home
***
CD-ROM
|
disk
|
FTP
|
other
***
search
/
DP Tool Club 24
/
CD_ASCQ_24_0995.iso
/
vrac
/
mscn201f.zip
/
MSCAN-NL.DOC
< prev
next >
Wrap
Text File
|
1995-02-06
|
56KB
|
1,346 lines
╔════════════════════════════════════════════════════════════╗
║ M I C R O S C A N 2 . 0 ║
║ ║
║ Het SSTV & FAX programma voor de IBM-PC ║
║ ║
║ (c) Copyright 1995 CombiTech ║
║ Morelstraat 60, 3235 EL Rockanje, Nederland (+311814-4252) ║
║ Dit programma mag, mits in zijn geheel, worden gekopieerd. ║
╚════════════════════════════════════════════════════════════╝
INHOUDSOPGAVE
1 HET PROGRAMMA MSCAN
1.1 Interface
1.2 Configureren MSCAN
1.3 Opbouw beeldscherm
1.4 Bepalen calibratiefactor
2 DE BEDIENING
2.1 Scrollen
2.2 De endmarker
2.3 Gebruik van de indicatoren
2.3.1 Indicatoren in de zwart/wit SSTV mode
2.3.2 Indicatoren in de Wraase kleuren SSTV mode
2.3.3 Indicatoren in de New SSTV kleuren SSTV mode
2.3.4 Indicatoren in de zwart/wit FAX mode
2.3.5 Indicatoren in de kleuren FAX mode
2.4 Gebruik van het menu
2.4.1 Het menu in de zwart/wit SSTV mode
2.4.1.1 Het picture menu
2.4.1.1.1 Beeld inladen van disk
2.4.1.1.2 Beeld opslaan op disk
2.4.1.1.3 Beeld inladen van de auto directory
2.4.1.1.4 Beeld inladen vanuit geheugen
2.4.1.1.5 Beeld opslaan naar geheugen
2.4.1.1.6 Testbeeld inlezen
2.4.1.1.7 Path wijzigen
2.4.1.2 Het digitize menu
2.4.1.3 Het param menu
2.4.1.4 Het toolkit menu
2.4.1.5 Het showmems menu
2.4.2 Het menu in de Wraase kleuren SSTV mode
2.4.2.1 Het toolkit menu
2.4.3 Het menu in de New SSTV kleuren SSTV mode
2.4.3.1 Het param menu
2.4.4 Het menu in de zwart/wit FAX mode
2.4.4.1 Het param menu
2.4.4.1.1 Het video menu
2.4.4.1.2 Het calib menu
2.4.4.1.3 Het auto menu
2.4.5 Het menu in de kleuren FAX mode
2.5 Overzicht editor toetsen
3 TECHNISCHE INFORMATIE
3.1 Start- en stoptonen
3.2 Problemen oplossen
4 TECHNISCHE INFORMATIE
4.1 SSTV
4.2 FAX
MSCAN 2.0 (c) Copyright 1995 CombiTech
Rockanje - The Netherlands
CombiTech,
Morelstraat 60,
3235 EL Rockanje,
Nederland.
Tel.: 01814-4252. Internationaal: +311814-4252.
MSCAN is geschikt voor zowel IBM als volledig IBM-compatibele personal
computers met MS-DOS versie 3.3 of hoger. Het ontwerpen van dit programma is
mede mogelijk gemaakt dankzij de hulp van PA3CMH, PA3DWB, PA3EJE en PD0CIF.
Importeur voor Belgie: Spitz telecom, P. Verhaegheplein 15, 8310 Brugge,
Tel: 050-353639, Fax: 353938.
Mike Versteeg PA3GPY, Rockanje, 01-02-95
1 HET PROGRAMMA MSCAN
MSCAN 2.0 is speciaal voor de zend- en luister-amateur ontwikkeld. Met dit
programma kunnen SSTV en FAX beelden worden ontvangen en uitgezonden in
zwart/wit en in TRUECOLOR, d.w.z. ruim 16,7 miljoen kleuren. MSCAN is
ontworpen voor de IBM (-compatibele) computer met minimaal een 80286
processor, een truecolor SVGA videokaart en een Microsoft compatibele muis.
Omdat MSCAN gebruik kan maken van drie verschillende soorten modems, zijn er
ook drie uitvoeringen van dit programma. Hieronder volgt een korte
beschrijving van de drie modems.
PCIO-bus
Een universeel bus-systeem voor diverse I/O toepassingen. De PCIO-bus wordt op
de seriële poort van de pc aangesloten. Naast diverse applicatiekaarten voor
b.v. het meten van spanningen of aansturen van apparaten, zijn voor de PCIO-
bus ook een tweetal kaarten ontwikkeld voor het decoderen van AFSK signalen
(SSTV-1) en het opwekken ervan (SSTV-2). Deze kaarten worden door MSCAN
gebruikt.
Multiscan
Het Multiscan modem is afgeleid van de PCIO-bus en bestaat uit twee printen
die op elkaar kunnen worden bevestigd. De basis-print is voor ontvangst en kan
ook zelfstandig worden gebruikt. Daar zowel de PCIO-bus als het Multiscan
modem gebruik maken van een PLL schakeling voor het decoderen van de signalen
wordt met deze modems een zeer goede beeldkwaliteit gehaald, ook onder slechte
condities.
Microscan
Het Microscan modem bestaat uit een eenvoudige OPAMP schakeling voor het
decoderen van de AFSK signalen. Voor het opwekken van de signalen wordt een
eenvoudig laagdoorlaatfilter gebruikt dat op de speaker van de pc wordt
aangesloten. Dit type interface is ook wel bekend onder de naam HAMCOMM of JV-
FAX interface. De Microscan uitvoering van MSCAN wordt ook als shareware
versie verspreid. Beschrijvingen in deze handleiding die alleen betrekking
hebben op de shareware versie zijn te herkennen aan de vermelding '[share]'.
MSCAN heeft vele zeer handige multi-tasking mogelijkheden. Zo kunnen er
tijdens ontvangst en zenden ook andere taken worden verricht, b.v. het
genereren van teksten en het laden, digitaliseren of opslaan van plaatjes. Om
dit mogelijk te maken maakt MSCAN gebruik van de vele extra mogelijkheden die
de computer, videokaart en muis te bieden hebben. Het is hierdoor absoluut
noodzakelijk dat deze onderdelen een hoge mate van hardware compatibiliteit
hebben.
Het complete softwarepakket bestaat uit de volgende files:
MSCAN.EXE en
MSCAN.CNF.
MSCAN.EXE is het hoofdprogramma. De file MSCAN.CNF bevat systeem informatie,
ijkgegevens voor de hardware demodulator en registratie gegevens.
1.1 Interface
P.S.
Indien u gebruik maakt van een memorymanager als QEMM, EMM386 of 386MAX,
schakel deze dan uit. Op sommige pc's kunnen deze programma's n.l. de werking
van MSCAN erg verstoren, dit kan variëren van een slechtere ontvangst tot het
geheel niet werken van MSCAN. De memorymanagers worden geactiveerd in de files
AUTOEXEC.BAT en CONFIG.SYS. Plaats met een editor aan het begin van de regel
waar dit programma staat de tekst 'REM ' en sla de file op. Start nu uw pc
opnieuw d.m.v. een reset. Test met deze configuratie eerst MSCAN. Bent u
tevreden met de werking van MSCAN, probeer dan de memorymanager weer te
activeren door de tekst 'REM ' weer te verwijderen. Start na een reset van de
pc MSCAN weer op en kijk of de werking niet verslechterd.
Voor optimale resultaten is speciaal voor het programma MSCAN het Multiscan
modem ontwikkeld. Gebruik van dit modem geeft een zeer goede kwaliteit van de
ontvangen en uitgezonden beelden, en verbetert de multitasking mogelijkheden
van MSCAN. Deze speciale uitvoering van MSCAN werkt echter met de veel
gebruikte en zeer goedkope OPAMP interface, ook wel HAMCOMM modem genoemd.
Hierbij wordt een eenvoudige OPAMP schakeling als ontvangstinterface gebruikt.
Voor zenden wordt de luidspreker van de pc gebruikt, waarachter een eenvoudig
laagdoorlaat-filter wordt geplaatst. Heeft u nog geen interface of wilt u er
zeker van zijn dat uw interface geschikt is, bouw dan de Microscan interface
(zie schema).
De MICROSCAN interface is speciaal geschikt voor deze versie van MSCAN en
heeft een PTT aansluiting.
1.2 Configureren MSCAN
Na het installeren van de hard- en software kunt u het programma starten door
het intikken van 'MSCAN /C' gevolgd door <Enter>. Hierdoor wordt eerst het
configuratie menu opgeroepen. U kunt deze routine altijd aanroepen wanneer u
een default instelling in het programma wilt bekijken en/of wijzigen. In het
configuratie menu worden u de onderstaande vragen gesteld, tussen de haakjes
staat steeds de huidige instelling, wilt u deze aanhouden dan geeft u <Enter>.
SVGA chipset 1=Trident 8900(VESA) 4=ET4000(VESA) 7=Cirrus 54xx 8=VESA
(...) :
Kies hier de chipset die aanwezig is op uw videokaart. Heeft uw videokaart een
andere chipset kies dan voor VESA. In dit geval zal de volgende vraag
verschijnen:
0=standard VESA 1=hybrid#1 2=hybrid#2 (...) :
Kies hier voor standard. Mocht bij opstarten blijken dat u niet het juiste
beeld krijgt, probeert u dan achtereenvolgens de keuzes hybrid#1 en hybrid#2.
Het is mogelijk dat voor uw videokaart eerst een residente driver moet worden
geladen alvorens deze VESA compatibel is.
RX interface 1=DTR+/RTS-/PTT 2=RTS+/DTR- (...) :
Kies voor zowel de MICROSCAN interface als het HAMCOMM modem voor 1, u kunt
dan ook de PTT van uw transceiver aansturen. Keuze 2 is voor de oorspron-
kelijke JV-FAX OPAMP interface, hierbij is geen automatische PTT aansturing
mogelijk.
COM port 1/2 (...) :
Voer hier de communicatiepoort in waarop u de hardware heeft aangesloten.
Alleen poort 1 en 2 worden ondersteund.
Initial program mode 1=SSTV B&W 2=SSTV Wraase 3=New SSTV
4=B&W FAX 5=Colour FAX (...) :
Hier kunt u opgeven in welke programma mode u wilt dat MSCAN voortaan opstart.
RX display sequence 1=1 2=2 3=1&2 (...) :
TX display sequence 1=1 2=2 3=1&2 (...) :
Deze vragen geven de mogelijkheid om naar eigen inzicht de ontvangst- en
zendschermen en in de SSTV mode te bepalen bij opstarten.
Default path to picture directory : ...
Hier kunt u invoeren in welke directory u de SSTV en FAX plaatjes wilt
bewaren. Dit kan b.v. zijn de huidige directory (.\) of een directory met de
naam 'pictures'.
Crystal calibration factor (...) :
Zoals in de inleiding reeds werd vermeld, is het synchroon lopen bij een
aantal modes zeer belangrijk. Om deze reden moet u uw pc calibreren. Meer
hierover in de paragraaf 'Bepalen calibratie-facor'. Heeft u bij een
voorgaande versie van dit programma de calibratiefactor reeds bepaald dan kunt
u deze hier ingeven. U kunt het calibratieproces dan overslaan.
Call to be transmitted (...) : [share]
Bij de shareware versie kunt u hier ingeven wat uw callsign is.
Na de configuratie start het programma automatisch op. Normaliter zult u de
configuratie van het programma niet willen wijzigen, het programma is dan op
te starten met 'MSCAN' <Enter>.
1.3 Opbouw beeldscherm
In de SSTV modes ziet u in het midden van het beeld twee schermen, genummerd 1
(links) en 2 (rechts). Deze schermen worden gebruikt voor het weergeven van de
ontvangen of te verzenden beelden. In de FAX modes is er slechts een groot
scherm.
Bij de SSTV modes vinden we onder de twee schermen de 14 schermpjes voor de
geheugens. Hier wordt de inhoud van de geheugens (memories) weergegeven.
Helemaal onderin het beeld vinden we bij alle modes de console. Deze console
is opgebouwd uit een drietal onderdelen. Links het spectrum, hierin wordt het
frequentiespectrum getoond van het ontvangst- of zendsignaal. Op de onderste
lijn in het spectrum vind u de markers, deze geven de belangrijke frequenties
aan. Als extra afstemhulp bij de SSTV modes vind u in het spectrum de
syncindicator. Dit is de stip in het kleine venster boven de meeste linkse
(1200 Hz) marker. Deze stip licht op wanneer een juiste syncpuls is
gedetecteerd (d.w.z. juiste frequentie en juiste moment).
Rechts van het spectrum vind u de indicatoren (bovenin) en het menu (onderin).
De indicatoren geven de status van het programma aan. Indicatoren met een
afgeronde hoek kunt u met uw muis een of meerdere keren achterelkaar
aanklikken. Er verschijnen dan nieuwe instellingen. De menutoetsen kunt u ook
aanklikken, ofwel er verschijnen dan nieuwe menutoetsen, of het door u
aangeklikte commando zal worden uitgevoerd.
1.4 Bepalen calibratiefactor
Nauwkeurige timing is vooral bij FAX en bij de nieuwe SSTV modes van zeer
groot belang. Een af-wijking in de kristalfrequentie van de pc zal resulteren
in een slechte synchronisatie (scheef lopen) bij de ontvangst van stations.
Constateert u dat het beeld scheef loopt bij de ontvangst van een
'commercieel' FAX station (lees: station met nauwkeurige timing) dan zal het
kristal in uw pc een, overigens kleine, afwijking hebben. Deze afwijking is te
compenseren in het configuratiemenu. Om dit te doen gaat u als volgt te werk.
1. Schakel het programma in de FAX mode.
2. Ontvang het station. Selecteer het 'param' menu. Maak gebruik van de
lijntijd toetsen ('+' en '-') om het beeld recht te laten lopen.
3. Selecteer 'calib' en daarna 'yes'.
4. Herhaal de stappen 2 en 3 enkele keren totdat het beeld geheel recht
loopt.
Houdt u er rekening mee dat ook de betrouwbare FAX stations wel eens scheef
lopende platen uitzenden. Dit wordt dan niet veroorzaakt door een slechte
timing, maar doordat simpel het origineel scheef in de machine wordt
geplaatst. Als goed alternatief kunt u ook gebruik maken van een van de
tijdzenders (kijk eens rond de 10 MHz). Stemt u af op een zender die iedere
seconde een piep uitzend dan kunt u deze tonen als witte strepen in beeld
zien. Bij een goede afregeling zullen deze strepen recht onder elkaar komen te
staan.
2 DE BEDIENING
Vrijwel alle commando's worden gegeven door met uw muis op een indicator of
menutoets te klikken. Klikt u op een indicator dan verschijnt direct de nieuwe
instelling. Door binnen een seconde nogmaals te klikken verschijnen eventuele
overige instellingen. De geselecteerde instelling wordt pas geactiveerd
wanneer de indicator langer dan een seconde niet wordt aangeklikt, of wanneer
inmiddels een andere indicator is aangeklikt. Klikt u een menutoets aan dan
zal ofwel een nieuw (sub)menu verschijnen, of het desbetreffende commando zal
worden uitgevoerd. Wilt u een commando of menu afbreken dat kunt u of de <Esc>
toets of de rechter of middelste muistoets drukken. Voor een goed begrip van
de werking van sommige functies zullen eerst de begrippen 'scrollen' en
'endmarker' worden behandeld.
2.1 Scrollen
In de FAX mode is het werkelijke scherm iets groter dan wat op de monitor
zichtbaar is. Hierdoor kunnen lange FAX-platen die normaal niet in beeld
zouden passen toch worden ontvangen en weergegeven. Ook is het mogelijk platen
uit te zenden die groter zijn dan het beeldscherm. D.m.v. scrollen (verticaal
bewegen) wordt de rest van het beeld zichtbaar gemaakt. Dit scrollen gebeurt
grotendeels automatisch, de software probeert hiertoe te voorspellen wat de
gebruiker wilt zien. Zo zal bij de ontvangst of het verzenden van FAX platen
altijd zichtbaar zijn waar de plaat op dat moment is. Hetzelfde geldt bij het
inladen of wegschrijven van een plaat. Er is echter een uitzondering: wanneer
de cursor in beeld is zal er geen scrollen plaatsvinden (tenzij de cursor zelf
wordt bewogen) zodat altijd het gedeelte waar de cursor staat zichtbaar is.
Men zal daar immers bezig zijn iets in te typen. Ook kan men op deze manier
even 'over de plaat wandelen' en bepaalde gedeeltes bekijken. In het algemeen
geldt dus dat wanneer de cursor aan staat (de cursor schakelt automatisch uit
wanneer gedurende vijf seconden geen toets wordt ingedrukt) het beeld stil zal
staan op de plaats van de cursor. Wanneer de cursor uit staat zal het beeld
altijd meelopen met het proces dat op dat moment plaatsvindt.
2.2 De endmarker
Omdat het formaat van een FAX afbeelding groter of kleiner kan zijn dan het
gedeelte dat zichtbaar is op de monitor zal men moeten aangeven hoe groot men
het beeld wil hebben. Zou altijd de maximale grootte worden gebruikt dan zou
bij uitzenden meer kunnen worden uitgezonden dan strikt nodig is, en zal bij
het wegschrijven van een plaatje meer ruimte op disk worden ingenomen dan
nodig is voor het eigenlijk plaatje. Om dit probleem op te lossen is de
endmarker ontworpen. Met de endmarker geeft men aan waar zich de ondergrens
van het huidige beeld bevindt. Zo zal een uitzending stoppen wanneer de
endmarker is bereikt (de endmarker mag tijdens het zenden nog worden
verplaatst), en wordt bij opslaan op disk slechts het gedeelte tot aan de
endmarker weggeschreven. De endmarker werkt grotendeels automatisch. Zo zal
een uitzending meestal vooraf worden gegaan door het inladen van een plaatje.
De endmarker wordt daarom na inladen automatisch onderaan dit plaatje
geplaatst. Wordt eventueel onder de plaat (en dus de endmarker) nog iets
ingetikt of ingeladen (box) dan wordt de endmaker hier weer onder geplaatst.
Wanneer een FAX-plaat wordt ontvangen en men stopt daarna de ontvangst (in de
auto mode gebeurt dit vanzelf) dan zal de endmarker worden geplaatst op de
laatste lijn van ontvangst. Wanneer dan de opdracht tot wegschrijven wordt
gegeven zal dus automatisch het juiste gedeelte worden opgeslagen. Mocht de
endmarker niet op de juiste plek staan dan kan men altijd ingrijpen door deze
met de hand te (ver)plaatsen. Dit is mogelijk door de indicator '--' aan te
klikken. De endmarker is zichtbaar als een zwart/wit geblokte lijn.
2.3 Gebruik van de indicatoren
De indicatoren vind u bovenin de console, rechts van het spectrum. Er bestaan
2 soorten indicatoren. De indicatoren met rechte hoeken zijn alleen bedoeld om
af te lezen, die met ronde hoeken kunt u met uw muis aanklikken. Beide zullen
hier voor iedere programmamode van links naar rechts in het scherm worden
beschreven. Wanneer een indicator meerdere instellingen aan kan nemen (door
meerdere keren te klikken) wordt dit in onderstaand overzicht aangegeven door
meerdere indicatoren naast elkaar. De eerste instelling wordt daarbij gekozen
door eenmaal te klikken, de tweede door tweemaal te klikken, etc.
2.3.1 Indicatoren in de zwart/wit SSTV mode
┌────────┐ ┌──────┐ ┌────────┐ ┌───────┐ ┌────────┐
│B&W SSTV│ │Wraase│ │New SSTV│ │B&W FAX│ │ColorFAX│
└────────┘ └──────┘ └────────┘ └───────┘ └────────┘
Door hierop te klikken selecteert u de diverse programmamodes van MSCAN.
┌─────┐ ┌─────┐ ┌─────┐ ┌─────┐
│ 7.2 │ │ 8 │ │ 16 │ │ 32 │
└─────┘ └─────┘ └─────┘ └─────┘
Selecteren van de gewenste SSTV mode, de modes geven de tijd in seconden aan
die het duurt om een plaatje over te zenden.
┌───┐ ┌───┐
│top│ │cls│
└───┘ └───┘
Selecteren van 'top' start de ontvangst bovenin het scherm. Gelijktijdig de
toetsen <Ctrl> en <Home> indrukken heeft hetzelfde effect. Het commando 'cls'
doet dit ook maar wist tevens het scherm.
┌──┐ ┌──┐ ┌──┐ ┌──┐
│1X│ │X2│ │12│ │XX│
└──┘ └──┘ └──┘ └──┘
Selecteer het scherm (1 of 2) waarin de ontvangen beelden worden weergegeven.
Zijn beide schermen geselecteerd (1 en 2) dan worden de beelden beurtelings in
scherm 1 en 2 weergegeven. Bij de instelling 'XX' wordt de weergave gestopt.
┌──┐ ┌──┐ ┌──┐
│X2│ │12│ │1X│
└──┘ └──┘ └──┘
Selecteer het scherm (1 of 2) waarin het beeld staat dat verzonden moet
worden. Zijn beide schermen geselecteerd (1 en 2) dan wordt de beelden
beurtelings vanuit scherm 1 en 2 uitgezonden.
┌──┐ ┌──┐ ┌──┐
│RX│ │TX│ │TX│
└──┘ └──┘ └──┘
Schakel van ontvangst naar uitzenden. Er zijn twee zendinstellingen, bij de
eerste instelling stopt het programma de uitzending automatisch na het eerste
plaatje. Bij de tweede instelling blijft het programma continu beelden
uitzenden.
┌─┐ ┌─┐ ┌─┐ ┌─┐ ┌─┐ ┌─┐ ┌─┐ ┌─┐
│t│ │s│ │m│ │l│ │t│ │s│ │m│ │l│
└─┘ └─┘ └─┘ └─┘ └─┘ └─┘ └─┘ └─┘
U kunt hier de grootte van de door de teksteditor gebruikte karakters
instellen. Bij laatste vier instellingen, waarbij de letter op een zwarte
achtergrond wordt getoond, wordt de achtergrond waarop u de karakters plaatst
gewist.
┌─┐ ┌─┐ ┌─┐ ┌─┐ ┌─┐
│c│ │c│ │c│ │c│ │c│
└─┘ └─┘ └─┘ └─┘ └─┘
De kleur van het door de teksteditor gebruikte karakters kunt u hier
selecteren. De kleuren zijn achtereenvolgens wit, zwart, rood, groen en blauw.
Bij uitzendingen in zwart/wit modes zullen de kleuren als grijstinten worden
uitgezonden.
┌─┐
││
└─┘
U gebruikt dit commando wanneer u in een directory (in het menu) verder wilt
bladeren.
┌─┐
││
└─┘
U gebruikt dit commando wanneer u in een directory (in het menu) terug wilt
bladeren.
┌────┐ ┌────┐
│esc │ │quit│
└────┘ └────┘
Het 'esc' commando heeft dezelfde functie als uw <Esc> toets. Met 'quit'
verlaat u MSCAN.
2.3.2 Indicatoren in de Wraase kleuren SSTV mode
┌──────┐ ┌────────┐ ┌───────┐ ┌────────┐ ┌────────┐
│Wraase│ │New SSTV│ │B&W FAX│ │ColorFAX│ │B&W SSTV│
└──────┘ └────────┘ └───────┘ └────────┘ └────────┘
Door hierop te klikken selecteert u de diverse programmamodes van MSCAN.
┌────┐ ┌────┐ ┌────┐
│ 24 │ │ 48 │ │ 96 │
└────┘ └────┘ └────┘
Selecteren van de gewenste SSTV mode, de modes geven de tijd in seconden aan
die het duurt om een plaatje over te zenden.
┌───┐ ┌───┐ ┌───┐
│rgb│ │top│ │cls│
└───┘ └───┘ └───┘
Met 'rgb' kunt u de volgorde waarin de beeldlijnen worden ontvangen wijzigen,
waardoor de 3 kleurcomponenten verschuiven (rood-groen-blauw wordt blauw-rood-
groen). U gebruikt dit commando wanneer u een plaatje in de verkeerde kleur
ontvangt. Selecteren van 'top' start de ontvangst bovenin het scherm. Het
commando 'cls' doet dit ook maar wist tevens het scherm.
Raadpleeg voor de beschrijving van de overige indicatoren de zwart/wit SSTV
mode.
2.3.3 Indicatoren in de New SSTV kleuren SSTV mode
┌────────┐ ┌───────┐ ┌────────┐ ┌────────┐ ┌──────┐
│New SSTV│ │B&W FAX│ │ColorFAX│ │B&W SSTV│ │Wraase│
└────────┘ └───────┘ └────────┘ └────────┘ └──────┘
Door hierop te klikken selecteert u de diverse programmamodes van MSCAN.
┌────┐ ┌────┐ ┌────┐ ┌────┐
│ M1 │ │ M2 │ │ S1 │ │ S2 │
└────┘ └────┘ └────┘ └────┘
Selecteren van de gewenste SSTV mode: martin 1 (M1), martin 2 (M2), scotty 1
(S1) en scotty 2 (S2).
┌───┐ ┌───┐
│syn│ │lin│
└───┘ └───┘
In de stand 'syn' worden de SSTV beelden volgens het synchrone principe
ontvangen, d.w.z. dat na ontvangst van de starttoon de ontvanger automatisch
met de zender meeloopt. In de stand 'lin' maakt de ontvanger gebruik van de
uitgezonden lijnsyn-chronisatiepulsen waardoor iedere lijn opnieuw wordt
gestart door de zender. Deze instelling is gevoeliger voor storingen en dient
u alleen te gebruiken wanneer u de starttoon heeft gemist, of wanneer
ontvangst volgens het synchroon principe niet mogelijk is (b.v. wanneer u de
uitzending vanaf een taperecorder bekijkt).
Raadpleeg voor de beschrijving van de overige indicatoren de zwart/wit SSTV
mode.
2.3.4 Indicatoren in de zwart/wit FAX mode
┌───────┐ ┌────────┐ ┌────────┐ ┌──────┐ ┌────────┐
│B&W FAX│ │ColorFAX│ │B&W SSTV│ │Wraase│ │New SSTV│
└───────┘ └────────┘ └────────┘ └──────┘ └────────┘
Door hierop te klikken selecteert u de diverse programmamodes van MSCAN.
┌─────┐ ┌─────┐ ┌─────┐ ┌─────┐ ┌─────┐
│ 120 │ │ 180 │ │ 240 │ │ 60 │ │ 90 │
└─────┘ └─────┘ └─────┘ └─────┘ └─────┘
Selecteren van de gewenste FAX mode, de modes geven het aantal lijnen per
minuut aan dat wordt overgezonden.
┌───┐ ┌───┐ ┌───┐
│288│ │576│ │864│
└───┘ └───┘ └───┘
Selecteren van de gewenste IOC. De IOC is een maat voor de hoogte-breedte
verhouding van het uitgezonden beeld.
┌───┐ ┌───┐
│800│ │300│
└───┘ └───┘
De zgn. shift van het FAX-signaal. Bij 800 Hz shift verandert de toon van het
FAX-signaal 800 Hz wanneer het videosignaal van geheel zwart naar geheel wit
verandert. Bij zenden wordt altijd een shift van 800 Hz gebruikt.
┌──┐ ┌──┐
│1 │ │X │
└──┘ └──┘
Selecteer het scherm. Aangezien in de FAX mode maar een scherm aanwezig is
schakelt u in feite de ontvangst aan ('1') en uit ('X').
┌──┐
│--│
└──┘
Wanneer u deze indicator aanklikt wordt de muis in het scherm geplaatst. U
kunt nu aangeven waar u de endmarker wilt plaatsen door op de linker muistoets
te drukken.
Raadpleeg voor de beschrijving van de overige indicatoren de zwart/wit SSTV
mode.
2.3.5 Indicatoren in de kleuren FAX mode
┌────────┐ ┌────────┐ ┌──────┐ ┌────────┐ ┌───────┐
│ColorFAX│ │B&W SSTV│ │Wraase│ │New SSTV│ │B&W FAX│
└────────┘ └────────┘ └──────┘ └────────┘ └───────┘
Door hierop te klikken selecteert u de diverse programmamodes van MSCAN.
┌─────┐ ┌─────┐ ┌─────┐ ┌─────┐
│ 240 │ │ 360 │ │ 120 │ │ 180 │
└─────┘ └─────┘ └─────┘ └─────┘
Selecteren van de gewenste FAX mode, de modes geven het aantal lijnen per
minuut aan dat wordt overgezonden (LPM). Omdat er voor iedere beeldlijn 3
lijnen worden uitgezonden, n.l. voor iedere kleurcomponent een, duurt de
uitzending drie maal zo lang als bij een overeenkomstige zwart/wit FAX mode.
┌───┐ ┌───┐
│288│ │204│
└───┘ └───┘
Selecteren van de gewenste IOC. De IOC is een maat voor de hoogte-breedte
verhouding van het uitgezonden beeld. Bij selecteren van 360 LPM wordt
automatisch een IOC van 204 ingesteld daar deze hierbij gebruikelijk is.
┌───┐ ┌───┐ ┌───┐
│rgb│ │top│ │cls│
└───┘ └───┘ └───┘
Met 'rgb' kunt u de volgorde waarin de beeldlijnen worden ontvangen wijzigen,
waardoor de 3 kleurcomponenten verschuiven (rood-groen-blauw wordt blauw-rood-
groen). U gebruikt dit commando wanneer u een plaatje in de verkeerde kleur
ontvangt. Selecteren van 'top' start de ontvangst bovenin het scherm. Het
commando 'cls' doet dit ook maar wist tevens het scherm.
Raadpleeg voor de beschrijving van de overige indicatoren de zwart/wit FAX
mode.
2.4 Gebruik van het menu
Het menu wordt gevormd door de toetsen die u onder de indicatoren vindt,
rechts van het spectrum. Door een toets aan te klikken met de muis (linker
muistoets) kiest u een nieuw (sub)menu of activeert u het commando wat bij de
toets hoort. U kunt een commando afbreken, of uit een submenu gaan, door op
<Esc> te drukken, dan wel de middelste of rechter muistoets.
2.4.1 Het menu in de zwart/wit SSTV mode
Achtereenvolgens zullen alle menutoetsen van links naar rechts worden
besproken.
2.4.1.1 Het picture menu
┌───────┐┌────────┐┌─────┐┌───────┐┌────────┐
│picture││digitize││param││toolkit││showmems│
└───────┘└────────┘└─────┘└───────┘└────────┘
In het 'picture' menu vind u alle functies die betrekking hebben op beelden.
MSCAN slaat beelden op in het JPEG formaat. JPEG zorgt voor een zeer hoge
compressiefactor van beter dan 10:1. Wel treedt hierbij enig verlies op.
Wanneer u een plaatje herhaaldelijk inleest en weer opslaat, dan zal dit
verlies zichtbaar worden. Beter kunt u dan gebruik maken van de in MSCAN
aanwezige geheugens. Beelden worden hierin zonder compressie en dus zonder
verlies opgeslagen. Naast het JPEG formaat kan MSCAN ook beelden die zijn
gecomprimeerd in het GIF formaat inlezen. Het GIF formaat ondersteunt echter
maximaal 256 kleuren. Na aanklikken van de 'picture' menutoets verschijnt het
onderstaande submenu.
2.4.1.1.1 Beeld inladen van disk
┌────────┐┌────────┐┌────────┐┌───────┐┌────────┐┌─────┐┌────┐
│diskLoad││diskSave││Autoload││memRead││memWrite││Image││Path│
└────────┘└────────┘└────────┘└───────┘└────────┘└─────┘└────┘
Om een plaatje in te laden klikt u op 'diskLoad', dit geeft het volgende
submenu.
┌────────┐┌────────┐┌───┐┌─────┐┌──────┐
│screen 1││screen 2││box││multi││delete│
└────────┘└────────┘└───┘└─────┘└──────┘
U kunt nu opgeven in welk scherm (1 of 2) u het plaatje wilt plaatsen. Geeft u
box op dan kunt u een vierkant aangeven (een box) waarin het plaatje moet
worden geplaatst. Dit mag in een van beide schermen zijn. Om de box te bepalen
moet u 2 maal klikken, 1 keer voor de linkerbovenhoek en 1 keer voor de
rechteronderhoek. Het 'multi' commando laat meerdere plaatjes in, beurtelings
op scherm 1 en 2. Staat het programma in de zendmode dan zal het tempo van
inladen gelijk gaan met dat van uitzenden, m.a.w. ieder plaatje zal een keer
worden uitgezonden. Let erop dat dit alleen werkt wanneer u beide schermen
voor uitzenden heeft geselecteerd. Na het ingeven van bovenstaande commando's
wordt u gevraagd om een filenaam. Bij het 'multi' commando is dit de file die
als eerste zal worden ingeladen (de daarop volgende plaatjes worden vervolgens
in alfabetische volgorde ingeladen). I.p.v. een filenaam kunt u ook <Enter>
ingeven, of op de linker muistoets drukken, en vervolgens een file uit de
directory kiezen. Bladeren doet u met de indicatoren 'pijl omhoog' en 'pijl
omlaag'. Wilt u een file wissen dan klikt u op 'delete'. Heeft u tevoren al
een plaatje ingeladen dan zal de filenaam hiervan reeds voor u zijn ingevuld,
u kunt deze naar keuze gebruiken of wissen. Na ingeven van de filenaam en
<Enter> wordt u voor de zekerheid om een bevestiging gevraagd.
2.4.1.1.2 Beeld opslaan op disk
┌────────┐┌────────┐┌────────┐┌───────┐┌────────┐┌─────┐┌────┐
│diskLoad││diskSave││Autoload││memRead││memWrite││Image││Path│
└────────┘└────────┘└────────┘└───────┘└────────┘└─────┘└────┘
Om een plaatje op te slaan klikt u op 'diskSave', dit geeft onderstaand
submenu.
┌────────┐┌────────┐┌───┐
│screen 1││screen 2││box│
└────────┘└────────┘└───┘
U kunt nu opgeven welk scherm (1 of 2) u wilt opslaan. Geeft u box op dan kunt
u een vierkant aangeven (een box) dat moet worden opgeslagen. Dit mag in een
van beide schermen zijn. Om de box te bepalen moet u 2 maal klikken, 1 keer
voor de linkerbovenhoek en 1 keer voor de rechteronderhoek. Na het ingeven van
bovenstaande commando's wordt u gevraagd onder welke filenaam u het plaatje
wilt opslaan. Bestaat deze file reeds dan wordt u gevraagd of de file
overschreven mag worden, is dit goed kies dan voor 'overwr' (overwrite).
2.4.1.1.3 Beeld inladen van de auto directory
┌────────┐┌────────┐┌────────┐┌───────┐┌────────┐┌─────┐┌────┐
│diskLoad││diskSave││Autoload││memRead││memWrite││Image││Path│
└────────┘└────────┘└────────┘└───────┘└────────┘└─────┘└────┘
Om een plaatje in te laden vanuit de AUTO directory, dit is de directory waar
de automatisch ontvangen beelden zijn opgeslagen, klikt u op 'Autoload'. De
werking is hierna gelijk aan die bij het 'diskLoad' submenu.
2.4.1.1.4 Beeld inladen vanuit geheugen
┌────────┐┌────────┐┌────────┐┌───────┐┌────────┐┌─────┐┌────┐
│diskLoad││diskSave││Autoload││memRead││memWrite││Image││Path│
└────────┘└────────┘└────────┘└───────┘└────────┘└─────┘└────┘
Om een plaatje in te laden vanuit een geheugen klikt u op 'memRead'. U krijgt
dan het onderstaande submenu.
┌────────┐┌────────┐┌───┐
│screen 1││screen 2││box│
└────────┘└────────┘└───┘
Gelijk aan bij het inladen van disk kunt u ook hier kiezen waar u het plaatje
wilt plaatsen. Na het aanklikken van uw keuze wordt u echter niet gevraagd om
een filenaam, maar wordt direct een directory getoond met daarin de 14
geheugens. U kunt nu het gewenste geheugen selecteren.
2.4.1.1.5 Beeld opslaan naar geheugen
┌────────┐┌────────┐┌────────┐┌───────┐┌────────┐┌─────┐┌────┐
│diskLoad││diskSave││Autoload││memRead││memWrite││Image││Path│
└────────┘└────────┘└────────┘└───────┘└────────┘└─────┘└────┘
Om een plaatje naar het geheugen weg te schrijven klikt u op 'memWrite'. U
krijgt dan het onderstaande submenu.
┌────────┐┌────────┐┌───┐
│screen 1││screen 2││box│
└────────┘└────────┘└───┘
Gelijk aan bij het opslaan op disk kunt u ook hier kiezen welk (gedeelte van
het) scherm u wilt wegschrijven. Na het aanklikken van uw keuze wordt u echter
niet gevraagd om een filenaam, maar wordt direct een directory getoond met
daarin de 14 geheugens. U kunt nu het gewenste geheugen selecteren.
2.4.1.1.6 Testbeeld inlezen
┌────────┐┌────────┐┌────────┐┌───────┐┌────────┐┌─────┐┌────┐
│diskLoad││diskSave││Autoload││memRead││memWrite││Image││Path│
└────────┘└────────┘└────────┘└───────┘└────────┘└─────┘└────┘
In het programma zijn een aantal standaard testbeelden aanwezig. Deze kunt u
in het submenu 'image' vinden. De testbeelden zijn geschikt om programmatuur
en modem aan zend- en ontvangstzijde te testen. Nadat u op 'Image' heeft
geklikt selec-teert u het gewenste testbeeld. Het beeld 'spectrum' maakt een
kopie van het spectrum naar het scherm. U kunt hiermee uw tegenstation zijn
uitgezonden spectrum laten zien. Na selectie van het testbeeld geeft u op naar
welk (deel van het) scherm u dit wilt inlezen.
2.4.1.1.7 Path wijzigen
┌────────┐┌────────┐┌────────┐┌───────┐┌────────┐┌─────┐┌────┐
│diskLoad││diskSave││Autoload││memRead││memWrite││Image││Path│
└────────┘└────────┘└────────┘└───────┘└────────┘└─────┘└────┘
Met het 'path' commando kan het path naar de picture directory (gebruikt bij
'load' en 'save'), worden gewijzigd. Standaard is dit gelijk aan het path dat
u in het configuratiemenu heeft ingevoerd. Het nieuwe path is tijdelijk en
wordt niet bewaard in de configuratiefile.
2.4.1.2 Het digitize menu
┌───────┐┌────────┐┌────────┐┌─────┐┌───────┐┌────────┐
│picture││spectrum││digitize││param││toolkit││showmems│
└───────┘└────────┘└────────┘└─────┘└───────┘└────────┘
Met de Iris videodigitizer kunt u videobeelden digitaliseren in een zeer hoge
kwaliteit en in truecolor. Dit gaat zeer eenvoudig, daar deze digitizer
rechtstreeks vanuit MSCAN ondersteund wordt. U kunt zelfs videobeelden
digitaliseren tijdens zenden of ontvangst. Door op 'digitize' te klikken
verkrijgt u onderstaand submenu.
┌────────┐┌────────┐┌───┐┌─────┐┌─────┐
│screen 1││screen 2││box││multi││input│
└────────┘└────────┘└───┘└─────┘└─────┘
Om het videobeeld in te lezen behoeft u alleen nog maar aan te geven in welk
(deel van het) scherm u het wilt plaatsen. Klikt u op 'input' dan verschijnt
onderstaand submenu.
┌────────┐┌───────┐
│composit││ S-VHS │
└────────┘└───────┘
U kunt hier kiezen uit de twee gescheiden videoingangen van de Iris
videodigitizer (een composite ingang en een S-VHS/Hi-8 ingang).
2.4.1.3 Het param menu
┌───────┐┌────────┐┌─────┐┌───────┐┌────────┐
│picture││digitize││param││toolkit││showmems│
└───────┘└────────┘└─────┘└───────┘└────────┘
Daar dit menu in de zwart/wit SSTV mode slechts een optie kent verschijnt na
aanklikken van 'param' geen submenu maar zal het betreffende commando direct
worden uitgevoerd. U schakelt hier tussen de manual en de autosync mode. In de
autosync mode kijkt het programma 'intelligent' naar de synchro-nisatie van
het SSTV signaal. Bij het ontbreken van een synchronisatiepuls probeert het
programma te voorspellen waar deze had moeten plaatsvinden. Onder zeer slechte
omstandigheden kan dit tot ver-betering van de ontvangst leiden, met name in
de Wraase mode waar het missen van een lijnsynchroni-satiepuls verandering van
de kleuren tot gevolg heeft. Deze mode werkt echter alleen wanneer het SSTV
signaal een correcte timing heeft.
2.4.1.4 Het toolkit menu
┌───────┐┌────────┐┌─────┐┌───────┐┌────────┐
│picture││digitize││param││toolkit││showmems│
└───────┘└────────┘└─────┘└───────┘└────────┘
In dit menu vind u diverse hulpmiddelen bij het bewerken van beelden.
Aanklikken van 'toolkit' geeft onderstaand submenu.
┌──────┐┌──────┐┌────┐┌────┐┌─────┐
│mirror││aspect││move││draw││debug│
└──────┘└──────┘└────┘└────┘└─────┘
De mirror functie gebruikt u om een beeld te spiegelen (links en rechts
verwisselen). Na aanklikken van dit commando geeft u op welk scherm u wilt
spiegelen.
Met aspect kunt u de aspect-ratio van een beeld wijzigen, dit is de hoogte-
breedte verhouding. Na aanklikken van 'aspect' geeft u aan in welk scherm u
dit wilt uitvoeren, waarna u het volgende submenu wordt getoond.
┌─────┐┌─────┐
│ 1:2 ││ 2:1 │
└─────┘└─────┘
Kiest u voor '1:2' dan zal het beeld met een factor 2 in de hoogte worden
uitgerekt, kiest u voor '2:1' dan zal het in dezelfde mate worden ingekrompen.
Het move commando stelt u in staat een beeld te verschuiven. Dit kan nodig
zijn wanneer een ontvangen beeld door synchronisatieproblemen niet
linksbovenin het scherm is begonnen. Na aanklikken van 'move' kiest u in welk
scherm u deze opdracht wilt uitvoeren, waarna u met de muis de linkerbovenhoek
van het gewenste plaatje markeert. Het gehele beeld wordt dan zodanig
verschoven dat dit punt linksboven in het scherm komt.
De draw functie stelt u in staat m.b.v. uw muis in een van beide schermen te
tekenen. Door op uw linker muistoets te drukken zal op de muispositie een
witte stip worden gezet. Wanneer u gelijktijdig uw muis beweegt zal een lijn
worden getrokken.
Het debug commando is beveiligd met een paswoord en kunt u negeren.
2.4.1.5 Het showmems menu
┌───────┐┌────────┐┌─────┐┌───────┐┌────────┐
│picture││digitize││param││toolkit││showmems│
└───────┘└────────┘└─────┘└───────┘└────────┘
Daar dit menu slechts een optie kent verschijnt na aanklikken van 'showmems'
geen submenu maar zal het betreffende commando direct worden uitgevoerd. U
kopieert hier met een commando alle 14 geheugens naar de kleine schermpjes
boven de console. U kunt nu duidelijk zien wat de inhoud van elk geheugen is.
2.4.2 Het menu in de Wraase kleuren SSTV mode
Alle menutoetsen in deze mode hebben dezelfde functie als de menutoetsen in de
zwart/wit SSTV mode, met een enkele uitzondering.
2.4.2.1 Het toolkit menu
┌───────┐┌────────┐┌─────┐┌───────┐┌────────┐
│picture││digitize││param││toolkit││showmems│
└───────┘└────────┘└─────┘└───────┘└────────┘
Naast alle mogelijkheden die dit submenu u biedt in de zwart/wit SSTV mode,
vind u hier als extra het color commando. Klikt u op 'color' en kiest u op
welk (deel van het) scherm u deze bewerking wilt uitvoeren, dan verschijnt het
volgende submenu.
┌────────┐┌────────┐
│rgb->gbr││rgb->brg│
└────────┘└────────┘
U kunt nu de kleurvolgorde van een beeld wijzigen. Kiest u voor rgb->gbr dan
zullen alle gradaties rood vervangen worden door gradaties groen, alle
gradaties groen vervangen worden door gradaties blauw, en alle gradaties blauw
vervangen worden door gradaties rood. Het commando rgb->brg werkt op
soortgelijke manier. Deze bewerkingen komen zeer van pas wanneer u een beeld
in de verkeerde kleurvolgorde heeft ontvangen. U kunt dan achteraf alsnog de
kleuren 'goed zetten'.
2.4.3 Het menu in de New SSTV kleuren SSTV mode
Alle menutoetsen in deze mode hebben dezelfde functie als de menutoetsen in de
Wraase kleuren SSTV mode, behalve het param menu.
2.4.3.1 Het param menu
┌───────┐┌────────┐┌─────┐┌───────┐┌────────┐
│picture││digitize││param││toolkit││showmems│
└───────┘└────────┘└─────┘└───────┘└────────┘
Door op 'param' te klikken verschijnt onderstaand submenu.
┌─────┐┌─────┐┌─────┐┌──────┐┌───┐┌────┐
│+ lpm││- lpm││left││right││RGB││auto│
└─────┘└─────┘└─────┘└──────┘└───┘└────┘
Met de '+ lpm' en '- lpm' toetsen maakt u de lijntijd van de ontvanger langer
of korter. U kunt hier gebruik van maken wanneer uw scheve beelden ontvangt
van uw tegenstation omdat zijn lijntijd niet goed is afgeregeld.
Met de 'left' en 'right' toetsen verschuift u het begin van de beeldlijn naar
links of rechts. U zult hier gebruik van maken wanneer in de synchrone mode de
starttoon is gemist, de kans is dan groot dat het beeld niet goed is
gesynchroniseerd. Omdat ook de kleur dan vaak niet goed zal zijn kunt u de
kleurvolgorde wijzigen met de 'RGB' toets. Om te begrijpen wat u te zien
krijgt wanneer een beeld in de New SSTV mode niet is gesynchroniseerd, dient u
te weten dat een beeldlijn in deze mode wordt opgebouwd door deze drie maal te
schrijven: voor iedere kleurcomponent eenmaal. Tussen deze kleurcomponenten
zit een kleine pauze. Ontvangt u het beeld niet goed dan zal het beeld
opgebouwd zijn uit verkeerde kleuren, met daarnaast 'schaduwen' in weer een
andere kleur. Door achtereenvolgens met de commando's left en right eerst de
'schaduw' weg te werken en daarna met 'RGB' de kleur juist te krijgen,
synchroniseert u de ontvanger in feite met de hand. Bij een voldoende
storingsvrij signaal kunt u ook m.b.v. de syn/lin indicator de synchronisatie
even op lijnsync zetten, en daarna weer terug op synchroon. U laat het
programma op deze manier zelf synchoniseren.
Door op 'auto' te klikken activeert u de automaat. Wanneer deze is geactiveerd
schakelt het programma de normale bediening uit, in de console verschijnt dan
de mededeling 'auto mode engaged'. MSCAN zal nu zelf beelden in beide schermen
ontvangen en opslaan. Dit opslaan gebeurt als volgt. Iedere keer wanneer een
starttoon wordt ontvangen (en dus naar een ander scherm wordt geschakeld)
wordt het vorige scherm in de auto directory opgeslagen. De naamgeving van de
plaatjes is als volgt: de eerste 2 cijfers zijn de maand, de tweede 2 cijfers
de dag van de maand, de derde 2 cijfers het uur, en de laatste 2 cijfers het
aantal minuten. Een plaatje dat op 26 maart om half zeven 's avonds is
ontvangen zal dus zijn opgeslagen met als filenaam '03261830'. De auto mode is
uit te schakelen met <Esc> (of middelste of rechter muistoets).
2.4.4 Het menu in de zwart/wit FAX mode
Alle menutoetsen in deze mode hebben dezelfde functie als de menutoetsen in de
zwart/wit SSTV mode, met de volgende uitzonderingen:
- de keuzemogelijkheid tussen scherm 1 en scherm 2 vervalt daar er slechts
een scherm aanwezig is,
- het commando showmems ontbreekt daar er in de FAX modes geen ruimte is
voor de 14 schermpjes,
- het param menu is anders.
2.4.4.1 Het param menu
┌───────┐┌────────┐┌─────┐┌───────┐
│picture││digitize││param││toolkit│
└───────┘└────────┘└─────┘└───────┘
Door op 'param' te klikken verschijnt onderstaand submenu.
┌─────┐┌─────┐┌─────┐┌──────┐┌─────┐┌─────┐┌────┐
│+ lpm││- lpm││left││right││Video││Calib││Auto│
└─────┘└─────┘└─────┘└──────┘└─────┘└─────┘└────┘
Met de '+ lpm' en '- lpm' toetsen maakt u de lijntijd van de ontvanger langer
of korter. U kunt hier gebruik van maken wanneer uw scheve beelden ontvangt
van uw tegenstation omdat zijn lijntijd niet goed is afgeregeld. Ook gebruikt
u deze toetsen bij het bepalen van uw kristal calibratiefactor (zie afregelen
hardware).
Met de 'left' en 'right' toetsen verschuift u het begin van de beeldlijn naar
links of rechts. U zult hier gebruik van maken wanneer u een FAX plaat met de
hand (zonder gebruik te maken van de auto mode) heeft ontvangen.
2.4.4.1.1 Het video menu
┌─────┐┌─────┐┌─────┐┌──────┐┌─────┐┌─────┐┌────┐
│+ lpm││- lpm││left││right││Video││Calib││Auto│
└─────┘└─────┘└─────┘└──────┘└─────┘└─────┘└────┘
Klikt u op 'Video' dan verschijnt onderstaand submenu.
┌──────┐┌──────┐
│Invert││Mirror│
└──────┘└──────┘
Het invert commando inverteert de binnenkomende videosignalen, zwart/wit wordt
dus wit/zwart.
Het mirror commando spiegelt het binnenkomende beeldsignaal. In plaats van
van-links-naar-rechts, worden de beeldlijnen nu van-rechts-naar-links
geschreven.
Beide commando's hebben alleen betrekking op de ontvangst en zult u slechts
bij enkele FAX stations op de kortegolf banden nodig hebben.
2.4.4.1.2 Het calib menu
┌─────┐┌─────┐┌─────┐┌──────┐┌─────┐┌─────┐┌────┐
│+ lpm││- lpm││left││right││Video││Calib││Auto│
└─────┘└─────┘└─────┘└──────┘└─────┘└─────┘└────┘
Het calib commando gebruikt u bij het bepalen van de calibratiefactor, zie
hiervoor 'afregelen hardware'.
2.4.4.1.3 Het auto menu
┌─────┐┌─────┐┌─────┐┌──────┐┌─────┐┌─────┐┌────┐
│+ lpm││- lpm││left││right││Video││Calib││Auto│
└─────┘└─────┘└─────┘└──────┘└─────┘└─────┘└────┘
Het auto commando heeft dezelfde functie als in de New SSTV mode. De automaat
stelt in de FAX mode bovendien de volgende zaken in:
- de gebruikte IOC,
- de snelheid (het aantal LPM),
- de gebruikte shift (800 of 300 Hz) en
- of het een kleuren of zwart/wit uitzending is. Hierbij schakelt MSCAN
automatisch over op de kleuren FAX mode indien nodig.
Verder wordt het plaatje 'rechtgezet' en start de ontvangst zodra het
daadwerkelijke plaatje verschijnt, de synchronisatiepulsen komen dus niet in
beeld. Na ontvangen van de stoptoon, of indien het beeldgeheugen vol is, wordt
het plaatje opgeslagen in de auto directory. De naamgeving van de plaatjes is
als volgt: de eerste 2 cijfers zijn de maand, de tweede 2 cijfers de dag van
de maand, de derde 2 cijfers het uur, en de laatste 2 cijfers het aantal
minuten. Een plaatje dat op 26 maart om half zeven 's avonds is ontvangen zal
dus zijn opgeslagen met als filenaam '03261830'. De auto mode is uit te
schakelen met <Esc> (of middelste of rechter muistoets).
2.4.5 Het menu in de kleuren FAX mode
Alle menutoetsen in deze mode hebben dezelfde functie als de menutoetsen in de
zwart/wit FAX mode, alleen is het toolkit menu uitgebreid met het color
commando. Zie voor een beschrijving hiervan de Wraase kleuren SSTV mode.
2.5 Overzicht editor toetsen
Om tekst in een scherm te kunnen plaatsen is er voorzien in een eenvoudige
editor. Deze editor kunt u zowel tijdens ontvangst als tijdens zenden
gebruiken. Zodra een editor- of karaktertoets wordt ingedrukt zal in het
scherm een cursor verschijnen. Deze geeft aan waar het eerstvolgende karakter
zal worden geplaatst. De cursor verdwijnt automatisch wanneer gedurende 5
seconden geen toets wordt ingedrukt.
cursor toetsen
M.b.v. de cursortoetsen (pijlen) kunt u de cursor over het scherm verplaatsen.
De stapgrootte wordt bepaald door de grootte van het geselecteerde karakter.
Home
Verplaatst de cursor naar linksboven in het scherm.
End
Verplaatst de cursor naar rechtsonder in het scherm.
ctrl-cursor toetsen
Drukt u gelijktijdig op <Ctrl> en de cursor-links of cursor-rechts toets dan
zal de cursor zich resp. naar het begin of het einde van de regel bewegen.
Del
Met deze toets wist u het scherm waarin de cursor zich bevindt.
Tab
Met de tab-toets verplaatst u de cursor naar het andere scherm. In de FAX
modes heeft deze toets geen functie.
Backspace
Verplaatst de cursor een positie terug en wist het karakter op die positie
uit.
3 TECHNISCHE INFORMATIE
In dit hoofdstuk vind u informatie over een aantal technische aspecten,
alsmede een beschrijving van mogelijke problemen met bijbehorende oplossingen.
3.1 Start- en stoptonen
Conform internationale standaarden gebruikt MSCAN in de zwart/wit FAX modes de
volgende start- en stoptonen.
IOC start stop
288 675 Hz 450 Hz
576 300 Hz 450 Hz
Daar de huidige kleuren FAX modes in de amateurwereld zijn ontwikkeld zijn
hierover geen internationale afspraken gemaakt, de volgende start- en
stoptonen zijn echter gebruikelijk en worden door MSCAN ondersteund.
IOC start stop
204 200 Hz 450 Hz
288 200 Hz 450 Hz
Starttonen zijn gekoppeld aan de gebruikte IOC en hebben niets te maken met
het aantal LPM waarin uitgezonden wordt. De in MSCAN ingebouwde automaat voor
de FAX modes bepaalt de IOC uit de starttoon en het aantal LPM uit de
synchronisatiepulsen die aan iedere uitzending vooraf gaan.
3.2 Problemen oplossen
MSCAN stelt zware eisen aan de gebruikte pc, de pc zal daarom geen capaciteit
over hebben voor andere taken. Enkele voor de hand liggende problemen worden
in dit hoofdstuk beschreven.
Gebruik van disk-cache
Sommige cache programma's voor harddisk en/of floppydrives zetten tijdelijk de
interrupts van het systeem uit. Dit is in het MSCAN programma niet toegestaan
aangezien dit de timing verstoort. Gebruikt u zo'n cache programma dan is het
mogelijk dat tijdens het laden van files de ontvangst of het zenden tijdelijk
verstoord wordt. De remedie is eenvoudig: creëer een batch file die alvorens
het MSCAN programma aan te roepen de cache uitzet, en na afloop van het
programma de cache weer aanzet.
Gebruik van residente programma's
Residente programma's (permanent in het geheugen aanwezig) nemen een gedeelte
van het vrije geheugen in beslag, het kan zijn dat MSCAN hierdoor niet genoeg
ruimte heeft om te kunnen werken. Omdat de timing bij de nieuwe SSTV modes en
bij FAX zeer kritisch is mag het programma nooit worden onderbroken door
andere (residente) programma's. Wanneer deze onderbreking te lang duurt, en
dat is al snel het geval, wordt de timing en dus het ontvangen of uitgezonden
plaatje verminkt. Memory managers als EMM386 kunnen op sommige pc's ook de
timing verstoren.
Geen beeld na opstarten MSCAN
Verzeker u ervan dat u een super VGA kaart heeft met truecolor ondersteuning,
dat u de juiste chipset heeft ingevuld, en wanneer u voor VESA heeft gekozen
de bij uw kaart behorende VESA driver is geladen.
Wel beeld maar niet leesbaar
Waarschijnlijk ondersteunt uw videokaart wel de truecolor mode, maar niet op
de juiste manier. Dit komt voor bij kaarten met een oudere BIOS en/of VESA
driver. Informeer bij uw leverancier voor de nieuwste (na 1-1-94) BIOS of VESA
driver voor uw kaart.
Programma hangt na opstarten
Het kan zijn dat uw muis niet compatibel is, er zijn b.v. problemen bekend met
sommige Genius muizen. Probeer een andere muisdriver te gebruiken van b.v.
Logitech of Microsoft om dit probleem op te lossen.
Storing in ontvangst bij laden beeld
Wanneer u in de SSTV mode tijdens de ontvangst van een plaatje een beeld
inlaadt op het andere scherm, dan is het mogelijk dat dit de ontvangst
verstoort (strepen). Dit probleem is alleen te verhelpen met een snellere pc
of door gebruik te maken van het Multiscan modem.
4 TECHNISCHE INFORMATIE
MSCAN ondersteunt verschillende modes. In deze bijlage vind u een korte
beschrijving van deze modes.
4.1 SSTV
SSTV, een afkorting voor Slow-Scan Television, is ontstaan in 1958. Copthorne
Macdonald, een jonge technische student, realiseerde toen zijn droom om een
breedband televisie signaal te reduceren tot een signaal met een dusdanig
kleine bandbreedte, dat dit verzonden kon worden via een standaard
spraakkanaal. Zijn experimenten, tezamen met die van andere zendamateurs,
zorgden ervoor dat SSTV in 1968 door de FCC werd toegelaten op de Amerikaanse
amateurbanden.
Met SSTV was het mogelijk om lage-resolutie beelden over te zenden via een
standaard spraakkanaal met 3 kHz bandbreedte. Elk beeld was opgebouwd uit
ongeveer 120 lijnen en werd verzonden met een frequentie van 15 lijnen per
seconde. Het verzenden van een compleet beeld duurde zodoende 8.5 seconde. Om
dit beeld zichtbaar te maken werd een P7-fosfor radarbuis gebruikt. Door de
lange nalichttijd van deze buis kon het gehele beeld zichtbaar worden gemaakt,
zij het dat men dit in een donkere ruimte moest bekijken.
Rond 1975 verscheen de eerste geheel digitale oplossing om SSTV beelden te
bekijken. Het beeld werd daartoe opgedeeld in 128 lijnen van elk 128 punten en
opgeslagen in een digitaal RAM-geheugen. Dit digitale systeem had een groot
voordeel: het beeld kon onbeperkt lang op de monitor bekeken worden en het was
niet nodig de ruimte hiervoor te verduisteren.
Met de opkomst van de computer verschenen er ook steeds meer programma's
waarmee het mogelijk is om SSTV beelden te ontvangen of te verzenden. Het
voordeel van het gebruik van een computer is dat deze reeds voorzien is van
een (groot) digitaal geheugen en daarnaast nog vele extra mogelijkheden biedt,
zoals tekst- en beeldverwerking en de opslag van deze beelden op disk.
Bij SSTV wordt het te verzenden beeld lijn voor lijn afgetast. De video-
informatie wordt daarbij vertaald in een frequentie van 1500 Hz (zwart) tot
2300 Hz (wit). Iedere lijn wordt afgesloten met een synchronisatietoon
(linesync) van 1200 Hz gedurende 5 ms. Om het begin van een nieuw beeld aan te
geven wordt een synchronisatietoon van 1200 Hz gedurende 30 ms uitgezonden
(page- of framesync).
Wanneer kleurenbeelden worden overgezonden wordt het beeld eerst ontleed in 3
primaire componenten, n.l. rood, groen en blauw. Er worden wereldwijd diverse
manieren gebruikt om deze drie componenten over te zenden, doch de veruit
meest populaire methode was tot voor kort de zgn. line-sequential methode, ook
wel Single Frame Color (SFC) SSTV genoemd. Bij deze methode wordt van iedere
lijn afzonderlijk zijn rode, groene en blauwe component achter elkaar
overgezonden. De taak van de ontvanger is om deze drie lijnen weer te vertalen
naar een kleuren beeldlijn.
Bovenstaande plaatjes illustreren de storingsongevoeligheid van de nieuwe SSTV
modes (hier M1). Ondanks de storing is de synchronisatie behouden en is het
volledige beeld zichtbaar.
De laatste jaren zijn de zgn. nieuwe SSTV modes erg populair geworden, met
name op de kortegolf banden. De veruit het meest gebruikte zijn de Martin en
Scotty modes. Deze modes combineren de voordelen van SSTV en FAX. Hierdoor
wordt een aanzienlijk betere beeldkwaliteit onder slechte condities
gegarandeerd. MSCAN 1.3 ondersteunt deze modes alleen indien uw pc is voorzien
van een SVGA adapter.
Bij deze modes worden de drie kleurcomponenten niet lijn-voor-lijn
uitgezonden, maar achterelkaar in dezelfde lijn. Omdat per volledige lijn
altijd maar een linesync wordt uitgezonden kan er dus nooit een fout optreden
in de RGB volgorde, deze ligt nu immers vast. Zodra dus ook maar een gedeelte
van een plaatje in deze modes wordt ontvangen, zullen de kleuren altijd
correct zijn.
Een verdere verbetering is dat naast ontvangst m.b.v. de lijn synchronisatie-
toon, gelijk aan zwart-wit SSTV, ook ontvangst mogelijk is in de synchrone
mode, gelijk aan FAX. In de synchrone mode wordt niet meer naar de linesync
gekeken, maar wordt de ontvangst automatisch doorgeschreven, gebaseerd op de
nauwkeurige timing van een kristal (zowel aan zend- als ontvangstzijde).
SSTV signalen zijn te ontvangen op de diverse amateurbanden, b.v. 3730 kHz
(LSB), 14.230 MHz (USB) en 144.500 MHz (FM).
4.2 FAX
FAX, een afkorting voor Facsimile, is qua werking in principe gelijk aan SSTV,
alleen ontbreken de lijn- en frame-synchronisatiepulsen. Bij FAX wordt vaak
gebruik gemaakt van het APT protocol (Automatic Picture Transmission). Hierbij
wordt het begin van een beeld aangegeven met een starttoon, en het eind met
een stoptoon. Door het ontbreken van lijn-synchronisatiepulsen moet er op een
andere manier voor worden gezorgd dat zender en ontvanger gelijk lopen. Dit
wordt gedaan door voorafgaand aan het beeld een synchronisatie signaal uit te
zenden, dit is een rechte verticale (meestal witte) balk. Een ander opvallend
verschil t.o.v. de SSTV mode zijn de veel langere lijn- en beeldtijden: het
verzenden van een FAX plaat kan makkelijk 10 minuten in beslag nemen.
De gebruikte videotonen zijn niet voor alle FAX-stations gelijk: sommige
gebruiken de van SSTV bekende 400 Hz shift (zwart 1500 Hz en wit 2300 Hz),
maar er zijn ook stations met een 300 Hz (zwart 1600 Hz, wit 2200 Hz) of zelfs
een 150 Hz shift (zwart 1750 Hz en wit 2050 Hz).
Twee technische termen die u van de FAX mode moet kennen zijn LPM (Lines Per
Minute) en IOC (Index Of Cooperation). LPM staat voor het aantal lijnen dat
per minuut wordt verzonden. Met IOC wordt de hoogte-breedte verhouding van het
beeld aangeduid.
Het uitzenden van kleurenplaten via FAX is niet gebruikelijk in de
'commerciële' wereld. Een zeer omslachtige manier die wel eens wordt toegepast
is het uitzenden van drie zwart-wit platen. Deze 3 corresponderen met de 3
kleuren geel, magenta en cyaan en moeten na ontvangst worden samengevoegd tot
een kleurenplaat.
De FAX kleurenmode die in dit programma wordt ondersteund werkt op een andere
manier, en is rechtstreeks afgeleid van de SFC kleuren SSTV mode. Ook hier
wordt iedere lijn telkens drie keer uitgezonden: een keer zijn rode, een keer
zijn groene, en een keer zijn blauwe component. De plaat die bij ontvangst
verschijnt is direct in kleur en het is niet meer nodig deze achteraf nog te
bewerken. Deze mode wordt ook door het programma JV-FAX ondersteund.
FAX signalen van commerciële stations vind u verspreid over de gehele lange-,
midden-, en kortegolf banden, b.v. op 134 kHz (USB), op 4778 kHz (USB) en op
8145 kHz (USB). Amateur FAX stations vind u o.a. op 14.230 MHz (USB) en op
144.700 MHz (FM).
Veel plezier met Microscan!
Mike Versteeg
CombiTech