Wordt gebruikt om twee getallen bij elkaar op te tellen.
Syntaxis
resultaat = expressie1+expressie2
De syntaxis van de operator + bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderdeel | Beschrijving |
---|---|
resultaat | Vereist. Een willekeurige numerieke variabele. |
expressie1 | Vereist. Een willekeurige expressie. |
expressie2 | Vereist. een willekeurige expressie. |
Notities
Als u de operator + gebruikt, is het soms moeilijk te bepalen of een optelling of aaneenschakeling van tekenreeksen gaat plaatsvinden. Gebruik de operator & voor aaneenschakeling om onduidelijkheden te voorkomen en voor het verschaffen van zelfverklarende programmeercode.
Wanneer ten minste ΘΘn van de expressies geen Variant is, gelden de volgende regels:
Als | Dan |
---|---|
Beide expressies een numeriek gegevenstype (Byte, Boolean, Integer, Long, Single, Double, Date, Currency of Decimal) zijn, | Optelling. |
Beide expressies het gegevenstype String zijn, | Aaneenschakeling. |
De ene expressie een numeriek gegevenstype heeft en de andere een willekeurige Variant is behalve Null | Optelling. |
De ene expressie het gegevenstype String heeft en de andere een Variant is behalve Null | Aaneenschakeling. |
De ene expressie een Variant is van het type Empty | Ongewijzigde weergave van de andere expressie als resultaat. |
De ene expressie een numeriek gegevenstype heeft en de andere het gegevenstype String heeft | Er treedt een fout op: Typen komen niet overeen . |
Een van beide expressies Null is | Resultaat is Null. |
Als beide expressies Variant zijn, gelden de volgende regels:
Als | Dan |
---|---|
Beide Variant-expressies numeriek zijn, | Optelling. |
Beide Variant-expressies tekenreeksen zijn, | Aaneenschakeling. |
EΘn Variant-expressie numeriek is en de andere een tekenreeks, | Optelling. |
Voor eenvoudige optellingen van expressies met numerieke gegevenstypen is het gegevenstype van resultaat normaal gesproken hetzelfde als het gegevenstype van de meest nauwkeurige expressie. De volgorde van de gegevenstypen van minst naar meest nauwkeurig is Byte, Integer, Long, Single, Double, Currency en Decimal. Hierbij gelden de volgende uitzonderingen:
Als | Dan is resultaat |
---|---|
De gegevenstypen Single en Long bij elkaar worden opgeteld, | een gegevenstype Double. |
Het gegevenstype van resultaat een variant Long, Single of Date is waarvan het geldige bereik wordt overschreden, | geconverteerd naar een Double-variant. |
Het gegevenstype van resultaat een variant Byte is waarvan het geldige bereik wordt overschreden, | geconverteerd naar een variant Integer. |
Het gegevenstype van resultaat een variant Integer is waarvan het geldige bereik wordt overschreden, | geconverteerd naar een variant Long. |
Gegevens van het type Date worden toegevoegd aan een ander gegevenstype, | een gegevenstype Date. |
Wanneer een of beide expressies Null-expressies zijn, is resultaat ook Null. Als beide expressies Empty zijn, krijgt resultaat het gegevenstype Integer. Als slechts ΘΘn van beide expressies Empty is, wordt de andere expressie ongewijzigd weergegeven als resultaat.
Opmerking Bij optellen en aftrekken wordt niet dezelfde volgorde van nauwkeurigheid gehanteerd als bij vermenigvuldigen.