In de knoppenbalk staan symbolen/knoppen die de belangrijkste functies en opdrachten weergeven die kunnen worden gebruikt bij het bewerken van het fotoboek.
Tip: vaak zijn de functies uit de werkbalk ook te vinden door te klikken op de rechter muistoets. |
Als de muisaanwijzer op een knop in de werkbalk wordt geplaatst, verschijnt er een uitleg over de betreffende knop.
Als door de beeldschermresolutie niet voldoende ruimte beschikbaar is om alle gereedschappen in de werkbalk te tonen, wordt een deel van de gereedschappen uitgeschakeld. Het symbool "" staat dan in de knoppenbalk. Door hierop te klikken kunnen verborgen gereedschappen tevoorschijn worden gehaald en kan een keuze worden gemaakt.
Niet alle gereedschappen zijn in alle editors beschikbaar.
Plaats in de indeling een veld voor een foto. Kies daarna linksonder een foto en plaats deze in het fotoveld. Nadat de foto is ingevoegd, kan de plaats, grootte, draaiing en volgorde van alle foto's worden gewijzigd. Zie het hoofdstuk „Werken met indelingen“.
Plaatst in de indeling een tekstveld waarin eigen tekst kan worden geschreven en worden opgemaakt.
De bewerkings gereedschappen zijn in de groep "Stappenplannen..." samengevat.
Komt overeen met "herstellen" bij andere bewerkingsprogramma's.
Komt overeen met "herhalen" bij andere bewerkingsprogramma's.
Knipt het geselecteerde veld (of meerdere velden tegelijk) naar het klembord en wist het origineel/de originelen.
Kopieert het geselecteerde veld (of meerdere velden) naar het klembord maar verandert niets aan het origineel/de originelen.
Voegt velden die naar het klembord zijn gekopieerd in in het bewerkscherm.
Wist het geselecteerde foto- of tekstveld (of meerdere geselecteerde velden).
Als een nieuwe fotoveld of tekstveld aan een pagina wordt toegevoegd of uit een pagina wordt verwijderd, past de software de indeling automatisch aan voor dat aantal foto's. Hierdoor ontstaat een optimale verdeling over de pagina. Als geen geschikte indeling beschikbaar is, zal er een meldeling verschijnen. Dit kan met deze knop worden in- en uitgeschakeld.
Indien nog een indeling opgeslagen is die past bij hetzelfde aantal foto's zal de software deze gebruiken. Zodoende kunnen dus de verschillende indelingen achtereenvolgens worden uitgeprobeerd en de beste worden uitgekozen. Let op: er wordt geen rekening met tekstvelden gehouden, gemaakte tekstvelden worden gewist!
Als een indeling naar eigen voorkeur is aangepast, kan deze worden opgeslagen om haar op andere pagina's opnieuw te gebruiken. De indeling verschijnt dan links in het veld bij de andere standaard-indelingen en is voorzien van een sterretje.
Er verschijnt een hulpraster (wordt niet-afgedrukt!) dat helpt bij het beter positioneren van de foto- en tekstvelden. De velden positioneren zich in de hoekpunten van de rastervakjes. De afstanden tussen de rasterlijnen zijn in te stellen via de knop Instellingen in de menubalk en kies dan "Bewerkschermen".
Met het vinkje voor "Paginanummers weergeven" kan het weergeven van paginanummers in of uit worden geschakeld.
Algemeen
Geef aan op welke pagina de paginanummers moeten beginnen. Als bijvoorbeeld de eerste pagina wordt gebruikt als inhoudsopgave van het fotoboek, moet de paginanummering pas op de volgende, de tweede, pagina beginnen.
Als mogelijkheden voor de paginanummers kan worden gekozen uit:
Arabische cijfers (1, 2, 3, ...)
kleine romeinse cijfers (i, ii, iii, ...)
grote romeinse cijfers (I, II, III, ...)
kleine letters (a, b, c, ...) en
grote letters (A, B, C, ...).
De tekst van de paginanummers is standaard „Pagina %“.
Het procentteken staat daarbij op de plek van het paginanummer en mag daarom niet verwijderd worden. De rest van de tekst kan naar wens worden aangepast.
„Pagina %“ leidt tot „Pagina 1“, „Pagina 2“, „Pagina 3“, etc.
„- % -“ leidt tot „- 1 -“, „- 2 -“, „- 3 -“, etc.
en „Fotoboek pagina %, bruiloft Hilde en Paul“ leidt tot „Fotoboek pagina 1, bruiloft Hilde en Paul“, „Fotoboek pagina 2, bruiloft Hilde en Paul“, etc. .
De afstand van de paginanummering tot aan de paginarand is tussen 1 en 10 mm in te stellen.
Positie
De volgende instellingen zijn mogelijk voor het positioneren van de paginanummers op de pagina's:
Pagina 1 |
Pagina 1 |
|
Pagina 1 |
Pagina 1 |
|
Pagina 1 |
Pagina 1 |
binnenkant boven |
|
midden boven |
|
buitenkant boven |
Pagina 1 |
Pagina 1 |
|
Pagina 1 |
Pagina 1 |
|
Pagina 1 |
Pagina 1 |
binnenkant onder |
|
midden onder |
|
buitenkant onder |
Aanpassen
De tekst voor de paginanummering kan op allerlei mogelijke manieren worden aangepast: zoals gebruikelijk kan het lettertype, de tekengrootte en tekenstijl (vet en cursief) worden uitgekozen, net zoals de tekstkleur.
Daarnaast kan nog de dikte en kleur van de letterranden en de achtergrondkleur voor de regelnummering instellen en in- en uit worden geschakeld. De achtergrondkleur loopt over de hele breedte van de pagina, omdat dit het formaat van het tekstvak is.
Tip: Als voor een zwarte pagina-achtergrond is gekozen, kan met een gele letterrand en zwarte tekstkleur een neoneffect worden gecreëerd. |
In fotovelden kunnen foto's worden ingevoegd, in tekstvelden kunnen teksten worden ingevuld. Deze functies werken zowel met lege velden, als ook met reeds gevulde velden (zoals foto's of tekst).
Dit gereedschap draait fotoveld of tekstveld telkens met een hoek van 90° links- of rechtsom (de foto of tekst draait mee).
Om een foto of een tekst op de kop te zetten, eenvoudigweg 2 keer op deze knop drukken.
Dit is een bewerkingssymbool (herkent men aan het driehoeksymbool op de knop, activeren door erop te klikken) met de volgende functies:
De fotovelden kunnen zich deels overlappen. Met deze knoppen kan de volgorde van de velden die over elkaar liggen, worden aangepast. Kies zelf welke velden op de voorgrond en welke op de achtergrond moeten komen. Tekstvelden liggen altijd op de voorgrond en kunnen onderling worden verschoven, maar nooit achter een foto worden geplaatst.
De functie „Geselecteerde velden positioneren“ biedt uitgebreide mogelijkheden om de positie, draaiing (rotatie), het formaat en zoomfactor van de inhoud vast te leggen. Er kunnen meerdere velden worden geselecteerd en die kunnen dan met dezelfde factor worden ingesteld.
Er zijn 4 verschillende tabbladen met functies: „Positie“, „Draaiing“, „Formaat“ en „Zoomen“.
De opties „... behouden“ staan standaard op actief.
De zoomfactor bepaalt de vergroting van een foto in het fotoveld. Behoud de actuele zoomfactor of kies een nieuwe factor als alle foto's bijvoorbeeld 98% moeten worden van het origineel. De zoomfactor wordt in procenten aangegeven. Dit heeft geen invloed op tekstvelden. Om een tekst te vergroten, moet dit per tekstveld zelf worden aangepast.
Het formaat van de fotovelden kan absoluut worden ingesteld (met hoogte en breedte in cm) of de foto kan procentueel worden geschaald. Dit werkt ook met tekstvelden.
Bij de optie „Draaiing gelijktrekken“ worden alle foto's absoluut gedraaid tot één en dezelfde waarde. De optie „Foto's extra draaien“ draait de foto's relatief. Als enkele velden al enigzins zijn gedraaid, dan wordt de waarde bij de reeds bestaande draaiing opgeteld. Ook tekstvelden kunnen met deze functie worden gedraaid.
Met deze uitlijn-functie worden alle foto's en tekstvelden op de millimeter nauwkeurig in de indeling geplaatst.
Als aanknopingspunt wordt de paginabreedte (bij verticale uitlijning) of de paginahoogte (bij horizontale uitlijning) van het gehele vlak weergegeven. Daarom slaat de paginabreedte bij fotoboeken op de gehele dubbele pagina.
De mogelijke uitlijningen zijn: | ||||
---|---|---|---|---|
Uitgangspunt: |
![]() |
„Alle foto's evenwijdig verschuiven“ |
![]() |
|
“Middelpunt horizontaal uitlijnen“ |
![]() |
“Middelpunt verticaal uitlijnen“ |
![]() |
|
“Rechts van de verticale lijn uitlijnen“ |
![]() |
“Links van de verticale lijn uitlijnen“ |
![]() |
|
“Boven een horizontale lijn uitlijnen“ |
![]() |
“Onder een horizontale lijn uitlijnen“ |
![]() |
De termen "middelpunt, rechts, links, boven en onder" hebben altijd betrekking op de foto- en tekstvelden. De horizontale en verticale lijnen hebben altijd betrekking op de pagina. Bij de middelpuntoptie kan bovendien worden gekozen de velden in het midden van de pagina te centreren.
Let op: verschuif fotovelden of tekstvelden niet te ver, zodat ze van het bewerkscherm afvallen. Zodra de selectie van de velden weg is, kunnen de velden niet meer teruggeschoven worden. Ze worden automatisch uit de bestelling verwijderd, zodra ze buiten de pagina vallen.
Zodra een fotoveld een foto bevat en geselecteerd is, verschijnen in de werkbalk/knoppenbalk (én via de rechtermuisknop) extra gereedschappen voor het bewerken van de foto's.
Een belangrijk hulpmiddel bij het vergroten en verkleinen van foto's ("Foto verkleinen" / "Foto vergroten") is de kwaliteitsaanduiding, het smiley-symbooltje in de werkbalk. De smiley geeft de afdrukkwaliteit van de foto aan.
Een groene smiley betekent: de resolutie van de foto is hoog genoeg om een goede kwaliteit te waarborgen. Tevens geen kwaliteitsverlies bij dit fotoformaat.
Een gele smiley betekent: de resolutie van de foto is niet optimaal om een goede kwaliteit te waarborgen. Dat wil zeggen bij dit fotoformaat een gering kwaliteitsverlies voor lief moet worden genomen of de foto moet worden verkleind.
Een rode smiley betekent: de resolutie van de foto is te laag om een goede kwaliteit te waarborgen (dan wordt ook door een "Pas op!"-waarschuwingsbord in de foto zelf weergegeven.) De foto kan beter niet in dit formaat worden gebruikt omdat er duidelijk zichtbaar kwaliteitsverlies optreedt. De foto kan het beste worden verkleind of er moet een andere foto, met een hogere resolutie, worden gebruikt.
Hiermee kan het formaat van de foto binnen het fotoveld worden veranderd. Zo kan bijvoorbeeld het deel van de foto worden gekozen dat in het kader te zien zal zijn. De foto kan binnen het kader (met vastgehouden muisknop) verschoven worden, als de foto groter is dan het kader. Het in- en uitzoomen lukt nog beter met het scrollwieltje van de muis. Let hierbij wel op de kwaliteitsaanduiding!
Om foto's beter te laten afsteken tegen de achtergrond, of naar voren te halen, kunnen ze in een kader geplaatst worden, dat mee afgedrukt of uitgelicht wordt. De dikte van de kaderrand en de kleur van de rand kunnen naar eigen smaak worden aangepast.
Ook kan de foto van een slagschaduw worden voorzien (mooi bij lichte achtergronden), daardoor lijkt het alsof de foto net iets boven de pagina zweeft. Voor de slagschaduw kan een afstand, een intensiteit (helderheid) en een richting worden opgegeven. De richting kan worden bepaald door de zon in de wereldbol te bewegen.
In een voorbeeldweergave kan het effect van de instellingen worden gecontroleerd. Er kan voor worden gekozen om de rand- en schaduweigenschappen van de actieve (geselecteerde) foto te gebruiken voor alle foto's op deze pagina, of zelfs voor alle foto's op alle pagina's.
Dit is een bewerkingssymbool (herkent men aan het driehoeksymbool op de knop, activeren door erop te klikken) met de volgende functies:
Deze knoppen draaien de foto in het fotoboek telkens 90°.
Hiermee kan de geselcteerde foto op de achtergrond van de linker of rechter pagina worden geplaatst of als achtergrond op de dubbele pagina worden geplaatst. (bij enkele kalenders zal er als achtergrond boven of onder staan)
In tegenstelling tot de standaard achtergronden uit de software, kunnen eigen achtergronden altijd nog bewerkt worden.
Deze functie zoekt de foto op die is geselecteerd en laat deze zien in het selectiescherm aan de linker kant.
Deze functie zoekt in dezelfde map, waaruit de geselecteerde foto komt, naar foto's die of bij dezelfde gelegenheid zijn genomen (naar datum en tijd), of die er ongeveer hetzelfde uitzien. De gradatie gelijkheid kan via een schuifregelaar worden bepaald. Hoe strenger de gradatie, des te minder resultaten worden gevonden. De resultaten echter zullen nauwkeuriger zijn.
De DPO is software in het fotolaboratorium die de belichting, de witbalans en andere foto-eigenschappen corrigeert. Hierdoor ontstaat de best mogelijke fotokwaliteit. Bij foto's die zelf met een fotobewerkingsprogramma zijn geoptimaliseerd, kan de automatische beeldcorrectie beter worden uitschakelen. Bij kleurkritische foto's, bijvoorbeeld een zonsondergang, moet de automatische beeldcorrectie worden uitgeschakeld om de kleuren niet te vervalsen. Door een automatische witbalans zullen de roodtinten van een zonsondergang verbleken.
Dit opent de Fotoshow met de bewerkingsfuncties (zie hoofdstuk "De Fotoshow".) Hier, vanuit het werkvlak gestart, vraagt de fotoshow bij het afsluiten of de gewenste veranderingen aan de foto alleen voor deze bestelling moeten worden opgeslagen of ook in het origineel op de harde schijf.
Maak een nieuw tekstveld door op de knop "Nieuw tekstveld plaatsen" in de werkbalk te klikken of klik in het bewerkscherm op de rechter muistoets. Het nieuwe tekstvak verschijnt standaard links bovenaan op de linkerpagina. In het tekstvak staat aanvankelijk standaard "Schrijf hier de tekst".
Als een tekstveld actief is, verschijnen in de werkbalk (en onder de rechtermuisknop) extra opdrachten voor het aanpassen van de tekst:
Een lijst in de werkbalk met de op de pc geïnstalleerde lettertypes. De opmaak van de lettertypes wordt weergeven in het gekozen lettertype.
Een lijst in de werkbalk met de beschikbare lettergroottes.
Om de tekstkleur van de geselecteerde tekst te kiezen..
Kleurt de achtergrond van het tekstvak met de gewenste kleur in.
Dit is een bewerkingssymbool (herkent men aan het driehoeksymbool op de knop, activeren door erop te klikken) met de volgende functies:
Voor de zogenaamde letterstijl (vet, cursief) en voor het onderstrepen van de geselecteerde tekst.
Dat zijn zogenaamde alineaformaten voor het uitlijnen van de tekst in het tekstvak. Ze worden op de hele alinea uitgevoerd, waarin de cursor zich op dat moment bevindt. Of in alle (ook deels) geselecteerde alinea's.
Hier kan de afstand (marge) van de teksten ten opzichte van de randen van het tekstveld worden vastgelegd. Dat kan bijvoorbeeld handig zijn als tekstvelden een achtergrondkleur hebben.
Tekstinstellingen werken alleen op nieuw te schrijven tekst, rechts van de cursor, of op geselecteerde teksten. Indien teksten achteraf moeten worden aangepast, dan dienen alle betreffende woorden eerst te worden geselecteerd.
Tekstdelen kunnen worden geselecteerd door met een ingedrukte linker muistoets over de betreffende teksten te slepen en dan de muistoets los te laten. Een enkel woord kan snal worden geselecteerd door erop te dubbelklikken. De hele inhoud van het tekstveld kan ook worden geselecteerd door op het toetsenbord de combinatie "Ctrl" + "a" in te toetsen.
Daarna kan de tekstaanpassing in grootte, kleur of uitlijning worden doorgevoerd.