Controle, venster

Verschijnt automatisch wanneer in het project controle-expressies worden gedefinieerd.

U kunt:

• Het formaat van kolomkoppen wijzigen door het kader naar rechts te slepen om de kolomkop groter te maken of naar links om de kolomkop kleiner te maken.
  
  
• Een geselecteerde variabele naar het venster Direct of het venster Controle slepen.
  
  
• Het venster sluiten door op het vak Sluiten te klikken. Als dit vak niet zichtbaar is, dubbelklikt u op de Titelbalk om het te openen. U kunt er alsnog op klikken om het venster te sluiten.

Vensterelementen

Expressie

Bevat de controle-expressie. Links van de expressie wordt het pictogram Controle weergegeven.

Waarde

Bevat de waarde van de expressie op het moment waarop werd overgeschakeld op de onderbrekingsmodus.

U kunt een waarde bewerken en op ENTER, PIJL-OMHOOG, PIJL-OMLAAG, TAB of SHIFT+TAB drukken of op het scherm klikken om de wijziging te valideren. Als de waarde ongeldig is, blijft het veld Bewerken actief en wordt de waarde gemarkeerd. Bovendien verschijnt een berichtvenster waarin de fout wordt beschreven. U kunt een wijziging annuleren door op ESC te drukken.

Type

Geeft het expressietype weer.

Context

Bevat de context van de controle-expressie.

Als de context van de expressie niet binnen het bereik ligt wanneer op de onderbrekingsmode wordt overgeschakeld, wordt de huidige waarde niet weergegeven.

U kunt het venster sluiten door op het vak Sluiten te klikken. Als dit vak niet zichtbaar is, dubbelklikt u op de Titelbalk om het te openen. U kunt er alsnog op klikken om het venster te sluiten.