NetInfo-koppelingen configureren


In Adreslijsttoegang kunt u opgeven dat Mac OS X of Mac OS X Server aan een bovenliggend NetInfo-domein wordt gekoppeld met de statische, Broadcast- en DHCP-protocollen, die in elke mogelijke combinatie kunnen worden gebruikt. Wanneer de computer wordt opgestart, wordt geprobeerd de koppeling met het bovenliggende NetInfo-domein tot stand te brengen.

Opmerking: als in het netwerk geen gedeeld NetInfo-domein beschikbaar is, treedt vertraging op bij het opstarten van een computer als u op die computer een koppeling met een bovenliggend NetInfo-domein configureert.

  1. Klik in Adreslijsttoegang op 'Voorzieningen'.
  2. Als het hangslotsymbool is vergrendeld, klikt u hierop en geeft u de naam en het wachtwoord van een beheerder op.
  3. Selecteer 'NetInfo' in de lijst met voorzieningen en klik vervolgens op 'Configureer'.
  4. Kies het koppelingsprotocol waarvan u gebruik wilt maken.

    Voor koppeling via het Broadcast-protocol schakelt u het aankruisvak 'Probeer via het Broadcast-protocol verbinding te maken' in.

    Voor koppeling via het DHCP-protocol schakelt u het aankruisvak 'Probeer via het DHCP-protocol verbinding te maken' in.

    Voor statische koppeling schakelt u het aankruisvak 'Probeer verbinding te maken met de volgende NetInfo-server' in. Vervolgens geeft u het IP-adres van de computer van het bovenliggende domein in het veld 'Serveradres' en de NetInfo-tag van het bovenliggende domein in het veld 'Servertag' op.

  5. Klik op 'OK' en vervolgens op 'Pas toe'.
  6. Start de computer opnieuw op.