DE QUEESTE Beste lezertjes en lezeressetjes deze maand is er een ramp gebeurd. Ik doel niet op het zesde deel van Larry, noch doel ik op het uitblijven van Xanth. Nee, het schip dat mij normaal mijn post brengt is op zee gebleven. Wij, ik en mijn kudde, stonden aan de haven heerlijk in de gure regen te wachten op de postboot. Mijn meisjes zagen eruit om te watertanden met hun dichte witte haar verleidelijk tegen hun lichaam geplakt. Ik stond zachtjes weg te dromen toen we op zee een vreselijk ongeluk zagen gebeuren. Onze postboot werd pardoes overvaren door een rare snuiter in een soort pipopak met een stofzuigerslang in zijn hand. Deze snoodaard werd bijgestaan door een bont gezelschap mensen die klaarblijkelijk een afwijking hadden, omdat ze met rare stemmen spraken en op hun handen liepen. Maar al met al lagen er wel vier goede zeelieden op de bodem en, wat nog veel erger was, MIJN POST. Daarom is deze Queeste een soort gigantische loop-door geworden. Ik hoop dat jullie er toch een beetje van genieten. KING`S QUEST VI HEIR TODAY GONE TOMORROW We gaan alweer voor een loopdoor van een Sierra spel. Gemeten aan het aantal brieven dat betrekking heeft op de zesde aflevering in deze serie is dit tot nog toe de moeilijkste aflevering. Natuurlijk zijn wij, ik en mijn kudde, ons volledig bewust van het feit dat er meerdere oplossingen van dit spel zijn. Maar ja, wat moet je als eerzaam Schots edelman (nou ja, bijna edelman), je kiest de kortste. Goed we kruipen in de huid van onze mooie jonge prins Alexander als hij op zijn romantische speurtocht gaat naar prinses Cassima..... Aan het begin van deze idylle staat Alexander, waarschijnlijk geen directe familie van Willem Alexander, hulpeloos en alleen op het strand van een ver, vreemd en warm land. Hij kijkt eens om zich heen en ziet al gauw de ring op de grond liggen. Deze pakt hij natuurlijk op. Ondanks het feit dat het wrakhout van het schip er ook niets aan kan doen, geeft hij het toch een flinke zet. Een geluk bij een ongeluk, er ligt een doosje onder. Natuurlijk maakt Lex dat open en pakt de munt die erin zit. Tijd voor een stevige wandeling. Hij loopt naar het noorden totdat hij bij een kasteel komt. Hondsbrutaal spreekt hij de twee wachters aan. Terloops laat hij ze even de munt en de ring zien, maar helaas, hij wordt niet binnengelaten door de opperhond. Moe en teleurgesteld begeeft Lexio zich naar het dorp. Zoals je weet is lezen goed voor de ziel, dus hij gaat als eerste de boekenwinkel binnen. Als de langzame prater die hij is, heeft hij maar liefst vier keer nodig om een beetje een zinvol gesprek aan te knopen met de winkelier. Maar is dat eenmaal gelukt, dan heeft Lex ook wel een beloning verdiend. Hij pakt het boek van het kleine tafeltje naast de deur en alsof dat nog niet genoeg is pakt hij ook een boek van de plank met poezie. Helaas zijn de boeken in dit deel van de wereld ook niet meer wat ze geweest zijn, dus vallen ze bij het minste of geringste uit elkaar. Opruimingsgezind pakt onze protagonist het blad met poezie op en betast het toverboek dat vlakbij de verkoper ligt. Om hem een beetje op stang te jagen laat hij hem nog even zijn ring zien voordat hij wegvlucht, de brandende, zinderende hitte van de woestijn weer in. Als prins is ons koningskind eigenlijk niet gewend om als armoezaaier rond te lopen. Dus om zichzelf het gevoel te geven dat hij toch iets van waarde heeft, gaat hij de bank van lening binnen. Ook deze man is niet zo`n snelle prater, maar hier hoeft onze kroonprins slechts twee keer met hem te spreken voordat hij hem begrijpt. Alexander kijkt eerst eens naar de toonbank welk een prachtige verzameling lekkers deze man heeft. Als ware lief- hebber van al het mooie en artistieke in deze wereld kiest mister future king natuurlijk voor de nachtegaal. Hij geeft de winkelier de munt en neemt definitief de nachtegaal mee. Alex de Palex verlaat dit huis des geldverstrekkings weer en loop naar het westen de stad uit, totdat hij bij de veerboot komt. Prins die hij is, klopt hij hier aan en maakt een praatje met de veerman. Natuurlijk mag hij als prins met eerlijk blauw bloed binnenkomen, dus haast hij zich om achter de veerman aan naar binnen te lopen. Dit is tot hier de langzaamste persoon in het hele spel. Maar liefst negen keer moet hij aangesproken worden voordat hij zijn konijnepootje afstaat. Lex pakt dat van de tafel en verlaat het hok weer. Natuurlijk kan hij het niet over zijn hart verkrijgen om zomaar langs de bank van lening te lopen. Hij gaat hier dus weer naar binnen en pakt stiekem een pepermuntje uit het blauwe potje dat op de toonbank staat. Daarna laat hij eindelijk zijn ring aan de eigenaar zien. Deze geeft Lexje nu een kaart en die heeft hij hard nodig. Met een beetje geluk heeft T-Lex inmiddels getuige mogen zijn van een eeuwenoud ritueel in dit deel van de wereld. Het legen van de prullenmand in de vuilnisbak. Het ritueel is echter nog niet af. De taak van de toeschouwer is het, om ter completering van het ritueel in dit vuilnis te wroeten en er iets van nul en generlei waarde uit te halen. In dit geval is dat een potje onzichtbare inkt. (Komt de winkelier alsmaar niet naar buiten, dan loopt Alexander even naar de nachtegaal en daarna weer terug naar het plaatje van het dorp.) Het wordt tijd om dit eiland voorlopig vaarwel te zeggen en op zoek te gaan naar nieuwe blanke toppen en gouden stranden. Hiervoor loopt onze held terug naar het vertrouwde strand, waar eens het avontuur zijn aanvang vond... Na een strandvakantie is onze kasteelbewoner eigenlijk toe aan wat gezonde berglucht. Hij klikt met de kaart op zichzelf en daarna kiest hij voor het eiland van de magische berg. Hier pakt hij de bloem en de veer en daarna besluit hij dat hij wel weer genoeg heeft van de veel te gezonde berglucht. Hij klikt weer met de kaart op zichzelf en hoppa, daar gaat hij naar het eiland der wonderen. Daar ligt zowaar een oester op hem te wachten waar hij eens rustig een gesprekje mee aangaat en niet een, maar alweer twee keer. Omdat Lexie weet dat lezen ontspannend werkt, kiest hij voor het boek uit de boekwinkel en leest hij dat eens op zijn gemak voor aan de oester. Als hij gaapt, begrijpt Alexander dat even verkeerd. Hij gaat er voor het gemak maar even van uit dat de oester hem die parel wil aanbieden. Natuurlijk slaat onze hoofdpersoon dat aanbod niet af. Tijd voor wat echt avontuur. Na zijn bijna-aanraking met de dood aan het begin van het avontuur, is hij natuurlijk wat angstig voor het water. Maar toch ziet hij iets heel intrigerends drij- ven. Hij kijkt naar de ketting van letters en daarna overwint hij zijn angst en pakt deze uit het water. (Later in het spel kan dit niet meer omdat ze dan te ver weggedreven zijn.) Na al dat water besluit hij om wat verder landinwaarts te trekken. Maar helaas, dat gaat zo maar niet. De vijf wachters moeten eerst tevreden gesteld worden. Gelukkig is zijn konink- lijke gave om mensen voor de gek te houden al zover ontwikkeld dat het hier slechts om een kleine uitdaging gaat voor hem. De eerste wachter houdt van bloemen. De tweede gaat voor de metalen nachtegaal. Nummer drie lust wel een pepermuntje en nummertje vier houdt van konijntjes. De laatste vriendelijke vriend is voor de gek te houden met de onzichtbare inkt. Maar goed, we waren op weg om wat verder landinwaarts te lopen. Rechts vinden we een bos met boeken en een spinneweb. Dat web ziet er interessant uit, dus dat gaat Alexis eens eventjes fijn vernielen. Na het eerst goed bestudeerd te hebben, trekt Alexander stiekempjes vlug aan het loshangende draadje. Dat bewijst eens en te meer dat spinnewebben wel mooi maar niet echt stevig zijn. Nu is het een koud kunstje om het papiertje te stelen. En Alex kan er maar geen genoeg van krijgen. Nu probeert hij weer een boek te stelen. Gelukkig is daar de boekenwurm om die snode daad meteen af te straffen. Wat denkt onze kleine aterling wel niet, straks wordt hij koning met een strafblad. Maar goed, na het gesprek met de wurm pakt hij weer een boek en nu laat hij de zin zien die hij op het strand heeft gevonden. Dat was wel weer genoeg ondeugd voor een eiland, dus Lex gaat weer terug naar het strand. Hier kiest hij, met behulp van zijn kaart, weer voor het Krooneiland. Op dat eiland ontdekt ons koningskind dat hij zo langzamerhand toch wel heel erg verknocht is geraakt aan het belenen van zijn spullen. Hij gaat alweer naar de bank van lening en laat zijn parel aan de eigenaar zien. Daarna gaat hij gauw weer terug naar de boekwinkel waar hij Jollo ontmoet. Jollo is een aardig ventje en nadat hij de ring van Alex heeft gezien is hij zelfs een heel aardig ventje. Nu komt de eerste echte kwijlscene. Een scene die mij al mekkerend uit mijn slaap heeft doen opschrikken. Ons koningsjong loopt naar de boom met de nachtegaal. Hij speelt wat met zijn opwindvogeltje en de niet bijster intelligente vogel trapt daar in. Nu klikt hij met zijn ring op het stomme beestje. Lexie pakt het lint en geeft tenslotte het gedicht aan het kleine zwarte idiootje. Voor al deze moeite krijgt hij een klein briefje maar toch loopt hij te zingen en te springen. Tijd voor het echte werk; terug naar het strand en daarna weer naar het eiland der wonderen. Hij loopt langs het moeras naar de tuin. Pakt hier de fles melk en opent de deur. Hij kan zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en loopt daar doorheen en praat wat met de dames. Lexis pakt de sjaal die een van tweeen als dank voor hem achterlaat en hij gaat weer snel terug naar de tuin. Hier pakt onze grote vriend de ijsbergsla en daarna rent hij terug naar het strand. In vliegende haast kiest hij via de kaart voor het eiland van het beest. Hier loopt hij naar het noorden en gooit gauw de sla in het meertje. Hij steekt dit meertje over en pakt de lamp die aan de boom hangt. Hij loopt nog wat verder door, maar hij gaat natuurlijk niet de tuin in, hij is geen tuinman. Wel pakt hij de baksteen, tenslotte weet je nooit wanneer je nog een extra vleugel aan je paleis wilt hebben. Daarna gaat hij weer terug naar het strand en spreekt vier keer het wezentje aan dat op zijn kop in de boom hangt. Daarna haalt onze Lexim weer een van die vuige truukjes uit, die we allemaal zo van hem verwachten. Hij klikt met de zin op dit wezentje. Daarna steekt hij het beestje in zijn zak. (Ik vraag me af wanneer er nu eindelijk een bond komt die tegen dierproeven in computerspellen is.) Met het arme wezentje op zak gaat ons menneke terug naar het eiland der wonderen. Hier loopt hij weer naar het bos met de boeken en pakt hij een boek. Hij spreekt de boekenwurm aan en geeft hem het arme beestje. Als dank (dank?????) krijgt onze mop een zeldzaam boek. Weer terug in het dorp op Krooneiland, overwint Latex zijn verslaving. In plaats van binnen te gaan bij de bank van lening kiest hij voor de boekenwinkel. Hier staat hij zijn moeizaam gewonnen boek af aan de winkelier en ontvangt hiervoor in ruil een toverboek. Onder het motto `ieder ei kan toveren met een boekje` kijkt hij eens eventjes in de inhoudsopgave van het toverboek. Nu heeft hij een goed idee wat hij allemaal moet gaan verzamelen. Helaas is de morele overwinning op zichzelf voor onze schlemiel maar tijdelijk geweest. Hij begint ontwenningsverschijnselen te vertonen, dus duikt hij fluks de bank van lening weer in. Na diep de bedwelmende geuren te hebben opgesnoven en zijn ogen gelaafd te hebben aan de mysterieuze vormen, worden zijn ogen als door een magneet aangetrokken door de toonbank. Hier kan hij het niet laten om de fluit mee te nemen, maar hiervoor moet hij wel zijn kleine, mechanische vriendje weer opofferen. Gesterkt door dit hele tafereel begeeft onze strandbal zich weer naar dit strand en via de kaart gaat hij weer naar het eiland der wonderen. Hier loopt hij naar de tuin en speelt op zijn fluit. Laf als hij is, steekt hij gauw het gat in de muur in zijn zak. Als door een wonder, maar eigenlijk gewoon door een regel programma, verschijnt er een kopje op een stoel. Natuurlijk kan onze langvingerige vriend de verleiding niet weerstaan en hij steekt dan ook dit kleinood in zijn zak. Tenslotte besluit hij naar een concert van Milli Vanilli te gaan en hij steekt vast een rotte tomaat bij zich. Terug in het moeras kan hij zich niet bedwingen en hij pakt gauw een kopje modder uit het moeras. Zoals een toekomstig staatshoofd betaamt kiest hij nu partij voor de sterkste en geeft hij de tomaat aan de boomstronk. Nadat de twee hebben gekozen voor de politieke oplossing, het gooien met modder dus, vult de Lexman zijn theekopje toch nog met modder. Maar nu met de modder die op de boomstronk is achtergebleven. Na al dit geweld wil onze monarch wel eens een goede daad verrichten. Hij loopt terug naar de tuin en geeft hier de babytraan een flesje melk. Hij vang wat tranen op in zijn lamp en sprint weer terug naar het strand. Zijn verslaving neemt nu zeer dramatische vormen aan, dus is het weer terug naar het Krooneiland. Hier aangekomen vecht Lex tegen de verslaving en loopt eerst naar het kasteel. Hij gluurt onheilspellend naar wat dames, maar daarna is de verleiding toch te groot en in de volgende scene vinden we ons hoopje menselijke ellende weer in de bank van lening. Nu is de tondeldoos aan de beurt. Lex kijkt dan ook naar de toonbank en verruilt de oude fluit voor deze tondeldoos. Om van zijn verslaving af te komen besluit King Lex om een bergtocht te gaan maken. Hij gaat via het strand naar het eiland van de heilige berg. Hier klimt hij, met uitgebreide hulp van het handboek, omhoog. Eenmaal boven gekomen spreekt hij met de vrouw, maar eet niet van de bessen, ze zouden wel eens vitamine C kunnen bevatten. Nadat de vrouw vertrokken is, klikt Lex op de grot achter de struik met de bessen. In de grot komt de tondeldoos natuurlijk uitstekend van pas. Alexander loopt nu helemaal naar achteren door en hij pakt het pepermuntblaadje dat daar hangt. Nu kijkt hij naar het gat aan de linkerkant van de grot en weer gebruikt hij zijn tondeldoos. Voor de afwisseling klikt hij nog een keer op het gat links in de grot. Maar nu heeft hij wel weer genoeg gespeeld. Hij gaat terug naar buiten en daar wacht hem een akelige verrassing. Na de luchtvaartshow klimt Alexander weer fluks naar boven. Hier gaat hij de catacomben in. Hij vindt het maar eng, maar gelukkig is er een kaart van de catacomben te vinden in de handleiding. Vermomd als een soort versiering staat die boven aan de bladzijde die vertelt van het labyrint. Op de eerste verdieping moet onze vaandeldrager de volgende zaken vinden: een schedel, een schild en twee muntjes. Daarna gooit hij zijn baksteen in de raderen van de machine die hem wil pletten en gaat hij via de glijbaan naar beneden. De tondeldoos brengt hier verlichting en onze drakendoder loopt hier net zolang rond totdat hij de boodschap krijgt dat het lijkt alsof de hoefslagen in de kamer naast hem te horen zijn. In deze kamer gebruikt hij het gat in de muur aan de rechterkant en kijkt hij door dit gat naar de kamer met het tapijt. Onze spion van Duitschen Bloed ziet hier de minotaur een geheime doorgang openen. Dat kan hij natuurlijk ook, dus onze man in Manilla spoedt zich naar de kamer met het tapijt. Hij herhaalt de bewegingen die hij de Minotaur heeft zien maken en voil…, binnen de kortste keren staat hij oog in oog met het monster. Hij denkt en denkt en denkt maar dan heeft hij het. Een rode lap, hij trekt de sjaal te voorschijn en zonder enig medelijden laat hij het monster in de put verdwijnen. (Ik dacht eigenlijk dat Minotaurs beschermde diersoorten waren, maar klaarblijkelijk mag dit allemaal. Ik kan je wel zeggen dat mijn schapen zaten te grienen toen dit prachtvee in de grond verdween.) Onze Alexander heeft inmiddels al een aardige plaats weten te bemachtigen bij de machtigen der aarde en dat is in de volgende scene dan ook goed te zien. Na alle mooie woorden en loze beloften waar staatsmanschap op dit niveau nu eenmaal altijd op neer komt, is het weer tijd voor een snufje. Maar deze keer blijft Alex zijn verslaving de baas. Hij gaat via de kaart naar het Krooneiland, maar in plaats van de bank binnen te stappen, stapt hij de boekwinkel binnen. Hier spreekt hij weer wat opbeurende woorden met Jollo, maar daarna verdwijnt hij weer naar het eiland der wonderen. Hier loopt hij naar de tuin en pakt er het flesje dat inmiddels op de tafel is verschenen. Nu wordt het tijd voor wat confrontaties. Alex gebruikt de magische kaart om weer naar het eiland van het beest te reizen. Hier loopt hij naar de tuin, maar voordat hij deze binnengaat, gebruikt hij het magische schild. Nu kan hij de tuin inlopen en hier een roos plukken. Met deze roos spoedt hij zich weer naar het Krooneiland. Hier geeft hij de roos aan het mongoloide vogeltje in de boom. Net nu Alexander dacht dat het saai begon te worden, ontdekt hij dat er een nieuw eiland is bijgekomen. Natuurlijk is deze uitdaging te groot om te weerstaan en onze avonturier rept zich naar het eiland van de mist. Hier vindt hij een sikkel en een stuk kool, maar dan komt zijn laffe aard toch weer naar boven en hij vlucht als een dolle naar het eiland der wonderen. Hier loopt hij naar de twee schaakdames en hij geeft het stuk kool aan de witte koningin. Als dank ontvangt ons broertje een rot ei. Zijn ontwenning begint zijn tol te eisen en Alexander vervalt in herhalingen. Weer gaat hij naar het eiland van het beest en weer pakt hij hier een roos. Maar nu ziet hij zijn dwaling in en in frustratie hakt hij er lustig op los met zijn sikkel. Enigszins verdwaasd spreekt hij met meneer Beest en de goede man geeft onze arme vriend een ring in de veronderstelling dat Lex een arme sloeber is. Lex besluit om zijn obsessie recht in de ogen te kijken, en hij gaat weer via het strand naar het Krooneiland. Nu moet hij zijn koninklijke bloed bewijzen, dus hij besluit om een Nobele Daad te verrichten (nee, niet de daad, een Nobele Daad). Hiervoor loopt hij door het dorp heen naar het huis van het arme meisje, dat nu eenmaal altijd in dit soort kasteelromannetjes voorkomt. Hij geeft haar zijn laatste roos en daarna de ring van het beest. Mannelijke spelers kunnen nu even weglopen om koffie te zetten, maar voor de romantici onder u volgt nu een hartverwarmende scene. Na dit gezemel besluit de prins van roodgeel om zich op zijn nieuwe hobby, het toveren te storten. Hij pakt het buisje met het heilige water dat hij van het orakel heeft gehad. Dit mengt hij met de tranen in de lamp. Nu neemt hij met de lamp wat water uit de fontein. Het grote moment is daar. Hij opent zijn toverboek en bladert naar de bladzijde met de regenspreuk. Deze spreekt hij uit en nu gaat hij naar het Misteiland. Nadat hij zich hier bewezen heeft neemt hij wat gloeiende kolen uit het vuur met de schedel. Hij klikt nog eens met zijn vingertje op het haarlint van Cassima en hij doet ook de zo verkregen haar in de schedel. Hij voegt het rotte ei toe en hij is alweer toe aan zijn tweede spreuk. Hij gaat naar het eiland van de heilige berg en klimt naar boven. Wauw, dat is een mooi paardje. Nu gaat hij naar de bladzijde met de spreuk om een nachtelijk dier te betoveren. Deze spreuk spreekt hij uit en daar gaat onze koene prins naar het dodenrijk. Hier spreekt hij eerst met Koningin Alaria. Daarna spreekt hij de moeder geest aan. Nu wordt het tijd voor wat muziek. Bengel die hij is, speelt onze jongen met het skelet dat op de grond ligt. Hij pakt de loper en hij rent naar het noorden en in zijn morbide fascinatie bekijkt hij de dode ridder. Hier neemt hij de handschoen op en daarna volgt hij het pad verder naar de Styx. Ook hier kan onze Axel de verleiding niet weerstaan en hij vult zijn theekopje weer met water. Daarna geeft hij zijn twee muntjes aan Charon en probeert hij de poort open te doen. Als dat niet lukt probeert ons Schild ende Vertrouwen het op zijn eigen karakteristieke wijze met zijn mond. Hij begint als een viswijf tegen de poort te schelden, maar dat helpt niets. Uiteindelijk besluit hij dat je meer vliegen met honing vangt dan met azijn, dus zegt hij LOVE in antwoord op het raadsel van de poort. Nu loopt hij naar de baas van de doden en hij gebruikt hier zijn handschoen om deze goede man te antagoniseren. Dan gebruikt de smiecht gauw zijn spiegel om de gerechtvaardigde toorn van deze Heerser der Doden te ontvluchten. Enfin, terug op het Krooneiland. Na deze vreselijke belevenissen kan Alexander de verleiding niet weerstaan. Met zijn laatste restje wilskracht sleept hij zichzelf naar de bank van lening en daar besluit hij tot drastische maatregelen. Hij probeert zijn eigen leven te nemen om zo aan zijn vreselijke lot te ontsnappen. Hij drinkt het flesje met Drink-mij erop. Hij valt dood neer. Maar zelfs deze ontsnapping is hem niet gegund. Hij komt in een soort droom terecht waarin hij het niet kan helpen dat hij ziet in wat voor soort lamp de Djinn thuishoort. Hij komt weer bij en stommelt verdwaasd naar buiten. Hier ziet hij een lampenverkoper en in zijn drang om deze alles te vertellen geeft hij hem zijn oude lamp in ruil voor een lamp zoals hij in zijn droom gezien heeft. Nu is Alex ervan overtuigd dat de voorzienigheid nog iets met hem voor heeft. Hij doet de veer in zijn theekopje en gaat voor de laatste maal de bank van lening binnen om te bewijzen dat hij genezen is. Lachend verruilt hij zijn tondeldoos voor een kwast en jubelend rent hij naar het kasteel. Hij loopt naar de zijkant van het kasteel, gebruikt de kwast en hij spreekt de magische verf spreuk uit. Hij opent de deur en gaat het kasteel binnen. Een van de drie deuren verbergt een geest van een klein jongetje. Alex geeft hem de zakdoek die hij van zijn moeder heeft gekregen. Hij opent de deur met het geheime woord ALIZEBU. Nu wordt het echt spannend, dus we rennen door het laatste stuk. Alexander kijkt naar alle spullen op de tafel en daarna loopt hij naar het zuiden en het oosten. Hij geeft de lamp aan Jollo en daarna loopt hij naar het noorden en het westen. Hij friemelt wat aan de linkerhand van een van de harnassen en hij kijkt door de spleet in de muur. Nu gaat hij naar boven en weer kijkt hij door het gat in de muur, maar nu geeft hij de dolk aan Cassima. Hij gaat west, noord, west en weer kijkt hij door een spleet in de muur. Hij gaat naar het noorden en hij duwt wat tegen het meest linkse gedeelte van de muur. Hij gaat de kamer binnen en opent de doos op de tafel. Ben je er nog? Hij leest de brief en opent de kist met de zwarte sleutel. Hij pakt de brief en opent nu de kast. Hij loopt helemaal door de geheime passage en daarna naar het westen. Hier verstopt hij zich, zonder het scherm binnen te lopen waar Jollo`s kamer in is gesitueerd. Hij wacht totdat hij de muziek hoort en hij gaat naar boven en door de deur. Hij geeft de brief aan Sala- din en praat wat met Cassima. Nog is het niet voorbij. Hij volgt de vizier twee keer naar boven. Hij gebruikt de pepermuntbladen op de Djinn en hij pakt het zwaard van de muur. Nu hoeft hij alleen nog maar de vizier te doden om als grote held uit het verhaal tevoorschijn te komen. Alex heeft het hem toch weer gelapt. Niet alleen heeft hij KQ III gewonnen, maar nu ook KQ VI. Zo dat was dan de Queeste voor deze maand. Oplettende lezertjes zullen hebben gemerkt dat ik met geen woord gerept heb over de veile beschuldigingen aan mijn adres in de zeepkist. Ik - en ook mijn meisjes - staan ver boven dit soort beschuldigingen. En wat geeft het voor pas dat iemand in een artikel over emancipatie vergeet dat het schaap de meest nobele diersoort is, ruim een tree boven het paard, de dolfijn of de chimpansee. Maar genoeg, wij gaan ons weer vermaken met onze hele eigen versie van het spel Loom. Ik hoop dat de redactie op tijd voor het volgende nummer een nieuwe postboot kan charteren, zodat ik de volgende keer weer wat fanmail kan ontvangen. QUEESTZE GHLEN LIVID & DE WITTE WOLKJES