De standaardserver voor Active Directory opgeven


In Adreslijsttoegang kunt u de DNS-naam opgeven van de server met het Active Directory-domein waartoe standaard toegang moet worden gemaakt door de Active Directory-plugin. Als de server later niet meer beschikbaar is, wordt automatisch overgeschakeld naar een andere nabijgelegen server in de forest. Als u deze optie niet inschakelt, bepaalt de Active Directory-plugin automatisch het dichtstbijzijnde Active Directory-domein in de forest.

  1. Klik in Adreslijsttoegang op 'Voorzieningen'.
  2. Als het hangslotsymbool is vergrendeld, klikt u hierop en geeft u de naam en het wachtwoord van een beheerder op.
  3. Selecteer 'Active Directory' in de lijst met voorzieningen en klik vervolgens op 'Configureer'.
  4. Als de geavanceerde opties verborgen zijn, klikt u op 'Toon geavanceerde opties'.
  5. Selecteer de optie 'Standaarddomeinserver' en geef de DNS-naam van de gewenste Active Directory-server op.