Automatische zoekconfiguraties definiëren


In Adreslijsttoegang kunt u de zoekconfiguraties voor identiteitscontrolegegevens en adresgegevens op een Mac OS X-computer zo instellen dat ze automatisch worden gedefinieerd. In een automatisch gedefinieerde zoekconfiguratie wordt altijd het lokale adreslijstdomein opgenomen. Een dergelijke zoekconfiguratie kan tevens een LDAP-adreslijstserver bevatten die is gespecificeerd door de DHCP-voorziening, plus gemeenschappelijke NetInfo-domeinen waaraan de computer is gekoppeld. Dit is de standaardinstelling voor de zoekconfiguraties voor identiteitscontrolegegevens en voor adresgegevens.

Opmerking: Sommige programma's, zoals Mail en Adresboek in Mac OS X, kunnen LDAP-adreslijsten rechtstreeks benaderen, zonder gebruik te maken van Open Directory. Als u voor een van deze programma's wilt instellen dat LDAP-adreslijsten rechtstreeks moeten worden benaderd, opent u Adreslijsttoegang en stelt u de desbetreffende voorkeuren in.

  1. Klik in Adreslijsttoegang op 'Identiteitscontrole' of 'Adressen'.

    In het tabblad 'Identiteitscontrole' wordt de zoekconfiguratie weergegeven die wordt gebruikt voor identiteitscontrole en de meeste andere beheergegevens.

    In het tabblad 'Adressen' wordt de zoekconfiguratie weergegeven die wordt gebruikt voor adresgegevens in programma's zoals Adresboek.

  2. Als het hangslotsymbool is vergrendeld, klikt u hierop en geeft u de naam en het wachtwoord van een beheerder op.
  3. Kies de optie 'Automatisch' uit het venstermenu 'Zoek in' en klik vervolgens op de knop 'Pas toe'.
  4. Controleer in het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren of de instelling 'Via DHCP' of 'Via DHCP met handmatig ingesteld adres' is geselecteerd.
  5. Als u wilt dat de DHCP-voorziening van Mac OS X Server de clients voorziet van een bepaald LDAP-serveradres voor de automatische zoekconfiguratie, moet u de LDAP-opties van de DHCP-voorziening op die manier configureren.

    In een andere Help-onderwerp wordt hiervoor instructies gegeven.