Dir, functie

       

Geeft als resultaat een String met de naam van een bestand, directory of map die overeenkomt met het opgegeven patroon of bestandskenmerk, of met de volumenaam van een station.

Syntaxis

Dir[(padnaam[, kenmerken])]

De syntaxis van de functie Dir bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Beschrijving
padnaam Optioneel. Een tekenreeksexpressie die de bestandsnaam aangeeft. U kunt hierin ook de directory of map en het station opnemen. Als padnaam niet wordt gevonden, wordt een tekenreeks met lengte nul ("") als resultaat gegeven.
kenmerken Optioneel. Een constante of numerieke expressie waarvan de som de bestandskenmerken aangeeft. Als dit argument is weggelaten, bestaat het resultaat uit bestanden die overeenkomen met padnaam maar geen bestandskenmerken hebben.

Instellingen

Het argument kenmerken heeft de volgende instellingen:

Constante Waarde Beschrijving
vbNormal 0 (Standaard) Geeft bestanden zonder kenmerken aan.
vbReadOnly 1 Geeft naast bestanden zonder kenmerken ook alleen-lezen bestanden aan.
vbHidden 2 Geeft naast bestanden zonder kenmerken ook verborgen bestanden aan.
VbSystem 4 Geeft naast bestanden zonder kenmerken ook systeembestanden aan. Niet beschikbaar op de Macintosh.
vbVolume 8 Geeft het volumelabel aan. Als een ander kenmerk is opgegeven, wordt vbVolume genegeerd. . Niet beschikbaar op de Macintosh.
vbDirectory 16 Geeft naast bestanden zonder kenmerken ook directory's of mappen aan.
vbAlias 64 De opgegeven bestandsnaam is een alias. Alleen beschikbaar op de Macintosh.

Opmerking Deze constanten worden gedefinieerd door Visual Basic for Applications. U kunt deze namen op elke gewenste positie in uw programmacode opnemen in plaats van de eigenlijke waarden.

Notities

In Microsoft Windows kunt u bij de functie Dir het jokerteken voor meer tekens (*) en dat voor een enkel teken (?) gebruiken als u meer bestanden wilt aanduiden. Op de Macintosh worden deze tekens daarentegen beschouwd als geldige tekens in bestandsnamen zodat u ze niet kunt gebruiken om meer bestanden aan te duiden.

Aangezien de Macintosh geen jokertekens ondersteunt, gebruikt u hier het bestandstype om groepen bestanden aan te duiden. Met de functie MacID kunt u het bestandstype opgeven, zodat u niet alle bestandsnamen hoeft te typen. Zo geeft de volgende instructie de naam van het eerste TEXT-bestand in de huidige map als resultaat:

Dir("EenPad", MacID("TEXT"))

Als u alle bestanden in een map wilt omvatten geeft u een tekenreeks zonder gegevens op:

Dir("")

Er treedt een fout op als u in Microsoft Windows de functie MacID gebruikt in combinatie met Dir.

Elke waarde voor kenmerken die groter is dan 256, wordt beschouwd als een MacID-waarde.

De eerste keer dat u de functie Dir oproept, dient u padnaam op te geven, anders treedt een fout op. Als u bestandskenmerken opgeeft, moet u padnaam ook opgeven.

De functie Dir geeft als resultaat de eerste bestandsnaam die overeenkomt met padnaam. Wanneer u meer bestandsnamen wilt weergeven die overeenkomen met padnaam, roept u Dir opnieuw aan, maar zonder argumenten. Wanneer geen bestanden meer overeenkomen, geeft Dir een lege tekenreeks ("") als resultaat. Zodra een lege tekenreeks het resultaat is, moet u in volgende instructies padnaam opgeven. Anders treedt een fout op. U kunt padnaam dan wijzigen zonder dat u alle bestandsnamen ophaalt die overeenkomen met de huidige padnaam. De functie Dir kan zich niet herhalen. Submappen worden willekeurig opgehaald als u Dir oproept met het kenmerk vbDirectory.

Tip Aangezien de bestandsnamen in willekeurige volgorde worden opgehaald, kan het handig zijn de bestandsnamen die als resultaat zijn gegeven, op te slaan in een matrix en de matrix vervolgens te sorteren.