home
***
CD-ROM
|
disk
|
FTP
|
other
***
search
/
Vectronix 2
/
VECTRONIX2.iso
/
FILES_07
/
ARANGER1.ZIP
/
HELPS_NL.HLP
/
PATTERN.HLP
< prev
next >
Wrap
Text File
|
1991-09-20
|
4KB
|
66 lines
PATTERN MODE
Het programma start op in deze mode en is dus meteen klaar om een pat-
tern op te nemen. Dat opnemen zal in de meeste gevallen in step-time
gebeuren (zie ALGEMEEN). Er wordt een onderscheid gemaakt tussen ritme-
en andere begeleidings-instrumenten (toonhoogte gestuurde). Bij het in-
geven van de configuratie (zie EDIT) wordt dat verschil gemaakt door het
nummervak aan te klikken (inverteren=zwart maken). Datzelfde zwarte vlak
vinden we terug in de pattern mode (geheel links zwart of wit nummer).
Wit staat voor een ritme- en zwart staat voor een groove-instrument. De
eerste groep krijgt vanzelf een lengte van 1/96 mee. Aan instrumenten
uit de tweede groep kan iedere gewenste lengte worden gegeven. Daarbij
speelt de muis een belangrijke rol:
LINKER MUISKNOP: Ritme-instrumenten in 'GRAPHICAL-LORES' aanzetten.
Groove-instrumenten in 'GRAPHICAL-LORES' aanzetten+lengte.
Groove-instrumenten in 'GRAPHICAL-HIRES' aanzetten.
RECHTER MUISKNOP: Groove-instrumenten in 'GRAPHICAL-LORES' uitzetten.
Groove-instrumenten in 'GRAPHICAL-HIRES' uitzetten.
Om de lengte te kunnen bepalen van een groove-instr. wordt in LORES de
LINKER muisknop vastgehouden en vervolgens naar rechts gesleept. In
HI-RES kan deze lengte in 1/96 worden ingegeven nadat het startpunt is
aangeklikt.
INSTRUMENT-NAMEN:
Links in beeld staan ook de instrument-namen. Het instrument dat zwart
is (instrument selector) kan in HI-RES bekeken en geëditeerd worden. De
keuze van deze instrumenten is volledig vrij. Door op het nummervlak
(links) te klikken kan ieder instrument van de 255 (zie configuratie)
worden geselecteerd. In een volgend pattern mag weer een geheel andere
instrumenten-samenstelling worden gekozen (ook als dit pattern maar
1/16 lang is).
VELOCITY:
Als links/onderaan in beeld is gekozen voor 'INSTRUMENT VELOCITY' zal
deze velocity (rechts ervan) grafisch in beeld verschijnen. Deze velo-
city kan per note-on worden veranderd door er met de muis op te klikken.
PATTERN NUMMER en TIME SIGNATURE:
Om te voorkomen dat de gebruiker steeds moet wachten totdat een nieuw
pattern is ingelezen, verloopt de bediening als volgt:
LINKER MUISKNOP: De nummers tellen opwaarts, zolang de muisknop wordt
vastgehouden.
RECHTER MUISKNOP: Nummers tellen neerwaarts, net zolang als deze wordt
vastgehouden.
MUISKNOP LOSLATEN: Configuratie en velocity/MIDI-conductor wordt inge-
lezen, echter het pattern pas na 1 seconde pause.
MUIS VERSCHUIVEN: Het volledige pattern wordt zonder pause ingelezen.
NAAM:
De patternnaam kan worden veranderd door er op te klikken.
RECORD - PLAY - STOP:
Om het systeem konsekwent te kunnen doorzetten is de real-time record-
optie (in tegenstelling tot een MIDI-sequencer) selectief. Dat wil zeg-
gen dat alleen de gealloceerde instrumenten (alleen degene welke in de
configuratie voorkomen) worden opgetekend. De toonomvang per MIDIkanaal
wordt in de MACRO-EDITOR bepaald.
Opname in de loopmode biedt de mogelijkheid om, net als bij het opnemen
van een drumcomputer, zolang door te gaan totdat het resultaat bevalt.
Als 20 instrumenten per pattern te weinig blijkt te zijn, kan een maat
worden gesplitst in b.v. twee patterns per maat. Er zijn dan 40 instru-
menten per maat mogelijk, enz..
'PLAY' laat het komplete pattern horen en 'STOP' spreekt voor zichzelf.