Print #, instructie

       

Schrijft gegevens met weergavenopmaak naar een sequentieel bestand.

Syntaxis

Print #bestandsnummer, [uitvoerlijst]

De syntaxis van de instructie Print # bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Beschrijving
bestandsnummer Vereist. Elk geldig bestandsnummer.
uitvoerlijst Optioneel. Een expressie of lijst met expressies die moet worden afgedrukt.

Instellingen

Het argument uitvoerlijst heeft de volgende instellingen:

[{Spc(n) | Tab[(n)]}] [expressie] [tekenpos]

Instelling Beschrijving
Spc(n) Hiermee kunt u spaties invoegen in de uitvoer, waarbij n staat voor het aantal in te voegen spaties.
Tab(n) Hiermee kunt u de invoegpositie op een absoluut kolomnummer plaatsen, waarbij n het kolomnummer aangeeft. Gebruik Tab zonder argument om de invoegpositie aan het begin van het volgende afdrukgebied te plaatsen.
expressie Een numerieke expressies of tekenreeksexpressie die u wilt afdrukken.
tekenpos Geeft de invoegpositie voor het volgende teken aan. Gebruik een puntkomma als u de invoegpositie onmiddellijk na het laatst weergegeven teken wilt plaatsen. Plaats de invoegpositie op een absoluut kolomnummer met Tab(n). Gebruik Tab zonder argument om de invoegpositie aan het begin van het volgende afdrukgebied te plaatsen. Als tekenpos niet wordt gebruikt, wordt het volgende teken op de volgende regel afgedrukt.

Notities

Gegevens die worden geschreven met Print # worden meestal met Line Input # of Input gelezen uit een bestand.

Als u uitvoerlijst weglaat en alleen een lijstscheidingsteken opneemt na bestandsnummer, wordt een witregel afgebeeld in het bestand. Meerdere expressies kunnen worden gescheiden door een spatie of een puntkomma. Een spatie heeft dezelfde werking als een puntkomma.

Voor Boole-gegevens wordt True of False afgedrukt. De sleutelwoorden True en False worden niet vertaald, ongeacht de lokale instellingen.

Gegevens van het type Date worden naar het bestand geschreven in de korte datumnotatie (standaardinstelling) die wordt herkend door uw systeem. Als het datum- of tijdgedeelte ontbreekt of nul is, wordt alleen het andere gedeelte naar het bestand geschreven.

Er wordt niets naar het bestand geschreven als de gegevens van uitvoerlijst de waarde Empty hebben. Als de gegevens van uitvoerlijst echter Null bevatten, wordt Null naar het bestand geschreven.

De uitvoer van foutgegevens wordt geschreven als Error foutcode. Het sleutelwoord Error wordt niet vertaald ongeacht de lokale instellingen.

Alle gegevens die met Print # naar het bestand worden geschreven, zijn internationaal bijgewerkt. Dit houdt in dat de gegevens juist zijn opgemaakt met het geldige decimale scheidingsteken.

Aangezien met Print # een afbeelding van de gegevens naar het bestand wordt geschreven, dient u de gegevens te begrenzen als u wilt dat deze goed worden weergegeven. Als u Tab zonder argumenten gebruikt om de afdrukpositie naar het volgende afdrukgebied te verplaatsen, worden met Print # ook de spaties tussen de afgedrukte velden naar het bestand geschreven.

Opmerking Als u de gegevens later vanuit een bestand wilt lezen met de instructie Input #, kunt u de gegevens het beste naar het bestand schrijven met de instructie Write # in plaats van met de instructie Print #. Wanneer u Write # gebruikt, weet u zeker dat alle gegevensvelden intact blijven omdat de grenzen van de velden juist worden afgebakend. Hierdoor kunt u met Input # de velden weer teruglezen. Bovendien zorgt het gebruik van Write # ervoor dat de gegevens in de lokale instellingen kunnen worden gelezen.