Onderbreken, opdracht in het menu Starten

   

Onderbreekt de uitvoering van een programma en activeert de onderbrekingsmodus. Als op de tab Editor-indeling van het dialoogvenster Opties de optie Marge-indicatorbalk is geselecteerd en deze opdracht wordt gekozen tijdens de uitvoering van een instructie, verschijnt de instructie in het venster Programmacode met in de linkermarge. Als de opdracht wordt gekozen op een moment dat geen instructie wordt uitgevoerd, wordt pas een instructie gemarkeerd wanneer zich een gebeurtenis voordoet.

Bepaalde wijzigingen die tijdens de onderbrekingsmodus worden aangebracht, worden pas doorgevoerd wanneer het programma opnieuw wordt gestart.

Werkbalkknop:   . Sneltoetscombinatie:  CTRL+BREAK.