Veel websites zijn vandaag de dag veranderlijk, doordat ze actuele informatie weergeven of reageren op keuzes van de gebruiker. Een website met nieuws of file informatie moet bijvoorbeeld heel actueel zijn, en in een online winkel verandert de inhoud van een winkelwagentje door de producten die een gebruiker kiest. Dit soort websites zijn voorbeelden van wat we webapplicaties noemen. Andere voorbeelden van webapplicaties zijn bijvoorbeeld online bankieren, routeplanners, forums waar u vragen kunt stellen of beantwoorden, en ga zo maar door. Webapplicaties bestaan uit meer dan HTML alleen. HTML verzorgt over het algemeen wel het uiterlijk, maar meer kan het ook niet, want het is alleen bedoeld om pagina's op te maken. Voor een webapplicatie is daarom ook een platform nodig waarop de functionaliteit ontwikkeld en uitgevoerd kan worden, en ASP.NET is zo'n platform. Het is ontwikkeld door Microsoft als opvolger van Active Server Pages (ASP), dat in 1997 ge∩ntroduceerd werd. ASP.NET is echter tot veel meer in staat dan ASP en is bovendien veel makkelijker te gebruiken.
Een website die niet dynamisch is bestaat uit een verzameling van HTML pagina's. Een webapplicatie die gemaakt is in ASP.NET bestaat in principe uit een verzameling ASP.NET pagina's. Wanneer een ASP.NET pagina opgevraagd wordt met een webbrowser, dan wordt de ASP.NET pagina eerst op de webserver uitgevoerd en wordt het resultaat naar de webbrowser teruggestuurd. Dit resultaat is gewone HTML dat door iedere webbrowser weergegeven kan worden. Dit betekent dat er voor een webbrowser geen verschil bestaat tussen een website die uit HTML pagina's bestaat en een website die uit ASP.NET pagina's bestaat. De webbrowser hoeft dus alleen HTML weer te geven, en u hoeft dus geen extra software te installeren om een ASP.NET pagina te bekijken. Omdat een pagina elke keer dat deze opgevraagd wordt opnieuw HTML genereert, kan het resultaat van de pagina keer op keer verschillen. Die verschillen kunnen bijvoorbeeld het gevolg zijn van keuzes die door de gebruiker gemaakt zijn, of omdat sinds de vorige keer dat de pagina werd opgevraagd gegevens uit een gegevensbron veranderd zijn. Als een pagina een formulier bevat waar een gebruiker gegevens in in kan vullen, dan kunnen die gegevens gebruikt worden om bijvoorbeeld een gegevensbron te wijzigen, een email te versturen, of iets op te zoeken. Door een aaneenschakeling van pagina's ontstaat zo een applicatie die te vergelijken is met applicaties die op uw eigen systeem werken. De pagina's vervullen daarin de rol van vensters in een 'normale' applicatie.
Over het algemeen bestaat een ASP.NET pagina niet alleen uit code. Een groot gedeelte van de pagina bestaat uit HTML. Deze HTML dient als sjabloon voor de veranderlijke delen van de pagina. Uw bestaande HTML kennis is dus onmisbaar bij het maken van ASP.NET applicaties. Naast uw HTML kennis heeft u kennis nodig van een programmeertaal die door ASP.NET ondersteund wordt. De talen die standaard door ASP.NET ondersteund worden zijn:
Er zijn meer talen die gebruikt kunnen worden met ASP.NET, maar die moeten apart ge∩nstalleerd worden. Over het algemeen worden ASP.NET pagina's echter in VB.NET of C# gemaakt. In deze handleiding worden de basisbegrippen van het programmeren met VB.NET en C# behandeld, dus als u hiermee nog geen ervaring heeft dan is dat geen probleem. Naast programmeerkennis is het ook handig om het een en ander te weten over hoe het Web werkt. Daar waar deze kennis nodig is wordt dit ook behandeld in deze handleiding.
⌐2002 Microsoft Nederland BV