
Toegang tot een LDAP-adreslijst configureren
In Adreslijsttoegang kunt u een configuratie aanmaken die bepaalt hoe Mac OS X toegang krijgt tot een bepaalde LDAPv3- of LDAPv2-adreslijst.
- Klik in Adreslijsttoegang op 'Voorzieningen'.
- Als het hangslotsymbool is vergrendeld, klikt u hierop en geeft u de naam en het wachtwoord van een beheerder op.
- Selecteer 'LDAPv3' in de lijst met voorzieningen en klik vervolgens op 'Configureer'.
- Klik op de knop met het driehoekje naast 'Toon opties' als de lijst met LDAP-adreslijstconfiguraties niet wordt weergegeven.
- Klik op 'Nieuw' en geef een naam op voor de configuratie.
- Druk op de Tab-toets en geef de DNS-naam of het IP-adres op van de server met de LDAP-adreslijst die u wilt benaderen.
- Klik op het venstermenu in de kolom 'LDAP-koppelingen' en kies de gewenste koppelingssjabloon of kies 'Van server'.
- Geef het achtervoegsel van de zoekbasis voor de LDAP-adreslijst op en klik op 'OK'.
Als u in stap 7 een sjabloon hebt gekozen, moet u een achtervoegsel van de zoekbasis opgeven. Als u dit niet doet, kan de computer geen gegevens vinden in de LDAP-adreslijst. Doorgaans is het achtervoegsel afgeleid van de DNS-naam van de server. Een voorbeeld van een achtervoegsel van een zoekbasis is 'dc=voorbeeld, dc=com' voor een server met de DNS-naam 'server.voorbeeld.com'.
Als u in stap 7 'Van server' hebt gekozen, hoeft u geen zoekbasis op te geven. In dat geval wordt door Open Directory aangenomen dat de zoekbasis het hoogste niveau van de LDAP-adreslijst is.
- Schakel het aankruisvak 'SSL' in als u wilt dat Open Directory gebruikmaakt van SSL (Secure Sockets Layer) voor verbindingen met de LDAP-adreslijst.
Als u wilt dat de computer toegang heeft tot de LDAP-adreslijst waarvoor u zojuist een configuratie hebt aangemaakt, voegt u de adreslijst toe aan een aangepaste zoekconfiguratie in het tabblad 'Identiteitscontrole' of het tabblad 'Adressen' in Adreslijsttoegang. Bovendien moet u in het tabblad 'Voorzieningen' de optie 'LDAPv3' inschakelen. In andere Help-onderwerpen worden hiervoor instructies gegeven.
Opmerking: Voordat u in Workgroup Manager gebruikers kunt aanmaken op een niet-Apple LDAP-server die gebruikmaakt van RFC 2307 (UNIX)-koppelingen, moet u de koppeling van het gebruikersrecordtype aanpassen. In een ander Help-onderwerp wordt hiervoor instructies gegeven.