De rest van de netwerkconfiguratie spreekt voor zich: u kiest welke netwerkkaart u wilt gebruiken, verzint een hostnaam voor uw machine en vult het IP-adres in of kiest voor DHCP.
Vervolgens moet u het 'base system', het belangrijkste van de distributie, installeren. Deze kunt u van CD installeren, of eventueel downloaden met uw kersvers geconfigureerde netwerkkaart. Tot slot wordt LILO (LInux LOader), de bootmanager, geïnstalleerd. Mocht u ook nog Windows of een ander besturingssysteem op dezelfde PC draaien, dan kunt u dit tijdens de installatie instellen, of later handmatig toevoegen aan /etc/lilo.conf.
Nu is het eerste deel van de installatie klaar en kunt u het systeem herstarten vanaf de harde schijf (verwijder dus de installatie-CD!). Na de reboot kunt u uw tijdzone kiezen, en een root-password opgeven. Vervolgens volgt het echte werk: het kiezen en downloaden van de pakketten die u wilt gebruiken voor uw server. |