volgende keer automatisch openen met het laatst gebruikte bestand.
Wie zelf met Word 97 DOC-bestanden werkt en regelmatig bestanden, bijvoorbeeld in Rich Text Format (RTF) moet sturen aan iemand die met een andere tekstverwerker werkt kan er voor kiezen zijn bestanden in twee formaten op te slaan. Dat kan natuurlijk via 'Bestand/Opslaan' als maar het gaat sneller met een macro die je via een knop in de werkbalk kunt oproepen. Hiervoor open je via [Alt] + [F11] de 'Basic Editor'. Vervolgens kies je voor 'Invoegen/Module' en typ je de volgende tekst in:
Kies vervolgens 'Bestand/Normal' opslaan. Om de macro toe te voegen aan de werkbalk kies je 'Beeld/Werkbalken/Aanpassen'. Als het dialoogvenster van 'Aanpassen' is geopend klik je op het tabblad 'Opdrachten' en selecteer je 'Macro's'. Sleep je nieuwe macro vanuit het rechterpaneel naar de werkbalk. Je kunt nu de tekst op deze knop vervangen door een icoon. Klik op 'Aanpassen' in het menu 'Extra'. Het dialoogvenster 'Aanpassen' moet geopend blijven; je kunt het echter wel verplaatsen als dat nodig is. Klik met de rechtermuisknop op de knop en klik vervolgens op 'Knopvlak wijzigen'. Er komt nu een venster met icoontjes te voorschijn waarui je een keuze kunt maken. (Zorg ervoor dat de optie 'Standaardstijl' is aangevinkt.) Je kunt nu op de knop SaveRTF in je werkbalk drukken om het huidige document in RTF op te slaan in dezelfde map. Je DOC-versie gaat hierdoor niet verloren.
Je hebt een lijstje gemaakt waarvan je ieder element met een harde return hebt afgesloten. Nu wil je het lijstje sorteren. Op alfabetische volgorde bijvoorbeeld of op datum. Selecteer alle items die tot de opsomming behoren en kies vervolgens voor 'Tabel | Sorteren'. In het dialoogvenster 'Sorteren' vind je een aantal sorteer-opties. Wil je bijvoorbeeld alfabetisch sorteren, dan kies je 'Alinea's' en 'tekst' en 'oplopend'.
Als je gaat solliciteren heb je een keurig CV nodig. Word helpt je bij het maken ervan. Kies 'Bestand | Nieuw' en klik op de tab 'Overige documenten'. Dubbelklik vervolgens op het pictogram van de Wizard CV. Geef antwoord op de vragen die worden gesteld. Door op de knop 'Volgende' te drukken krijg je een nieuwe vraag voorgelegd. Uiteindelijk druk je op 'Voltooien'. Word genereert nu een CV. Je hoeft nu alleen nog maar de gevraagde teksten in te typen en je CV is klaar.
Heb je een inkjet printer die de pagina's uitspuugt met de bedrukte kant naar boven, waardoor de eerste pagina onderop de stapel komt te liggen? Je kunt in plaats van handmatig sorteren van deze stapel Word vertellen dat het programma deze taak moet verrichten. Klik hiervoor op 'Bestand | Afdrukken'. Kies vervolgens de knop 'Opties'. Vink nu de optie 'Omgekeerde afdrukvolgorde' aan in de sectie 'Afdrukopties'. Bevestig je keuze via twee keer 'OK'.
In deze tijden van wisselende hypotheekrenten kan Quattro Pro je helpen te onderzoeken of die nieuwe hypotheek nu echt een stuk voordeliger is. Open een nieuw werkblad en kies 'Extra | Statistische hulpmiddelen' en selecteer de optie 'Analyse'. Klik vervolgens op 'Herfinanciering hypotheek' uit het venster 'Kies een analysehulpmiddel'. Vul in het dialoogvenster dat je nu te zien krijgt de velden in (denk eraan dat je de looptijd in jaren invult en bij percentages ook daadwerkelijk het %-teken gebruikt) en druk op de knop 'Voltooien'. Quattro Pro laat je nu uitgebreid zien hoeveel die nieuwe hypotheek lager (of hoger) uitvalt dan de oude.
Als je de functie @VANDAAG van Quattro Pro gebruikt wordt de huidige datum in een cel weergegeven. Als je deze functie de eerste keer gebruikt krijg je een serienummer te zien. Zo zie je op 18 augustus 1999 bijvoorbeeld 36390 opduiken. Om dit getal in een wat makkelijker te begrijpen vorm om te zetten, selecteer je de cel en kies je 'Opmaak | Selectie'. Vervolgens ga je naar het tabblad 'Getalnotatie' en kies je een optie onder het kopje 'Datumnotaties'. In het venstertje rechts onderin zie je hoe de door jou gekozen optie uitpakt. Klik op 'OK' om je keuze te bevestigen.
Het kan in een spreadsheet mooi staan om van sommige cellen de achtergrond- en letterkleur te wijzigen. In dit voorbeeld gaan we ervan uit dat je de cellen A1 tot en met D1 blauw wilt maken, met gele letters.
Selecteer de cellen A1, B1, C1 en D1. Kies 'Opmaak/Selectie'. Selecteer in het dialoogvenster 'Actieve cellen' het tabblad 'Rand/opvullen'. Klik op het pijltje rechts naast het venstertje 'Vulkleur' en kies voor blauw. Bevestig je keuze via 'OK'. Kies nu het tabblad 'Cel lettertype' uit het dialoogvenster 'Actieve cellen'. Klik op het neerwaartse pijltje naast 'Kleur' onder het kopje 'Tekstkleur' om de gewenste letterkleur, in dit geval geel, te selecteren.
Met behulp van dit spreadsheet-programma kan je graden Celsius in Fahrenheit omzetten, kilometers in mijlen en liters in gallons. Om maar eens een paar voorbeelden te noemen. Typ eerst een @, vervolgens CONVERSIE daarna een haakje openen, vervolgens de hoeveelheid, een puntkomma, de afkorting voor de oorspronkelijke maateenheid tussen aanhalingstekens, weer een dubbelepunt en dan de afkorting van de nieuwe maateenheid tussen aanhalingstekens en tenslotte een sluithaakje. Voorbeeld: het kookpunt van water ligt op 212 graden Fahrenheit. Reken je dat om met behulp de volgende formule: @CONVERSIE(212; "fah"; "cel"), dan zie je dat het inderdaad100 graden Celsius oplevert.
Als je werkt in Quattro Pro heet het bestand dat je opslaat een 'werkboek'. Een werkboek bestaat uit 256 spreadsheetbladen gevolgd door een blad 'Objecten'. Het blad 'Objecten' bevat pictogrammen van alle diagrammen, diapresentaties en dialoogvensters die je hebt gemaakt. Het werken met 'werkboeken' heeft drie voordelen. 1. Je kunt een spreadsheet opsplitsen in aparte bladen. 2. Je kunt verwante gegevens bij elkaar plaatsen in
n bestand. 3. Je kunt spreadsheets met dezelfde opmaak in
n bestand plaatsen. Je kunt bijvoorbeeld een werkboek maken met de naam 'Uitgaven' waarin je voor iedere maand een apart spreadsheet opneemt. Hierdoor hoef je alleen de bestandsnaam 'Uitgaven' te onthouden terwijl je voor de maandgegevens alleen maar op de bijbehorende tab aan de onderkant van het Quattro Pro-venster hoeft te drukken.
Quattro Pro neemt aan dat je datums in de volgende eeuw bedoelt als je voor "jj" een getal tussen 00 en 50 invoert. Het programma veronderstelt dat je deze eeuw bedoelt met 51 tot en met 99. Met andere woorden: 14-11-50 staat voor 14 november 2050 terwijl 14-11-51 bijna een eeuw eerder wordt gesitueerd, namelijk 14 november 1951. Als je twijfelt voer je simpelweg het hele jaartal in.
Sommige spreadsheets in een werkboek kunnen belangrijker zijn dan andere. Er is een handige manier om ze snel te kunnen vinden: geef de belangrijke tabs een eigen kleur. Om dit voor elkaar te boksen ga je als volgt te werk: ga naar de belangrijke spreadsheet. Kies 'Opmaak | Blad'. Ontvink in het dialoogvenster 'Actiefblad' de optie 'Systeemkleur gebruiken'. In het venstertje onder deze nu uitgeschakelde optie vind je nu de kleuren voor je tab. Bevestig je keuze via 'OK'.
De Quattro Pro Formulegenerator helpt je een formule in te voeren in je spreadsheet en voorziet je van de juiste argumenten. Om dit stukje gereedschap te gebruiken plaats je de cursor in de cel waarin je de formule wilt hebben en vervolgens klik je op het Formulegenerator-icoon in de werkbalk. Dat is een functieteken met een x tussen haakjes erachter: f(x). Klik je op de knop met het @-symbool dan opent de Formulegenerator een venster met daarin een lijst van alle voorgedefinieerde formules die Quattro Pro te bieden heeft. Klik je op een item uit de linkerlijst met de naam 'Functiecategorie' -bijvoorbeeld 'Financieel - Annu
teiten- en je krijgt de relevante formules in het rechtervenstertje te zien.
Quattro Pro heeft een paar handigheidjes in huis die het opzetten van een nieuwe spreadsheet vergemakkelijken. Dat gaat zo: selecteer 'Pagina' uit het menu 'Beeld'. Rechtsklik nu in de marge en je krijgt een venstertje te zien waarmee je kop- en voetteksten kunt maken. Klik je op 'Pagina-instelling' dan krijg je alle mogelijkheden, zoals papierformaat en afdrukschaal, voorgeschoteld waarmee je je spreadsheet kunt vormgeven.
Quattro Pro heeft de mogelijkheid om de grootte van je spreadsheet aan te passen zodat het op een pagina past. Kies hiervoor 'Bestand | Pagina-instelling' en selecteer het tabblad 'Afdrukschaal'. Als je al met een eerdere versie van Quattro Pro hebt gewerkt ben je waarschijnlijk vertrouwd met de eerste optie 'Afdrukken naar
.% van de normale grootte'. Vul je hier een getal in kleiner dan 100 dan wordt je spreadsheet verkleind en vul je een getal groter dan 100 in dan wordt je spreadsheet uiteraard groter afgedrukt. Via de tweede optie kan je de hoogte en/of breedte van je spreadsheet in pagina's aangeven.
Gewoonlijk plaatst WordPerfect tabs vanaf de linkermarge van de bladzijde waarop je werkt. Deze tabs worden relatieve tabs genoemd. Je kunt WordPerfect echter vertellen dat de tabs gemeten moeten worden vanaf de linkerzijde van het papier; dit zijn absolute tabs. Kies om deze tabs in te stellen 'Opmaak | Regel | Tabinstelling'. In het dialoogvenster 'Tabinstelling' klik je op het keuzerondje van de optie 'vanaf linkerzijde van papier (absoluut)' onder het kopje 'Positie'.
WordPerfect stelt je in staat om van een geselecteerd stuk tekst de letters om te zetten van bijvoorbeeld kleine letters (onderkast) in hoofdletters (bovenkast). Ook kan je ieder woord voorzien van een beginkapitaal. Om deze functie te kunnen gebruiken selecteer je een stuk tekst en kies je vervolgens voor 'Bewerken | Letteromzetting'. Je kunt nu kiezen uit 'kleine letters, 'HOOFDLETTERS' en 'Beginkapitaal'.
Stel je bent een hoogleraar in de psychologie en je neemt een lang citaat in je tekst op, dan kan je ervoor kiezen om niet alleen vanaf de linkerkant in te springen, maar tegelijkertijd ook van rechts. In WordPerfect gaat dat simpel: selecteer de alinea('s) die daarvoor in aanmerking komen en druk op [Ctrl]+[Shift]+[F7]. Je kunt ook de weg via 'Opmaak | Alinea | Dubbel inspringen' bewandelen.
WordPerfect heeft een aantal manieren om speciale tekens in te voegen in de aanbieding. Je kunt gebruik maken van de knop 'Symbool invoegen' (een pijltje, asterisk en een hekje op
n knop) op de 'Eigenschappenbalk'. Je kunt ook kiezen voor 'Invoegen | Symbool'. Maar de snelste manier om het dialoogvenster 'Symbolen' te bereiken is de toetscombinatie [Ctrl]+[W].
Selecteer onder 'Set' de tekenset waaruit je wilt kiezen en bepaal je keuze. Klik op 'Invoegen' als je meer dan
n symbool wilt gebruiken (en herhaal vervolgens deze handeling) of klik op 'Invoegen en sluiten' als je er maar eentje nodig hebt of bij de laatste bent aangeland.
WordPerfect is default zo ingesteld dat je door te klikken en te schuiven met de muis de tekst woord voor woord selecteert. Je kunt deze instelling zodanig veranderen dat WordPerfect bij deze handeling teken voor teken selecteert. Klik hiervoor op 'Extra | Instellingen | Omgeving'. Haal het vinkje weg bij 'Hele woorden selecteren in plaats van tekens'en klik op 'OK' en vervolgens op 'Sluiten'. Overigens kan je door de [Alt]-knop ingedrukt te houden tijdens het selecteren van de tekst wisselen tussen beide instellingen
WordPerfect biedt je een handige manier om hyperlinks te maken naar websites die je met enige regelmaat vermeldt in je documenten. Laten we aannemen dat je een link wilt invoegen naar WebWereld. Dat gaat zo: kies 'Extra | QuickWords'. Ga naar het tabblad 'QuickLinks' en vul de naam -in dit geval WebWereld- in het venstertje 'Woord koppelen' in. Typ daarna de URL (of plak die vanuit je browser) in het venstertje 'Koppeling naar locatie'. Bevestig je keuze via 'OK'. Als vanaf nu @WebWereld typt gevolgd door een spatie, dan zal WordPerfect een hyperlink naar de site cre
ren.
Het is vaak gemakkelijk om in WordPerfect met tabs te werken door gebruik te maken van de liniaal. Als je de liniaal niet boven je document ziet kan je hem selecteren in het menu 'Beeld'. Standaard staat zijn de tabs om de centimeter ingesteld. Je kunt die instelling echter makkelijk wijzigen door op een tab te klikken en hem langs de liniaal naar de gewenste plaats te slepen. Teneinde een tab te verwijderen klik je erop en sleep je hem naar het documentvenster. En hij is verdwenen.
WordPerfect heeft een variatie op het oude kinderprogramma "Ren je rot!" gemaakt. Het heet "Klik je suf". Het gaat zo: zet de cursor in een woord en dubbelklik. Resultaat: het woord is geselecteerd. Door drie maal te klikken -tripleklik- selecteer je de hele zin. En met vier maal (snel) klikken -quadrupleklik- selecteer je de gehele alinea. Wil je de gehele tekst van je document selecteren dan kies je voor de toetscombinatie [Ctrl]+[A].
Via 'Opmaak | Envelop' kan je een envelop maken voor de geadresseerde uit het huidige document of voor de afzenders en geadresseerden die je opgeeft. Daarvoor kan je de adressen uit het 'Adresboek' gebruiken. Via het invullen van de vragen in het dialoogvenster kan je je keuzes kenbaar maken. Door gebruik te maken van 'Extra | Samenvoegen' kan je meerdere enveloppen maken met dezelfde afzender en verschillende geadresseerden.
Je kunt een backup van je document maken iedere keer dat je het document opslaat. Je kunt van zo'n backup bestand gebruik maken als je veel wijzigingen hebt aangebracht in een document en je ze niet meer allemaal kunt terugdraaien. Deze mogelijkheid is gewoonlijk niet geactiveerd omdat de meeste mensen genoeg hebben aan de mogelijkheid om handelingen ongedaan te maken via het menu 'Bewerken' en omdat er steeds twee bestanden worden aangemaakt voor ieder document. Maar als je genoeg ruimte op je harde schijf hebt kan het de moeite waard zijn deze instelling te activeren. Kies 'Extra/Instellingen/Bestanden'. Vink de optie 'Reservekopie van origineel maken' aan. Je herkent een reservebestand aan de extensie .bk!.
Je kunt een backup van je document maken iedere keer dat je het document opslaat. Je kunt van zo'n backup bestand gebruik maken als je veel wijzigingen hebt aangebracht in een document en je ze niet meer allemaal kunt terugdraaien. Deze mogelijkheid is gewoonlijk niet geactiveerd omdat de meeste mensen genoeg hebben aan de mogelijkheid om handelingen ongedaan te maken via het menu 'Bewerken' en omdat er steeds twee bestanden worden aangemaakt voor ieder document. Maar als je genoeg ruimte op je harde schijf hebt kan het de moeite waard zijn deze instelling te activeren. Kies 'Extra/Opties' en vink de optie 'Altijd reservekopie maken' op het tabblad 'Opslaan' aan. De reservekopie -met de bestandsuitgang BAK- wordt in dezelfde map opgeslagen als het oorspronkelijke bestand. Als je het selectievakje 'Altijd reservekopie maken' inschakelt, wordt de optie 'Snel opslaan' automatisch uitgeschakeld, omdat er alleen reservekopie
n kunnen worden gemaakt als een document volledig wordt opgeslagen.
Je hebt een document waarin elke regel wordt afgesloten door een "harde return". (Dat komt vaak voor als je een tekst uit een webpagina hebt gekopieerd.) Om van die dingen af te komen kies je 'Bewerken | Vervangen'. Typ onder 'Zoeken naar': ^p. Laat het venstertje onder 'Vervangen door' leeg. Vanaf hier heb je twee mogelijkheden. Je kunt op de knop 'Alles vervangen' drukken en alle harde returns verdwijnen. Daarna moet je document doorzoeken om op plaatsen waar je wel een harde return wilt hebben deze opnieuw aanbrengen. Je kunt er ook voor kiezen om de knop 'Volgende zoeken' in te drukken. Nu kan je van geval tot geval beslissen of je de harde return wilt vervangen of niet.
Ben je iets te enthousiast geweest met het opmaken van bepaalde alinea's? Maak het dan in een klap ongedaan. Selecteer de gewraakte alinea('s). Druk vervolgens op [Ctrl]+[Spatiebalk] en de tekst is weer rechttoe, rechtaan. Je kunt ook op [Ctrl]+[Q] drukken en de geselecteerde alinea('s) verliezen de speciale alinea-opmaak die je had toegevoegd.
Met behulp van Word 97 kan je eenvoudige webpagina's maken. Kies hiervoor 'Bestand | Nieuw' en ga naar het tabblad 'Webpagina's'. Klik vervolgens op de 'Wizard Webpagina's' en laat je leiden door deze tovenaar.
Als je in een alinea opsommingstekens gebruikt ('Opmaak | Opsommingstekens en nummering') komt er iedere keer dat je op de [Enter]-toets drukt een nieuw opsommingsteken (of nummer) te voorschijn. Wil je een lege regel invoeren kies dan voor de toetscombinatie [Shift] + [Enter].
Stel je maakt een nieuwsbrief met twee kolommen. Op de laatste pagina heb je
n volle kolom en de tweede is veel korter. Dan kan je de kolommen als volgt in evenwicht brengen. Zet de cursor vlak achter de tekst in de tweede kolom. Kies vervolgens 'Invoegen | Eindemarkering'. Selecteer de optie 'Doorlopend' in het dialoogvenster 'Eindemarkering'. Klik op 'OK' om je keuze te bevestigen.
Het kan in een spreadsheet mooi staan om van sommige cellen de achtergrond- en letterkleur te wijzigen. In dit voorbeeld gaan we ervan uit dat je de cellen A1 tot en met D1 rood wilt maken, met witte letters. Selecteer de cellen A1, B1, C1 en D1. Kies 'Opmaak/Celeigenschappen'. Selecteer op het tabblad 'Patronen' rood als 'Opvulkleur'. Ga nu naar het tabblad 'Lettertype' van 'Celeigenschappen' en klik op het pijltje rechts naast het venstertje 'Kleur' en kies voor 'wit'. Klik op 'OK' om je keuze te bevestigen.
Je hebt een datum ingevoerd en je wilt vermelden welke dag van de week dat is. Dat gaat zo: rechtsklik op de cel met daarin de datum. Klik op het tabblad 'Getal'. Onder 'Categorie' selecteer je vervolgens 'Aangepast'. In het venstertje 'Type' vul je "dddd" (zonder de aanhalingstekens) in. Klik op 'OK' en je krijgt de weekdag te zien. Wil je zowel de weekdag als de datum zien, dan moet je onder 'Type' het volgende invullen: "dddd dd-mm-jj". Uiteraard wederom zonder de aanhalingstekens.
Je hebt in een Excel 97-werkblad een hyperlink gemaakt en die later weer verwijderd. Maar iedere waarde die je vervolgens in de desbetreffende cel invoert wordt door Excel opnieuw als hyperlink gepresenteerd. Het maakt daarbij niet uit of je de [Del]-toets hanteert of de celinhoud met [Ctrl]+[X] hebt verwijderd: Excel blijft hardnekkig volhouden dat iedere nieuwe invoer in de cel een verwijzing naar een internetadres betreft. Om hieraan een einde te maken dien je de cel (niet alleen de celinhoud) te selecteren en vervolgens via 'Bewerken | Wissen | Opmaak' weer in een 'gewone' cel te veranderen.
Je bent aan het werk in een Office-programma en je bedenkt dat het handig is om je creatie(s) op te slaan in een nieuwe map. Daarvoor hoef je het programma niet te verlaten. Kies voor 'Bestand | Opslaan als' en klik op de knop 'Nieuwe map maken' (dat is de derde knop rechts naast het venstertje 'Opslaan in'). Vul in het dialoogvenster van 'Nieuwe map' de naam van die nieuwe map in en bevestig via 'OK'. De nieuwe map verschijnt nu in de bestandenlijst. Om het huidige bestand op te slaan in je nieuwe map, dubbelklik je erop om hem te openen. Vervolgens geef je je bestand de juiste naam en klik je op 'Opslaan'.
Het gebruik van verschillende lettertypen in een document mag aardig lijken, het kan echter je lezers behoorlijk afleiden. Voor een lang stuk tekst kan je het beste een schreefletter (in tekstverwerkingsprogramma's vaak serif fonts genoemd). Deze schreefletters hebben kleine dwarsstreepjes onder en/of boven aan de stokken en zijn makkelijk te lezen. Voor koppen, tussenkoppen en kleine tekstblokken kan je dan een schreefloze (sans serif fonts) gebruiken. Je kunt de aanwezige fonts bekijken en uiteraard selecteren als je kiest voor 'Opmaak | Lettertype'. Bedenk daarbij dat het wellicht leuk is om een grote fontverzameling te hebben, maar dat al die fonts ook veel ruimte op je harde schijf in beslag nemen. Je kunt overwegen om lettertypen die je helemaal nooit gebruikt te verwijderen.
Vooral beginnende gebruikers van WordPerfect Suite weten vaak niet wat de functie van de verschillende werkbalkknoppen is. Om daar achter te komen hoeft u alleen maar met de cursor over het knopoppervlak te schuiven en er komt een tekstje met uitleg over de functie tevoorschijn. Als er een toetscombinatie is krijg je die ook te zien.
Als je ge
rriteerd raakt door de trage manier waarop WordPerfect tabellen opnieuw opbouwt als je een tekst aan het redigeren bent kan je deze irritatie op een simpele manier de baas: kies 'Beeld | Rasterlijnen tabel'. WordPerfect laat dan stippellijnen zien in plaats van dat deze tekstverwerker een tabel steeds opnieuw opbouwt tijdens het scrollen door een document.
Wil je de e-mailtjes die je ontvangt via Outlook Express eens in een ander lettertype lezen, "handgeschreven" bijvoorbeeld? Om het font te veranderen kies je 'Extra | Opties'. Klik vervolgens op de knop 'Lettertypen' op het tabblad 'Lezen'. In het 'dropdown' lijstje onder 'Proportioneel' kan je nu een nieuw font selecteren. (Voorbeeld: om je moderne elektronische communicatie in een nostalgisch handschrift (niet) te kunnen lezen kan je "Cancsellaresca Script" kiezen.) Bevestig je keuze via tweemaal 'OK' en verlaat Outlook Express. Start het programma opnieuw en je kunt je berichten nu in een nieuwe 'look' lezen. Let op: je kunt in Outlook Express geen voorbeeld van de verschillende lettertypen zien. Ga daarvoor te rade bij een ander programma, zoals je tekstverwerker. Bijvoorbeeld, in Word gaat het zo: kies 'Opmaak | Lettertype'. Selecteer een lettertype en bekijk hoe die eruit ziet in het voorbeeldvenster.
Sommige webpagina's hebben een lichte tekst op een donkere achtergrond. Dat levert soms problemen bij het printen op. In zo'n geval kan je de printinstelling veranderen zodat de achtergrond niet wordt geprint. Dat gaat zo: selecteer 'Beeld | Internet-opties'. Als het dialoogvenster open is gegaan kies je het tabblad 'Geavanceerd'. Scroll nu door de lijst naar 'Afdrukken' en ontvink de optie 'Achtergrondafbeeldingen en -kleuren afdrukken'. Bevestig je keuze via 'OK'.
De mappen van Outlook Express bieden je een handig systeem om je mailtjes in op te slaan. Wil je je e-mail echter ergens anders op je harde schijf of op een floppy onderbrengen dan kan dat ook. Selecteer het mailtje, kies 'Bestand | Opslaan als'. Baan je een weg naar de directory waarin je het mailtje wilt opslaan. Geef het een naam (als voorzet krijg je het onderwerp van het elektronische bericht). Nu moet je kiezen of je het mailtje wilt opslaan met de extensie eml of als tekstbestand (txt). In het eerste geval kan je door erop te dubbelklikken het bestand lezen in Outloook Express. In het tweede geval kan je het bestand bewerken, in andere documenten plakken etcetera. Bevestig je keuze uiteindelijk door op 'Opslaan' te klikken.
Je kunt de spatiebalk gebruiken om te scrollen door een geopend e-mailtje of een bericht in een nieuwsgroep. Als je aan het einde van het elektronische epistel bent aangeland kan je de spatiebalk nog een keer beroeren om naar de volgende ongelezen boodschap te springen.
Je Koerier-postbus is een tamelijk geavanceerde omgeving waarmee je berichten waarin "graphics" en/of HTML-bestanden zijn opgenomen kunt ontvangen en verzenden. Deze optie wordt 'inline' genoemd. Ben je niet gediend van al die poespas dan kan je die plaatjes of bestanden als attachments behandelen. Om dit in te stellen kies je 'Beeld/Bijlagen/Als koppelingen'.
Als je wilt weten hoe een bepaald bericht in je Koerier-postbus terecht is gekomen kan je dat snel bekijken. Selecteer het bericht en kies 'Beeld/Kopschriften/ Alle'. Deze informatie kan van pas komen als je de bron van een bericht wilt traceren.
Je wilt iets uitprinten via een printer die aan een netwerk hangt. Voordat je op 'Afdrukken' klikt is het wellicht handig om te kijken hoeveel wachtenden er voor je zijn, zodat je niet onnodig tijd bij de printer hoeft te verlummelen. Kies om dit te bekijken 'Start/ Instellingen/ Printers'. Je ziet nu een icoontje voor iedere printer die met het systeem is verbonden. Dubbelklik op degene die je wilt gebruiken en je krijgt een venstertje te zien met daarin (de status van) de opdrachten waarmee die bewuste printer bezig is.
Je kunt groepen van pictogrammen of snelkoppelingen naar mappen op je 'Bureaublad' of in mappen selecteren door naast
n van die pictogrammen te klikken en, terwijl je de linker muisknop ingedrukt houdt, een rechthoek te trekken rond alle pictogrammen die je in je selectie wilt hebben. Laat vervolgens de muisknop los. Nu kan je de iconen groepsgewijs verplaatsen, kopi
ren of verwijderen.
Een tekstgedeelte dat je kopieert en vervolgens elders plakt met behulp van de toetscombinatie [Ctrl] + [V] behoudt zijn opmaakkenmerken. Wil je daar juist vanaf, bijvoorbeeld omdat je een stuk gecursiveerde tekst of met een andere corpsgrootte hebt gekopieerd, dan gebruik je de toetscombinatie [Ctrl] + [Shift] +[V]. De ingevoegde tekst past zich daardoor aan zijn omgeving aan.
Alleen cellen opmaken die data bevatten is een manier om je Quattro Pro-bestanden zo klein mogelijk te houden. Aangezien je waarschijnlijk maar 5 tot 20 kolommen in een werkblad gebruikt is het een verspilling van bytes als je hele rijen van opmaak voorziet. Als je hele rijen selecteert kan dat vijf keer zoveel diskruimte opsouperen dan dat echt nodig is.
Zoals je wellicht weet kan de Synoniemenlijst van WordPerfect je helpen om het goede woord te vinden dat exact je bedoeling weergeeft. Maar de Synoniemenlijst kan je ook behulpzaam zijn bij het vinden van antoniemen, oftewel juist het tegenovergestelde van het woord dat je hebt geselecteerd. Klik gewoon op 'Extra | Synoniemenlijst', typ het woord in en klik op de knop 'Opzoeken'. Scroll nu naar beneden door de lijst totdat je bent aangeland bij het kopje 'Antoniemen'. Als er eentje voorhanden is wordt ie hier getoond.
De schaduwcursor laat je zien waar het invoegpunt zal zijn als je op een bepaalde plaats "in het wit" klikt. Dat is bijvoorbeeld handig als je tekst midden in een blanco regel wilt laten beginnen. Het bespaart je de moeite van het gebruiken van tabs of het hanteren van de spatiebalk. Je kunt die schaduwcursor wat duidelijker maken als je zijn uiterlijk verandert. Ga daarvoor naar 'Extra' | Instellingen | Weergave' op het tabblad 'Document' vind je twee knoppen waarmee je de kleur en vorm van de schaduwcursor kunt wijzigen. Vind je je keuzes geslaagd? Dan klik je op 'OK' en vervolgens op 'Sluiten' om naar je document terug te keren.
Het gebruik van verschillende lettertypen in een document mag aardig lijken, het kan echter je lezers behoorlijk afleiden. Voor een lang stuk tekst kan je het beste een schreefletter (in tekstverwerkingsprogramma's vaak serif fonts genoemd). Deze schreefletters hebben kleine dwarsstreepjes onder en/of boven aan de stokken en zijn makkelijk te lezen. Voor koppen, tussenkoppen en kleine tekstblokken kan je dan een schreefloze (sans serif fonts) gebruiken. Je kunt de aanwezige fonts bekijken en uiteraard selecteren als je kiest voor 'Opmaak | Lettertype'. Bedenk daarbij dat het wellicht leuk is om een grote fontverzameling te hebben, maar dat al die fonts ook veel ruimte op je harde schijf in beslag nemen. Je kunt overwegen om lettertypen die je helemaal nooit gebruikt te verwijderen. Je kunt op de 'Eigenschappenbalk' de knop QuickFonts (een soort Engels pondtekentje met een bliksemschicht) aanklikken en krijgen daar een overzicht te zien met de twintig laatst gebruikte fonts in combinatie met de corpsgrootte en stijl.
Stel: je hebt een spreadsheet vol met objecten, zoals tekeningen, plaatjes, enzovoorts. Je kunt ze even uit beeld halen om je op de data te concentreren en sneller door je bestand te kunnen scrollen. Kies Opmaak/Werkboek. Selecteer het tabblad Weergave. Kies je onder 'Objecten' voor 'Overzicht weergeven' dan wordt alleen de omtrek van objecten weergegeven. De optie 'Verbergen' werkt precies zoals de naam al doet vermoeden.
Stel: je hebt een spreadsheet vol met objecten, zoals tekeningen, plaatjes, enzovoorts. Je kunt ze even uit beeld halen om je op de data te concentreren en sneller door je bestand te kunnen scrollen. Druk
n keer op [Ctrl]+[6] en Excel vervangt bepaalde objecten, zoals grafieken, door een grijs vlak. Druk nogmaals op [Ctrl]+[6]. Nu worden alle objecten verwijderd. Druk ten derde male op [Ctrl]+[6] en Excel toont alle objecten in het bestand weer.
Je hebt een tabel gemaakt en vervolgens blijkt dat het toch beter zou zijn dat de rijen kolommen werden en omgekeerd. Je gaat dan als volgt te werk: markeer de tabel. Als je Extra/Statitistische hulpmiddelen/Transponeren gebruikt kan je de gegevens naar een ander gebied kopi
ren en worden de kolommen en rijen omgewisseld. Het is aan te bevelen de gegevens naar een ander deel van het werkboek over te brengen. Want kies je als bestemming de bestaande cellen (hetgeen overigens wel kan) dan loop je het risico dat bepaalde gegevens niet worden overschreven omdat de omgewisselde gegevens vaak andere afmetingen hebben.
Je kunt de gegevens uit je spreadsheet letterlijk inzichtelijk maken als je ze grafisch weergeeft. De mensen van Corel spreken over diagrammen. Om een diagram te maken selecteer je de cellen met de gegevens die je wilt weergeven, inclusief verklarende labels mocht je die willen gebruiken. Klik daarna op Invoegen/Diagram en volg de aanwijzingen die je voorgeschoteld krijgt door de Diagramexpert. Als je tijdens het maken van een diagram aanvullende informatie wilt hebben kan je op de knop Tip drukken.
(.txt)