
Zoekconfiguraties voor identiteitscontrolegegevens en adresgegevens instellen
In Adreslijsttoegang worden twee typen zoekconfiguraties vastgelegd: voor identiteitscontrolegegevens en voor adresgegevens.
- Mac OS X maakt gebruik van de zoekconfiguratie voor identiteitscontrole om naar identiteitscontrolegegevens van gebruikers en andere beheergegevens te zoeken in adreslijstdomeinen.
- De zoekconfiguratie voor adresgegevens wordt door Mac OS X gebruikt om naar namen, adressen en andere gegevens van contactpersonen te zoeken in adreslijstdomeinen. Deze gegevens kunnen door het Mac OS X-programma Adresboek worden gebruikt, maar ook andere programma's kunnen worden ingesteld om deze gegevens te gebruiken.
Een zoekconfiguratie bestaat uit een lijst met adreslijstdomeinen, ook wel adreslijstnodes genoemd. De volgorde van de adreslijstdomeinen in de lijst bepaalt de zoekconfiguratie. Mac OS X doorzoekt vanaf het begin van de lijst een voor een de adreslijstdomeinen, totdat de benodigde gegevens zijn gevonden of totdat het einde van de lijst is bereikt en er geen gegevens zijn gevonden.
U kunt elke zoekconfiguratie, zowel die voor de identiteitscontrolegegevens als die voor adresgegevens, instellen op 'Automatisch', 'Aangepast pad' of 'Lokale adreslijst'.
- Met 'Automatisch' wordt eerst gezocht in het lokale adreslijstdomein en kan ook worden gezocht in een LDAP-adreslijst die automatisch wordt geleverd door DHCP- en NetInfo-domeinen waaraan de computer is gekoppeld. 'Automatisch' is de standaardinstelling voor Mac OS X versie 10.2 en hoger, en biedt optimale flexibiliteit voor draagbare computers.
- Met 'Lokale adreslijst' wordt alleen gezocht in het lokale adreslijstdomein.
- Met 'Aangepast pad' wordt eerst gezocht in het lokale adreslijstdomein en kan ook worden gezocht in door u opgegeven LDAP-adreslijsten, een Active Directory-domein, NetInfo-domeinen, BSD-configuratiebestanden en een NIS-domein.