Uitlijnen, opdrachten in het menu Opmaak

   

Lijnt geselecteerde objecten op elkaar uit met het besturingselement met de witte grepen als referentie.

Links

Lijnt de horizontale positie van de geselecteerde objecten uit, waarbij de meest linkse randen op ΘΘn lijn worden geplaatst met het besturingselement met de witte grepen.

Werkbalkknop:   .

Centrum

Lijnt de horizontale positie van de geselecteerde objecten uit, waarbij de middelpunten op ΘΘn lijn worden geplaatst met het besturingselement met de witte grepen.

Werkbalkknop:   .

Rechts

Lijnt de horizontale positie van de geselecteerde objecten uit, waarbij de meest rechtse randen op ΘΘn lijn worden geplaatst met het besturingselement met de witte grepen.

Werkbalkknop:   .

Boven

Lijnt de verticale positie van de geselecteerde objecten uit, waarbij de bovenkanten op ΘΘn lijn worden geplaatst met het besturingselement met de witte grepen.

Werkbalkknop:   .

Midden

Lijnt de verticale positie van geselecteerde objecten uit, waarbij de middelpunten op ΘΘn lijn worden geplaatst met het besturingselement met de witte grepen.

Werkbalkknop:   .

Onder

Lijnt de verticale positie van de geselecteerde objecten uit, waarbij de onderkanten op ΘΘn lijn worden geplaatst met het besturingselement met de witte grepen.

Werkbalkknop:   .

Op raster

Lijnt de linkerbovenhoek van de geselecteerde objecten uit op het dichtstbijzijnde rasterpunt. Het formaat van het object wordt niet gewijzigd.

Werkbalkknop:   .